Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/106/37

Zaak C-81/04: Verzoek van het Arbeitsgericht Berlin van 14 januari 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Veronika Richert en VK GmbH Service Gesellschaft für Vermögenszuordnung und Kommunalisierung mbH.

PB C 106 van 30.4.2004, pp. 20–21 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

30.4.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 106/20


Verzoek van het Arbeitsgericht Berlin van 14 januari 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Veronika Richert en VK GmbH Service Gesellschaft für Vermögenszuordnung und Kommunalisierung mbH.

(Zaak C-81/04)

(2004/C 106/37)

Het Arbeitsgericht Berlin heeft bij beschikking van 14 januari 2004, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 18 februari 2004, in het geding tussen Veronika Richert en VK GmbH Service Gesellschaft für Vermögenszuordnung und Kommunalisierung mbH, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vragen:

1.

Moet richtlijn 98/59/EG (1) van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag, aldus worden uitgelegd dat met het begrip „ontslag” in de zin van artikel 1, lid 1, sub a, van de richtlijn de opzegging als eerste stap ter beëindiging van een arbeidsovereenkomst wordt bedoeld, of betekent „ontslag” de beëindiging van de arbeidsovereenkomst na het verstrijken van de opzeggingstermijn?

2.

Als met „ontslag” de opzegging wordt bedoeld, schrijft de richtlijn dan voor dat zowel de raadplegingsprocedure bedoeld in artikel 2 van de richtlijn als de kennisgevingsprocedure bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de richtlijn moeten zijn afgesloten vóór de opzeggingen worden aangezegd?

3.

Als met „ontslag” het effectief beëindigen van de arbeidsovereenkomst wordt bedoeld, volstaat het dan volgens de bepalingen van de richtlijn dat ook de raadplegingsprocedure pas na de aanzegging van de opzeggingen plaatsvindt?


(1)  PB L 225, blz. 16


Top