Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52003AA0007

    Advies nr. 7/2003 over een voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 houdende toepassing van Besluit 2000/597/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen

    PB C 318 van 30.12.2003, p. 1–4 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    52003AA0007

    Advies nr. 7/2003 over een voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 houdende toepassing van Besluit 2000/597/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen

    Publicatieblad Nr. C 318 van 30/12/2003 blz. 0001 - 0004


    Advies nr. 7/2003

    over een voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 houdende toepassing van Besluit 2000/597/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen

    (uitgebracht krachtens artikel 248, lid 4, tweede alinea, van het EG-Verdrag)

    (2003/C 318/01)

    DE REKENKAMER VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 248, lid 4, tweede alinea, en artikel 279, lid 2,

    Gelet op Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad van 29 september 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen(1),

    Gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 94/728/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen(2),

    Gezien het voorstel van de Commissie van 1 juli 2003(3),

    Gezien het op 17 juli 2003 bij de Rekenkamer ingekomen besluit van de Raad van 16 juli 2003 om de Rekenkamer conform artikel 279, lid 2, van het Verdrag omtrent dit voorstel te raadplegen,

    BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

    INLEIDING

    1. Het voorstel van de Commissie, waarin ook delen van eerdere, soortgelijke voorstellen zijn verwerkt, bevat de volgende kernpunten:

    - aanpassing van de procedures voor de B-boekhouding teneinde lidstaten te verplichten tot het afboeken van bedragen van de traditionele eigen middelen die niet zijn geïnd binnen een specifieke termijn (vijf jaar) na de datum waarop de vordering tot betaling definitief uitvoerbaar werd, alsmede verbetering van de meldingsvoorschriften;

    - wijzigingen overeenkomstig het besluit van de Raad betreffende het stelsel van eigen middelen van 29 september 2000, met name van het bedrag (namelijk 25 % in plaats van 10 %) dat lidstaten mogen inhouden als inningskosten voor traditionele eigen middelen;

    - eenvoudiger omschrijving van de renteberekeningsmethode voor te laat beschikbaar gestelde eigen middelen.

    ALGEMENE OPMERKINGEN

    2. De Rekenkamer is in het algemeen voorstander van de voorstellen van de Commissie; verscheidene ervan sluiten aan bij punten van zorg die de Rekenkamer in jaarverslagen heeft genoemd(4).

    3. De Rekenkamer meent dat deze gelegenheid te baat zou kunnen worden genomen om de verordening te verbeteren wat betreft de reikwijdte van de controlewerkzaamheden ten aanzien van zowel het bruto nationaal inkomen (artikel 19 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000) als de door de lidstaten te verstrekken informatie over hun controlewerkzaamheden met betrekking tot de jaarlijkse BTW-grondslag en het bruto nationaal inkomen.

    SPECIFIEKE OPMERKINGEN

    4. Er is sprake van verschillen tussen de Franse en de Engelse versie van het Commissievoorstel en de Rekenkamer acht het raadzaam, de tekst zodanig te wijzigen dat beide versies in artikel 11, lid 3, de centrale banken van de lidstaten vermelden en dat wordt verzekerd dat op rechten die na de termijn van vijf jaar oninbaar worden geacht, de in het voorgestelde nieuwe artikel 17, leden 3 en 4, geregelde meldingsprocedure dient te worden toegepast.

    5. In Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 en dit wijzigingsvoorstel wordt steeds verwezen naar het bruto nationaal product (BNP). De Rekenkamer wijst erop dat artikel 2, lid 7, van het besluit van de Raad betreffende het stelsel van eigen middelen van 29 september 2000 bepaalt dat onder BNP BNI (bruto nationaal inkomen) wordt verstaan, en herhaalt haar standpunt uit Advies nr. 8/1999(5) dat het dienstig zou zijn om al deze verwijzingen te veranderen in bruto nationaal inkomen (BNI).

    6. In de onderstaande tabel vermeldt de Rekenkamer de wijzigingsvoorstellen bij de verordening waarbij zij commentaar heeft.

    Dit advies werd door de Rekenkamer te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 15 en 16 oktober 2003.

    Voor de Rekenkamer

    Juan Manuel Fabra Vallés

    President

    (1) PB L 253 van 7.10.2000, blz. 42.

    (2) PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1.

    (3) Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 houdende toepassing van Besluit 2000/597/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (COM(2003) 366 def.; 2003/0131 (CNS)).

    (4) Zie met name het jaarverslag over het begrotingsjaar 2001, paragraaf 1.26, en het jaarverslag over het begrotingsjaar 1999, paragraaf 1.16.

    (5) Advies nr. 8/1999 over een voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB C 310 van 28.10.1999, blz. 1), de paragrafen 9 en 10.

    BIJLAGE

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Top