This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012AE0826
Opinion of the European Economic and Social Committee on ‘Young persons with disabilities: employment, inclusion and participation in society’ (exploratory opinion)
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over „Jongeren met een handicap: werkgelegenheid, integratie en deelname aan het maatschappelijk leven” (verkennend advies)
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over „Jongeren met een handicap: werkgelegenheid, integratie en deelname aan het maatschappelijk leven” (verkennend advies)
PB C 181 van 21.6.2012, p. 2–6
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
21.6.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 181/2 |
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over „Jongeren met een handicap: werkgelegenheid, integratie en deelname aan het maatschappelijk leven” (verkennend advies)
2012/C 181/02
Rapporteur: de heer VARDAKASTANIS
In een brief van 9 december 2011 heeft mevrouw Hækkerup, Deens minister van Integratie en Sociale Zaken, het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 304 VWEU verzocht een verkennend advies uit te brengen over
Jongeren met een handicap: werkgelegenheid, integratie en deelname aan het maatschappelijk leven.
De afdeling Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Burgerschap, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 29 februari 2012 goedgekeurd.
Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn op 28 en 29 maart 2012 gehouden 479e zitting (vergadering van 28 maart) onderstaand advies uitgebracht, dat met 148 stemmen vóór, bij 3 onthoudingen, is goedgekeurd.
1. Conclusies en aanbevelingen
1.1 Het EESC:
1.1.1 |
dringt erop aan dat het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (VN CRPD) ten uitvoer wordt gelegd, zodat personen met een handicap, inclusief jonge mannen én vrouwen, hun grondrechten ten volle kunnen uitoefenen. |
1.1.2 |
De lidstaten moeten gehandicapten ertoe aanzetten voor de volle 100 % deel te nemen aan de samenleving en de economie, dit als onderdeel van de nationale hervormingsplannen (NHP's) in het kader van de Europa 2020-strategie. Een en ander impliceert dat doeltreffende anti-discriminatiemaatregelen worden genomen. |
1.1.3 |
Er is toegankelijk en inclusief onderwijs nodig voor personen met een handicap, overeenkomstig artikel 24 van het VN CRPD. Jongeren met een handicap moeten volledige en gelijke toegang krijgen tot basis-, middelbaar en hoger onderwijs; het belang van informeel onderwijs moet worden erkend. |
1.1.4 |
Informatie over universiteiten en andere onderwijsmogelijkheden moet ook op alternatieve manieren worden verspreid, bv. met behulp van brailleschrift, audio-, video- of gemakkelijk leesbare versies, of met schrijftolken (palantype). Bibliotheken moeten boeken in braille en audioboeken in hun collectie hebben. |
1.1.5 |
Kunst, sport en vrijetijdsactiviteiten spelen een cruciale rol in de ontwikkeling van vaardigheden en de integratie van jongeren met een handicap, en moeten dus vrij toegankelijk zijn. |
1.1.6 |
De lidstaten en de Europese instellingen moeten zich inzetten voor de verspreiding van goede praktijken en positieve acties voor de integratie van personen met een handicap in onderwijs en op de arbeidsmarkt. Dit houdt in dat wordt geïnvesteerd in sociaal ondernemerschap en het mkb. Werknemers die jongeren met een handicap aanwerven zouden financiële stimulansen moeten krijgen. |
1.1.7 |
De lidstaten, de Europese Commissie en het Europees Parlement moeten de strijd tegen discriminatie van jongeren met een handicap aangaan. |
1.1.8 |
Redelijke aanpassingen en toegankelijkheid van de werkplek zijn noodzakelijk met het oog op de integratie van jongeren met een handicap op de arbeidsmarkt. |
1.1.9 |
De sociale partners kunnen een sleutelrol spelen bij de bevordering van werkgelegenheid van jongeren met een handicap door bij hun onderhandelingen ook te kijken naar toegankelijkheid en redelijke aanpassingen van de werkplek. |
1.1.10 |
Om de integratie van jongeren met een handicap te bevorderen moet gebruik worden gemaakt van de structuurfondsen. Het Comité dringt erop aan dat de huidige regelgeving naar behoren wordt uitgevoerd en dat toekomstige regelgeving wordt afgestemd op het VN CRPD; toegankelijkheid moet als horizontaal beginsel worden opgenomen in artikel 7, samen met anti-discriminatie en inclusie. |
1.1.11 |
De lidstaten moeten de richtlijn tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (1) ten uitvoer leggen en bij de interpretatie ervan moet het VN CRPD voor ogen worden gehouden. |
1.1.12 |
Commissie, Parlement en Raad moeten organisaties van jongeren met een handicap steunen en betrekken bij de besluitvorming over relevant beleid. |
1.1.13 |
De economische crisis en de bezuinigingen mogen de rechten van jongeren met een handicap niet ondermijnen; de lidstaten moeten maatregelen nemen om deze groep te beschermen. |
1.1.14 |
Het recht van jongeren met een handicap om zelfstandig te leven moet worden gepromoot. De lidstaten en de Commissie moeten met behulp van de structuurfondsen de overgang van institutionele naar gemeenschapsgerichte zorg vlotter doen verlopen. |
1.1.15 |
Het Comité is verheugd over de inzet van de Commissie voor de ontwikkeling van Europese wetgeving inzake toegankelijkheid, die echter wel krachtdadig moet zijn en de toegankelijkheid van goederen, diensten en de gebouwde omgeving volledig moet waarborgen. |
1.1.16 |
Het Comité zou graag zien dat een inclusief Europees normalisatiestelsel wordt ingevoerd en is ingenomen met de goedkeuring van mandaat 473, dat de toegankelijkheid ongetwijfeld ten goede zal komen. |
1.1.17 |
De goedkeuring van de Richtlijn Audiovisuele mediadiensten (2) is een goede zaak; wel moet erop worden toegezien dat de bepalingen ervan naar behoren worden uitgevoerd (3). |
1.1.18 |
Daarnaast dringt het Comité aan op effectieve toepassing van de verordening betreffende de rechten van autobus- en touringcarpassagiers in de Europese Unie (4). Het roept de lidstaten niet alleen op de verordening te handhaven, maar ook bijkomende maatregelen te nemen om de bewegingsvrijheid van jongeren met een handicap te verzekeren (5). |
1.1.19 |
Het is een goede zaak dat de Commissie heeft toegezegd er via de Digitale agenda voor te zorgen dat websites van de overheid en websites met basisdiensten voor burgers tegen 2015 volledig toegankelijk zullen zijn. |
1.1.20 |
Het is van cruciaal belang dat in alle EU-jeugdbeleid en -programma's rekening wordt gehouden met de behoeften van jongeren met een handicap; het Comité roept op hierover bewustwordingscampagnes op te starten. |
2. Inleiding
2.1 Het EESC:
2.1.1 |
wijst erop dat jongeren met een handicap het slachtoffer zijn van verschillende vormen van discriminatie, nl. op grond van geslacht, ras, huidskleur, etnische of sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, godsdienst of geloof, politieke of andere overtuiging, het behoren tot een nationale minderheid, eigendom, geboorte, leeftijd, seksuele geaardheid of enige andere grond. |
2.1.2 |
De lidstaten moeten vaart zetten achter de onderhandelingen over de anti-discriminatierichtlijn (6), zodat mensen in de EU wettelijke bescherming genieten tegen elke vorm van discriminatie. |
2.1.3 |
Jongeren met een handicap lopen 2 tot 5 keer meer risico het slachtoffer te worden van geweld dan hun niet-gehandicapte leeftijdgenoten. |
2.1.4 |
Het is betreurenswaardig dat jongeren met een handicap geconfronteerd worden met vooroordelen en een negatieve houding die hun participatie, zelfbeschikking en integratie belemmeren. |
2.1.5 |
Jonge vrouwen met een handicap, jongeren die veel hulp behoeven en personen met psychosociale handicaps krijgen te maken met diverse vormen van discriminatie. |
2.1.6 |
De politieke rechten van jongeren met een handicap moeten worden erkend; daarnaast moeten de jongeren in kwestie de mogelijkheid krijgen deze rechten uit te oefenen op voet van gelijkheid met anderen. In dat verband is het belangrijk dat stemprocedures, faciliteiten en materiaal toegankelijk zijn. |
2.1.7 |
Het beleid inzake jongeren met een handicap moet worden geïntegreerd in de desbetreffende begrotingslijnen van het meerjarig financieel kader, zodat er voldoende middelen beschikbaar zijn voor de bevordering van toegankelijkheid en integratie. |
2.1.8 |
De doeltreffendheid van de beleidsinstrumenten voor jongeren met een handicap zou moeten worden aangetoond; er dient dan ook geld te worden uitgetrokken voor EU-projecten, -studies en -onderzoek ter zake. |
2.1.9 |
Het Comité herinnert aan zijn aanbevelingen uit eerdere adviezen over o.m. werkgelegenheid en toegankelijkheid, de strategie voor gehandicapten en de gevolgen van demografische veranderingen. |
3. Werkgelegenheid en onderwijs
Onderwijs
3.1 Het EESC:
3.1.1 |
merkt op dat het belang van inclusief onderwijs in het algemeen niet mag worden onderschat. Het Comité pleit ervoor gebarentaal in het basisonderwijs op te nemen, schrijftolken (palantype) en inductielustechnologieën in te voeren, en onderwijzend personeel aan te trekken dat kan omgaan met brailleschrift en ander geschikt materiaal voor leerlingen met een handicap, zoals ondersteunende en alternatieve communicatie (AAC). |
3.1.2 |
Het Comité verheugt zich erover dat de Commissie de programma's Jeugd in beweging en Jeugd in actie heeft goedgekeurd als onderdeel van de Europa 2020-strategie en roept de lidstaten op ervoor te zorgen dat jongeren met een handicap daar volledig van kunnen profiteren. |
3.1.3 |
Ook is het ingenomen met de programma's van Erasmus voor iedereen op het gebied van onderwijs, opleiding, jeugd en sport. Erasmus zou moeten worden ingezet om de persoonlijke ontplooiing van jongeren met een handicap te stimuleren en hun kansen op de arbeidsmarkt te verhogen. |
3.1.4 |
Er zijn effectieve maatregelen nodig ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten; mensen met een handicap maken nl. maar half zoveel kans als niet-gehandicapten om het hoger onderwijs te halen. Universiteiten moeten inclusiever worden en positieve maatregelen nemen, zoals beurzen voor studenten met een handicap en quotaregelingen. |
3.1.5 |
Ook zou het Comité graag zien dat doeltreffende maatregelen worden genomen om de overgang van school naar werk voor jongeren met een handicap te vergemakkelijken. |
3.1.6 |
De resolutie van het Europees Parlement over de mobiliteit van personen met een handicap (7), waarin de nadruk ligt op inclusief onderwijs, draagt de goedkeuring van het Comité weg. |
3.1.7 |
Niet-formeel onderwijs (8) is voor jongeren met een handicap van groot belang. Het Europees kwaliteitskader voor stages moet verder worden ontwikkeld en aangevuld met criteria inzake toegankelijkheid. |
3.1.8 |
Ook jongeren met een handicap hebben het recht gebruik te maken van EU-uitwisselingsprogramma's en mogelijkheden om in het buitenland te leren en te studeren en gebruik te maken van de EU-instrumenten voor de erkenning van vaardigheden en kwalificaties. |
3.1.9 |
Uitoefening van het recht op onderwijs is pas mogelijk als onderwijsprogramma's, ICT en gebouwen voor iedereen toegankelijk zijn. De Europese Commissie en de lidstaten moeten scholen, universiteiten en jeugdconsulenten aanmoedigen toegankelijkheid in hun acties op te nemen. |
3.1.10 |
Informatie over universiteiten en onderwijsmogelijkheden moet ook op alternatieve manieren worden verspreid, bv. met behulp van brailleschrift, audio-, video- of gemakkelijk leesbare versies, of met schrijftolken (palantype). Bibliotheken moeten boeken in braille en audioboeken in hun collectie hebben. |
3.1.11 |
Bijstand voor leerlingen met een handicap én leerkrachten zou kunnen worden gefinancierd met Europese middelen, ook uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het actieprogramma voor een levenslang leren. |
Werkgelegenheid
3.2 Het EESC:
3.2.1 |
is zich ervan bewust dat gehandicapten twee- tot driemaal meer kans hebben om werkloos te worden dan niet-gehandicapten. |
3.2.2 |
Het is een goede zaak dat middelen uit de structuurfondsen worden gebruikt voor ondersteuning van de Europese strategie inzake handicaps. In het bijzonder zou efficiënter gebruik moeten worden gemaakt van het ESF om de werkgelegenheidskansen van jongeren met een handicap te bevorderen; het EFRO zou dan weer moeten worden aangesproken om in Europa een hoog niveau van toegankelijkheid te bereiken. |
3.2.3 |
De lidstaten moeten jongeren met een handicap aan een baan helpen door werkgevers financiële stimulansen te verlenen en te investeren in het mkb, sociaal ondernemerschap en zelfstandigen. |
3.2.4 |
Om gehandicapten gemakkelijker aan een baan te helpen zijn een aangepaste werkplek, flexibele werkuren, telewerk en toegang tot ICT noodzakelijk; weigeren om redelijke aanpassingen uit te voeren staat gelijk aan discriminatie (9). |
3.2.5 |
De Commissie moet de toegankelijkheid voor jonge werknemers en stagiairs met een handicap verzekeren; ook moet zij grensoverschrijdende beroeps- en arbeidskansen voor jongeren bevorderen en de belemmeringen voor het vrije verkeer van werknemers in de EU afbouwen. |
3.2.6 |
De sociale partners moeten een belangrijke rol spelen bij de bevordering en bescherming van de werkgelegenheid van jongeren met een handicap; deze problematiek moet op de agenda van de collectieve onderhandelingen worden gezet. |
3.2.7 |
Het Comité roept de lidstaten op te investeren in jongeren met een handicap en hen te ondersteunen bij het omgaan met de gevolgen van de economische crisis; het is voor hen immers moeilijker werk te vinden en te behouden. |
4. Participatie en integratie
4.1 Het EESC:
4.1.1 |
herhaalt dat jongeren met een handicap, m.n. een verstandelijke handicap, het recht hebben overal voor de wet als personen te worden erkend. |
4.1.2 |
Er moeten consistente gegevens worden verzameld, zodat er meer aandacht komt voor de situatie van gehandicapten, conform art. 31 van het UNCRPD. Het is de plicht van de media stereotiepe beeldvorming tegen te gaan. |
4.1.3 |
Het Comité zou graag zien dat de lidstaten de handelingsbekwaamheid van jonge mannen en vrouwen met een handicap op voet van gelijkheid met anderen erkennen, in alle aspecten van het leven. |
4.1.4 |
Jongeren met een handicap moeten ten volle gebruik kunnen maken van hun recht op vrijheid van beweging. Het Comité hoopt dan ook op concrete voorstellen om de belemmeringen voor de overdraagbaarheid van uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid weg te nemen. |
4.1.5 |
De lidstaten moeten gehandicapten ertoe aanzetten voor de volle 100 % deel te nemen aan de samenleving en de economie, dit als onderdeel van de nationale hervormingsplannen (NHP's) in het kader van de Europa 20202-strategie. Een en ander impliceert dat doeltreffende anti-discriminatiemaatregelen worden genomen. |
4.1.6 |
Een Europees Comité voor gehandicapten (10) zou een bijdrage kunnen leveren aan EU-beleid en -wetgeving door integratie en toegankelijkheid voor personen met een handicap op de agenda te zetten. |
4.1.7 |
Sport vervult een cruciale rol in de bevordering van de participatie van jongeren met een handicap; positieve initiatieven zoals de Paralympische Spelen verdienen dan ook financiële en politieke steun. |
4.1.8 |
Het Comité is voorstander van peer reviews door het Comité voor sociale bescherming, het Comité voor de werkgelegenheid en het Comité voor economische politiek, zodat het gemakkelijker wordt goede praktijken uit te wisselen op het vlak van gelijke kansen voor jongeren met een handicap in het kader van de open coördinatiemethode, de werkgelegenheidsstrategie en het economisch beleid waarop de NHP's van de lidstaten zijn gebaseerd. |
4.1.9 |
Organisaties van jongeren met een handicap moeten financiële en politieke steun krijgen om participatie te bevorderen en via bewustmakingscampagnes vooroordelen uit de wereld te helpen. |
4.1.10 |
Ambtenaren, leraren, werkgevers en dienstverleners moeten een specifieke opleiding krijgen, zodat wordt voldaan aan de wetgeving inzake toegankelijkheid en gelijkheid op EU- en nationaal niveau. |
4.1.11 |
Het recht van jongeren met een handicap om zelfstandig te leven moet worden gepromoot. De structuurfondsen moeten worden aangewend om de overgang van institutionele naar gemeenschapsgerichte zorg vlotter doen verlopen. |
5. Toegankelijkheid
5.1 Het EESC:
5.1.1 |
verzoekt het EP en de Raad toegankelijkheid als horizontaal beginsel op te nemen in artikel 7 van het ontwerp voor de algemene verordening betreffende de structuurfondsen 2014-2020. |
5.1.2 |
Positief is de inzet van de Europese Commissie voor de ontwikkeling van Europese wetgeving inzake toegankelijkheid. Wel herhaalt het Comité dat er dringend behoefte is aan bindende wetgeving die de toegankelijkheid van goederen, diensten en de gebouwde omgeving voor gehandicapten verzekert. Strikte handhaving en controlemechanismen op Europees en nationaal niveau zijn noodzakelijk. |
5.1.3 |
Het Comité dringt aan op effectieve toepassing van de verordening betreffende de rechten van autobus- en touringcarpassagiers in de Europese Unie (11) en roept de lidstaten niet alleen op toe te zien op de uitvoering van deze bepalingen, maar ook krachtdadig op te treden om de bewegingsvrijheid van jongeren met een handicap te verzekeren. |
5.1.4 |
Er is een concreet plan nodig om alle EU-instellingen toegankelijk te maken op het vlak van infrastructuur, aanwervingsprocedures, vergaderingen, websites en informatie. |
5.1.5 |
Het is een goede zaak dat de Commissie heeft toegezegd er via de Digitale agenda voor te zorgen dat websites van de overheid en websites met basisdiensten voor burgers tegen 2015 volledig toegankelijk zullen zijn. |
5.1.6 |
Het Comité is ingenomen met het EU-regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en –diensten en is van mening dat elektronische communicatieproducten en -diensten voor de nieuwe mobiele generaties cruciaal zijn om op de hoogte te blijven en te communiceren. |
5.1.7 |
Toegang tot de informatiemaatschappij en informatie- en communicatietechnologie (ICT), met inbegrip van toegang tot inhoud, is een grondrecht van personen met een handicap. |
5.1.8 |
Het Comité erkent de toegevoegde waarde van de richtlijn Audiovisuele mediadiensten (12) en dringt aan op handhaving en toepassing van deze richtlijn, en met name van de maatregelen voor personen met een handicap. |
5.1.9 |
Voorts staat het Comité achter het Commissievoorstel voor een verordening betreffende Europese normalisatie (13) en de mededeling over een strategische visie voor Europese normen (14). |
5.1.10 |
Ten slotte zou het Comité graag zien dat een inclusief Europees normalisatiestelsel wordt ingevoerd; ook de goedkeuring van mandaat 473, dat de toegankelijkheid ongetwijfeld ten goede zal komen, is een stap in de goede richting. |
Brussel, 28 maart 2012
De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité
Staffan NILSSON
(1) PB L 303 van 2.12.2000, blz. 16-22.
(2) PB L 95 van 15.4.2010, blz. 1-24; PB L 303 van 3.12.2000, blz. 16-22.
(3) In het licht van de richtlijn moet visuele online content toegankelijk worden gemaakt.
(4) PB L 55 van 28.2.2011, blz. 1-12
(5) Zo zouden bv. bussen in plattelandsgebieden verplicht toegankelijk moeten zijn voor gehandicapten.
(6) COM(2008) 426 final.
(7) 2010/2272(INI).
(8) Niet-formeel onderwijs vindt niet in een onderwijs- of opleidingsinstelling plaats en leidt normaliter niet tot een certificaat of diploma.
(9) PB C 376 van 22.12.2011, blz. 81-86.
(10) PB C 376 van 22.12.2011, blz. 81-86.
(11) PB L 55 van 28.2.2011, blz. 1-12.
(12) PB L 95 van 15.4.2010, blz. 1-24.
(13) COM(2011) 315 final.
(14) COM(2011) 311 final.