Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016CA0076

    Zaak C-76/16: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 13 juli 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Najvyšší súd Slovenskej republiky — Slowakije) — INGSTEEL spol. sro, Metrostav as/Úrad pre verejné obstarávanie (Prejudiciële verwijzing — Overheidsopdrachten — Richtlijn 2004/18/EG — Artikel 47, leden 1, 4 en 5 — Economische en financiële draagkracht van de inschrijver — Richtlijnen 89/665/EEG en 2007/66/EG — Beroep in rechte tegen een besluit om een inschrijver uit te sluiten van een aanbestedingsprocedure — Handvest van de grondrechten van de Europese Unie — Artikel 47 — Recht op een doeltreffende voorziening in rechte)

    PB C 293 van 4.9.2017, p. 5–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    4.9.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 293/5


    Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 13 juli 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Najvyšší súd Slovenskej republiky — Slowakije) — INGSTEEL spol. sro, Metrostav as/Úrad pre verejné obstarávanie

    (Zaak C-76/16) (1)

    ((Prejudiciële verwijzing - Overheidsopdrachten - Richtlijn 2004/18/EG - Artikel 47, leden 1, 4 en 5 - Economische en financiële draagkracht van de inschrijver - Richtlijnen 89/665/EEG en 2007/66/EG - Beroep in rechte tegen een besluit om een inschrijver uit te sluiten van een aanbestedingsprocedure - Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Artikel 47 - Recht op een doeltreffende voorziening in rechte))

    (2017/C 293/06)

    Procestaal: Slowaaks

    Verwijzende rechter

    Najvyšší súd Slovenskej republiky

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partijen: INGSTEEL spol. sro, Metrostav as

    Verwerende partij: Úrad pre verejné obstarávanie

    In tegenwoordigheid van: Slovenský futbalový zväz

    Dictum

    1)

    Artikel 47, lid 1, onder a), en lid 4, van richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, moet aldus worden uitgelegd dat het zich er niet tegen verzet dat een aanbestedende dienst een inschrijver uitsluit van een overheidsopdracht op grond dat die inschrijver niet voldoet aan de voorwaarde inzake de economische en financiële draagkracht die in de aankondiging van de opdracht is gesteld en die betrekking heeft op het overleggen van een van een bankinstelling afkomstige verklaring waarin deze instelling toezegt een lening te verstrekken ten bedrage van het in die aankondiging vastgelegde bedrag en aan deze inschrijver te garanderen dat dit bedrag gedurende de gehele duur van de uitvoering van de opdracht tot diens beschikking zal staan.

    2)

    Artikel 47, lid 5, van richtlijn 2004/18 moet aldus worden uitgelegd dat ingeval in een aankondiging van een opdracht wordt vereist dat een van een bankinstelling afkomstige verklaring wordt overgelegd waarin die instelling toezegt een lening toe te kennen voor het in die aankondiging vastgelegde bedrag en aan deze inschrijver te garanderen dat dit bedrag gedurende de gehele duur van de uitvoering van de opdracht tot diens beschikking zal staan, de omstandigheid dat de bankinstellingen waarbij de inschrijver daarom heeft verzocht, zich niet in staat achten hem een verklaring in die zin af te geven, een „gegronde reden” in de zin van dat artikel kan vormen, op grond waarvan de inschrijver in voorkomend geval zijn economische en financiële draagkracht kan aantonen met andere bescheiden die de aanbestedende dienst geschikt acht, voor zover het voor deze inschrijver objectief onmogelijk was de door de aanbestedende dienst gevraagde referenties over te leggen. Het staat aan de verwijzende rechter om dit na te gaan.


    (1)  PB C 270 van 25.7.2017.


    Top