EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CN0186

Zaak C-186/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Münster (Duitsland) op 24 april 2015 — Kreissparkasse Wiedenbrück/Finanzamt Wiedenbrück

PB C 254 van 3.8.2015, p. 5–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

3.8.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 254/5


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Münster (Duitsland) op 24 april 2015 — Kreissparkasse Wiedenbrück/Finanzamt Wiedenbrück

(Zaak C-186/15)

(2015/C 254/06)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Finanzgericht Münster

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Kreissparkasse Wiedenbrück

Verwerende partij: Finanzamt Wiedenbrück

Prejudiciële vragen

1)

Dienen de lidstaten de afrondingsregel van artikel 175, lid 1, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1) toe te passen wanneer het aftrekbare gedeelte wordt berekend krachtens een van de bijzondere methoden die in artikel 173, lid 2, onder a), b), c) en d), van deze richtlijn zijn neergelegd?

2)

Dienen de lidstaten in geval van herziening van de voorbelasting overeenkomstig de artikelen 184 en volgende van richtlijn 2006/112/EG van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, de afrondingsregel van artikel 175, lid 1, van deze richtlijn toe te passen, wanneer het aftrekbare gedeelte in de zin van dit artikel 175, lid 1, wordt berekend volgens een van de bijzondere methoden die zijn neergelegd in artikel 173, lid 2, onder a), b), c) en d), van richtlijn 2006/112/EG, respectievelijk in artikel 17, lid 5, derde alinea, onder a), b), c) en d), van de Zesde Richtlijn (77/388/EEG) van de Raad betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag?

3)

Dienen de lidstaten volgens de afrondingsregel (zie de tweede vraag) een voorbelastingherziening op grond van de artikelen 184 en volgende van richtlijn 2006/112/EG aldus door te voeren dat de te herziene voorbelasting ten gunste van de belastingplichtige naar boven of naar beneden wordt afgerond op een procenteenheid?


(1)  PB L 347, blz. 1.


Top