Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017TN0607

    Zaak T-607/17: Beroep ingesteld op 6 september 2017 — Volotea/Commissie

    PB C 392 van 20.11.2017, p. 34–35 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    20.11.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 392/34


    Beroep ingesteld op 6 september 2017 — Volotea/Commissie

    (Zaak T-607/17)

    (2017/C 392/43)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: Volotea, SA (Barcelona, Spanje) (vertegenwoordigers: M. Carpagnano, advocaat, en M. Nordmann, advocaat)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    het besluit van de Europese Commissie van 29 juli 2016 betreffende de door Italië als compensatie voor openbare dienstverplichtingen ten gunste van Sardinische vliegvelden ten uitvoer gelegde steunmaatregel SA.33983 (2013/C) (ex 2012/NN) (ex 2011/N), gedeeltelijk nietig verklaren;

    de Commissie verwijzen in haar eigen kosten en in die van verzoekster.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vijf middelen aan.

    1.

    Het eerste middel is eraan ontleend dat de Commissie de betekenis van staatssteun in artikel 107, lid 1, VWEU verkeerd heeft uitgelegd.

    Verzoeker stelt onder meer dat de Commissie het begrip begunstigde verkeerd heeft uitgelegd. Voorts voert zij aan dat de Commissie de exploitanten van de luchthavens ten onrechte louter als „tussenpersonen” tussen de regio en de luchtvaartmaatschappijen heeft aangemerkt, waaruit volgt dat de Commissie heeft nagelaten naar behoren na te gaan of dergelijke exploitanten een economisch voordeel hebben verkregen. Bovendien was de financiering niet selectief. De Commissie heeft tevens de betekenis van vervalsing van de mededing en ongunstige beïnvloeding van de handel verkeerd uitgelegd.

    2.

    Het tweede middel is eraan ontleend dat de Commissie de betekenis van rechtvaardiging van staatssteun verkeerd heeft uitgelegd.

    Verzoekster bestrijdt de bewering van de Commissie dat de kaderregeling voor diensten van algemeen economisch belang niet van toepassing is op de activiteiten in de onderhavige zaak. Verder stelt zij dat de richtsnoeren voor de luchtvaart van 2005 de aan de orde zijnde financiering kunnen rechtvaardigen.

    3.

    Het derde middel is eraan ontleend dat de Commissie, door de terugvordering van de beweerdelijk onrechtmatige staatssteun te gelasten, heeft nagelaten rekening te houden met de gerechtvaardigde belangen van verzoekster. Bij gebrek aan een duidelijke werkwijze inzake indirecte steun, had de Commissie niet op terugvordering mogen staan.

    4.

    Het vierde middel is eraan ontleend dat de Commissie het onderzoek slecht heeft uitgevoerd, aangezien zij de bestreden maatregelen niet zorgvuldig en onpartijdig heeft onderzocht.

    Naar is gesteld, heeft de Commissie geen duidelijke analyse gemaakt aan de hand van het criterium van de marktdeelnemer handelend in een markteconomie, hoewel dit wettelijk vereist is en derde partijen hier in diverse stukken om hadden gevraagd.

    5.

    Het vijfde middel is eraan ontleend dat de Commissie heeft nagelaten een motivering te geven.

    In dit verband wordt gesteld dat de Commissie enkele belangrijke juridische en feitelijke zaken niet heeft besproken, geen ondubbelzinnige motivering heeft gegeven, heeft nagelaten aandacht te besteden aan door derde partijen aangevoerde belangrijke argumenten en inherent tegenstrijdige stellingen heeft opgeworpen.


    Top