Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010CN0181

Zaak C-181/10: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (Polen) op 9 april 2010 — Emilian Kuć en Halina Jeziorska-Kuć/Dyrektor Izby Skarbowej w Warszawie

PB C 179 van 3.7.2010, p. 17–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

3.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 179/17


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (Polen) op 9 april 2010 — Emilian Kuć en Halina Jeziorska-Kuć/Dyrektor Izby Skarbowej w Warszawie

(Zaak C-181/10)

(2010/C 179/29)

Procestaal: Pools

Verwijzende rechter

Naczelny Sąd Administracyjny

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Emilian Kuć en Halina Jeziorska-Kuć

Verwerende partij: Dyrektor Izby Skarbowej w Warszawie

Prejudiciële vragen

1)

Is op een forfaitair belaste landbouwer in de zin van artikel 295, lid 1, punt 3, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1) [omissis], die voor zijn landbouwactiviteit gebruikte percelen verkoopt die volgens het bestemmingsplan van de gemeente zijn bestemd voor het bouwen van woon- en dienstfaciliteiten, maar als landbouwterreinen (zonder btw) zijn verworven, artikel 16 van deze richtlijn van toepassing, volgens hetwelk de bestemming van activa van een bedrijf voor privé-doeleinden van de belastingplichtige of voor andere dan bedrijfsdoeleinden enkel met een levering onder bezwarende titel wordt gelijkgesteld ingeval met betrekking tot deze activa recht op volledige of gedeeltelijke aftrek van de btw is ontstaan?

2)

Dient een forfaitair belaste landbouwer in de zin van artikel 295, lid 1, punt 3, van richtlijn 2006/112/EG, die eerder voor zijn landbouwactiviteit gebruikte percelen verkoopt die volgens het bestemmingsplan van de gemeente zijn bestemd voor het bouwen van woon- en dienstfaciliteiten, maar als landbouwterreinen (zonder btw) zijn verworven, te worden beschouwd als een belastingplichtige die tot afdracht van btw over deze verkopen overeenkomstig de normale regeling gehouden is?


(1)  PB L 347, blz. 1.


Top