This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014CA0463
Case C-463/14: Judgment of the Court (Third Chamber) of 3 September 2015 (request for a preliminary ruling from the Administrativen sad — Varna — Bulgaria) — Asparuhovo Lake Investment Company OOD v Direktor na Direktsia ‘Obzhalvane i danachno-osiguritelna praktika’ Varna pri Tsentralno upravlenie na Natsionalnata agentsia za prihodite (Reference for a preliminary ruling — Common system of value added tax — Directive 2006/112/EC — Articles 24(1), 25(b), 62(2), 63 and 64(1) — Meaning of ‘supply of services’ — Subscription contract for the supply of consulting services — Chargeable event — Need for proof of the actual supply of services — Chargeability of the tax)
Zaak C-463/14: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 3 september 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Administrativen sad — Varna — Bulgarije) — Asparuhovo Lake Investment Company LTD/Direktor na Direktsia „Obzhalvane i danachno-osiguritelna praktika” Varna pri Tsentralno upravlenie na Natsionalnata agentsia za prihodite (Prejudiciële verwijzing — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde — Richtlijn 2006/112/EG — Artikelen 24, lid 1, 25, onder b), 62, lid 2, 63 en 64, lid 1 — Begrip „verrichten van diensten” — Abonnementsovereenkomsten voor het verrichten van adviesdiensten — Belastbaar feit — Noodzaak van bewijs dat de diensten daadwerkelijk zijn verricht — Verschuldigdheid van de belasting)
Zaak C-463/14: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 3 september 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Administrativen sad — Varna — Bulgarije) — Asparuhovo Lake Investment Company LTD/Direktor na Direktsia „Obzhalvane i danachno-osiguritelna praktika” Varna pri Tsentralno upravlenie na Natsionalnata agentsia za prihodite (Prejudiciële verwijzing — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde — Richtlijn 2006/112/EG — Artikelen 24, lid 1, 25, onder b), 62, lid 2, 63 en 64, lid 1 — Begrip „verrichten van diensten” — Abonnementsovereenkomsten voor het verrichten van adviesdiensten — Belastbaar feit — Noodzaak van bewijs dat de diensten daadwerkelijk zijn verricht — Verschuldigdheid van de belasting)
PB C 354 van 26.10.2015, p. 11–11
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
26.10.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 354/11 |
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 3 september 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Administrativen sad — Varna — Bulgarije) — Asparuhovo Lake Investment Company LTD/Direktor na Direktsia „Obzhalvane i danachno-osiguritelna praktika” Varna pri Tsentralno upravlenie na Natsionalnata agentsia za prihodite
(Zaak C-463/14) (1)
((Prejudiciële verwijzing - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde - Richtlijn 2006/112/EG - Artikelen 24, lid 1, 25, onder b), 62, lid 2, 63 en 64, lid 1 - Begrip „verrichten van diensten” - Abonnementsovereenkomsten voor het verrichten van adviesdiensten - Belastbaar feit - Noodzaak van bewijs dat de diensten daadwerkelijk zijn verricht - Verschuldigdheid van de belasting))
(2015/C 354/13)
Procestaal: Bulgaars
Verwijzende rechter
Administrativen sad — Varna
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Asparuhovo Lake Investment Company OOD
Verwerende partij: Direktor na Direktsia „Obzhalvane i danachno-osiguritelna praktika” Varna pri Tsentralno upravlenie na Natsionalnata agentsia za prihodite
Dictum
1) |
Artikel 24, lid 1, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, moet aldus worden uitgelegd dat het begrip „dienst” zich eveneens uitstrekt tot abonnementsovereenkomsten voor de verstrekking van adviesdiensten aan een onderneming, met name op juridisch, commercieel en financieel gebied, in het kader waarvan de dienstverrichter zich ter beschikking heeft gesteld van de opdrachtgever tijdens de duur van de overeenkomst. |
2) |
Met betrekking tot abonnementscontracten voor adviesdiensten zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde zijn, moeten de artikelen 62, lid 2, 63 en 64, lid 1, van richtlijn 2006/112 aldus moeten worden uitgelegd dat het belastbare feit zich voordoet en de belasting verschuldigd wordt, wanneer de periode afloopt waarvoor de betaling was overeengekomen, ongeacht of en hoe vaak de opdrachtgever gebruik heeft gemaakt van de diensten van de dienstverrichter. |