This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62020TN0420
Case T-420/20: Action brought on 7 July 2020 — Sony Interactive Entertainment Europe v EUIPO — Huawei Technologies (GT8)
Zaak T-420/20: Beroep ingesteld op 7 juli 2020 — Sony Interactive Entertainment Europe/EUIPO — Huawei Technologies (GT8)
Zaak T-420/20: Beroep ingesteld op 7 juli 2020 — Sony Interactive Entertainment Europe/EUIPO — Huawei Technologies (GT8)
PB C 287 van 31.8.2020, p. 35–35
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
31.8.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 287/35 |
Beroep ingesteld op 7 juli 2020 — Sony Interactive Entertainment Europe/EUIPO — Huawei Technologies (GT8)
(Zaak T-420/20)
(2020/C 287/54)
Taal van het verzoekschrift: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Sony Interactive Entertainment Europe Ltd (Londen, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: S. Malynicz, QC, en M. Maier, lawyer)
Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Huawei Technologies Co. Ltd (Shenzhen, China)
Gegevens betreffende de procedure voor het EUIPO
Aanvrager van het betrokken merk: andere partij in de procedure voor de kamer van beroep
Betrokken merk: aanvraag voor Uniewoordmerk GT8 — inschrijvingsaanvraag nr. 14 738 281
Procedure voor het EUIPO: oppositieprocedure
Bestreden beslissing: beslissing van de vierde kamer van beroep van het EUIPO van 24 april 2020 in zaak R 1611/2019-4
Conclusies
— |
vernietiging van de bestreden beslissing; |
— |
verwijzing van het EUIPO en de andere partij in de eigen kosten en in die van de verzoekende partij. |
Aangevoerde middelen
— |
schending van artikel 8, lid 1, onder b), en artikel 8, lid 5, van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad doordat het relevante publiek niet expliciet is aangeduid; |
— |
schending van artikel 8, lid 1, onder b), en artikel 8, lid 5, van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad doordat geen rekening is gehouden met het bewijs betreffende de waarschijnlijke perceptie van het oudere Uniemerk door het relevante publiek; |
— |
verzuim om de andere elementen van de hierboven op basis van artikel 8, lid 1, onder b), en artikel 8, lid 5, geformuleerde bezwaren in overweging te nemen; |
— |
verzuim om overeenkomstig artikel 8, lid 4, van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad nationale regels toe te passen; |
— |
schending van artikel 8, lid 4, van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad doordat de andere elementen die onder de wettelijke regeling van onrechtmatig gebruik vallen niet in overweging zijn genomen. |