This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52016AE0717
Opinion of the European Economic and Social Committee on the proposal for a Council Directive amending Directive 2006/112/EC on the common system of value added tax, with regard to the duration of the obligation to respect a minimum standard rate (COM(2015) 646 final — 2015/0296 (CNS))
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, wat betreft de geldigheidsduur van de minimumhoogte van het normale tarief (COM(2015) 646 final — 2015/0296 (CNS))
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, wat betreft de geldigheidsduur van de minimumhoogte van het normale tarief (COM(2015) 646 final — 2015/0296 (CNS))
PB C 133 van 14.4.2016, p. 23–24
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
14.4.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 133/23 |
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, wat betreft de geldigheidsduur van de minimumhoogte van het normale tarief
(COM(2015) 646 final — 2015/0296 (CNS))
(2016/C 133/05)
Rapporteur: |
de heer Daniel MAREELS |
De Raad heeft op 14 januari 2016 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 43, lid 113, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te raadplegen over het
„Voorstel tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de geldigheidsduur van de minimumhoogte van het normale tarief”
(COM(2015) 646 final — 2015/0296 (CNS)).
Het bureau van het Comité heeft op 19 januari 2016 besloten de afdeling Economische en Monetaire Unie, Economische en Sociale Samenhang met de voorbereidende werkzaamheden ter zake te belasten.
Gezien het spoedeisende karakter van deze werkzaamheden heeft het EESC tijdens zijn op 17 en 18 februari 2016 gehouden 514e zitting (vergadering van 17 februari 2016) Daniel Mareels tot algemeen rapporteur voor dit advies benoemd en onderstaand advies uitgebracht, dat met 175 stemmen vóór en 3 tegen, bij 4 onthoudingen, werd goedgekeurd.
1. Conclusies en aanbevelingen
1.1. |
Het Comité kan instemmen met de voorgestelde richtlijn waardoor de minimumhoogte van het normale tarief inzake btw opnieuw wordt verlengd. Dat minimum wordt op hetzelfde niveau behouden als in voorgaande perioden, zijnde 15 %, en wordt met ingang van 2016 met twee jaar verlengd. |
1.2. |
Sinds geruime tijd geldt inzake btw een overgangsregeling. Het is in dit verband wenselijk om een minimumhoogte vast te stellen, in het belang van een behoorlijke werking van de interne markt: was dat minimum er niet, dan kan de markt verstoord worden en is er kans op meer concurrentie tussen lidstaten. |
1.3. |
Daarnaast draagt het vastleggen van een minimumhoogte voor een welbepaalde periode evenzeer bij tot meer duidelijkheid en rechtszekerheid, in het voordeel van al degenen die hiermee te maken hebben. |
1.4. |
Toen deze regeling voor de vijfde maal verlengd werd, in 2010, stelde het Comité te hopen „dat dit (lees deze verlenging) de laatste keer” was. De huidige verlenging voor een meer beperkte periode kan als een stap in de goede richting worden gezien, maar doet voor het Comité niet af aan het feit dat verdere inspanningen moeten geleverd worden om van het huidige overgangsregime, dat al meer dan 20 jaar toepasselijk is, over te stappen naar een definitief btw-regime dat op maat van de Europese interne markt is gesneden. |
1.5. |
Samengevat bevestigt het EESC opnieuw de noodzaak te komen tot een geharmoniseerde, eenvoudige regeling voor indirecte belasting, met minder administratieve rompslomp, met duidelijke voordelen voor ondernemingen en burgers, met een billijke belasting, zekere inkomsten voor de overheidsfinanciën, terugdringing van de kans op belastingfraude, ten gunste van de verdere ontwikkeling en voltooiing van de interne markt. |
1.6. |
Het EESC verwelkomt het besluit van de Commissie om in maart 2016 een Actieplan voor de toekomst van de btw uit te brengen. Voor het Comité is het van belang de vereiste verdere economische heropleving en groei met alle middelen te ondersteunen, en een aangepast btw-regime hoort daarbij. |
2. Achtergrond
2.1. |
Met het oog op het instellen van de interne markt is begin jaren „90 al getracht over te stappen naar een definitieve btw-regeling, maar bij gebreke aan akkoord tussen de lidstaten heeft men genoegen moeten nemen met een overgangsregeling. |
2.2. |
In dat verband werd voor de btw-tarieven Richtlijn 92/77/EEG aangenomen. Die richtlijn voerde een regeling met minimumhoogtes in en er werd bepaald dat het normale tarief vanaf 1 januari 1993 tot en met 31 december 1996 in elke lidstaat niet lager mocht zijn dan 15 %. Deze bepaling werd ondertussen vijfmaal verlengd en was van toepassing tot en met 31 december 2015. |
2.3. |
Het thans — klaarblijkelijk laattijdig — voorliggend ontwerp strekt ertoe de toepassing van dat minimum van 15 % te verlengen, maar deze keer enkel voor een periode van 2 jaar. Dit omdat de Commissie in het voorjaar van 2016 een Actieplan publiceert om te gaan naar een eenvoudiger, efficiënter en fraudebestendiger definitief btw-stelsel, aangepast aan de eengemaakte markt. Gedurende deze periode kan een uitgebreidere bespreking over btw-tarieven plaatsvinden. |
Brussel, 17 februari 2016.
De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité
Georges DASSIS