EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009AE0866

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende intrekking van de Richtlijnen 71/317/EEG, 71/347/EEG, 71/349/EEG, 74/148/EEG, 75/33/EEG, 76/765/EEG, 76/766/EEG en 86/217/EEG van de Raad inzake metrologie (COM(2008) 801 definitief — 2008/0227 (COD))

PB C 277 van 17.11.2009, p. 49–50 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

17.11.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 277/49


453 E PLENAIRE ZITTING OP 13 EN 14 MEI 2009

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende intrekking van de Richtlijnen 71/317/EEG, 71/347/EEG, 71/349/EEG, 74/148/EEG, 75/33/EEG, 76/765/EEG, 76/766/EEG en 86/217/EEG van de Raad inzake metrologie

(COM(2008) 801 definitief — 2008/0227 (COD))

(2009/C 277/09)

Rapporteur: de heer SALVATORE

De Raad heeft op 19 december 2008 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 95 van het EG-Verdrag te raadplegen over het

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende intrekking van de Richtlijnen 71/317/EEG, 71/347/EEG, 71/349/EEG, 74/148/EEG, 75/33/EEG, 76/765/EEG, 76/766/EEG en 86/217/EEG van de Raad inzake metrologie

COM(2008) 801 final – 2008/0227 (COD).

De afdeling Interne markt, productie en consumptie, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 24 april 2009 goedgekeurd; rapporteur was de heer SALVATORE.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn op 13 en 14 mei 2009 gehouden 453e zitting (vergadering van 14 mei) onderstaand advies uitgebracht, dat met algemene stemmen werd goedgekeurd.

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1.   Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) kan zich vinden in het voorstel van de Commissie om de Richtlijnen 71/317/EEG, 71/347/EEG, 71/349/EEG, 74/148/EEG, 75/33/EEG, 76/765/EEG, 76/766/EEG en 86/217/EEG inzake metrologie in te trekken. Het onderschrijft de daartoe door de Commissie aangevoerde argumenten, nl. dat deze richtlijnen verouderd zijn en overbodig zijn geworden omdat het doel ervan, i.e. harmonisatie van de wetgevingen voor de verschillende soorten meetinstrumenten, inmiddels is gerealiseerd.

1.2.   Het EESC neemt kennis van de volgende uitkomsten van de openbare raadpleging en de externe studie van de Commissie:

a)

er bestaan geen handelsbelemmeringen in de sectoren die onder de acht richtlijnen vallen;

b)

deze richtlijnen worden steeds minder gebruikt omdat ze betrekking hebben op instrumenten die inmiddels verouderd zijn;

c)

de internationale en nationale normen zijn aangepast aan de technologische vooruitgang en bovendien geldt op dit gebied het beginsel van wederzijdse erkenning.

1.3.   Daar de nationale voorschriften op dit gebied het ontstaan van handelsbelemmeringen verhinderen, kunnen de hierboven genoemde richtlijnen worden ingetrokken. Het EESC hoopt evenwel dat de lidstaten hun regels nu niet gaan wijzigen.

2.   Inleiding

2.1.   Vereenvoudiging van de regelgeving is één van de prioriteiten van de EU. Dit principe is vastgelegd in het programma „Beter wetgeven”, dat is opgezet in het kader van de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid, en is erop gericht de Europese en nationale wetgeving minder ingewikkeld en gemakkelijker toepasbaar te maken om de doelstellingen ervan eenvoudiger te kunnen realiseren.

2.2.   Het uiteindelijke doel is te komen tot een Europees regelgevingskader dat aan de strengste legislatieve criteria voldoet en dat is gebaseerd op het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel.

2.3.   Dit betekent dat de wetgevende instellingen het acquis communautaire continu en stelselmatig moeten herzien, rekening houdende met de belangen van alle betrokkenen.

2.4.   Eén van de manieren om wetgeving te vereenvoudigen is het intrekken van voorschriften die verouderd zijn of irrelevant zijn geworden ten gevolge van de technische of technologische vooruitgang, de ontwikkeling van het Europees beleid op het desbetreffende beleidsterrein, veranderingen in de toepassing van de Verdragsbepalingen of de invoering van internationale normen.

3.   Context

3.1.   De Richtlijnen 71/317/EEG, 71/347/EEG, 71/349/EEG, 74/148/EEG, 75/33/EEG, 76/765/EEG, 76/766/EEG en 86/217/EEG werden in de jaren zeventig van de vorige eeuw vastgesteld om de obstakels voor het vrije verkeer van goederen ten gevolge van de uiteenlopende metrologieregelgeving van de lidstaten uit de weg te ruimen.

3.2.   De Commissie wijst erop dat het door de acht metrologierichtlijnen gecreëerde regelgevingskader de facto achterhaald is omdat de lidstaten hun wetgeving ter zake in de loop der jaren hebben moeten aanpassen aan de nieuwe technologische ontwikkelingen en aan de internationale normen (1). Clausules inzake wederzijdse erkenning hebben ervoor gezorgd dat meetinstrumenten die een vergelijkbaar prestatieniveau hebben maar zijn vervaardigd overeenkomstig de wetgeving van een ander land, ook worden geaccepteerd.

3.3.   Een openbare raadpleging en een externe studie hebben uitgewezen dat er in de sectoren die onder de genoemde richtlijnen vallen, momenteel geen handelsbelemmeringen bestaan. Bovendien blijken de richtlijnen betrekking te hebben op instrumenten die steeds minder worden gebruikt.

3.4.   Het voorstel tot intrekking van deze richtlijnen is erop gericht overbodige Europese wetgeving af te schaffen zonder afbreuk te doen aan de werking van de interne markt.

4.   Opmerkingen

4.1.   Onderhavig voorstel, dat tot doel heeft overbodige Europese wetgeving af te schaffen zonder afbreuk te doen aan de werking van de interne markt, kan alleen maar worden toegejuicht. De regelgeving van de lidstaten in de sector waarop de desbetreffende richtlijnen betrekking hebben, is gebaseerd op internationale normen en het beginsel van wederzijdse erkenning, en houdt gelijke tred met de technologische ontwikkelingen. Dat leidt tot hetzelfde resultaat als een regelgevingskader – in casu de desbetreffende acht richtlijnen – dat tot doel heeft nationale voorschriften te harmoniseren.

4.2.   De intrekking van de acht metrologierichtlijnen sluit aan bij de Europese doelstelling om het acquis communautaire te vereenvoudigen door wetgeving in te trekken die weinig of geen effect meer heeft en daarom irrelevant en dus verouderd is geworden.

4.3.   Het EESC vindt het wenselijk om na de afschaffing van de betreffende richtlijnen de nationale normen met betrekking tot oude én nieuwe technologieën regelmatig te controleren, teneinde te garanderen dat het systeem van vrijwillige standaardisering naar behoren functioneert.

4.4.   Het EESC spreekt zijn erkenning en waardering uit voor de moeite die de Commissie zich heeft getroost om alle belanghebbenden bij haar voorstel te betrekken. Het is zeer te spreken over de omvangrijke externe raadpleging die de Commissie tussen mei en juli 2008 heeft georganiseerd om de reacties van producenten, gebruikers, consumenten en overheden op haar voorstel te peilen.

Brussel, 14 mei 2009

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

M. SEPI


(1)  Met name de Internationale Organisatie voor wettelijke metrologie (OIML) stelt internationale normen en aanbevelingen op. Deze vormen een internationaal overeengekomen referentiekader op basis waarvan de lidstaten van deze organisatie eigen wetgeving uitwerken. De OIML werd in 1955 bij verdrag opgericht, met als taak de procedures inzake wettelijke metrologie wereldwijd te harmoniseren. Deze intergouvernementele organisatie verstrekt haar leden via een mondiaal vertakt technisch netwerk richtsnoeren voor het formuleren van regionale en nationale regels ten aanzien van de productie en toepassing van meetinstrumenten voor wettelijke metrologie.


Top