This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52011XC0205(05)
Publication of an application pursuant to Article 6(2) of Council Regulation (EC) No 510/2006 on the protection of geographical indications and designations of origin for agricultural products and foodstuffs
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
PB C 37 van 5.2.2011, p. 24–28
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
5.2.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 37/24 |
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
2011/C 37/12
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.
ENIG DOCUMENT
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
„COPPA DI PARMA”
EG-nummer: IT-PGI-0005-0602-04.05.2007
BGA ( X ) BOB ( )
1. Naam:
„Coppa di Parma”
2. Lidstaat of derde land:
Italië
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:
3.1. Productcategorie:
Categorie 1.2.: |
Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt, enz.) |
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is.:
De „Coppa di Parma” BGA wordt in de handel gebracht in de vorm van een niet-afgeplatte cilinder. De lengte van het product varieert van 25 cm tot 40 cm en het gewicht bedraagt minstens 1,3 kg. Afgesneden plakken mogen geen geelkleurige vette delen, of zachte delen — bewijzen dat de rijping niet goed is verlopen — bevatten en moeten schimmelvrij zijn. De „Coppa di Parma” BGA moet voor het overige de volgende kenmerken vertonen:
|
Organoleptische kenmerken: de typische smaak van een vleesproduct, met een toereikende proteolytische afbraak in het magere gedeelte en lipolytische afbraak in het vette gedeelte als gevolg van een goede rijping, zonder een abnormale fenol-, vismeel- of andere smaak, en voor het overige voldoende doorsmakend. Een aangename geur en een aangenaam aroma die voor het product kenmerkend zijn en die het dankt aan het in het vette gedeelte — niet in het magere — naast de hoofdader, ingebracht paardenbot dat als spalk fungeert. Bij het aanraken en het snijden matig vaste consistentie; gemakkelijk loslatende darm; geen kunstmatige vet- of oxidatielaag, goede samenhang van binnenste en buitenste delen hetgeen erop wijst dat het droog- en rijpingsproces geleidelijk is verlopen; plakken die uniform van kleur en zonder vlekken zijn; mager gedeelte rood, en vet gedeelte rozig van kleur. De „Coppa di Parma” is een product dat minimaal 60 dagen moet rijpen. |
|
Chemische en fysisch-chemische kenmerken:
|
|
Microbiologische parameters:
|
Voor de bereiding van de „Coppa di Parma” wordt van de volgende ingrediënten gebruik gemaakt: zout (2,6 à 3,5 %), natuurlijk aroma en/of peper en/of eventueel andere kruiden. Eveneens toegestane ingrediënten zijn: wijn, dextrose en/of fructose en/of sucrose, in overeenstemming met de wettelijke bepalingen, melkzuurbacteriën in overeenstemming met de goede praktijken, natriumnitriet/kaliumnitriet, natriumnitraat/kaliumnitraat, ascorbinezuur en zijn zout, in overeenstemming met de wettelijke bepalingen.
3.3. Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):
Voor de bereiding van de „Coppa di Parma” moet — zo wil het de traditie — gebruik worden gemaakt van vlees van zware Italiaanse varkens. Deze voor het centrum en het noorden van Italië typische varkens vertonen immers specifieke genetische kenmerken en worden gedurende negen maanden in bijzondere omstandigheden gehouden waardoor ze een hoog gewicht bereiken en hun vlees een hoog gehalte aan intramusculair vet en een hoog gehalte aan enzymen, met name cathepsine, verwerft die voor de rijping van de „Coppa di Parma” fundamenteel blijken te zijn.
De „Coppa di Parma” BGA wordt bereid van het hierboven beschreven varkensvlees:
— |
Toegestaan zijn: raszuivere dieren of daarvan afgeleide dieren van de traditionele basisrassen Large White en Landrace (het veredelde ras zoals opgenomen in het Italiaanse stamboek); |
— |
Zijn eveneens toegestaan: dieren van het ras Duroc (het veredelde ras zoals opgenomen in het Italiaanse stamboek); |
— |
Zijn bovendien toegestaan: dieren van andere rassen — bastaarden en kruisingen — op voorwaarde dat ze voortkomen uit selectie- of kruisingssystemen waarvan de doelstellingen niet onverenigbaar zijn met die van het Italiaanse stamboek voor de productie van zware varkens; |
— |
De traditie indachtig zijn hoe dan ook uitgesloten: varkens met ongewenste eigenschappen — met name varkens die bijzonder stressgevoelig zijn — die voortaan ook op objectieve wijze „post mortem” en op de gedroogde producten kunnen worden gemeten; |
— |
Zijn in ieder geval uitgesloten: raszuivere dieren van de rassen Belgische Landrace, Hampshire, Piétrain, Duroc en Spotted Poland; |
— |
De gebruikte genetische typen moeten ervoor zorgen dat een hoog gewicht en een goed rendement, en hoe dan ook een gemiddeld gewicht per partij (levend gewicht) van 160 kg, plus of min 10 %, worden bereikt; |
— |
De minimale slachtleeftijd bedraagt negen maanden; |
— |
Er mag geen vlees worden gebruikt dat afkomstig is van beren of van zeugen; |
— |
De varkens moeten perfect gezond zijn wanneer ze worden geslacht en moeten perfect leegbloeden. |
De delen van het varken die voor de bereiding van de „Coppa di Parma” BGA worden gebruikt, zijn het spierweefsel van de nek dat aan de nekwervels vastzit en een gedeelte van het borstweefsel (de spiermassa die vastzit aan de spalk die wordt gevormd door de doornuitsteeksels, de wervellichamen en de dwarsuitsteeksels van de borstwervels).
Het gebruikte vlees mag op generlei wijze ingevroren zijn geweest.
3.4. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):
Er moeten nauwkeurige regels worden nageleefd op het vlak van het gebruik en de samenstelling van het voeder. Het voederen van de varkens verloopt in twee fasen en de basis van het voeder wordt hoofdzakelijk gevormd door granen en door bijproducten van de kaasmakerij. Het granenvoer wordt bij voorkeur verstrekt in vloeibare vorm (als brij of als mestvoer) waaraan traditioneel wei wordt toegevoegd. In dit geval is het voeder als volgt samengesteld:
— |
Tot het varken een levend gewicht van 80 kg heeft bereikt: kan gebruik worden gemaakt van het voeder dat is voorzien voor de afmestfase alsook van het hierna vermelde voeder in afnemende volgorde van gebruik. sojaschroot; kuilmaïs; gries van maïsgluten en/of maïsglutenvoer; ontpit Johannesbrood, distilleerafval; lipiden met een smeltpunt dat boven 36 °C ligt; vismeel, eiwithoudende lysaten; karnemelk. Het drogestofaandeel van de granen mag niet minder bedragen dan 45 % van het totale voeder; |
— |
Afmestfase: het toegestane voeder is in afnemende volgorde van gebruik: maïs, mestvoer van granen en/of van maïskolven; sorgho, gerst; tarwe, triticale, haver, minder belangrijke graansoorten; zemelen en andere bijproducten van de tarweverwerking; gedroogde aardappelen, geperste en ingekuilde bietenpulp, sojaschroot; sojameel; maniok, melasse, kokosschroot, maïskiemschroot, erwtjes en/of andere zaden van leguminosen; droge bietenpulp; sojameel; lijnzaadkoeken, appel- en perendraf, druivenpellen en tomatenvellen voor de darmtransit, meel van gedroogde luzerne, biergist en/of torulagist, lipiden met een smeltpunt dat hoger ligt dan 40 °C; wei; karnemelk. Het drogestofaandeel van de granen mag niet minder bedragen dan 55 % van het totale voeder. |
3.5. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:
De hierna vermelde productiefasen van de „Coppa di Parma” moeten in het afgebakende geografische gebied plaatsvinden:
— |
Het uitsnijden van de vleesdelen die voor de bereiding van het product worden gebruikt; |
— |
Het — mechanisch of manueel — pekelen, dat 6 tot 14 dagen in beslag kan nemen; |
— |
Het in de darm stoppen van het product, hetzij in één enkele natuurdarm wanneer het product bestemd is om in zijn geheel of in plakken te worden verkocht, hetzij in een samengestelde natuurdarm, waarbij meerdere anatomische delen achter elkaar worden gevoegd, wanneer het product bestemd is om in plakken te worden verkocht; |
— |
Het samenbinden van het product, hetzij met een touwtje wanneer het product bestemd is om in zijn geheel of in plakken te worden verkocht, hetzij met een plastic net wanneer het product bestemd is om in plakken te worden verkocht; |
— |
Het droogstoken gedurende 8 à 10 uur; |
— |
Het drogen gedurende minstens 15 dagen; |
— |
Het rijpen gedurende minstens 60 tot 90 dagen, afhankelijk van het gewicht van de coppa. |
3.6. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.:
Het in plakken snijden en verpakken van de „Coppa di Parma” BGA mag uitsluitend plaatsvinden in in het productiegebied gevestigde installaties, onder toezicht van de erkende controle-instantie en op de wijze die in het controleprogramma is vastgesteld.
De „Coppa di Parma” die in zijn geheel wordt verkocht, mag alleen op het werkblad van de detailhandelaar en in aanwezigheid van de klant in plakken worden gesneden.
Immers, omdat het een dermate verfijnd product is — rijk aan onverzadigde vetzuren en arm aan bewaarmiddelen — en omdat het product tijdens het snijden en verpakken vrij agressieve invloeden kan ondergaan, is het noodzakelijk dat vaklui die over een specifieke kennis van het product beschikken, deze handelingen voor hun rekening nemen. Het is met name absoluut noodzakelijk dat de tijdspanne waarin de plakken coppa met de lucht in aanraking komen, zo kort mogelijk wordt gehouden teneinde te voorkomen dat het product bruin zou kleuren.
3.7. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:
De „Coppa di Parma” mag in de handel worden gebracht: in zijn geheel, uitsluitend voorzien van een etiket; in deelstukken, vacuümverpakt of verpakt onder beschermende atmosfeer; in plakken, vacuümverpakt of verpakt onder beschermende atmosfeer.
De benaming „Coppa di Parma”, gevolgd door de vermelding „Indicazione Geografica Protetta” of door het acroniem „IGP” (vertaald in de taal van het land waar het product in de handel wordt gebracht), moeten in onuitwisbare letters, klaar en duidelijk, goed te onderscheiden van andere eventuele vermeldingen en gevolgd door het grafische symbool van de EU en door het merkteken van de onderneming, op het etiket worden aangebracht.
4. Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied:
Het productiegebied van de „Coppa di Parma” BGA beslaat het gehele administratieve grondgebied van de provincies Parma, Modena, Reggio Emilia, Mantova, Pavia alsook gemeenten langsheen de Po die deel uitmaken van het administratieve grondgebied van de volgende provincies:
— |
Lodi, Senna Lodigiano, Ospedaletto Lodigiano, Orio Litta, Livraga, Borghetto Lodigiano, Brembio, Segugnago, Somaglia, Casalpusterlengo, Cotogno, Gardamiglio, San Rocco al Porto, San Fiorano, S. Stefano Lodigiano, Cavacurta, Maleo, Corno Giovine, Corno Vecchio, Maccastorna, Meleti, Castelnuovo B. D’Adda, Caselle Landi; |
— |
Milano: San Colombano al Lambro; |
— |
Cremona: Pizzighettone, Crotta d’Adda, Spinadesco, Acquanegra Cremonese, Sesto ed Uniti, Cremona, Gerre de Caprioli, Stagno Lombardo, Pieve d’Olmi, San Daniele Po, Motta Baluffi, Torricella del Pizzo, Gussola, Casalmaggiore, Martignana Po, Rivarolo del Re, Scandolara Bovara, Casteldidone, Solarolo Rainerio, S. Giovanni in Croce, San Martino del Lago, Cingia de’ Botti, Cella Dati, Tornata, Calvatone, Piadina, Voltino, Derovere, Ca’ d’Andrea, Sospiro, Bonemerse, Malagnino, Pieve S. Giacomo, Torre de’ Picenardi, Drizzona, Isola Dovarese. |
Vanuit geografisch oogpunt wordt het productiegebied gekenmerkt door heuvelachtige zones — die in dalen overgaan — en die zich uitstrekken tot aan de noordelijke oevers van de Po.
5. Verband met het geografische gebied:
5.1. Specificiteit van het geografische gebied:
Het productiegebied van de „Coppa di Parma” BGA wordt gekenmerkt door zowel heuvels als vlakten en door meren en zoutmijnen. In de Parmezaanse heuvels gingen de in de vlakten toegepaste technieken en het gebruik van het zout van Salsomaggiore steeds hand in hand. Het is aan de aanwezigheid van deze zoutmijnen te danken dat de praktijken van het inzouten en van de verwerking van het varkensvlees vanaf de XIVde eeuw hebben geleid tot de vervaardiging van producten die zowel op nationaal als op internationaal vlak op erkenning kunnen bogen. Ook de „Coppa di Parma” heeft in dat verband zijn plaats veroverd. Dat is te danken aan de vaklui in de regio die dankzij opleiding onderlegd zijn in de productie van de coppa en in de loop der eeuwen hebben bijgedragen aan de verspreiding van het recept buiten de grenzen van de provincie Parma door het in de andere, in punt 4 genoemde provincies, in omloop te brengen.
5.2. Specificiteit van het product:
De „Coppa di Parma” BGA onderscheidt zich van andere producten van dezelfde handelscategorie door zijn typische en stevige smaak, door zijn matig vaste consistentie, zijn homogeniteit, het feit dat het product vetarm is en de uniformiteit van zijn kleur — een roodkleurig mager, en een rooskleurig vet gedeelte.
De andere specifieke kenmerken van de „Coppa di Parma”, die het van soortgelijke producten van oorsprong uit de aangrenzende gebieden onderscheiden, zijn de zachtheid van de plakken en de geringe hoeveelheid kruiden die bij het pekelen wordt gebruikt. De verklaring voor deze kenmerken moet worden gezocht in de korte rijpingstijd en in het feit dat niet is voorzien in gedetailleerde voorschriften met betrekking tot het gebruik van kruiden; een en ander leidt ertoe dat de „Coppa di Parma” kan bogen op een smaak en een aroma die voor varkensvlees zeer typisch zijn en tevens op plakken die bijzonder zacht zijn.
5.3. Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel van een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):
De faam van de „Coppa di Parma” BGA wordt geïllustreerd door de overvloedige bibliografie die verwijzingen naar het product bevat of waarin citaten met betrekking tot het product zijn opgenomen.
Reeds aan het einde van de XVIIde eeuw verwijzen bewoordingen zoals „bondiola” of „salame investito”, m.a.w. „in een darm gestopt”, naar de „Coppa di Parma”. Aan het begin van de XVIIIde eeuw wordt de „Coppa di Parma” in de memoires van een reiziger een typisch streekproduct genoemd. In een in 1723 opgestelde lijst wordt gesteld dat, wie deel wil uitmaken van de coöperatie van de „lardaroli”, een bepaald aantal „salami” en „bondiole” moet bezitten. In een document waarin de vertegenwoordigers van de coöperatie van de „lardaroli” worden beoordeeld (1750) en in een schorsingsdocument van 21 april 1764 wordt eveneens naar de „Coppa di Parma” verwezen. Uit dezelfde periode dateren de contracten die door de administratoren van het Hof voor de voedselleveringen aan de hofkeuken werden gesloten. Er zijn betrouwbare rekeningen bewaard gebleven die het verbruik van „coppa” aan het hof van hertog Don Ferdinando Borbone laten zien. Documenten van de XIXde eeuw vertellen ons hoeveel „coppa” op de markten in de regio werd verkocht. Volgens de berekeningen werden in 1940 ongeveer 200 stuks „coppa” uit de provincie Parma uitgevoerd.
De „Coppa di Parma” dankt zijn bijzondere kenmerken aan een reeks concrete factoren die voor een band met de regio zorgen; het betreft factoren in de ruime zin die dus ook verwijzen naar natuurelementen en menselijke inbreng en allemaal verband houden met de varkenshouderij, met bereidingstechnieken, met het milieu waarin de rijping plaatsvindt en vooral met de interactie tussen al die factoren. De productie van de „Coppa di Parma” BGA is van bij het begin van de productie tot de dag van vandaag ononderbroken voortgezet. De industriële bereiding van de „Coppa di Parma” BGA werd voorafgegaan door een fase van artisanale bereiding die ervoor heeft gezorgd dat de karakteristieke kenmerken van het product gehandhaafd bleven. Het klimaat en het milieu (temperatuur en vochtgehaltė) zijn typisch voor de Po-regio, waar de „Coppa di Parma” het licht zag. Het gebied waar grondstoffen en fabricage hun oorsprong vonden, is hetzelfde gebied dat als productiegebied werd afgebakend, dat de gehele tijd onaangetast is blijven voortbestaan en waar de tradities in ere worden gehouden die voor de faam van de coppa hebben gezorgd.
De „Coppa di Parma” is een van de meest courante fijne vleeswaren in het geografische gebied en maakt altijd deel uit van de producten die in de belangrijkste slagerijen in het geografische gebied aan de klant worden aangeboden. Wanneer voor het product reclame wordt gemaakt, wordt door de producenten vooral de nadruk gelegd op de smeuïgheid van de plakken coppa; deze moeten zacht en mogen nooit droog zijn. Zo is het bewijs geleverd dat de rijping van korte duur was en is tevens het typische aroma van het product gewaarborgd. De smeuïgheid van de „Coppa di Parma” leidt ertoe dat het product gebruikt kan worden in hartige taarten en als pizzabeleg zoals blijkt uit bepaalde recepten waarin uitdrukkelijk en onomwonden naar het product met deze BGA wordt verwezen. Voor het overige moet ook benadrukt worden dat de „Coppa di Parma” nooit weg te denken valt op de stands van producenten die deelnemen aan de belangrijkste lokale beurzen voor agrovoeding.
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:
(artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006)
De bevoegde instantie heeft de nationale procedure voor de indiening van bezwaarschriften ingeleid met de bekendmaking van het voorstel tot erkenning van de beschermde geografische aanduiding „Coppa di Parma” in de Gazette Ufficiale van Italië.
De geconsolideerde tekst van het productdossier kan worden geraadpleegd:
— |
via de volgende link: http://www.politicheagricole.it/DocumentiPubblicazioni/Search_Documenti_Elenco.htm?txtTipoDocumento=Disciplinare%20in%20esame%20UE&txtDocArgomento=Prodotti%20di%20Qualit%E0>Prodotti%20Dop,%20Igp%20e%20Stg of: |
— |
rechtstreeks via de homepage van het ministerie van Landbouw-, Voeding- en Bosbeleid (http://www.politicheagricole.it): klikken op „Prodotti di Qualità” (links op het scherm) en vervolgens op „Disciplinari di Produzione all'esame dell'UE [regolamento (CE) n. 510/2006].” |
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.