Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019R0402

    Verordening (EU) 2019/402 van de Commissie van 13 maart 2019 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat International Accounting Standard 19 betreft

    C/2019/1888

    PB L 72 van 14.3.2019, p. 6–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 15/10/2023; stilzwijgende opheffing door 32023R1803

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2019/402/oj

    14.3.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 72/6


    VERORDENING (EU) 2019/402 VAN DE COMMISSIE

    van 13 maart 2019

    houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat International Accounting Standard 19 betreft

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (1), en met name artikel 3, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 (2) van de Commissie werd een aantal op 15 oktober 2008 bestaande internationale standaarden en interpretaties goedgekeurd.

    (2)

    Op 7 februari 2018 is de International Accounting Standards Board (IASB) in het kader van zijn periodieke verbeteringsproces dat erop gericht is de standaarden te stroomlijnen en te verduidelijken, overgegaan tot de publicatie van Wijziging, inperking of afwikkeling van de regeling (wijzigingen in IAS 19). Met de wijzigingen wordt beoogd te verduidelijken dat een entiteit, nadat een wijziging, inperking of afwikkeling van een toegezegdpensioenregeling plaatsvindt, de bijgewerkte veronderstellingen uit de herwaardering van haar nettoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (actief) moet toepassen voor de verdere duur van de verslagperiode.

    (3)

    Na het overleg met de European Financial Reporting Advisory Group concludeert de Commissie dat de wijzigingen in International Accounting Standard (IAS) 19 Personeelsbeloningen beantwoorden aan de in artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1606/2002 vastgestelde goedkeuringscriteria.

    (4)

    Verordening (EG) nr. 1126/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (5)

    De in deze verordening vastgestelde maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Regelgevend Comité voor financiële verslaglegging,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 wordt International Accounting Standard (IAS) 19 Personeelsbeloningen gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij deze verordening.

    Artikel 2

    Elke onderneming past de in artikel 1 bedoelde wijzigingen toe vanaf uiterlijk de aanvangsdatum van haar eerste boekjaar dat op of na 1 januari 2019 van start gaat.

    Artikel 3

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 13 maart 2019.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1.

    (2)  Verordening (EG) nr. 1126/2008 van de Commissie van 3 november 2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 320 van 29.11.2008, blz. 1).


    BIJLAGE

    Wijziging, inperking of afwikkeling van de regeling

    (Wijzigingen in IAS 19)

    Wijzigingen in IAS 19 Personeelsbeloningen

    De alinea's 101A, 122A, 123A en 179 worden toegevoegd en de alinea's 57, 99, 120, 123, 125, 126 en 156 worden gewijzigd. Vóór alinea 122A wordt een kopje toegevoegd.

    VERGOEDINGEN NA UITDIENSTTREDING: TOEGEZEGDPENSIOENREGELINGEN

    Opname en waardering

    57.

    Bij de administratieve verwerking van toegezegdpensioenregelingen moet een entiteit de volgende stappen nemen:

    c)

    bepalen van de in winst of verlies op te nemen bedragen voor:

    i)

    aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten (zie de alinea's 70 tot en met 74 en alinea 122A);

    Pensioenkosten van verstreken diensttijd en winsten en verliezen bij afwikkeling

    99.

    Wanneer zij de pensioenkosten van verstreken diensttijd of een winst of verlies bij afwikkeling bepaalt, moet een entiteit de nettoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (actief) herwaarderen door gebruik te maken van de actuele reële waarde van de fondsbeleggingen en huidige actuariële veronderstellingen (met inbegrip van de actuele marktrente en andere op dat moment geldende marktprijzen) die het volgende weerspiegelen:

    a)

    de vergoedingen geboden door de regeling en de fondsbeleggingen vóór de wijziging, inperking of afwikkeling ervan; en

    b)

    de vergoedingen geboden door de regeling en de fondsbeleggingen na de wijziging, inperking of afwikkeling ervan.

    101A

    Wanneer er zich een wijziging, inperking of afwikkeling van een regeling voordoet, moet een entiteit alle pensioenkosten van verstreken diensttijd of een winst of verlies bij afwikkeling opnemen en waarderen in overeenstemming met de alinea's 99, 100 en 101 en de alinea's 102 tot en met 112. Een entiteit mag daarbij geen rekening houden met de gevolgen van het actiefplafond. Vervolgens moet een entiteit de gevolgen van het actiefplafond na de wijziging, inperking of afwikkeling van de regeling bepalen en enigerlei wijziging in die gevolgen overeenkomstig alinea 57(d) opnemen.

    Componenten van de kosten uit hoofde van toegezegde pensioenrechten

    120.

    Een entiteit moet de componenten van de kosten uit hoofde van toegezegde pensioenrechten als volgt opnemen, tenzij een andere IFRS voorschrijft of toestaat dat zij in de kosten van een actief worden opgenomen:

    a)

    pensioenkosten (zie de alinea's 66 tot en met 112 en alinea 122A) in winst of verlies;

    Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten

    122A

    Een entiteit moet de aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten bepalen door gebruik te maken van actuariële veronderstellingen die bij de aanvang van de jaarlijkse verslagperiode zijn vastgesteld. Indien een entiteit de nettoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (actief) overeenkomstig alinea 99 herwaardeert, moet zij de aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten voor het resterende deel van de jaarlijkse verslagperiode na de wijziging, inperking of afwikkeling van de regeling echter bepalen door gebruik te maken van de actuariële veronderstellingen die zijn gehanteerd om de nettoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (actief) overeenkomstig alinea 99(b) te herwaarderen.

    Nettorente op de nettoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (actief)

    123.

    Een entiteit moet de nettorente op de nettoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (actief) berekenen door de nettoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (actief) te vermenigvuldigen met de in alinea 83 gespecificeerde disconteringsvoet.

    123A

    Voor de berekening van de nettorente overeenkomstig alinea 123 moet een entiteit gebruikmaken van de nettoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (actief) en de disconteringsvoet die bij de aanvang van de jaarlijkse verslagperiode zijn bepaald. Indien een entiteit de nettoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (actief) overeenkomstig alinea 99 herwaardeert, moet zij de nettorente voor het resterende deel van de jaarlijkse verslagperiode na de wijziging, inperking of afwikkeling van de regeling echter bepalen door gebruik te maken van:

    a)

    de overeenkomstig alinea 99(b) bepaalde nettoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (actief); en

    b)

    de disconteringsvoet waarvan is gebruikgemaakt voor de herwaardering van de nettoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (actief) overeenkomstig alinea 99(b).

    Bij de toepassing van alinea 123A moet de entiteit ook rekening houden met eventuele wijzigingen in de nettoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (actief) tijdens die periode als gevolg van betalingen van bijdragen of vergoedingen.

    125.

    Rentebaten op fondsbeleggingen zijn een component van het rendement op fondsbeleggingen en worden berekend door de reële waarde van de fondsbeleggingen te vermenigvuldigen met de in alinea 123A gespecificeerde disconteringsvoet. Een entiteit moet de reële waarde van fondsbeleggingen bepalen bij de aanvang van de jaarlijkse verslagperiode. Indien een entiteit de nettoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (actief) overeenkomstig alinea 99 herwaardeert, moet zij de rentebaten voor het resterende deel van de jaarlijkse verslagperiode na de wijziging, inperking of afwikkeling van de regeling echter bepalen door gebruik te maken van de fondsbeleggingen die zijn gehanteerd om de nettoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (actief) overeenkomstig alinea 99(b) te herwaarderen. Bij de toepassing van alinea 125 moet de entiteit ook rekening houden met eventuele wijzigingen in de fondsbeleggingen tijdens die periode als gevolg van betalingen van bijdragen of vergoedingen. Het verschil tussen de rentebaten op fondsbeleggingen en het rendement op fondsbeleggingen wordt opgenomen in de herwaardering van de nettoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (actief).

    126.

    De rente op de gevolgen van het actiefplafond maakt deel uit van de totale verandering in de gevolgen van het actiefplafond en wordt berekend door de gevolgen van het actiefplafond te vermenigvuldigen met de in alinea 123A gespecificeerde disconteringsvoet. Een entiteit moet de gevolgen van het actiefplafond bepalen bij de aanvang van de jaarlijkse verslagperiode. Indien een entiteit de nettoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (actief) overeenkomstig alinea 99 herwaardeert, moet zij de rente op de gevolgen van het actiefplafond voor het resterende deel van de jaarlijkse verslagperiode na de wijziging, inperking of afwikkeling van de regeling echter bepalen door rekening te houden met eventuele veranderingen in de gevolgen van het actiefplafond die overeenkomstig alinea 101A zijn bepaald. Het verschil tussen de rente op de gevolgen van het actiefplafond en de totale verandering in de gevolgen van het actiefplafond wordt opgenomen in de herwaardering van de nettoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (actief).

    ANDERE LANGETERMIJNPERSONEELSBELONINGEN

    Opname en waardering

    156.

    Voor andere langetermijnpersoneelsbeloningen moet een entiteit het nettototaal van de volgende bedragen in winst of verlies opnemen, tenzij een andere IFRS toestaat of voorschrijft dat ze in de kostprijs van een actief worden opgenomen:

    a)

    pensioenkosten (zie de alinea's 66 tot en met 112 en alinea 122A);

    OVERGANG EN INGANGSDATUM

    179.

    De alinea's 101A, 122A en 123A zijn toegevoegd en de alinea's 57, 99, 120, 123, 125, 126 en 156 zijn gewijzigd door Wijziging, inperking of afwikkeling van de regeling (Wijzigingen in IAS 19), uitgegeven in februari 2018. Een entiteit moet deze wijzigingen toepassen op wijzigingen, inperkingen of afwikkelingen van regelingen die plaatsvinden op of na het begin van de eerste jaarlijkse verslagperiode die op of na 1 januari 2019 aanvangt. Eerdere toepassing is toegestaan. Als een entiteit deze wijzigingen eerder toepast, moet zij dit feit vermelden.

    Top