Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document JOC_2002_331_E_0012_01

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de samenwerking van de Gemeenschap met de landen van Azië en Latijns-Amerika en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2258/96 van de Raad (COM(2002) 340 def. — 2002/0139(COD))

    PB C 331E van 31.12.2002, p. 12–19 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    52002PC0340

    Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de samenwerking van de Gemeenschap met de landen van Azië en Latijns Amerika en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2258/96 van de Raad /* COM/2002/0340 def. - COD 2002/0139 */

    Publicatieblad Nr. 331 E van 31/12/2002 blz. 0012 - 0019


    Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de samenwerking van de Gemeenschap met de landen van Azië en Latijns-Amerika en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2258/96 van de Raad

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    1. Inleiding

    Dit voorstel heeft tot doel een nieuw wettelijk kader voor de samenwerking van de Gemeenschap met de landen van Latijns-Amerika en Azië in het leven te roepen. De nieuwe verordening zal Verordening (EEG) nr. 443/92 vervangen, die op 25 februari 1992 is vastgesteld.

    Dit voorstel behelst geen politieke of strategische richtsnoeren ten aanzien van de begunstigde regio's, maar bepaalt op eenvoudige en duidelijke wijze de regels en procedures die nodig zijn om de samenwerking van de Gemeenschap met de partnerlanden te programmeren en op doeltreffende wijze vast te stellen.

    Aangezien deze regels voor beide regio's dezelfde zijn, heeft de Commissie besloten één enkel voorstel voor een verordening in te dienen.

    2. Doelstellingen van de samenwerking VAN DE GEMEENSCHAP

    De doelstellingen van de samenwerking zijn op ruime wijze omschreven om het mogelijk te maken op te treden op alle samenwerkingsterreinen die zijn opgenomen in de overeenkomsten tussen de Gemeenschap en de partnerlanden en in de beleids- en samenwerkingsrichtsnoeren die in de desbetreffende fora worden aangenomen.

    De nauwkeurige afbakening van de sectoren en samenwerkingsactiviteiten zal plaatsvinden tijdens de programmeringsfase, overeenkomstig de kenmerken en behoeften van ieder partnerland of -regio. De verordening loopt niet vooruit op die keuzes en zou soepel genoeg moeten zijn om op de prioriteiten van het ogenblik in te spelen.

    Algemeen beschouwd zal bij de implementatie van de samenwerking en de bijstand op grond van de verordening rekening moeten worden gehouden met de doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid die zijn omschreven in artikel 177 van het Verdrag en verder uitgewerkt in de conclusies van de Raad Ontwikkeling en de gezamenlijke verklaring van de Raad en de Commissie van 10 november 2000, die op hun beurt een weerspiegeling vormen van de Millennium-ontwikkelingsdoelstellingen die op de 55ste zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties zijn aangenomen. De samenwerking en bijstand van de Gemeenschap zullen ook de prioriteiten ondersteunen die zijn aangegeven in de overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en de begunstigde landen, de mededeling van de Commissie van 4 september 2001 over Azië en de conclusies van de top EU-LAC van 17 mei 2002 in Madrid, die het algemene strategische kader vormen voor de betrekkingen met respectievelijk Azië en Latijns-Amerika.

    In deze context is de voorgestelde verordening waarin de ruime doelstellingen van de bijstand zijn vermeld, in het bijzonder gericht op duurzame ontwikkeling, armoedebestrijding, integratie van de partnerlanden in de wereldeconomie, handel en investeringen, regionale integratie en de versterking van de banden tussen de partnerregio's en de Europese Unie. Tegelijk dient de modernisering en verbetering van de institutionele capaciteit een essentieel element van de samenwerking te vormen, dat in het bijzonder zal bijdragen tot de bevordering van de democratische beginselen, de rechtsstaat en de mensenrechten en tot het versterken van de strijd tegen terrorisme, drugshandel en georganiseerde misdaad.

    3. Programmering

    In het kader van de hervorming van het beheer van de buitenlandse hulp acht de Commissie het van essentieel belang de meerjarenprogrammering te versterken teneinde de politieke doelstellingen en prioriteiten van de EU te weerspiegelen.

    In de voorgestelde verordening worden de beginselen van de programmering duidelijk vastgesteld: een strategisch kader zal dienen als raamwerk voor het vaststellen van de indicatieve meerjarenprogramma's, die op hun beurt het uitwerken van jaarlijkse actieplannen mogelijk zullen maken. Deze beginselen zijn algemeen toepasbaar, behalve in bijzondere gevallen.

    Het vaststellen van een rigoreus en coherent programmeringssysteem zal de doeltreffendheid van de hulp verbeteren, een nauwere band leggen tussen de samenwerking van de Gemeenschap en de hervormingsprogramma's op korte en middellange termijn en ervoor zorgen dat de steun complementair is met die van andere donoren.

    4. Comitologie

    In overeenstemming met de criteria vastgelegd in Besluit 1999/468/EG van de Raad zal het in dit voorstel voor een verordening vastgestelde comité optreden overeenkomstig de beheersprocedure van artikel 4 van dat besluit.

    Door de versterking van de programmering en het uitstippelen van een strategisch kader zullen de lidstaten hun advies over prioriteiten en strategische samenwerkingsrichtsnoeren in het beheerscomité kunnen uitbrengen.

    In de richtsnoeren voor de hervorming van de buitenlandse hulp wordt aanbevolen dat de bijdrage van de comités wordt toegespitst op de programmeringsfase eerder dan op specifieke projecten. Het is immers tijdens de programmeringsfase dat de cruciale vraagstukken inzake beleid en strategie worden behandeld.

    Het comité zal dus worden verzocht om adviezen over het strategisch kader, de meerjarenprogramma's en de jaarlijkse actieplannen.

    Dit voorstel is in overeenstemming met de bepalingen die de Raad in de verordeningen MEDA en CARDS over dit onderwerp heeft vastgesteld.

    Het nieuwe vereenvoudigde kader voor de goedkeuring van de nationale strategiedocumenten, meerjarige indicatieve programma's en jaarlijkse actieplannen zal naar verwachting leiden tot een sterke daling van het totale aantal financieringsbesluiten die door het Comité worden goedgekeurd en door de Commissie aangenomen.

    5. Toegang tot overheidsopdrachten

    In verband met de deelname aan aanbestedingen voorziet de voorgestelde verordening in het ontkoppelen van de hulp op regionaal niveau overeenkomstig het besluit van de Commissie van 11 april 2001 en de verklaring van de Commissie op de bijeenkomst van OESO/DAC van 25/26 april 2001. Voorts is voorzien in de deelname van de kandidaat-lidstaten.

    Specifieke bepalingen bieden de mogelijkheid dat andere landen geval per geval deelnemen, in het bijzonder in geval van cofinanciering en regionale samenwerking in Azië.

    Bovendien is overeenkomstig bovengenoemde verklaring van de Commissie van 25 april 2001 de deelname van andere landen aan overheidsopdrachten voor diensten en producten voor de bestrijding van overdraagbare ziekten zoals AIDS, tuberculose en malaria geval per geval toegestaan.

    In verband met het ontkoppelen van de steun aan de minder ontwikkelde landen bepaalt dit voorstel dat de hulp wordt ontkoppeld voor de categorieën en binnen de grenzen bedoeld in de DAC-aanbeveling.

    Dit is in overeenstemming met de verbintenis van de Commissie om na te gaan op welke wijze de aanbevelingen van de DAC kunnen worden uitgevoerd, teneinde de doeltreffendheid van de hulp te versterken door een ruimere concurrentie mogelijk te maken. De mogelijkheid dat ondernemingen uit bepaalde Centraal-Aziatische landen die thans steun uit het TACIS-programma van de Gemeenschap ontvangen, in het kader van de bijstand aan de minder ontwikkelde landen aan de aanbesteding deelnemen, zal bovendien bijdragen tot het versterken van de regionale samenwerking. De ontkoppeling van de steun is vanzelfsprekend gebaseerd op het beginsel van wederzijdsheid.

    6. Wederopbouw en herstel, steun voor ontwortelde bevolkingsgroepen

    Met het oog op vereenvoudiging en vermindering van het aantal rechtsgronden wordt voorgesteld de maatregelen voor steun aan ontwortelde bevolkingsgroepen in de verordening op te nemen. De verordening biedt bovendien de mogelijkheid om herstelmaatregelen te financieren. Hierdoor zal het mogelijk worden de diverse aspecten van de overgang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling coherenter aan te pakken.

    2002/0139 (COD)

    Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de samenwerking van de Gemeenschap met de landen van Azië en Latijns-Amerika en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2258/96 van de Raad

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 179, lid 1,

    Gezien het voorstel van de Commissie [1],

    [1] PB C ... van ..., blz. ...

    Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag [2],

    [2] PB

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De Gemeenschap voert sedert 1992 op grond van Verordening (EEG) nr. 443/92 van de Raad van 25 februari 1992 inzake financiële en technische hulp en economische samenwerking met de ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika en in Azië [3], een beleid van financiële, technische en economische samenwerking met de landen van Azië en Zuid-Amerika, dat moet worden voortgezet en versterkt.

    [3] PB L 52 van 27.2.1992, blz. 1.

    (2) In overeenkomsten tussen de Gemeenschap en de landen en regio's van Azië en Latijns-Amerika zijn voor elk land en elke subregio de samenwerkingsgebieden vastgesteld.

    (3) De staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie, Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied hebben op hun bijeenkomst in Rio de Janeiro in juni 1999 een actieplan met een brede reeks van samenwerkingsactiviteiten aangenomen teneinde een strategisch partnerschap te ontwikkelen. Zij hebben dit actieplan op hun tweede top op 17 mei 2002 in Madrid bijgewerkt en geconsolideerd.

    (4) In de mededeling van 4 september 2001 van de Commissie "Europa en Azië: een strategisch kader voor versterkte partnerschappen" [4] is een algemeen kader voor de betrekkingen met Azië uiteengezet. De centrale doelstelling is de politieke en economische aanwezigheid van de Europese Unie in de gehele regio te versterken en op te trekken tot een peil dat in overeenstemming is met het groeiende gewicht van een uitgebreide Europese Unie in de wereld. De Raad heeft in zijn conclusies van 27 december 2001 deze mededeling volledig goedgekeurd.

    [4] COM(2001) 469 definitief.

    (5) De staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie en de Commissie hebben op de 55ste zitting van de Algemene Vergadering van de VN een consensus bereikt en hebben de millenniumverklaring van de VN tot vaststelling van de Millennium-ontwikkelingsdoelstellingen aangenomen. Bij het nastreven van deze doelstellingen zal de Gemeenschap zich laten leiden door de beginselen en doelstellingen van het communautaire ontwikkelingsbeleid die de Raad en de Commissie in hun gezamenlijke verklaring van 10 november 2000 hebben vastgelegd.

    (6) De leden van de Wereldhandelsorganisatie (WHO) hebben zich op de vierde ministeriële conferentie in Doha ertoe verbonden de handel in de ontwikkelingsstrategieën te integreren en met de handel verband houdende technische bijstand en bijstand voor capaciteitsopbouw te verstrekken teneinde de ontwikkelingslanden bij de deelname aan nieuwe handelsbesprekingen en de tenuitvoerlegging van de resultaten daarvan te helpen.

    (7) De Commissie is voornemens steun te verlenen voor de uitwerking en tenuitvoerlegging van een nieuwe reeks economische hervormingen in de landen van Azië en Latijns-Amerika, overeenkomstig de resolutie van de Raad van 18 mei 2000 betreffende economische hervorming en structurele aanpassing in de ontwikkelingslanden. Daarbij zal zij zorgen voor passende coördinatie met andere donoren, in het bijzonder de lidstaten en de instellingen van Bretton Woods.

    (8) Zonder afbreuk te doen aan de besluiten die tijdens de programmeringsfase zullen worden genomen, dienen de algemene doelstellingen van de samenwerking van de Gemeenschap te worden omschreven teneinde het mogelijk te maken de activiteiten uit te voeren in alle sectoren die vallen onder de overeenkomsten met de begunstigde landen en de prioriteiten na te streven die in de strategische richtsnoeren van de Europese Unie voor Latijns-Amerika en Azië zijn vastgelegd.

    (9) Ter vereenvoudiging en rationalisering van de bestaande regels inzake samenwerking dienen de maatregelen betreffende herstel en wederopbouw en betreffende hulp aan ontwortelde bevolkingsgroepen in deze verordening te worden opgenomen. Verordening (EG) nr. 2130/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 29 oktober 2001 betreffende acties op het gebied van de hulp aan ontwortelde bevolkingsgroepen in ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika en in Azië [5] dient derhalve te worden ingetrokken en Verordening (EG) nr. 2258/96 van de Raad van 22 november 1996 betreffende herstel en wederopbouwacties ten behoeve van ontwikkelingslanden [6] moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    [5] PB L 287 van 31.10.2001, blz. 3.

    [6] PB L 306 van 28.11.1996, blz. 1.

    (10) De samenwerking van de Gemeenschap dient te worden geregeld door een strategisch kader en door jaarlijkse en meerjarige programmering zoals vastgesteld in de mededeling van de Commissie "Hervorming van de buitenlandse bijstand van de Gemeenschap" van 16 mei 2000 en vermeld in de conclusies van de Raad van 10 november 2000. Dit zal de samenwerking van de Gemeenschap in een perspectief op middellange termijn plaatsen en zal het mogelijk maken ervoor te zorgen dat zij de samenwerking van de lidstaten aanvult en daarop aansluit.

    (11) Ter bevordering van de economische betrekkingen binnen de twee regio's en in overeenstemming met de aanbeveling van de DAC (Development Assistance Committee) van de OESO van 26 april 2001 over het ontkoppelen van de officiële ontwikkelingshulp aan de minst ontwikkelde landen en de daaraan gehechte verklaring van de Commissie, dient te worden voorzien in de openstelling van deelneming aan aanbestedingen en contracten voor hulp aan de partnerlanden van Azië en Latijns-Amerika op regionale grondslag, rekening gehouden met de inhoud van bovengenoemde verklaring in verband met diensten en producten die van wezenlijk belang zijn in de strijd tegen HIV/AIDS, tuberculose en malaria. Voorts wordt de deelneming aan aanbestedingen en contracten voor samenwerking van de Gemeenschap ten behoeve van de minst ontwikkelde landen die op grond van deze verordening voor samenwerking in aanmerking komen, volledig ontkoppeld voor de in de genoemde aanbeveling vastgestelde categorieën.

    (12) De noodzakelijke maatregelen ter uitvoering van deze verordening dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [7].

    [7] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

    (13) Bij deze verordening worden voor de periode 2003-2006 financiële middelen vastgesteld, die voor de begrotingsautoriteit het voornaamste referentiepunt zijn in de zin van punt 33 van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure [8].

    [8] PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1.

    (14) De bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap en de bestrijding van fraude en van onregelmatigheden vormen een integrerend deel van deze verordening. Meer in het bijzonder dient de Commissie in de op grond van deze verordening gesloten overeenkomsten en contracten te worden gemachtigd de maatregelen uit te voeren die zijn bepaald in Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraude en andere onregelmatigheden [9].

    [9] PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2.

    (15) Omdat op grond van deze verordening een nieuw samenwerkingskader tot stand wordt gebracht, dient Verordening (EG) nr. 443/92 te worden ingetrokken. Tevens dienen ter voorkoming van verstoring van het optreden van de Gemeenschap overgangsmaatregelen te worden vastgesteld,

    HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    HOOFDSTUK I

    Voorwerp, doel en grondbeginselen

    Artikel 1

    In deze verordening wordt een kader vastgesteld voor de tenuitvoerlegging van een samenwerkingsbeleid van de Gemeenschap door middel van de financiering van projecten en programma's, hierna "samenwerking van de Gemeenschap" genoemd, met de in bijlage I genoemde landen van Azië en Latijns-Amerika (ALA), hierna "Aziatische partners" en "Latijns-Amerikaanse partners" genoemd.

    Artikel 2

    1. De samenwerking van de Gemeenschap op grond van deze verordening wordt ten uitvoer gelegd met als algemene doelstellingen het versterken van de betrekkingen tussen de Gemeenschap en haar Aziatische en Latijns-Amerikaanse partners, armoedebestrijding, het bevorderen van duurzame ontwikkeling en het bijdragen tot welvaart, veiligheid en stabiliteit.

    2. Onverminderd de mogelijkheid van steun voor de sectoren die in overeenkomsten met de partnerlanden zijn opgenomen, is de samenwerking van de Gemeenschap in het bijzonder gericht op:

    a) bevordering van de duurzame economische en sociale ontwikkeling van de partnerlanden en van hun soepele en geleidelijke inschakeling in de wereldeconomie;

    b) versterking van het institutionele en wettelijke kader, in het bijzonder ter ondersteuning van de democratische beginselen, de rechtsstaat en de eerbiediging en de bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden;

    c) bevordering van de economische en commerciële samenwerking, versterking van investeringsbetrekkingen en stimulering van de integratie van Aziatische en Latijns-Amerikaanse landen in het multilaterale handelsstelsel en de tenuitvoerlegging van de WHO-overeenkomsten;

    d) ondersteuning van de strijd tegen de georganiseerde misdaad, het witwassen van geld, terrorisme, drugs, illegale migratie en mensenhandel, en maatregelen ter versterking van het vertrouwen en ter voorkoming van conflicten;

    e) bevordering van de regionale integratie en samenwerking in Azië en Latijns-Amerika en steun voor de ontwikkeling van nauwere betrekkingen tussen de Aziatische en Latijns-Amerikaanse partners en de Europese Unie, teneinde wederzijds voordelige uitwisselingen mogelijk te maken, met name tussen economische, sociale, culturele, educatieve, technologische en wetenschappelijke entiteiten;

    f) de ondersteuning van herstel, wederopbouw en hulp aan ontwortelde bevolkingsgroepen, met bijzondere aandacht voor de overgang van noodhulp naar ontwikkeling.

    3. De samenwerking van de Gemeenschap volgt een sectorale aanpak. In deze context ondersteunt de samenwerking van de Gemeenschap sectoraal beleid en economische hervormingsprogramma's met behulp van de meest geschikte instrumenten, begrotingsondersteuning hieronder begrepen, waarbij streng toezicht en strenge voorwaarden worden toegepast. Onder uitzonderlijke omstandigheden, wanneer dit beleid en deze programma's nog niet zijn vastgesteld, kan ook begrotingssteun voor specifieke en duidelijk omschreven maatregelen worden verstrekt, waarbij streng toezicht en strenge voorwaarden worden toegepast.

    Artikel 3

    De eerbiediging van de beginselen van de democratie en de rechtsstaat en van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden is een wezenlijk onderdeel van de toepassing van deze verordening. Het niet eerbiedigen van deze beginselen kan een reden zijn passende maatregelen te nemen.

    HOOFDSTUK II

    Procedures voor de tenuitvoerlegging van de samenwerkingsactiviteiten

    Artikel 4

    1. In het algemeen bestaat het kader voor de programmering en vaststelling van samenwerkingsactiviteiten van de Gemeenschap op grond van deze verordening uit:

    a) strategiedocumenten;

    b) meerjarige indicatieve programma's;

    c) jaarlijkse actieplannen.

    2. De strategiedocumenten voor de Aziatische en Latijns-Amerikaanse partnerlanden, -regio's en -subregio's worden voor een periode van vijf tot zeven jaar opgesteld.

    Zij bepalen de langetermijndoelstellingen van de samenwerking en omschrijven de strategische prioriteiten en specifieke actieterreinen. Indien de omstandigheden dit vereisen, worden zij gewijzigd.

    Voor crisissituaties van ontwortelde bevolkingsgroepen wordt voor een periode van drie jaar een afzonderlijk strategiedocument opgesteld dat geheel Azië en Latijns-Amerika bestrijkt.

    3. Meerjarige indicatieve programma's voor drie jaar die op de strategiedocumenten zijn gebaseerd, worden voor elk land, elke regio of elke subregio opgesteld dat of die voor communautaire samenwerking in aanmerking komt.

    De programma's bevatten een beschrijving van de sectorale en intersectorale prioriteiten, de specifieke doelstellingen en de verwachte resultaten.

    Zij vermelden de indicatieve bedragen (totaal en bedrag voor elke prioritaire sector) en de financieringscriteria voor het betrokken programma.

    Zij geven de vastgestelde prioriteiten weer die met de betrokken Aziatische en Latijns-Amerikaanse partners zijn overeengekomen. Zo nodig worden zij bijgewerkt.

    4. De jaarlijkse actieplannen die op de meerjarenprogramma's zijn gebaseerd, worden opgesteld voor elk land, elke regio of elke subregio dat of die voor samenwerking van de Gemeenschap in aanmerking komt.

    Zij vermelden voor elk werkingsjaar zo nauwkeurig mogelijk de doelstellingen, de actieterreinen en de verstrekte middelen.

    Zij bevatten een lijst van samenwerkingsactiviteiten voor financiering door de Gemeenschap. Zij vermelden voor elk project en programma het maximumbedrag van de financiële bijdrage van de Gemeenschap.

    5. In bijzondere situaties kunnen specifieke samenwerkingsmaatregelen die niet onder de jaarlijkse actieplannen vallen, worden goedgekeurd.

    Artikel 5

    1. De communautaire financiering geschiedt in de vorm van schenkingen.

    2. De communautaire financiering kan in het bijzonder worden aangewend voor uitgaven voor het uitwerken, uitvoeren, controleren, inspecteren en beoordelen van projecten en programma's en voor informatie over samenwerkingsactiviteiten.

    3. De communautaire financiering kan worden aangewend voor cofinanciering, die zoveel mogelijk moet worden toegepast, vooral wanneer daardoor andere financiële middelen kunnen worden gemobiliseerd die tot de doelstellingen van artikel 2 kunnen bijdragen.

    4. De communautaire financiering mag niet worden aangewend voor de betaling van belastingen, rechten of heffingen.

    5. De communautaire financiering kan worden gebruikt voor investeringsuitgaven met inbegrip van de aankoop van onroerend goed, wanneer dit laatste noodzakelijk is voor de directe uitvoering van het project en op voorwaarde dat de eigendom wordt overgedragen aan de plaatselijke partners van de ontvanger of de eindbegunstigden van het project zodra dit is voltooid.

    Artikel 6

    1. De Commissie voert de samenwerking van de Gemeenschap uit overeenkomstig de begrotingsprocedures en andere geldende procedures, in het bijzonder die welke zijn vastgesteld in het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen.

    2. Bij haar financieringsbesluiten op grond van deze verordening houdt de Commissie rekening met de beginselen van een gezond financieel beheer die zijn vastgesteld in het Financieel Reglement.

    Artikel 7

    Het financiële referentiebedrag voor de uitvoering van de samenwerking van de Gemeenschap op grond van deze verordening over de periode 2003-2006 is 2 523 miljoen euro voor de samenwerking met de Aziatische partners en 1 270 miljoen euro voor de samenwerking met Latijns-Amerika.

    De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegestaan binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten.

    Artikel 8

    Nevens de nationale en federale regeringen zijn de partners die op grond van deze verordening voor financiële steun in aanmerking komen onder meer regionale en internationale organisaties, met inbegrip van organisaties van de Verenigde Naties, niet-gouvernementele organisaties, nationale, provinciale en plaatselijke overheidsinstanties en -bureaus, basisorganisaties en openbare of particuliere instellingen en bedrijven.

    Artikel 9

    1. De deelname aan aanbestedingen en contracten staat op gelijke voorwaarden open voor alle natuurlijke en rechtspersonen uit de lidstaten, de kandidaat-lidstaten en, voor wat de samenwerkingsactiviteiten in hun respectieve regio's betreft, de Aziatische en Latijns-Amerikaanse partners.

    2. De Commissie kan van geval tot geval de deelneming uitbreiden tot natuurlijke en rechtspersonen uit andere ontwikkelingslanden en in het geval van programma's ter bevordering van de regionale samenwerking en integratie in Azië, tot de in bijlage II genoemde Aziatische landen en gebieden.

    3. Bij cofinanciering kan de Commissie van geval tot geval toestaan dat natuurlijke en rechtspersonen uit de cofinancierende landen aan aanbestedingen en contracten deelnemen, op voorwaarde dat wederkerigheid wordt verleend.

    4. De Commissie kan haar overheidsopdrachten voor diensten en gezondheidsproducten die van wezenlijk belang zijn voor de strijd tegen overdraagbare ziekten zoals HIV/AIDS, tuberculose en malaria, eveneens van geval tot geval voor natuurlijke en rechtspersonen uit andere landen openstellen.

    5. Bovendien komen natuurlijke en rechtspersonen uit alle derde landen in aanmerking voor deelname aan aanbestedingen en contracten betreffende projecten en programma's ten gunste van de in bijlage I genoemde landen die in de OESO/DAC-lijst van steunontvangende landen als minst ontwikkelde landen zijn aangemerkt, en wel op de volgende gebieden: sectorale en multisectorale programmabijstand, steun voor investeringsprojecten, steun voor invoer en basisproducten, commerciële dienstverleningscontracten en bijstand aan niet-gouvernementele organisaties. In deze gevallen wordt de deelname van ondernemingen uit derde landen uitsluitend toegestaan indien wederkerigheid wordt verleend.

    Deze bepaling is alleen van toepassing op activiteiten van meer dan 700 000 SDR, of in het geval van met investeringen verband houdende technische samenwerking 130 000 SDR. Losstaande technische samenwerking en voedselhulp vallen niet onder deze bepaling.

    Artikel 10

    Alle op grond van deze verordening gesloten overeenkomsten of contracten voorzien uitdrukkelijk in toezicht en financiële controle door de Commissie, met inbegrip van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), en in accountantcontroles door de Rekenkamer, zo nodig ter plaatse. Zij machtigen de Commissie overeenkomstig verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 controles en verificaties ter plaatse uit te voeren.

    HOOFDSTUK III

    Besluitvormingsprocedure

    Artikel 11

    1. De in artikel 4 bedoelde strategiedocumenten, meerjarige indicatieve programma's en jaarlijkse actieplannen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 12, lid 2. Besluiten betreffende jaarlijkse actieplannen worden beschouwd als financieringsbesluiten betreffende de in het desbetreffende jaarlijkse actieplan vastgestelde projecten en programma's.

    Wijzigingen van de in de eerste alinea bedoelde besluiten worden volgens dezelfde procedure vastgesteld, behalve wanneer zij niet meer dan 20% uitmaken van het totale bedrag dat aan het jaarlijkse actieplan is toegewezen of geen belangrijke wijzigingen inhouden in de aard van de projecten of programma's die in het jaarlijkse actieplan zijn opgenomen. In dat geval worden de wijzigingen door de Commissie vastgesteld, die het in artikel 12, lid 1, bedoelde comité daarvan in kennis stelt.

    2. Financieringsbesluiten betreffende projecten en programma's die niet onder een jaarlijks actieplan vallen en 5 miljoen euro of meer bedragen, worden afzonderlijk vastgesteld volgens de procedure van artikel 12, lid 2.

    Wijzigingen van deze besluiten worden volgens dezelfde procedure vastgesteld, behalve wanneer deze wijzigingen niet meer dan 20% uitmaken van het aan de projecten en programma's toegekende bedrag of geen belangrijke wijzigingen in de betrokken projecten of programma's inhouden. In dit laatste geval worden de wijzigingen door de Commissie vastgesteld, die het in artikel 12, lid 1, vastgestelde comité daarvan in kennis stelt.

    Financieringsbesluiten van minder dan 5 miljoen euro en wijzigingen daarvan worden door de Commissie vastgesteld, die het in artikel 12, lid 1, bedoelde comité daarvan in kennis stelt.

    Artikel 12

    1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité, hierna het "ALA-comité" genoemd, dat uit vertegenwoordigers van de lidstaten bestaat en door een vertegenwoordiger van de Commissie wordt voorgezeten.

    2. In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, gelet op artikel 8 van dat besluit.

    De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt op 30 dagen vastgesteld.

    3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

    4. Het comité kan ieder ander vraagstuk in verband met deze verordening onderzoeken dat door de voorzitter, al dan niet op verzoek van de vertegenwoordiger van een lidstaat, aan het comité wordt voorgelegd, in het bijzonder ieder vraagstuk betreffende de programmering of algemene tenuitvoerlegging van maatregelen of betreffende cofinanciering.

    HOOFDSTUK IV

    Coördinatie, verslaguitbrenging en slotbepalingen

    Artikel 13

    1. Ter wille van de samenhang, de doelmatigheid en de complementariteit van de samenwerking van de Gemeenschap organiseren de lidstaten en de Commissie, ook ter plaatse, frequente en regelmatige informatie-uitwisselingen over de activiteiten die zij wensen uit te voeren. Zij houden elkaar op de hoogte van hun programmastrategie, prioritaire sectoren en beoordelingen en van hun huidige en toekomstige samenwerking.

    2. De Commissie kan in overleg met de lidstaten ieder initiatief nemen dat nodig is voor een passende coördinatie en samenwerking met de internationale financiële instellingen, organisaties van de Verenigde Naties en andere donoren.

    3. De nodige maatregelen worden genomen om het communautaire karakter van de op grond van deze verordening uitgevoerde samenwerkingsactiviteiten te beklemtonen.

    Artikel 14

    Ieder jaar verstrekt de Commissie in haar jaarverslag aan het Europees Parlement en de Raad over de buitenlandse bijstand van de Gemeenschap gegevens over de op grond van deze verordening gefinancierde maatregelen.

    Artikel 15

    De Commissie neemt de nodige maatregelen om te zorgen voor een doeltreffend en doorlopend toezicht op de tenuitvoerlegging van samenwerkingsactiviteiten van de Gemeenschap op grond van deze verordening.

    Om de vijf jaar dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een beoordelingsverslag in, samen met suggesties voor de toekomstige ontwikkeling van deze verordening en indien nodig voorstellen tot wijziging daarvan.

    Artikel 16

    1. De Verordeningen (EEG) nr. 443/92 en (EG) nr. 2130/2001 worden ingetrokken.

    2. In artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) Nr. 2258/96 worden de woorden "de landen in Latijns-Amerika en Azië" geschrapt.

    3. Onverminderd de leden 1 en 2, blijven de Verordeningen (EEG) nr. 443/92, (EG) nr. 2130/01 en (EG) nr. 2258/96 van toepassing op projecten en programma's waarvoor de procedures ter voorbereiding van het financieringsbesluit van de Commissie bij de inwerkingtreding van deze verordening zijn aangevangen maar nog niet zijn voltooid.

    4. De strategiedocumenten, meerjarige indicatieve programma's, jaarlijkse actieplannen en projecten die door de Commissie op grond van Verordening (EEG) nr. 443/92 met een gunstig advies van het op grond van artikel 15 van die Verordening ingestelde comité zijn vastgesteld, worden overeenkomstig de onderhavige verordening geacht te zijn vastgesteld.

    Artikel 17

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel,

    Voor het Europees Parlement Voor de Raad

    De Voorzitter De Voorzitter

    BIJLAGE I

    Afghanistan // Argentinië

    Bahrein // Bolivia

    Bangladesh // Brazilië

    Bhutan // Chili

    Birma/Myanmar // Colombia

    Cambodja // Costa Rica

    China // Cuba

    Filipijnen // Ecuador

    India // El Salvador

    Indonesië // Guatemala

    Irak // Honduras

    Iran // Mexico

    Jemen // Nicaragua

    Korea, Democratische Volksrepubliek // Panama

    Laos // Paraguay

    Maldiven // Peru

    Maleisië // Uruguay

    Mongolië // Venezuela

    Nepal //

    Oman //

    Oost-Timor //

    Pakistan //

    Saudi-Arabië //

    Sri Lanka //

    Thailand //

    Vietnam //

    BIJLAGE II

    Brunei Darussalam

    Chinees Taipei

    Hongkong

    Republiek Korea

    Koeweit

    Japan

    Macau

    Qatar

    Singapore

    Verenigde Arabische Emiraten

    FINANCIEEL MEMORANDUM

    1. Benaming van de actie

    Communautaire samenwerking met de landen in Azië en Latijns-Amerika

    2. Betrokken begrotingsplaatsen

    B7-300, B7-300A, B7-301, B7-302, B7-302A, B7-303, B7-304, B7-304A, B7-310, B7-310A, B7-311, B7-312, B7-312A, B7-313, B7-313A, B7-432, B7-432A.

    3. Rechtsgrondslag

    Artikel 179 juncto artikel 251.

    4. Beschrijving van de actie

    4.1 Algemene doelstelling

    De samenwerking van de Gemeenschap wordt gevoerd met het doel de betrekkingen tussen de Europese Unie en haar partners in Azië en Latijns-Amerika te versterken en in het bijzonder welvaart, veiligheid en stabiliteit te bevorderen. De samenwerking van de Gemeenschap is meer in het bijzonder gericht op:

    - bevordering van een duurzame ontwikkeling waarbij op evenwichtige en geïntegreerde wijze wordt gestreefd naar de verwezenlijking van sociale, economische en ecologische doelstellingen en naar een harmonieuze en geleidelijke inschakeling in en deelname aan de wereldeconomie en de bestrijding van de armoede;

    - versterking van het institutionele en wettelijke kader, in het bijzonder ter ondersteuning van de democratische beginselen, de rechtsstaat en het respect voor en de bescherming van mensenrechten en fundamentele vrijheden;

    - bevordering van de economische en commerciële samenwerking, de versterking van investeringsbetrekkingen en de stimulering van de integratie van Aziatische en Latijns-Amerikaanse landen in het multilateraal handelsstelsel en de tenuitvoerlegging van de WTO-overeenkomsten;

    - steun voor de strijd tegen georganiseerde misdaad, het witwassen van geld, terrorisme, drugs, illegale migratie en mensenhandel, en maatregelen om het vertrouwen te versterken en conflicten te voorkomen;

    - bevordering van regionale integratie en samenwerking in Azië en Latijns-Amerika en steun voor de ontwikkeling van nauwere betrekkingen tussen de Aziatische en Latijns-Amerikaanse partners en de Europese Unie;

    - steun voor herstel, wederopbouw en hulp aan ontwortelde bevolkingsgroepen, met bijzondere aandacht voor de overgang van noodhulp naar ontwikkeling.

    4.2 Looptijd en regelingen voor verlenging

    De verordening geldt voor onbepaalde duur maar het financieel kader is vastgesteld voor het tijdvak 2003 - 2006.

    5. Indeling van uitgaven of inkomsten

    5.1 Niet-verplichte uitgaven

    Ja.

    5.2 Gesplitste kredieten

    Ja.

    5.3 Aard van de inkomsten

    Geen.

    6. Aard van de uitgaven of inkomsten

    - Subsidie 100%: ja.

    - Subsidie voor gezamenlijke financiering met andere bronnen uit de openbare en/of particuliere sector: in het algemeen zullen de onder deze verordening vallende maatregelen worden gecofinancierd door openbare lichamen (centrale, regionale of plaatselijke autoriteiten) of particuliere lichamen (NGO's, andere organisaties van de civiele samenleving) van de begunstigde landen.

    - Rentesubsidie: naar verwachting geen.

    - Indien de actie een economisch succes zou blijken, dient de bijdrage van de Gemeenschap dan geheel of gedeeltelijk te worden terugbetaald? Neen.

    - Zal de geplande actie een wijziging in het inkomenspeil met zich meebrengen? Zo ja, welk soort wijziging en om welke categorie inkomsten gaat het? Neen.

    7. Financiele gevolgen

    7.1 Wijze van berekening van de totale kosten van de actie (verhouding tussen afzonderlijke en totale kosten)

    De bedragen die over de periode 2003-2006 worden uitgetrokken voor de samenwerkingsprojecten met de onder deze verordening vallende landen van Azië en Latijns-Amerika worden jaarlijks door de begrotingsautoriteit vastgesteld. De betrokken Commissiediensten voeren op basis van de jaarlijks beschikbare bedragen en de spreiding daarvan over Azië en Latijns-Amerika de jaarlijkse betalingsverplichtingen uit, rekening houdend met de meerjarenprogrammering van de maatregelen die per land en per regio zijn vastgesteld.

    7.2 Uitsplitsing van de kosten

    Vastleggingskredieten in miljoen EUR (tegen lopende prijzen)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    7.3 Operationele uitgaven voor studies, experts enz. opgenomen in deel B van de begroting (Azië + Latijns-Amerika)

    Vastleggingskredieten in miljoen EUR (tegen lopende prijzen)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    7.4 Overzicht van vastleggings- en betalingskredieten

    miljoen EUR

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    8. Maatregelen voor fraudepreventie

    - Voorgenomen specifieke controlemaatregelen

    De bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap en de strijd tegen fraude en onregelmatigheden vormen een integrerend deel van deze verordening.

    Het administratief toezicht op de contracten en betalingen zal behoren tot de bevoegdheid van de EG-delegaties in de begunstigde landen.

    De op grond van deze verordening gefinancierde maatregelen zullen in alle fasen van de projectcyclus via de delegaties worden gesuperviseerd. Bij de supervisie zal rekening worden gehouden met de contractuele verplichtingen en met de beginselen van de kosten-batenanalyse en een gezond financieel beheer.

    Bovendien wordt in alle op grond van deze verordening gesloten overeenkomsten of contracten uitdrukkelijk voorzien in toezicht op de uitgaven die voor de projecten/programma's zijn toegestaan en op de goede tenuitvoerlegging van de activiteiten alsmede in financiële controle door de Commissie, met inbegrip van het Europees bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en audits door de Rekenkamer, zo nodig ter plaatse. De Commissie (OLAF) zal in die overeenkomsten of contracten worden gemachtigd controles en verificaties ter plaatse uit te voeren overeenkomstig Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden.

    Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan de aard van de uitgaven (komen deze in aanmerking?), de naleving van de begrotingen (feitelijke uitgaven) en de verificatie van bewijsstukken en documenten (aantonen van uitgaven).

    9. Elementen van een kosten-batenanalyse

    9.1 Gespecificeerde en gekwantificeerde doelstellingen; doelgroepen

    De specifieke programmadoelstellingen zijn in deze verordening omschreven.

    Het hoofddoel van de bijstand is de betrekkingen tussen de Europese Unie en haar partners in Azië en Latijns-Amerika te versterken en in het bijzonder de welvaart, veiligheid en stabiliteit te bevorderen. De samenwerking van de Gemeenschap heeft onder meer de volgende oogmerken:

    - bevordering van een duurzame sociale, economische en ecologische ontwikkeling, een harmonieuze en geleidelijke inschakeling in de wereldeconomie en armoedebestrijding. De samenwerking ondersteunt ook herstel, wederopbouw en hulp aan ontwortelde bevolkingsgroepen;

    - versterking van het institutionele en wettelijke kader, in het bijzonder ter ondersteuning van democratie, de rechtsstaat en het respect voor en de bescherming van mensenrechten en fundamentele vrijheden;

    - bevordering van de economische en commerciële samenwerking, versterking van investeringsbetrekkingen en stimulering van de integratie van Aziatische en Latijns-Amerikaanse landen in het multilateraal handelsstelsel en de tenuitvoerlegging van de WTO-overeenkomsten;

    - steun voor de strijd tegen georganiseerde misdaad, het witwassen van geld, terrorisme, drugs, illegale migratie en mensenhandel, en maatregelen om het vertrouwen te versterken en conflicten te voorkomen;

    - bevordering van de regionale integratie in Azië en Latijns-Amerika en steun voor de ontwikkeling van nauwere betrekkingen tussen de Aziatische en Latijns-Amerikaanse partners en de Europese Unie.

    De maatregelen op grond van deze verordening zullen waarschijnlijk ten goede komen van de gehele bevolking van de partnerlanden.

    De steun kan direct worden verstrekt aan staats-, federale, regionale en lokale lichamen, overheids- en semi-overheidslichamen, de sociale partners, de particuliere sector, organisaties voor ondersteuning van het bedrijfsleven, regionale verenigingen, internationale en bilaterale organisaties, coöperaties, onderlinge maatschappijen, verenigingen, plaatselijke organisaties, stichtingen, niet-gouvernementele organisaties en VN-organisaties.

    9.2 Motivering van de actie

    - Noodzaak van financiële steun door de Gemeenschap

    Hoewel de internationale gemeenschap in de afgelopen jaren aanzienlijke steun aan Azië en Latijns-Amerika heeft verstrekt, is er nog steeds sprake van wijdverbreide armoede, een kwetsbare economische situatie en een niet te verwaarlozen potentieel voor sociale en politieke onrust.

    Tijdens de komende kritieke periode heeft de Europese Unie tot taak een substantiële bijdrage te leveren tot welvaart, stabiliteit, veiligheid en armoedebestrijding.

    - Maatregelen na de evaluatie achteraf

    Overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EEG) nr. 443/92 van de Raad heeft de Commissie onafhankelijke consultants (Eva-EU Association) aangetrokken om een evaluatie van de ALA-Verordening 443/92 uit te voeren teneinde aanwijzingen te verstrekken over de "wenselijkheid om de richtsnoeren voor de hulp te handhaven of te wijzigen". Die evaluatie is in mei 2002 afgerond.

    De belangrijkste daaruit voortvloeiende aanbevelingen zijn grotendeels in het onderhavige voorgestel voor een verordening opgenomen. De beoordelaars hebben meer in het bijzonder de volgende aanbevelingen geformuleerd:

    (1) de nieuwe verordening mag geen significante strategische of beleidsverklaringen omvatten maar dient zich te beperken tot het vastleggen van de "spelregels" voor de programmering, tenuitvoerlegging en controle van de samenwerking van de Gemeenschap;

    (2) de basisbeginselen dienen te zijn: samenhang inzake strategie en beleid, in het bijzonder door het integreren van de programmeringsinstrumenten die in de hervorming van de buitenlandse bijstand van de Gemeenschap zijn vastgesteld; doeltreffendheid, door een constante controle van de resultaten; verantwoordingsplicht door aan de EU-instellingen en de partnerlanden uitgebreide, doorlopende en gespecialiseerde informatie te verstrekken; en efficiency.

    (3) er moet worden gezorgd voor een betere samenhang en coördinatie tussen de verschillende communautaire instrumenten, in het bijzonder tussen de geografische en thematische begrotingslijnen die in de ALA-landen worden aangewend.

    De voorgestelde verordening omvat praktisch al deze aanbevelingen.

    - Keuze van wegen en middelen

    Het belangrijkste instrument voor het uitwerken en implementeren van de communautaire bijstand op grond van deze verordening is het nationaal/regionaal strategiedocument waarin de samenwerkingsdoelstellingen op lange termijn, de strategische prioriteiten en de specifieke actieterreinen worden omschreven. Dit kader wordt nader uitgewerkt in de meerjaren- en jaarprogramma's.

    De samenwerking van de Gemeenschap verloopt in de vorm van schenkingen en er wordt zoveel mogelijk gestreefd naar cofinanciering.

    - Belangrijkste onzekerheidsfactoren die een effect op de specifieke resultaten van de actie zouden kunnen hebben

    Absorptiecapaciteit van de partnerlanden, wijzigingen in het politieke klimaat (rechtsstaat, mensenrechten), wijzigingen in het veiligheidsklimaat, in het bijzonder in landen die door conflicten of rampen zijn getroffen.

    9.3 Controle en evaluatie van de maatregel

    Voor iedere onder de verordening vallende maatregel (in het bijzonder de samenwerkingsprojecten- en programma's) zal een intern controle- en evaluatiesysteem worden gecreëerd, waardoor de specifieke resultaat- en effectindicatoren zullen worden bepaald en doorlopend gecontroleerd. De diensten van AIDCO en de delegaties zullen eveneens halfweg en na afloop controle- en evaluatiemissies voor iedere maatregel opzetten. Die zullen door ambtenaren van de Gemeenschap en onafhankelijke experts worden uitgevoerd.

    10. Effect op personeel en huishoudelijke uitgaven

    De behoeften aan middelen voor personeel en huishoudelijke uitgaven worden gedekt door de toewijzing aan het beherend DG in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure.

    10.1.a Gevolgen voor het aantal posten (Latijns-Amerika)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    10.1.b Gevolgen voor het aantal ambten (Azië)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    10.2. Algemene financiële gevolgen in verband met personele middelen (Azië en Latijns-Amerika)

    EUR

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    De bedragen hebben betrekking op uitgaven voor 12 maanden.

    10.3 Overige uitgaven die uit de maatregel voortvloeien (Azië en Latijns-Amerika)

    EUR

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    De bedragen hebben betrekking op uitgaven voor 12 maanden.

    Top