EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005R1757

Verordening (EG) nr. 1757/2005 van de Commissie van 27 oktober 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 690/2001 betreffende bijzondere marktondersteuningsmaatregelen in de rundvleessector

PB L 285 van 28.10.2005, p. 6–7 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 330M van 9.12.2008, p. 244–245 (MT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 11/12/2010

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2005/1757/oj

28.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 285/6


VERORDENING (EG) Nr. 1757/2005 VAN DE COMMISSIE

van 27 oktober 2005

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 690/2001 betreffende bijzondere marktondersteuningsmaatregelen in de rundvleessector

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), en met name op artikel 38, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 690/2001 van de Commissie (2) is voorzien in een opkoopregeling voor karkassen van meer dan 30 maanden oude runderen van bepaalde categorieën. Na overname van de karkassen kan de betrokken lidstaat de betrokken producten met name elimineren. In artikel 7 van de verordening is bepaald dat, indien de bevoegde autoriteit voor eliminatie kiest, zij de nodige maatregelen moet treffen om ervoor te zorgen dat alle betrokken vlees gedestrueerd wordt en de daarbij verkregen producten niet voor consumptie of voederdoeleinden kunnen worden gebruikt. Sedert maart 2002 zijn geen aankopen meer gedaan in het kader van deze bijzondere marktondersteuningsmaatregel.

(2)

Met betrekking tot de aankopen in het kader van deze regeling is gebleken dat in ultraperifere gebieden die moeilijk toegankelijk zijn en waar geen destructievoorzieningen beschikbaar zijn binnen een redelijke afstand, de karkassen niet kunnen worden geëlimineerd overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 690/2001. De op grond van Verordening (EG) nr. 690/2001 in ultraperifere gebieden opgekochte karkassen zijn begraven in de periode 2001-2002. Deze begravingen vonden plaats overeenkomstig de ter zake geldende veterinaire en milieunormen en waren in overeenstemming met de in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 690/2001 voorgeschreven eliminatie.

(3)

Gezien de bijzondere omstandigheden in de ultraperifere gebieden moet Verordening (EG) nr. 690/2001 worden gewijzigd teneinde ervoor te zorgen dat de in het kader van de regeling opgekochte karkassen op een andere manier dan door verwerking en destructie kunnen worden geëlimineerd.

(4)

Om de hierboven uiteengezette uitzonderlijke redenen moeten bovendien de begravingen in ultraperifere gebieden die hebben plaatsgevonden met inachtneming van de ter zake geldende veterinaire en milieunormen, worden goedgekeurd. Daartoe moet de wijziging van de verordening met terugwerkende kracht van toepassing zijn met ingang van 1 juli 2001.

(5)

Verordening (EG) nr. 690/2001 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan artikel 7 van Verordening (EG) nr. 690/2001 worden de volgende alinea’s toegevoegd:

„De bevoegde autoriteit kan evenwel besluiten dat karkassen of halve karkassen mogen worden weggewerkt door middel van verbranding of begraving, op voorwaarde dat aan de onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

a)

de betrokken dieren moeten in het kader van deze verordening zijn geslacht in inrichtingen die zijn gelegen in een ultraperifeer gebied dat moeilijk toegankelijk is;

b)

de vereiste infrastructuur voor verwerking en destructie van de karkassen of halve karkassen, zoals bedoeld in de eerste alinea, is in het betrokken gebied niet aanwezig.

In geval van begraving zoals bedoeld in de tweede alinea, moeten de dieren diep genoeg worden begraven om te voorkomen dat vleesetende dieren de karkassen of halve karkassen opgraven, en de begraving moet plaatsvinden op daarvoor geschikt terrein, teneinde verontreiniging van de waterspiegel of elke andere vorm van milieuverontreiniging te voorkomen. Voordat de karkassen of halve karkassen worden begraven, moeten zij indien nodig worden besprenkeld met een daarvoor geschikt, door de bevoegde autoriteit goedgekeurd ontsmettingsmiddel.”

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2001.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 oktober 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

(2)  PB L 95 van 5.4.2001, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2595/2001 (PB L 345 van 29.12.2001, blz. 33).


Top