This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52008AE0992
Opinion of the European Economic and Social Committee on the Proposal for a Council Directive simplifying procedures of listing and publishing information in the veterinary and zootechnical fields and amending Directives 64/432/EEC, 77/504/EEC, 88/407/EEC, 88/661/EEC, 89/361/EEC, 89/556/EEC, 90/427/EEC, 90/428/EEC, 90/429/EEC, 90/539/EEC, 91/68/EEC, 92/35/EEC, 92/65/EEC, 92/66/EEC, 92/119/EEC, 94/28/EC, 2000/75/EC, Decision 2000/258/EC and Directives 2001/89/EC, 2002/60/EC, and 2005/94/EC COM(2008) 120 final — 2008/0046 (CNS)
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vereenvoudiging van de procedures voor het opstellen en publiceren van lijsten met informatie op veterinair en zoötechnisch gebied en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG, 77/504/EEG, 88/407/EEG, 88/661/EEG, 89/361/EEG, 89/556/EEG, 90/427/EEG, 90/428/EEG, 90/429/EEG, 90/539/EEG, 91/68/EEG, 92/35/EEG, 92/65/EEG, 92/66/EEG, 92/119/EEG, 94/28/EG en 2000/75/EG, Beschikking 2000/258/EG en de Richtlijnen 2001/89/EG, 2002/60/EG en 2005/94/EG COM(2008) 120 final — 2008/0046 (CNS)
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vereenvoudiging van de procedures voor het opstellen en publiceren van lijsten met informatie op veterinair en zoötechnisch gebied en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG, 77/504/EEG, 88/407/EEG, 88/661/EEG, 89/361/EEG, 89/556/EEG, 90/427/EEG, 90/428/EEG, 90/429/EEG, 90/539/EEG, 91/68/EEG, 92/35/EEG, 92/65/EEG, 92/66/EEG, 92/119/EEG, 94/28/EG en 2000/75/EG, Beschikking 2000/258/EG en de Richtlijnen 2001/89/EG, 2002/60/EG en 2005/94/EG COM(2008) 120 final — 2008/0046 (CNS)
PB C 224 van 30.8.2008, p. 84–86
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
30.8.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 224/84 |
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vereenvoudiging van de procedures voor het opstellen en publiceren van lijsten met informatie op veterinair en zoötechnisch gebied en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG, 77/504/EEG, 88/407/EEG, 88/661/EEG, 89/361/EEG, 89/556/EEG, 90/427/EEG, 90/428/EEG, 90/429/EEG, 90/539/EEG, 91/68/EEG, 92/35/EEG, 92/65/EEG, 92/66/EEG, 92/119/EEG, 94/28/EG en 2000/75/EG, Beschikking 2000/258/EG en de Richtlijnen 2001/89/EG, 2002/60/EG en 2005/94/EG
COM(2008) 120 final — 2008/0046 (CNS)
(2008/C 224/19)
De Raad heeft op 11 april 2008 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel van het EG-Verdrag te raadplegen over het
Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vereenvoudiging van de procedures voor het opstellen en publiceren van lijsten met informatie op veterinair en zoötechnisch gebied en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG, 77/504/EEG, 88/407/EEG, 88/661/EEG, 89/361/EEG, 89/556/EEG, 90/427/EEG, 90/428/EEG, 90/429/EEG, 90/539/EEG, 91/68/EEG, 92/35/EEG, 92/65/EEG, 92/66/EEG, 92/119/EEG, 94/28/EG en 2000/75/EG, Beschikking 2000/258/EG en de Richtlijnen 2001/89/EG, 2002/60/EG en 2005/94/EG
Op 21 april 2008 heeft het Europees Economisch en Sociaal Comité besloten de gespecialiseerde afdeling Landbouw, plattelandsontwikkeling, milieu met de voorbereiding van de desbetreffende werkzaamheden te belasten.
Gezien de urgentie van de werkzaamheden heeft het Europees Economisch en Sociaal Comité tijdens zijn op 28 en 29 mei 2008 gehouden 445e zitting (vergadering van 29 mei) de heer Leif E. Nielsen als rapporteur aangewezen en het volgende advies met algemene stemmen goedgekeurd.
1. Conclusie
1.1 |
Het EESC is het volledig met de Commissie eens dat het noodzakelijk is de procedures voor het opstellen van lijsten en het publiceren van gegevens op veterinair en zoötechnisch gebied te harmoniseren en te vereenvoudigen. De regels voor het opstellen, actualiseren, verzenden en publiceren van de gegevens dienen dan ook zo snel mogelijk gewijzigd te worden. |
1.2 |
De lidstaten moeten verantwoordelijk blijven voor het bijhouden van de gegevens en het beschikbaar stellen van de gegevens aan andere lidstaten en het publiek. Harmonisatie en vereenvoudiging dienen tot stand te worden gebracht door middel van de regelgevingsprocedure; ter wille van de duidelijkheid en samenhang dient deze nieuwe procedure ook gevolgd te worden op zoötechnisch gebied. |
1.3 |
Het Commissievoorstel is echter onnodig omslachtig en bureaucratisch. Het moet mogelijk zijn de beoogde vereenvoudiging en harmonisatie sneller en eenvoudiger tot stand te brengen door de Commissie rechtstreeks de gewenste rechtsgrondslag te geven met het mandaat om de vereenvoudiging en harmonisatie in samenwerking met de lidstaten volgens de regelgevingsprocedure door te voeren. Op deze manier kan het doel van het voorstel ook sneller en zonder omwegen worden bereikt, zodat de procedures voor het opstellen, actualiseren, verzenden en publiceren van de gegevens zo snel mogelijk in gang gezet kunnen worden. Daarnaast moeten de gegevens op de websites van de lidstaten toegankelijker en begrijpelijker worden gemaakt. |
1.4 |
Dit is des te relevanter omdat algemeen wordt aangedrongen op een eenvoudigere en overzichtelijkere wetgeving en zeker ook omdat de Commissie voornemens is een gemeenschappelijk wetgevingskader op veterinair gebied in te voeren in samenhang met de nieuwe diergezondheidsstrategie, waarbij de EU-voorschriften op veterinair en zoötechnisch gebied samengevoegd worden. Als het voorstel in zijn huidige vorm wordt geïmplementeerd zou het hele probleem zich over een paar jaar, wanneer dat gemeenschappelijke kader wordt ingevoerd, weer voordoen en zouden er weer tijdrovende wijzigingen van de wetgeving en bestuurlijke praktijken van de lidstaten nodig zijn. |
1.5 |
In dit verband is het tevens noodzakelijk dat de procedures voor de erkenning van verzamelcentra en de actualisering van de gegevens over erkende verzamelcentra gepreciseerd worden en dat zo snel mogelijk wordt aangegeven aan welke eisen de nationale referentielaboratoria moeten voldoen. |
2. Achtergrond
2.1 |
De handel in levende dieren en fokmateriaal in de EU vereist erkenning van en toezicht op de betrokken instellingen, ondernemingen, installaties en verenigingen (hieronder „relevante inrichtingen” genoemd) (1). Het is van het grootste belang de veiligheid te waarborgen en te voorkomen dat besmettelijke dierziekten zich kunnen verspreiden. Daarom moeten de relevante inrichtingen aan een aantal voorwaarden voldoen en door de lidstaten worden erkend voor het intracommunautaire handelsverkeer van levende dieren en fokmateriaal, waaronder zeker ook genetisch materiaal van dieren in de vorm van sperma en embryo's. |
2.2 |
De veterinaire wetgeving van de EU is in de loop der tijd komen te bestaan uit een enorm aantal besluiten. Daardoor zijn er verschillende procedures voor de registratie in de lidstaten van de relevante inrichtingen en het opstellen, actualiseren, verzenden en publiceren van gegevens. Dit maakt het voor de nationale autoriteiten, de betrokken organisaties en ondernemers moeilijk de informatie in de praktijk te gebruiken. In sommige gevallen bestaat er geen rechtsgrondslag voor de desbetreffende verslagen. |
2.3 |
De Commissie wil de regels nu via de regelgevingsprocedure (2) harmoniseren en vereenvoudigen; de administratieve lasten zullen worden teruggebracht door middel van meer systematische, coherente en uniforme voorschriften betreffende de registratie en het opstellen, actualiseren, verzenden en publiceren van de gegevens. Formeel betekent dit dat 20 richtlijnen en één beschikking gewijzigd moeten worden (3). Ter wille van de duidelijkheid en de samenhang moet deze nieuwe procedure volgens de Commissie ook worden gevolgd op zoötechnisch gebied en in het geval van fokkersverenigingen die erkend zijn voor het bijhouden of instellen van stamboeken in de lidstaten, en voor het handelsverkeer in voor wedstrijden bestemde paardachtigen en voor deelname aan deze wedstrijden. |
2.4 |
Ook inrichtingen in derde landen moeten voldoen aan een aantal voorwaarden als zij sperma en embryo's naar de EU willen exporteren. Hierop wordt toezicht uitgeoefend door de nationale autoriteiten in het desbetreffende derde land, zonodig na communautaire veterinaire inspecties. Indien er bezorgdheid bestaat over de door derde landen verstrekte informatie moeten overeenkomstig Richtlijn 97/78/EG vrijwaringsmaatregelen worden genomen. Ter wille van de duidelijkheid en de samenhang moet die procedure volgens de Commissie ook worden gevolgd in het geval van autoriteiten in derde landen die overeenkomstig de communautaire zoötechnische wetgeving erkend zijn voor het bijhouden van stamboeken. |
2.5 |
De Commissie vindt dat de verantwoordelijkheid voor het opstellen en bijwerken van gegevens over erkende nationale referentielaboratoria en andere erkende laboratoria bij de lidstaten moet komen te liggen. Zij zal dan zelf verantwoordelijk blijven voor het opstellen en publiceren van gegevens die betrekking hebben op erkende laboratoria in derde landen. Tot slot worden bepaalde overgangsmaatregelen voorgesteld om de continuïteit bij serologische tests om voor rabiësvaccins te waarborgen (4). |
3. Algemene opmerkingen
3.1 |
De EU-wetgeving op veterinair en zoötechnisch gebied is buitengewoon omvangrijk en complex, niet alleen doordat de ontwikkelingen steeds weer aanleiding hebben gegeven tot nieuwe voorschriften, maar ook omdat het om complexe ziekten gaat en voor een adequate preventie en toezicht gezorgd moet worden. De uitbraak en verspreiding van besmettelijke dierziekten kan verstrekkende economische en sociale gevolgen hebben en het is dan ook van doorslaggevend belang dat wetgeving en beheer optimaal fungeren. Daar komt nog bij dat dierziekten een steeds grotere bedreiging in de wereld vormen doordat de omvang van de wereldbevolking en de druk op de veeteelt blijven toenemen en de handel en andere internationale contacten intensiever zijn worden. Bovendien verloopt de geografische verspreiding van dierziekten anders door de klimaatverandering. |
3.2 |
Het is duidelijk dat de beoogde vereenvoudiging en harmonisatie van de regels voor het opstellen, actualiseren, verzenden en publiceren van gegevens zo snel mogelijk doorgevoerd moet worden. Dit doel kan echter sneller en veel eenvoudiger worden bereikt door de huidige bepalingen inzake het verstrekken en publiceren van gegevens uit de desbetreffende besluiten te schrappen en te vervangen door één wetgevingsinstrument dat de Commissie de rechtsgrondslag en het mandaat geeft om de vereenvoudiging en harmonisatie op basis van de regelgevingsprocedure zo snel mogelijk in gang te zetten. Dit levert hetzelfde resultaat op, terwijl de tijdrovende doorvoering in de wetgeving en de administratieve praktijken van de lidstaten achterwege kan blijven. |
3.3 |
Het huidige Commissievoorstel betekent namelijk dat in elk van de 21 besluiten nieuwe bepalingen worden ingevoerd met herhaaldelijke verwijzigingen naar nieuwe bepalingen, die op hun beurt weer verwijzen naar de toepassing van de regelgevingsprocedure. Het lijkt onnodig omslachtig dat voor procedurevoorschriften eerst verwijzingen in elk van de 21 besluiten worden opgenomen en vervolgens wordt gewacht totdat de 30 EER-landen uitvoeringsbepalingen voor hun wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften hebben goedgekeurd. Pas dan beschikt de Commissie over het vereiste mandaat en kan worden begonnen met het echte opstellen van de gemeenschappelijke regels volgens de regelgevingsprocedure. |
3.4 |
Dit is des te relevanter omdat algemeen wordt aangedrongen op een eenvoudigere en overzichtelijkere wetgeving en zeker ook omdat de Commissie heeft voorgesteld een gemeenschappelijk wetgevingskader op veterinair gebied in te voeren in samenhang met de nieuwe diergezondheidsstrategie, waarbij de EU-voorschriften op veterinair en zoötechnisch gebied in een gemeenschappelijk raamwerk worden ondergebracht (5). Het zou sneller en eenvoudiger zijn om de huidige voorschriften rechtstreeks te vervangen door een passend wetgevingsinstrument waarmee de Commissie het noodzakelijke mandaat krijgt, zodat zij zo snel mogelijk aan de slag kan zonder te hoeven wachten totdat de gewijzigde regels van de 21 besluiten in de nationale wetgeving zijn omgezet, met alle vertraging en administratieve complicaties van dien. |
3.5 |
De Raad en de Commissie zouden de mogelijkheid moeten aangrijpen om gebruik te maken van het voorziene gemeenschappelijke wetgevingskader op dit gebied. Doen zij dit niet, dan moeten de voorschriften mettertijd, als er één wetgevingskader wordt ingevoerd, nogmaals worden herzien; de lidstaten zullen dan weer geconfronteerd worden met de administratieve complicaties die een nieuwe herziening van hun wetgeving en administratieve praktijken met zich meebrengt. |
4. Specifieke opmerkingen
4.1 |
De Commissie heeft het in haar voorstel de hele tijd over „het opstellen van lijsten”, waarmee de indruk wordt gewekt dat overeenstemming over de terminologie bestaat. Het gaat in het voorstel echter in de eerste plaats om de procedures voor het opstellen, actualiseren, verzenden en publiceren van de desbetreffende gegevens en het vaststellen van een modelformaat voor deze gegevens door middel van de regelgevingsprocedure. |
4.2 |
Om ervoor te zorgen dat de gegevens op de websites van de lidstaten toegankelijker en begrijpelijker zijn zou de Commissie zo snel mogelijk moeten beginnen met het uitwerken van de technische aspecten en het modelformaat voor de gegevens. Bovendien moet op de homepage van de Commissie een duidelijkere link komen te staan naar de gegevens die door de lidstaten opgesteld en geactualiseerd worden. Gebeurt dit niet, dan dreigt het gevaar dat de weergave van de gegevens per lidstaat blijft verschillen, waardoor het voor autoriteiten en andere belanghebbenden lastig is de gegevens in de praktijk te gebruiken. |
4.3 |
Daarnaast is het noodzakelijk dat de procedures voor de erkenning van verzamelcentra en de actualisering van de gegevens over erkende verzamelcentra gepreciseerd worden. Zo is onzekerheid over de naleving van de regels voor het uitladen van dieren bij lange transporten te wijten aan het feit dat de informatie over bruikbare verzamelcentra niet volledig is. De regels zijn vaak misleidend wat betreft het soort en het aantal dieren dat in verzamelcentra ondergebracht kan worden. |
4.4 |
De Commissie zegt niet waarom zij de erkenning van referentielaboratoria aan de lidstaten wil overlaten. Vermoedelijk is het de bedoeling de werklast voor de Commissie te verminderen en is het ook zinvol de lidstaten deze verplichting op te leggen. Wel moet dan zo snel mogelijk worden aangegeven aan welke eisen de nationale referentielaboratoria met betrekking tot o.m. internationale normen voor laboratoriumfaciliteiten, kwaliteitsborging en methoden moeten voldoen. |
Brussel, 29 mei 2008
De voorzitter
van het Europees Economisch en Sociaal Comité
D. DIMITRIADIS
(1) Hieronder vallen o.a.:
— |
nationale laboratoria die zijn belast met taken op het gebied van ernstige besmettelijke dierziekten (o.m. toezicht, testmethodes en paraatheid, het gebruik van de reagentia en het testen van de vaccins) |
— |
runderspermacentra, varkensspermacentra, spermaopslagcentra, embryocentra of embryoproductiecentra |
— |
fokkersorganisaties en –verenigingen die officieel erkend zijn voor het bijhouden of instellen van stamboeken |
— |
alle vormen van erkende verzamelcentra voor runderen, varkens, geiten en schapen, pluimveebedrijven |
— |
erkende handelaren en door de handelaren beroepshalve gebruikte geregistreerde bedrijfsruimten. |
(2) Artt. 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden
(3) Richtlijnen 64/432/EEG, 77/504/EEG, 88/407/EEG, 88/661/EEG, 89/361/EEG, 89/556/EEG, 90/427/EEG, 90/428/EEG, 90/429/EEG, 90/539/EEG, 91/68/EEG, 92/35/EEG, 92/65/EEG, 92/66/EEG, 92/119/EEG, 94/28/EG, 2000/75/EG, 2001/89/EG, 2002/60/EG, 2005/94/EG en beschikking 2000/258/EG
(4) Beschikking 2000/258/EG van de Raad van 20 maart 2000 houdende aanwijzing van een specifiek instituut dat verantwoordelijk is voor de vaststelling van de criteria die nodig zijn voor de normalisatie van de serologische tests om de doelmatigheid van antirabiësvaccins te controleren, herunder hvilken test, der kan erstatte den nuværende IF-test el. nationale bestemmelser.
(5) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over Een nieuwe strategie voor diergezondheid voor de Europese Unie (2007-2013): „Voorkomen is beter dan genezen”, COM(2007) 539 final