EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003R1202

Verordening (EG) nr. 1202/2003 van de Commissie van 4 juli 2003 tot vaststelling van tijdelijke maatregelen in verband met de goedkeuring van autonome overgangsmaatregelen betreffende de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Slovenië, Slowakije en de Tsjechische Republiek

PB L 168 van 5.7.2003, p. 6–8 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 18/01/2011

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2003/1202/oj

32003R1202

Verordening (EG) nr. 1202/2003 van de Commissie van 4 juli 2003 tot vaststelling van tijdelijke maatregelen in verband met de goedkeuring van autonome overgangsmaatregelen betreffende de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Slovenië, Slowakije en de Tsjechische Republiek

Publicatieblad Nr. L 168 van 05/07/2003 blz. 0006 - 0008


Verordening (EG) nr. 1202/2003 van de Commissie

van 4 juli 2003

tot vaststelling van tijdelijke maatregelen in verband met de goedkeuring van autonome overgangsmaatregelen betreffende de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Slovenië, Slowakije en de Tsjechische Republiek

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad van 6 december 1993 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2580/2000(2), en met name op artikel 8, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Gemeenschap heeft onlangs handelsovereenkomsten voor verwerkte landbouwproducten gesloten met Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Slovenië, Slowakije en de Tsjechische Republiek ter voorbereiding van de toetreding van deze landen tot de Gemeenschap. Deze overeenkomsten voorzien in concessies die de afschaffing door de Gemeenschap van uitvoerrestituties op bepaalde verwerkte landbouwproducten behelzen.

(2) Verordening (EG) nr. 1039/2003 van de Raad van 2 juni 2003 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Estland en de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar Estland(3), Verordening (EG) nr. 1086/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Slovenië en de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar Slovenië(4), Verordening (EG) nr. 1087/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Letland en de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar Letland(5), Verordening (EG) nr. 1088/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Litouwen en de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar Litouwen(6), Verordening (EG) nr. 1089/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit de Slowaakse Republiek en de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar de Slowaakse Republiek(7) en Verordening (EG) nr. 1090/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit de Tsjechische Republiek en de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar de Tsjechische Republiek(8) voorzien op autonome basis in de afschaffing, per 1 juli 2003, van de restituties voor verwerkte landbouwproducten die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen, wanneer deze worden uitgevoerd naar respectievelijk Estland, Slovenië, Letland, Litouwen, Slowakije en de Tsjechische Republiek.

(3) Verordening (EG) nr. 999/2003 van de Raad van 2 juni 2003 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Hongarije en de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar Hongarije(9) voorziet op autonome basis in de afschaffing, per 1 juli 2003, van de restituties op de in artikel 1 van die verordening genoemde goederen wanneer deze worden uitgevoerd naar Hongarije.

(4) In ruil voor de afschaffing van de uitvoerrestituties overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 1039/2003, (EG) nr. 999/2003, (EG) nr. 1087/2003, (EG) nr. 1088/2003, (EG) nr. 1086/2003, (EG) nr. 1089/2003 en (EG) nr. 1090/2003 hebben de Estlandse, Hongaarse, Letlandse, Litouwse, Sloveense, Slowaakse en Tsjechische autoriteiten zich ertoe verplicht op wederzijdse basis rechtenvrije invoer, of rechtenvrije invoer binnen contingenten, voor bepaalde op hun respectieve grondgebied ingevoerde goederen toe te staan, mits deze goederen vergezeld gaan van een exemplaar van de aangifte ten uitvoer waarop vermeld is dat ze niet voor de betaling van uitvoerrestituties in aanmerking komen. Zonder deze documenten is het volledige recht van toepassing.

(5) Vanaf de inwerkingtreding van de verordeningen komen bepaalde goederen waarvoor handelaars overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1520/2000 van de Commissie van 13 juli 2000 tot vaststelling van de gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen voor de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen(10), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 740/2003(11), restitutiecertificaten hebben aangevraagd, bij uitvoer naar bovengenoemde landen niet meer voor een restitutie in aanmerking.

(6) Het moet worden toegestaan het bedrag van de restitutiecertificaten te verlagen en de zekerheid voor deze restitutiecertificaten pro rata vrij te geven wanneer handelaars ten genoegen van de bevoegde nationale instantie kunnen aantonen dat de inwerkingtreding van de verordeningen van invloed was op hun restitutieaanvragen. Bij haar beoordeling van verzoeken om verlaging van het bedrag van het restitutiecertificaat en een proportionele vrijgave van de zekerheid daarvoor moet de bevoegde nationale instantie bij twijfel in het bijzonder rekening houden met de documenten die worden genoemd in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 4045/89 van de Raad van 21 december 1989 inzake de door de lidstaten uit te voeren controles op de verrichtingen in het kader van de financieringsregeling van de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw en houdende intrekking van Richtlijn 77/435/EEG(12), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2154/2002(13), zonder dat hierbij de toepassing van de andere bepalingen van deze richtlijn in het gedrang komt.

(7) Om administratieve redenen is het dienstig te bepalen dat verzoeken om verlaging van het bedrag van het restitutiecertificaat en vrijgave van de zekerheid binnen een korte periode moeten worden gedaan en dat de bedragen waarvoor verlaging geaccepteerd is, tijdig ter kennis van de Commissie moeten worden gebracht, zodat hiermee rekening kan worden gehouden bij de vaststelling van het bedrag waarvoor ingevolge Verordening (EG) nr. 1520/2000 restitutiecertificaten voor gebruik vanaf 1 augustus 2003 zullen worden uitgegeven.

(8) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor horizontale vraagstukken inzake verwerkte agrarische producten die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Goederen waarvoor de uitvoerrestituties ingevolge de Verordeningen (EG) nr. 1039/2003, (EG) nr. 999/2003, (EG) nr. 1087/2003, (EG) nr. 1088/2003, (EG) nr. 1086/2003, (EG) nr. 1089/2003 en (EG) nr. 1090/2003 zijn afgeschaft, worden vrij van rechten, of vrij van rechten binnen een contingent, in Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Slovenië, Slowakije en de Tsjechische Republiek ingevoerd, indien deze goederen vergezeld gaan van een naar behoren ingevuld exemplaar van de aangifte ten uitvoer met in vak 44 de volgende vermelding:

"Uitvoerrestitutie: 0 EUR/Verordening (EG) nr. -/2003(14).".

Artikel 2

1. Het bedrag van restitutiecertificaten die in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1520/2000 zijn afgegeven voor de uitvoer van goederen waarvoor ingevolge de Verordeningen (EG) nr. 1039/2003, (EG) nr. 999/2003, (EG) nr. 1087/2003, (EG) nr. 1088/2003, (EG) nr. 1086/2003, (EG) nr. 1089/2003 en (EG) nr. 1090/2003 de uitvoerrestituties zijn afgeschaft, kan op verzoek van de belanghebbende partij onder de in lid 2 genoemde voorwaarden worden verlaagd.

2. Om voor verlaging van het bedrag van het restitutiecertificaat in aanmerking te komen moet het in lid 1 bedoelde certificaat vóór de datum van inwerkingtreding van de in dat lid genoemde verordeningen zijn aangevraagd en moet de geldigheidsduur na 30 juni 2003 aflopen.

3. Het bedrag van het certificaat wordt verlaagd met het bedrag waarvoor de betrokkene ten genoegen van de bevoegde nationale instantie kan aantonen dat hij als gevolg van de inwerkingtreding van de in lid 1 genoemde verordeningen geen uitvoerrestituties kon aanvragen.

Bij twijfel houden de bevoegde autoriteiten bij hun beoordeling in het bijzonder rekening met de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 4045/89 bedoelde handelsdocumenten.

4. De zekerheid terzake wordt vrijgegeven naar rata van de verlaging.

Artikel 3

1. Om voor de in artikel 2 bedoelde regeling in aanmerking te komen moet de bevoegde instantie de verzoeken uiterlijk op 9 juli 2003 in haar bezit hebben.

2. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 14 juli 2003 in kennis van de bedragen die overeenkomstig artikel 2, lid 3, zijn verlaagd. Bij de vaststelling van het bedrag waarvoor ingevolge artikel 8, lid 3, onder f), van Verordening (EG) nr. 1520/2000 restitutiecertificaten voor gebruik vanaf 1 augustus 2003 worden uitgegeven, wordt rekening gehouden met de medegedeelde bedragen.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 juli 2003.

Voor de Commissie

Erkki Liikanen

Lid van de Commissie

(1) PB L 318 van 20.12.1993, blz. 18.

(2) PB L 298 van 25.11.2000, blz. 5.

(3) PB L 151 van 19.6.2003, blz. 1.

(4) PB L 163 van 1.7.2003, blz. 1.

(5) PB L 163 van 1.7.2003, blz. 19.

(6) PB L 163 van 1.7.2003, blz. 38.

(7) PB L 163 van 1.7.2003, blz. 56.

(8) PB L 163 van 1.7.2003, blz. 73.

(9) PB L 146 van 13.6.2003, blz. 10.

(10) PB L 177 van 15.7.2000, blz. 1.

(11) PB L 106 van 29.4.2003, blz. 12.

(12) PB L 388 van 30.12.1989, blz. 18.

(13) PB L 328 van 5.12.2002, blz. 4.

(14) Nummer van de verordening voor het land van bestemming.

Top