This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62010CN0184
Case C-184/10: Reference for a preliminary ruling from the Bayerischer Verwaltungsgerichtshof (Germany) lodged on 14 April 2010 — Mathilde Grasser v Freistaat Bayern
Zaak C-184/10: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgerichthof (Duitsland) op 14 april 2010 — Mathilde Grasser/Freistaat Bayern
Zaak C-184/10: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgerichthof (Duitsland) op 14 april 2010 — Mathilde Grasser/Freistaat Bayern
PB C 179 van 3.7.2010, p. 19–20
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
3.7.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 179/19 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgerichthof (Duitsland) op 14 april 2010 — Mathilde Grasser/Freistaat Bayern
(Zaak C-184/10)
(2010/C 179/31)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bayerischer Verwaltungsgerichtshof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Mathilde Grasser
Verwerende partij: Freistaat Bayern
Prejudiciële vraag
Moeten de artikelen 1, lid 2, en 8, leden 2 en 4, van richtlijn 91/439/EEG (1) aldus worden uitgelegd, dat een gastland gerechtigd is om een door een andere lidstaat afgegeven rijbewijs niet te erkennen, wanneer op grond van vermeldingen in dit rijbewijs vaststaat dat artikel 7, lid 1, sub b, van deze richtlijn is geschonden, maar het gastland op de houder van het rijbewijs vooraf geen maatregel in de zin van artikel 8, lid 2, van richtlijn 91/439/EEG heeft toegepast?
(1) Richtlijn 91/439/EEG van de Raad van 29 juli 1991 betreffende het rijbewijs (PB L 237, blz. 1).