Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CN0606

    Zaak C-606/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Amtsgericht Hamburg (Duitsland) op 12 augustus 2019 — Flightright GmbH / Iberia LAE SA Operadora Unipersonal

    PB C 103 van 30.3.2020, p. 7–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    30.3.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 103/7


    Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Amtsgericht Hamburg (Duitsland) op 12 augustus 2019 — Flightright GmbH / Iberia LAE SA Operadora Unipersonal

    (Zaak C-606/19)

    (2020/C 103/09)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Amtsgericht Hamburg

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Flightright GmbH

    Verwerende partij: Iberia LAE SA Operadora Unipersonal

    Het Hof van Justitie van de Europese Unie (Zesde kamer) heeft bij beschikking van 13 februari 2020 voor recht verklaard dat artikel 7, punt 1, onder b), tweede streepje, van verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (1) aldus moet worden uitgelegd dat, in het geval van een vlucht die wordt gekenmerkt door één enkele bevestigde boeking voor de gehele reis en is opgesplitst in meerdere segmenten, de “plaats van uitvoering” in de zin van die bepaling de plaats van vertrek van het eerste vluchtsegment kan zijn, wanneer het vervoer op die vluchtsegmenten door twee verschillende luchtvaartmaatschappijen wordt uitgevoerd, en de vordering tot compensatie die is ingesteld op grond van verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91 (2) uit de annulering van het laatste vluchtsegment voortvloeit en tegen de voor dat laatste segment verantwoordelijke luchtvaartmaatschappij is gericht.


    (1)  PB 2012, L 351, blz. 1.

    (2)  PB 2004, L 46, blz. 1.


    Top