This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62017TN0733
Case T-733/17: Action brought on 2 November 2017 — GMPO v Commission
Zaak T-733/17: Beroep ingesteld op 2 november 2017 — GMPO / Commissie
Zaak T-733/17: Beroep ingesteld op 2 november 2017 — GMPO / Commissie
PB C 13 van 15.1.2018, p. 26–27
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
15.1.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 13/26 |
Beroep ingesteld op 2 november 2017 — GMPO / Commissie
(Zaak T-733/17)
(2018/C 013/40)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: GMP-Orphan (Parijs, Frankrijk) (vertegenwoordigers: M. Demetriou, QC, E. Mackenzie, barrister, L. Tsang en J. Mulryne, solicitors)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
artikel 5 van het uitvoeringsbesluit van de Commissie van 5 september 2017 tot verlening van een vergunning op basis van verordening (EG) nr. 726/2004 (1) voor het in de handel brengen van het geneesmiddel voor menselijk gebruik „Cuprior-trientine” nietig verklaren; |
— |
de verwerende partij te gelasten Cuprior te kwalificeren als een weesgeneesmiddel en het communautair register van weesgeneesmiddelen dienovereenkomstig bij te werken, en |
— |
de verwerende partij te verwijzen in de kosten van de verzoekende partij. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij vier middelen aan.
1. |
Eerste middel: artikel 5 van het bestreden besluit was gebaseerd op een verkeerde uitlegging van het begrip „aanzienlijk baat” in artikel 3, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 141/2000 (hierna: „weesverordening”).
|
2. |
Tweede middel: het COMP of de Commissie heeft gedwaald ten aanzien van het recht en/of heeft een kennelijke beoordelingsfout begaan bij de toepassing van artikel 3, lid 1, onder b), van de weesverordening.
|
3. |
Derde middel: een onjuiste rechtsopvatting en/of een schending van de beginselen van gewettigd vertrouwen en/of een eerlijk proces door op de aanwijzing en herbeoordeling van Cuprior latere richtsnoeren toe te passen.
|
4. |
Vierde middel: het COMP of de Commissie heeft een kennelijke beoordelingsfout begaan bij het evalueren en afwijzen van het bewijs dat door de verzoekende partij is aangevoerd met betrekking tot het tekort aan beschikbaarheid van trientine. |
(1) Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (Voor de EER relevante tekst) (PB 2004, L 136, blz. 1).