Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CN0518

Zaak C-518/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk) op 28 augustus 2017 — Stefan Rudigier

PB C 392 van 20.11.2017, p. 16–17 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

20.11.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 392/16


Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk) op 28 augustus 2017 — Stefan Rudigier

(Zaak C-518/17)

(2017/C 392/21)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Verwaltungsgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoeker tot Revision: Stefan Rudigier

Andere partij in de procedure: Salzburger Verkehrsverbund GmbH

Prejudiciële vragen

1)

Is artikel 7, lid 2, van verordening (EG) nr. 1370/2007 (1) van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg ook van toepassing wanneer een dienstcontract voor personenvervoer per bus overeenkomstig artikel 5, lid 1, tweede volzin, van deze verordening wordt gegund volgens een in de richtlijnen betreffende overheidsopdrachten (richtlijn 2004/17/EG of richtlijn 2004/18/EG) geregelde procedure?

2)

Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord:

Heeft de niet-nakoming van de verplichting om ten minste één jaar vóór de bekendmaking van de uitnodiging tot inschrijving de in artikel 7, lid 2, onder a) tot en met c), van verordening (EG) nr. 1370/2007 vermelde informatie bekend te maken, tot gevolg dat een aanbesteding moet worden geacht onwettig te zijn indien de bekendmaking van die informatie één jaar vóór de uitnodiging tot inschrijving achterwege is gebleven, maar deze aanbesteding overeenkomstig artikel 5, lid 1, tweede volzin, van verordening nr. 1370/2007 heeft plaatsgevonden volgens een in de richtlijnen betreffende overheidsopdrachten geregelde procedure?

3)

Indien de tweede vraag bevestigend wordt beantwoord:

Verzetten de Unierechtelijke bepalingen inzake de gunning van overheidsopdrachten zich tegen een nationale regeling volgens welke van de in artikel 2, lid 1, onder b), van richtlijn 89/665/EEG (2) bedoelde nietigverklaring van een aanbesteding die als onwettig moet worden aangemerkt wegens het achterwege blijven van de bekendmaking in de zin van artikel 7, lid 2, van verordening nr. 1370/2007, kan worden afgezien wanneer de onwettigheid niet van wezenlijke invloed was op het resultaat van de aanbestedingsprocedure, omdat de betrokken exploitant tijdig kon reageren en geen sprake was van een verstoring van de mededinging?


(1)  Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad (PB 2007, L 315, blz. 1).

(2)  Richtlijn 89/665/EEG van de Raad van 21 december 1989 houdende de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken (PB 1989, L 395, blz. 33).


Top