Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62007CA0324

Zaak C-324/07: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 13 november 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Raad van State — België) — Coditel Brabant NV/Gemeente Ukkel, Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Overheidsopdrachten — Procedures voor plaatsing — Openbaredienstenconcessies — Concessie voor exploitatie van gemeentelijk kabeltelevisienet — Toewijzing door gemeente aan intercommunale coöperatieve vennootschap — Transparantieverplichting — Voorwaarden — Toezicht van concessieverlenende instantie op concessiehouder zoals op haar eigen diensten)

PB C 6 van 10.1.2009, p. 6–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

10.1.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 6/6


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 13 november 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Raad van State — België) — Coditel Brabant NV/Gemeente Ukkel, Brussels Hoofdstedelijk Gewest

(Zaak C-324/07) (1)

(Overheidsopdrachten - Procedures voor plaatsing - Openbaredienstenconcessies - Concessie voor exploitatie van gemeentelijk kabeltelevisienet - Toewijzing door gemeente aan intercommunale coöperatieve vennootschap - Transparantieverplichting - Voorwaarden - Toezicht van concessieverlenende instantie op concessiehouder zoals op haar eigen diensten)

(2009/C 6/10)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Raad van State

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Coditel Brabant NV

Verwerende partijen: Gemeente Ukkel, Brussels Hoofdstedelijk Gewest

In tegenwoordigheid van: Intercommunale maatschappij voor teledistributie Brutélé

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Raad van State — Uitlegging van de fundamentele beginselen van het primaire gemeenschapsrecht (Beginselen van non-discriminatie en van transparantie) en van de uitzonderingen op die beginselen op het gebied van concessies voor openbare diensten — Concessie betreffende de exploitatie van een gemeentelijk kabeltelevisienet — Noodzaak een aanbesteding uit te schrijven behoudens in de gevallen waarin de concessieverlenende instantie op de concessiehouder toezicht uitoefent zoals op haar eigen diensten en de concessiehouder het merendeel van zijn werkzaamheden verricht ten behoeve van de instantie die hem beheerst

Dictum

1)

De artikelen 43 EG en 49 EG, het gelijkheidsbeginsel en het verbod van discriminatie op grond van nationaliteit alsmede de transparantieverplichting die deze inhouden, verzetten zich er niet tegen dat een overheidsinstantie, zonder een aanbesteding uit te schrijven, een concessie voor openbare diensten toewijst aan een intercommunale coöperatieve vennootschap waarvan alle vennoten overheidsinstanties zijn, wanneer deze overheidsinstanties op die vennootschap toezicht uitoefenen zoals op hun eigen diensten en die vennootschap het merendeel van haar werkzaamheden verricht ten behoeve van deze overheidsinstanties.

2)

Onder voorbehoud van verificatie door de verwijzende rechter van de feiten met betrekking tot de mate van zelfstandigheid waarover de aan de orde zijnde vennootschap beschikt, kan in omstandigheden zoals die van het hoofdgeding, waarin de beslissingen over de werkzaamheden van een intercommunale coöperatieve vennootschap die uitsluitend in handen is van overheidsinstanties, worden genomen door statutaire organen van die vennootschap die bestaan uit vertegenwoordigers van de aangesloten overheidsinstanties, het toezicht dat deze overheidsinstanties op die beslissingen uitoefenen worden geacht deze instanties in staat te stellen op die vennootschap toezicht uit te oefenen zoals op hun eigen diensten.

3)

Wanneer een overheidsinstantie toetreedt tot een intercommunale coöperatieve vennootschap waarvan alle vennoten overheidsinstanties zijn, teneinde aan die vennootschap het beheer van een openbare dienst over te dragen, kan het toezicht van de bij die vennootschap aangesloten instanties op die vennootschap, om als toezicht zoals op hun eigen diensten te worden aangemerkt, door deze instanties gezamenlijk worden uitgeoefend, in voorkomend geval bij meerderheidsbeslissing.


(1)  PB C 211 van 8.9.2007.


Top