Use quotation marks to search for an "exact phrase". Append an asterisk (*) to a search term to find variations of it (transp*, 32019R*). Use a question mark (?) instead of a single character in your search term to find variations of it (ca?e finds case, cane, care).
Richtlijn (EU) 2024/1760 heeft tot doel ervoor te zorgen dat grote Europese Unie (EU)- en niet-EU-ondernemingen met een aanzienlijke aanwezigheid in de EU duurzame en verantwoorde praktijken integreren in hun binnenlandse en internationale activiteiten. Dit wordt bereikt door bedrijven het volgende te laten doen:
de feitelijke en potentiële negatieve mensenrechten en milieueffecten van hun eigen activiteiten, samen met die van hun dochterondernemingen en handelspartners, in alle ketens van activiteiten van die bedrijven beoordelen en aanpakken;
verantwoording afleggen bij niet-nakoming en aansprakelijk zijn voor inbreuken op de verplichtingen;
een overgangsplan voor de beperking van klimaatverandering aannemen en ten uitvoer leggen dat, naar beste vermogen, moet zorgen voor de verenigbaarheid met de overgang naar een duurzame economie overeenkomstig het doel en de vereisten inzake opwarming van de aarde van de Overeenkomst van Parijs van 1,5 °C.
De richtlijn beperkt de bestaande nationale bepalingen inzake mensen, werkgelegenheid, sociale bepalingen, milieu en klimaatverandering niet.
KERNPUNTEN
De richtlijn:
is van toepassing op EU- en niet-EU-ondernemingen die aan een van de volgende voorwaarden voldoen:
had meer dan 1.000 werknemers en een netto wereldwijd (voor EU-ondernemingen) of een netto-EU-omzet (voor niet-EU-ondernemingen) van meer dan 450 miljoen EUR in het laatste boekjaar;
had niet deze drempels bereikt, maar is de uiteindelijke moederonderneming van een groep die dat wel heeft gedaan;
had franchise- en licentieovereenkomsten gesloten met royalty’s van meer dan 22,5 miljoen EUR en een netto-omzet van meer dan 80 miljoen EUR wereldwijd/in de EU (alleen of als uiteindelijke moederonderneming van een groep).
Passende zorgvuldigheid
Bedrijven moeten op risico gebaseerde passende zorgvuldigheid op het gebied van mensenrechten en milieu uitvoeren door:
het in overleg met werknemers en hun vertegenwoordigers integreren van de volgende maatregelen van passende zorgvuldigheid in hun beleid en risicobeheersystemen:
een beschrijving van hun langetermijnaanpak,
een gedragscode die regels en beginselen voor de onderneming en haar dochterondernemingen en handelspartners bevat;
een presentatie van de toegepaste processen, met inbegrip van nakomingscontroles;
het beleid inzake passende zorgvuldigheid snel bijwerken na een aanzienlijke ontwikkeling en ten minste om de 24 maanden;
het identificeren van daadwerkelijke of potentiële negatieve mensenrechten- en milieu-effecten in hun eigen activiteiten en die van hun dochterondernemingen en in hun activiteitenketens, naast het prioriteren van aandacht voor de aanpak van gevolgen op basis van ernst en waarschijnlijkheid;
potentiële problemen te voorkomen en te beperken, daadwerkelijke problemen te beëindigen en hun schade tot een minimum te beperken;
het herstellen1 van de feitelijke negatieve effecten;
het betrekken van de relevante belanghebbenden bij verschillende stadia van het proces van passende zorgvuldigheid;
het instellen van toegankelijke en algemeen beschikbare kennisgevings- en klachtenprocedures, met inbegrip van een passende follow-up, waar individuen en organisaties op anonieme en vertrouwelijke wijze overeenkomstig het nationale recht klachten kunnen indienen;
regelmatig (ten minste om de twaalf maanden) toe te zien op de doeltreffendheid van hun beleid inzake passende zorgvuldigheid gedurende hun activiteiten, die van hun dochterondernemingen en in hun activiteitenketens;
het op hun website bekendmaken van een jaarlijkse verklaring (in overeenstemming met Richtlijn (EU) 2022/2464 (de richtlijn inzake duurzaamheidsrapportering door ondernemingen) en ter beschikking stellen aan het Europees centraal toegangspunt;
alle documentatie over de naleving van hun passende zorgvuldigheid gedurende ten minste vijf jaar te bewaren.
Ze moeten een overgangsplan voor klimaatverandering aannemen en ten uitvoer leggen met daarin:
tijdgebonden vijfjarige streefcijfers tussen 2030 en 2050,
beschrijvingen van de maatregelen om de doelstellingen te bereiken;
details over de betrokken investeringen en financiering;
uitleg over de rol van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen.
Bedrijven van buiten de EU moeten een gemachtigde vertegenwoordiger aanwijzen als contactpunt voor nationale toezichthoudende autoriteiten.
in overleg met de EU-lidstaten, belanghebbenden en anderen en om bedrijven, nationale overheden en belanghebbenden te helpen hun wettelijke verplichtingen na te komen, publiceerde de volgende:
Richtsnoeren voor vrijwillige modelcontractbepalingen, op ,
algemene richtsnoeren over hoe de passende zorgvuldigheid moet worden betracht, met de nadruk op het identificatieproces, prioritering van de gevolgen, aanpassing van de aankooppraktijken, herstel, betrokkenheid van de belanghebbenden en verantwoordelijk delegeren;
praktische richtsnoeren voor het klimaatovergangsplan,
informatie over risicofactoren,
informatie over gegevens, informatiebronnen en digitale instrumenten,
informatie over de uitwisseling van middelen en informatie met het oog op naleving,
informatie voor belanghebbenden en hun vertegenwoordigers om ze te betrekken tijdens het gehele proces van passende zorgvuldigheid;
informatie over geschiktheidscriteria voor sectorale regelingen en initiatieven van meerdere belanghebbenden en verificatie door derden;
algemene en sectorspecifieke richtsnoeren voor specifieke mensenrechten- en milieuproblemen;
voorziet in de oprichting van een centrale helpdesk voor bedrijven die informatie, begeleiding en ondersteuning willen.
Lidstaten individueel of gezamenlijk gebruiken websites, platforms of portalen om informatie en steun te verstrekken aan bedrijven, met name kleine en middelgrote ondernemingen
Toezicht
Lidstaten:
wijzen een of meer toezichthoudende autoriteiten aan met de bevoegdheden om:
binnen een redelijke termijn met bewijsmateriaal gestaafde zorgen te ontvangen en maatregelen te treffen dienaangaande,
van ondernemingen te verlangen informatie te verstrekken,
onderzoeken uit te voeren,
een onderneming te gelasten om een einde te maken aan het schenden van de wet,
sancties of voorlopige maatregelen op te leggen;
ervoor zorgen dat een onderneming aansprakelijk kan worden gesteld voor enige schade, op voorwaarde dat:
de onderneming opzettelijk of uit onachtzaamheid de wet heeft overtreden,
de schade zich als gevolg van die overtreding heeft voorgedaan (maar een onderneming kan niet wettelijk aansprakelijk worden gesteld als de schade alleen door haar partners is veroorzaakt);
sancties vast te stellen voor bedrijven die de wet overtreden.
De Commissie richt een Europees netwerk van toezichthoudende autoriteiten op om de samenwerking tussen de nationale organen en de coördinatie en onderlinge afstemming van de verschillende werkgebieden op hun bevoegdheidsgebied te vergemakkelijken.
kan gedelegeerde handelingen vaststellen om de bijlage inzake rechten en verboden in internationale mensenrechten- en milieuverdragen en -verdragen te wijzigen;
dient uiterlijk op bij het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie een verslag in over de eventuele invoering van vereisten met betrekking tot passende zorgvuldigheid inzake duurzaamheid voor gereglementeerde financiële ondernemingen met betrekking tot het verrichten van financiële diensten en beleggingsactiviteiten, en vervolgens om de vijf jaar een uitvoeringsverslag uit te brengen.
VANAF WANNEER TREDEN DE REGELS IN WERKING?
De richtlijn moet uiterlijk op in nationaal recht zijn omgezet.
De richtlijn is van toepassing volgens het volgende tijdschema:
vanaf : ondernemingen met meer dan 5.000 werknemers en een netto-omzet van meer dan 1,5 miljard EUR;
vanaf : ondernemingen met meer dan 3.000 werknemers en een netto-omzet van meer dan 900 miljoen EUR;
vanaf : ondernemingen met meer dan 1.000 werknemers en een netto-omzet van meer dan 450 miljoen EUR;
Herstel. Het repareren van de situatie van de getroffen personen, gemeenschappen en milieu naar haar oorspronkelijke staat door middel van financiële compensatie en andere middelen die door het bedrijf worden verstrekt en in verhouding staan tot de gevolgen ervan.
BELANGRIJKSTE DOCUMENT
Richtlijn (EU) 2024/1760 van het Europees Parlement en de Raad van inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2019/1937 en Verordening (EU) 2023/2859 (PB L, 2024/1760, ).
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Verordening (EU) 2024/3015 van het Europees Parlement en de Raad van inzake een verbod op met dwangarbeid vervaardigde producten op de markt van de Unie en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2019/1937 (PB L, 2024/3015, ).
Verordening (EU) 2023/1115 van het Europees Parlement en de Raad van betreffende het op de markt van de Unie aanbieden en de uitvoer uit de Unie van bepaalde grondstoffen en producten die met ontbossing en bosdegradatie verband houden, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 995/2010 (PB L 150, , pp. 206-247).
Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) 2023/1115 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
Verordening (EU) 2023/1542 van het Europees Parlement en de Raad van inzake batterijen en afgedankte batterijen, tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG en Verordening (EU) 2019/1020 en tot intrekking van Richtlijn 2006/66/EG (PB L 191 van , blz. 1-117).
Verordening (EU) 2023/2859 van het Europees Parlement en de Raad van tot oprichting van een Europees centraal toegangspunt dat gecentraliseerde toegang biedt tot voor financiële diensten, kapitaalmarkten en duurzaamheid relevante publiek beschikbare informatie (PB L, 2023/2859, ).
Verordening (EU) 2021/821 van het Europees Parlement en de Raad van tot instelling van een Unieregeling voor controle op de uitvoer, de tussenhandel, de technische bijstand, de doorvoer en de overbrenging van producten voor tweeërlei gebruik (herschikking) (PB L 206, , pp. 1-461).
Verordening (EU) 2021/1119 van het Europees Parlement en de Raad van tot vaststelling van een kader voor de verwezenlijking van klimaatneutraliteit, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 401/2009 en Verordening (EU) 2018/1999 (“Europese klimaatwet”) (PB L 243, , pp. 1-17).
Richtlijn (EU) 2020/1828 van het Europees Parlement en de Raad van betreffende representatieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten en tot intrekking van Richtlijn 2009/22/EG (PB L 409 van , blz. 1-27).
Verordening (EU) 2019/125 van het Europees Parlement en de Raad van met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (codificatie) (PB L 30, , pp. 1-57).
Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden (PB L 305 van , blz. 17-56).
Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (PB L 317 van , blz. 1-16).
Verordening (EU) 2017/821 van het Europees Parlement en de Raad van tot vaststelling van verplichtingen inzake passende zorgvuldigheid in de toeleveringsketen voor Unie-importeurs van tin, wolfraam en wolfraam, de overeenkomstige ertsen, en goud uit conflict- en hoogrisicogebieden (PB L 130, , pp. 1-20).
Richtlijn (EU) 2016/943 van het Europees Parlement en de Raad van betreffende de bescherming van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan (PB L 157 van , blz. 1-18).
Richtlijn (EU) 2016/2341 van het Europees Parlement en de Raad van betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV’s) (herschikking) (PB L 354 van , blz. 37-85).
Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van , blz. 338-436).
Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174, , pp. 1-73).
Richtlijn 2009/38/EC van het Europees Parlement en de Raad van inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers (Herschikking) (PB L 122, , pp. 28-44).
Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van betreffende milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade (PB L 143 van , blz. 56-75).
Richtlijn 2002/14/EC van het Europees Parlement en de Raad van tot vaststelling van een algemeen kader betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers in de Europese Gemeenschap — Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de vertegenwoordiging van de werknemers (PB L 80, , pp. 29-34).
Richtlijn 2001/86/EC van de Raad van tot aanvulling van het statuut van de Europese vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (PB L 294, , pp. 22-32).
Richtlijn 96/71/EC van het Europees Parlement en de Raad van betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PB L 18, , pp. 1-6).