This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2004/106/122
Judgment of the Court of First Instance of 18 February2004 in Case T-320/02: Monika Esch-Leonhardt and Others v EuropeanCentral Bank (Officials — Personnel file — Letter concerning the transmissionof union information by electronic mail — Refusal to remove from applicants'personnel files)
Arrest van het Gerecht van Eerste Aanleg van 18 februari 2004 in zaak T-320/02, Monika Esch-Leonhardt en anderen tegen Europese Centrale Bank (Ambtenaren — Persoonsdossier — Brief betreffende verspreiding van vakbondsmededelingen via elektronische post — Weigering om die uit persoonsdossier van verzoekers te verwijderen)
Arrest van het Gerecht van Eerste Aanleg van 18 februari 2004 in zaak T-320/02, Monika Esch-Leonhardt en anderen tegen Europese Centrale Bank (Ambtenaren — Persoonsdossier — Brief betreffende verspreiding van vakbondsmededelingen via elektronische post — Weigering om die uit persoonsdossier van verzoekers te verwijderen)
PB C 106 van 30.4.2004, p. 61–61
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
|
30.4.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 106/61 |
ARREST VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG
van 18 februari 2004
in zaak T-320/02, Monika Esch-Leonhardt en anderen tegen Europese Centrale Bank (1)
(Ambtenaren - Persoonsdossier - Brief betreffende verspreiding van vakbondsmededelingen via elektronische post - Weigering om die uit persoonsdossier van verzoekers te verwijderen)
(2004/C 106/122)
Procestaal: Duits
In zaak T-320/02, Monika Esch-Leonhardt, Tillmann Frommhold en Emmanuel Larue, personeelsleden van de Europese Centrale Bank, wonende te Frankfurt-am Main (Duitsland) en Karben (Duitsland), vertegenwoordigd door B. Karthaus, advocaat, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg, tegen Europese Centrale Bank (gemachtigden: T. Gilliams, G. Gruber en B. Wägenbaur), betreffende een beroep tot nietigverklaring van het besluit om een brief betreffende het gebruik van het interne e-mailsysteem voor de verspreiding van vakbondsmededelingen door verzoekers op te nemen in hun persoonsdossier, en betreffende een beroep tot schadevergoeding, heeft het Gerecht (Tweede kamer), samengesteld als volgt: N. J. Forwood, kamerpresident, J. Pirrung en A. W. H. Meij, rechters; griffier: I. Natsinas, administrateur, op 18 februari 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:
|
1) |
Verwerpt het beroep. |
|
2) |
Verstaat dat elk der partijen haar eigen kosten zal dragen, daaronder begrepen die van het kort geding in zaak T-320/02 R. |