Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018TN0604

    Zaak T-604/18: Beroep ingesteld op 9 oktober 2018 — Google en Alphabet / Commissie

    PB C 445 van 10.12.2018, p. 21–22 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    10.12.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 445/21


    Beroep ingesteld op 9 oktober 2018 — Google en Alphabet / Commissie

    (Zaak T-604/18)

    (2018/C 445/26)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partijen: Google LLC (Mountain View, Californië, Verenigde Staten), Alphabet, Inc. (Mountain View) (vertegenwoordigers: N. Levy, solicitor, P. Stuart, barrister, J. Schindler en A. Lamadrid de Pablo, advocaten)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    het besluit van de Commissie van 18 juli 2018 in zaak COMP/AT.40099 —Google Andrоid nietig verklaren;

    subsidiair, de aan verzoeksters opgelegde geldboete intrekken of verlagen in de uitoefening van de volledige rechtsmacht van het Gerecht; en

    in elk geval de Commissie verwijzen in de kosten van verzoeksters in verband met deze procedures.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Het onderhavige beroep strekt tot nietigverklaring van besluit C(2018) 4761 final van de Commissie van 18 juli 2018 inzake een procedure op grond van artikel 102 VWEU en artikel 54 van de EER-Overeenkomst (AT.40099 — Google Android).

    Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters zes middelen aan.

    1.

    Eerste middel: in het bestreden besluit zijn de marktdefinitie en de dominantie onjuist beoordeeld.

    In dit verband voeren verzoeksters aan dat in het bestreden besluit ten onrechte is vastgesteld dat Android dominant is.

    Verzoeksters zijn verder van mening dat in het bestreden besluit ten onrechte is vastgesteld dat Play dominant is.

    Verzoeksters voeren tevens aan dat de bewering in het bestreden besluit dat Google dominant is op het gebied van algemene zoekdiensten voor gebruikers niet past in de misbruik-theorie in dat besluit, die betrekking heeft op zoekapplicaties waarvoor licenties aan de fabrikanten van originele apparatuur zijn verleend.

    2.

    Tweede middel: in het bestreden besluit is ten onrechte vastgesteld dat de voorwaarden inzake voorinstallatie in de distributieovereenkomst voor Googles mobiele applicatie onrechtmatig zijn.

    In dit verband voeren verzoeksters aan dat het bestreden besluit niet aantoont dat de betwiste voorwaarden inzake voorinstallatie waarschijnlijk de mededinging beperken.

    Verzoeksters voeren verder aan dat het bestreden besluit er ten onrechte aan voorbijgaat dat de voorwaarden inzake voorinstallatie objectief gerechtvaardigd zijn, omdat zij Google in staat stellen het Android-platform gratis aan te bieden.

    3.

    Derde middel: in het bestreden besluit bevat is ten onrechte vastgesteld dat de enkele voorwaarde inzake voorinstallatie in de overeenkomsten van Google betreffende de deling van inkomsten op basis van de portfolio, onrechtmatig was.

    4.

    Vierde middel: in het bestreden besluit is ten onrechte vastgesteld dat het verbinden van anti-fragmentatieverplichtingen van de anti-fragmentatieovereenkomst aan de licenties voor de applicaties Play en Google Search, misbruik door Google opleverde.

    In dit verband voeren verzoeksters aan dat in het bestreden besluit ten onrechte is vastgesteld dat de anti-fragmentatieverplichtingen waarschijnlijk de mededinging beperken.

    Verzoeksters voeren verder aan dat er in het bestreden besluit geen rekening mee is gehouden dat de anti-fragmentatieverplichtingen objectief gerechtvaardigd zijn omdat zij compatibiliteit waarborgen.

    5.

    Vijfde middel: het bestreden besluit heeft inbreuk gemaakt op verzoeksters’ rechten van verdediging.

    In dit verband betogen verzoeksters dat de Commissie haar analyse van een „even efficiënte concurrent” niet naar behoren aan verzoeksters heeft verzonden in „letters of facts” en dat zij hun een hoorzitting geweigerd heeft.

    Verzoeksters voeren verder aan dat de Commissie verzoeksters’ rechten op toegang tot het dossier heeft geschonden.

    6.

    Zesde middel: in het bestreden besluit heeft de Commissie een fout heeft begaan door het opleggen van een geldboete en bij het berekenen van die geldboete.

    In dit verband stellen verzoeksters dat de geldboete onrechtmatig is omdat zij geen rekening houdt met het ontbreken van opzet of nalatigheid bij Google.

    Verzoeksters voeren verder aan dat de geldboete onrechtmatig is omdat zij het evenredigheidsbeginsel niet eerbiedigt.

    Subsidiair voeren verzoeksters ook aan dat het bestreden besluit een fout bevat omdat de geldboete daarin onjuist is berekend.


    Top