EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62007TN0140

Zaak T-140/07: Beroep ingesteld op 26 april 2007 — Chi Mei Optoelectronics Europe en Chi Mei Optoelectronics UK/Commissie

PB C 155 van 7.7.2007, p. 28–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

7.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 155/28


Beroep ingesteld op 26 april 2007 — Chi Mei Optoelectronics Europe en Chi Mei Optoelectronics UK/Commissie

(Zaak T-140/07)

(2007/C 155/54)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Chi Mei Optoelectronics Europe en Chi Mei Optoelectronics UK (Havant, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: S. Völcker, F. Louis en A. Vallery, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

de bestreden beschikking in haar geheel nietig te verklaren, en

de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Met hun beroep vorderen verzoeksters nietigverklaring van beschikking C (2007)546 van de Commissie van 15 februari 2007, op grond waarvan de Commissie verzoeksters krachtens artikel 18, lid 3, van verordening nr. 1/2003 (1) van de Raad heeft verzocht om overlegging van specifieke informatie en documenten die betrekking hebben op activiteiten waarnaar onderzoek wordt verricht in zaak COMP/F/39309 — Thin Films Transistors Liquid Crystal Displays.

Verzoeksters stellen dat de bestreden beschikking onrechtmatig is omdat de Commissie noch de onderzoeks-, noch de handhavingsbevoegdheid heeft om EU-dochterondernemingen te verplichten tot overlegging van documenten en verstrekking van informatie waarover het beheer en de zeggenschap in handen is van juridische entiteiten die zich bevinden buiten de bevoegdheidssfeer van de Commissie. Volgens verzoeksters heeft de Commissie het recht onjuist toegepast door een formeel verzoek tot hen te richten en hen daarmee te verplichten tot overlegging van documenten en informatie waarover de zeggenschap enkel in handen is van hun buiten het EU-grondgebied gevestigde moedervennootschap, die deze documenten in haar bezit heeft.

Verzoeksters stellen met name dat de bestreden beschikking inbreuk maakt op artikel 18, leden 1 en 3, van verordening nr. 1/2003 van de Raad, omdat zij geen rekening houdt met de doctrine inzake eigendom van en zeggenschap over documenten alsmede met de aan deze bepalingen inherente grenzen. Voorts stellen verzoeksters dat de bestreden beschikking de algemene beginselen van international recht inzake territorialiteit, soevereiniteit, non-interventie en gelijkheid van staten schendt, door een handhavingsbevoegdheid aan te nemen jegens een buiten de EU gevestigde onderneming.


(1)  Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1, blz. 1).


Top