EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014CA0144
Case C-144/14: Judgment of the Court (Seventh Chamber) of 9 July 2015 (request for a preliminary ruling from the Tribunalul Maramureș — Romania) — Cabinet Medical Veterinar Dr. Tomoiagă Andrei v Direcția Generală Regională a Finanțelor Publice Cluj Napoca prin Administrația Județeană a Finanțelor Publice Maramureș (Reference for a preliminary ruling — Value added tax (VAT) — Directive 2006/112/EC — Articles 273 and 287 — Obligation to register a taxable person for VAT purposes — Whether veterinary services are taxable — Principle of legal certainty — Principle of protection of legitimate expectations)
Zaak C-144/14: Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 9 juli 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunalul Maramureș — Roemenië) — Cabinet Medical Veterinar Dr. Tomoiagă Andrei/Direcția Generală Regională a Finanțelor Publice Cluj Napoca prin Administrația Județeană a Finanțelor Publice Maramureș [Prejudiciële verwijzing — Belasting over de toegevoegde waarde (btw) — Richtlijn 2006/112/EG — Artikelen 273 en 287 — Verplichting tot ambtshalve identificatie van een btw-plichtige — Belastbaarheid van diergeneeskundige diensten — Rechtszekerheidsbeginsel — Vertrouwensbeginsel]
Zaak C-144/14: Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 9 juli 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunalul Maramureș — Roemenië) — Cabinet Medical Veterinar Dr. Tomoiagă Andrei/Direcția Generală Regională a Finanțelor Publice Cluj Napoca prin Administrația Județeană a Finanțelor Publice Maramureș [Prejudiciële verwijzing — Belasting over de toegevoegde waarde (btw) — Richtlijn 2006/112/EG — Artikelen 273 en 287 — Verplichting tot ambtshalve identificatie van een btw-plichtige — Belastbaarheid van diergeneeskundige diensten — Rechtszekerheidsbeginsel — Vertrouwensbeginsel]
PB C 294 van 7.9.2015, p. 7–8
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
7.9.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 294/7 |
Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 9 juli 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunalul Maramureș — Roemenië) — Cabinet Medical Veterinar Dr. Tomoiagă Andrei/Direcția Generală Regională a Finanțelor Publice Cluj Napoca prin Administrația Județeană a Finanțelor Publice Maramureș
(Zaak C-144/14) (1)
([Prejudiciële verwijzing - Belasting over de toegevoegde waarde (btw) - Richtlijn 2006/112/EG - Artikelen 273 en 287 - Verplichting tot ambtshalve identificatie van een btw-plichtige - Belastbaarheid van diergeneeskundige diensten - Rechtszekerheidsbeginsel - Vertrouwensbeginsel])
(2015/C 294/09)
Procestaal: Roemeens
Verwijzende rechter
Tribunalul Maramureș
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Cabinet Medical Veterinar Dr. Tomoiagă Andrei
Verwerende partij: Direcția Generală Regională a Finanțelor Publice Cluj Napoca prin Administrația Județeană a Finanțelor Publice Maramureș
Dictum
1) |
Artikel 273, eerste alinea, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, zoals gewijzigd bij richtlijn 2009/162/EU van de Raad van 22 december 2009, verplicht de lidstaten niet een belastingplichtige ambtshalve te identificeren voor de belasting over de toegevoegde waarde op de enkele grondslag van belastingaangiften, anders dan voor deze belasting, zelfs indien op grond daarvan vastgesteld had kunnen worden dat deze belastingplichtige de vrijstellingsdrempel voor deze belasting heeft overschreden. |
2) |
Het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel staan er niet aan in de weg dat een belastingdienst beslist dat diergeneeskundige diensten in omstandigheden als in het hoofdgeding aan de belasting over de toegevoegde waarde onderworpen zijn, mits deze beslissing is gegrond op duidelijke regels en de praktijk van deze dienst bij een voorzichtige en bezonnen marktdeelnemer geen redelijk vertrouwen heeft gewekt dat deze diensten niet belastbaar waren, hetgeen aan de verwijzende rechter ter beoordeling staat. |