EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2006/178/67

Zaak T-152/06: Beroep ingesteld op 6 juni 2006 — NDSHT Nya Destination Stockholm Hotell & Teaterpaket/Commissie

PB C 178 van 29.7.2006, p. 37–38 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

29.7.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 178/37


Beroep ingesteld op 6 juni 2006 — NDSHT Nya Destination Stockholm Hotell & Teaterpaket/Commissie

(Zaak T-152/06)

(2006/C 178/67)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekster: NDSHT Nya Destination Stockholm Hotell & Teaterpaket AB (Stockholm, Zweden) (vertegenwoordigers: M. Merola en L. Armati, advocaten)

Verweerster: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies van verzoekster

het beroep ontvankelijk te verklaren;

het bestreden besluit nietig te verklaren;

de Commissie te gelasten een formeel onderzoek in de zin van artikel 88, lid 2, EG in te leiden;

de Commissie te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster komt op tegen het besluit van de Commissie om niet door te gaan met haar onderzoek van verzoeksters klacht betreffende drie soorten subsidies aan Stockholm Visitors Board AB („SVB”), namelijk het bedrag dat jaarlijks in het budget van de Stad Stockholm wordt uitgetrokken voor SVB, de regelmatige terugbetaling van SVB's verliezen vóór belasting door haar moedermaatschappij, en de preferentiële toegang tot openbare middelen voor het verlenen van diensten die zijn inbegrepen in de Stockholm Card. Volgens de Commissie leveren deze maatregelen geen onrechtmatige steun op.

Verzoekster stelt dat de Commissie met de vaststelling van het bestreden besluit verschillende verdragsbepalingen en verordening nr. 659/1999 (1) heeft geschonden.

Verzoekster stelt in de eerste plaats dat de Commissie, door geen formeel onderzoek in te stellen, artikel 88, lid 3, EG en artikel 4 van verordening nr. 659/1999 heeft geschonden. Volgens haar had de Commissie weet van het bestaan van steun en beschikte zij niet over voldoende elementen om te beslissen dat alle maatregelen in kwestie bestaande steunmaatregelen waren.

In de tweede plaats stelt verzoekster dat de Commissie de artikelen 87 EG en 86, lid 2, EG onjuist heeft toegepast voorzover zij heeft beslist dat de compensatie voor het verstrekken van toeristische informatie viel onder de regels inzake diensten van algemeen economisch belang.

In de derde plaats stelt verzoekster dat de Commissie de artikelen 87 EG en 88 EG en artikel 1, sub b, van verordening nr. 659/1999 onjuist heeft toegepast door te beslissen dat zo de compensatie voor toeristische informatie als steun moest worden aangemerkt, het om bestaande steun ging, en niet om onrechtmatige steun, en dat zij hoe dan ook verenigbaar was met de gemeenschappelijke markt.

In de vierde plaats stelt verzoekster dat de Commissie de artikelen 87, lid 1, en 88, lid 3, EG onjuist heeft toegepast door vast te stellen dat de commerciële activiteiten van SVB werden verricht onder marktvoorwaarden, en derhalve niet werden gefinancierd door steunmaatregelen van de Staat. Verzoekster stelt met name dat de Commissie geen standpunt heeft ingenomen over de terugbetaling van de verliezen van SVB door haar moedermaatschappij, die geheel in handen is van de stedelijke overheid.

Ten slotte stelt verzoekster schending van de motiveringsplicht en schending van het beginsel van behoorlijk bestuur doordat het inleidend onderzoek buitensporig lang heeft geduurd.


(1)  Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (PB L 83, blz. 1).


Top