EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52006XX1007(01)

Franse nationale procedure voor de toewijzing van beperkte luchtverveersrechten

PB C 242 van 7.10.2006, p. 14–16 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

7.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 242/14


Franse nationale procedure voor de toewijzing van beperkte luchtverveersrechten

(2006/C 242/11)

In overeenstemming met artikel 6 van Verordening (EG) nr. 847/2004 inzake onderhandelingen over en de uitvoering van overeenkomsten inzake luchtdiensten tussen lidstaten en derde landen publiceert de Europese Commissie de volgende nationale procedure voor de verdeling onder de in aanmerking komende communautaire luchtvaartmaatschappijen van luchtverkeersrechten in gevallen dat die beperkt zijn krachtens luchtvaartovereenkomsten met derde landen.

„MINISTÈRE DES TRANSPORTS, DE L'ÉQUIPEMENT, DU TOURISME ET DE LA MER

Besluit van 20 september 2005 betreffende vergunningen voor de exploitatie door in Frankrijk gevestigde communautaire luchtvaartmaatschappijen van geregelde luchtdiensten tussen Frankrijk en landen buiten de Europese Unie

NOR: EQUA0501520A

DE MINISTER VAN VERVOER, UITRUSTING, TOERISME EN MARITIEME ZAKEN,

Gelet op het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart van 7 december 1944 en de wijzigingsprotocollen daarvan;

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 43;

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, ondertekend te Porto op 2 mei 1992, en het Protocol tot aanpassing van deze overeenkomst, ondertekend te Brussel op 17 maart 1993;

Gelet op de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake het luchtvervoer, ondertekend te Luxemburg op 21 juni 1999;

Gelet op de Verordeningen (EEG) nr. 2407/92 en 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen en betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes;

Gelet op Verordening (EG) nr. 847/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake onderhandelingen over en de uitvoering van overeenkomsten inzake luchtdiensten tussen lidstaten en derde landen;

Gelet op de burgerluchtvaartcode, en met name op artikel R. 330-6;

Gelet op Wet nr. 94-665 van 4 augustus 1994 betreffende het gebruik van de Franse taal;

Gelet op Wet nr. 2000-321 van 12 april 2000 betreffende de rechten van de burgers bij hun relaties met de administratie, en met name op de artikelen 19 en 21;

Gezien de verklaring van de Ministerraad Vervoer van de Europese Unie van 5 juni 2003 inzake het recht van vestiging,

BESLUIT:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

„communautaire luchtvaartmaatschappij”: elke luchtvaartmaatschappij die in het bezit is van een exploitatievergunning overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad van 23 juli 1992, afgegeven door Frankrijk of een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap;

„verkeersrechten”: het recht voor een luchtvaartmaatschappij om passagiers, vracht en/of post te vervoeren op een luchtlijn, in voorkomend geval overeenkomstig een vastgestelde route, periodiciteit, capaciteit en codesharingsregeling.

Artikel 2

Communautaire luchtvaartmaatschappijen die in Frankrijk gevestigd zijn in de zin van het gemeenschapsrecht, die geregelde luchtdiensten wensen te exploiteren op routes met ten minste één landingsplaats in Frankrijk en waarop bovengenoemde Verordening (EEG) nr. 2408/92 niet van toepassing is, zenden de voor de burgerluchtvaart bevoegde minister een dossier toe dat de volgende elementen bevat:

a)

de exploitatievergunning van de onderneming, het bewijs luchtvaartexploitant van de onderneming en het verzekeringscontract voor de beoogde verbinding;

b)

de elementen die aantonen dat de onderneming in Frankrijk gevestigd is;

c)

een nadere beschrijving van de geplande verbinding (geplande lijnen, frequentie van de diensten en exploitatiedagen, type gebruikte toestellen, geplande begindatum voor de exploitatie van de verbinding, eventuele codesharing, tarieven, vooruitzichten qua bezetting en prognose van de exploitatierekeningen voor een periode van drie jaar);

d)

de elementen die het mogelijk maken de operationele en financiële capaciteit van de luchtvaartmaatschappij te beoordelen om de verbinding in kwestie te exploiteren, met name in de zin van artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 2407/92.

De financiële en operationele capaciteit van de verschillende communautaire luchtvaartmaatschappijen wordt beoordeeld overeenkomstig identieke criteria.

Alleen die aanvragen komen in aanmerking welke vergezeld gaan van een volledig dossier, waarvan de stukken hetzij zijn opgesteld in de Franse taal, hetzij naar het Frans zijn vertaald wanneer de oorspronkelijke stukken in een andere taal zijn gesteld.

De voor de burgerluchtvaart bevoegde minister kan aanvullende informatie opvragen.

Artikel 3

Onverminderd de bepalingen van artikel 2 van dit besluit, mag — voor elke aanvraag van een luchtvaartmaatschappij met betrekking tot de uitbreiding van het aantal diensten op een route die reeds door haar wordt geëxploiteerd — een vereenvoudigd dossier worden ingediend wat punt c) van artikel 2 van dit besluit betreft; in voorkomend geval worden in dit dossier nadere gegevens verstrekt betreffende wijzigingen op het gebied van de punten a), b) en d) van artikel 2 van dit besluit.

Artikel 4

Voor de toepassing van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 847/2004 worden de in Frankrijk gevestigde communautaire luchtvaartmaatschappijen verzocht hun aanvragen in te dienen binnen een termijn van twee weken vanaf de datum van bekendmaking van de beschikbaarheid van de verkeersrechten.

De in de voorafgaande alinea bedoelde bekendmaking geschiedt door publicatie in het Staatsblad van de Franse Republiek (Journal officiel de la République française).

Artikel 5

In het geval van aanvragen door meerdere luchtvaartmaatschappijen en beperking, hetzij van de verkeersrechten, hetzij van het aantal communautaire luchtvaartmaatschappijen dat een vergunning krijgt voor de exploitatie van bedoelde rechten, worden de verschillende dossiers voor zover de aanvragen voldoen aan de voorwaarden van artikel 2 van dit besluit binnen een termijn van twee maanden behandeld; in het kader van deze behandeling kan de voor de burgerluchtvaart bevoegde minister aanvullende informatie opvragen en zo nodig de luchtvaartmaatschappijen uitnodigen voor een gesprek.

In alle gevallen wordt de exploitatievergunning verleend overeenkomstig artikel 8 van dit besluit aan de luchtvaartmaatschappijen die daartoe een aanvraag hebben ingediend, op voorwaarde dat die aanvraag voldoet aan de eisen van artikel 2 van dit besluit.

Artikel 6

Onverlet de bepalingen van bilaterale overeenkomsten tussen de betrokken luchtvaartmaatschappijen worden concurrerende aanvragen door de voor de burgerluchtvaart bevoegde minister beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

de mate waarin aan de vervoersbehoeften wordt voldaan (gemengde diensten of vrachtvervoer, directe of indirecte vluchten, frequentie van de diensten, aantal exploitatiedagen);

tariferingsbeleid (prijs van de tickets, eventuele verlaagde tarieven en andere specifieke tarieven);

kwaliteit van de dienstverlening (met name de inrichting van de vliegtuigen, de inwisselbaarheid van de tickets en het bestaan van voor het publiek toegankelijke bureaus voor de verkoop van de vluchten);

bijdrage aan het aanbod op een voldoende concurrentieniveau;

geplande datum voor het begin van de exploitatie;

aangeboden garanties qua duurzaamheid van de exploitatie;

ontwikkeling van het communautaire marktaandeel op het gebied van de bilaterale betrekkingen in kwestie;

milieuprestaties van de gebruikte toestellen, met name wat de lawaaihinder betreft;

aan de passagiers geboden aansluitmogelijkheden.

In tweede orde kunnen de volgende criteria worden gehanteerd:

ouderdom van de aanvraag, op actieve en herhaalde wijze ingediend;

bijdrage aan de ruimtelijke ordening;

bijdrage aan de ontwikkeling van het toerisme in Frankrijk;

aangepastheid van de luchtvaartuigen aan de situatie van de Franse luchthavens waarop wordt gevlogen;

situatie van de luchtvaartmaatschappij wat de betaling van luchtvaartbelastingen en -heffingen in Frankrijk betreft;

bestaan van een commercialiseringsdienst met gebruikmaking van de Franse taal.

Artikel 7

Voor de toepassing van de eerste alinea van artikel 5 van dit besluit maakt de voor de burgerluchtvaart bevoegde minister zijn ontwerpbesluit in elektronische vorm bekend op de website van het directoraat-generaal voor de burgerluchtvaArtikel Belanghebbenden kunnen hun opmerkingen schriftelijk indienen binnen een termijn van twee weken volgend op deze bekendmaking.

Het definitieve besluit inzake de vergunning voor de exploitatie van de desbetreffende luchtdiensten wordt vastgesteld, onder de voorwaarden als vastgelegd bij artikel 8 van dit besluit, uiterlijk dertig dagen na de bekendmaking van het ontwerpbesluit.

Artikel 8

De vergunning voor de exploitatie van de luchtdiensten wordt door de voor de burgerluchtvaart bevoegde minister verleend bij besluit, gepubliceerd in het Staatsblad van de Franse Republiek.

Het desbetreffende besluit bevat in voorkomend geval een precisering van de geldigheidsduur van de vergunning, de frequentie van de vluchten, de maximumcapaciteit van de gebruikte toestellen en elke ander voorwaarde als opgelegd overeenkomstig bilaterale of multilaterale overeenkomsten inzake luchtdiensten.

Wanneer de betrokken luchtvaartmaatschappij niet blijkt te voldoen aan de criteria van artikel 2 van dit besluit, de luchtvaartveiligheid ernstig in het gedrang brengt, schriftelijk afziet van het recht de relevante luchtverbinding te exploiteren of de desbetreffende exploitatierechten gedurende een periode van ten minste zes maanden niet of slechts gedeeltelijk gebruikt, kan de voor de burgerluchtvaart bevoegde minister, nadat de luchtvaartmaatschappij is uitgenodigd zijn opmerkingen in te dienen, de vergunning via een met redenen omkleed besluit opschorten of intrekken.

Ook wanneer de luchtvaartmaatschappij haar op basis van de criteria van artikel 6 van dit besluit aangegane verbintenissen niet nakomt kan de minister de verleende vergunning opschorten of intrekken.

In weerwil van het bepaalde in de bovenstaande alinea's kan een verleende vergunning niet worden opgeschort of ingetrokken als uitzonderlijke omstandigheden, onafhankelijk van de wil van de houder van de vergunning, de exploitatie van de diensten in kwestie onmogelijk maakt.

Artikel 9

Dit besluit is niet van toepassing op de collectivité territoriale de Saint-Pierre-et-Miquelon.

Artikel 10

De directeur-generaal voor de burgerluchtvaart is belast met de tenuitvoerlegging van dit besluit dat wordt gepubliceerd in het Staatsblad van de Franse Republiek.

Gedaan te Parijs, op 20 september 2005.

Voor de minister

De directeur-generaal voor de burgerluchtvaart

M. WACHENHEIM


Top