This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31978R0912
Council Regulation (Euratom, ECSC, EEC) No 912/78 of 2 May 1978 amending the Staff Regulations of officials of the European Communities and the conditions of employment of other servants of the European Communities
Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 912/78 van de Raad van 2 mei 1978 tot wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen
Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 912/78 van de Raad van 2 mei 1978 tot wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen
PB L 119 van 3.5.1978, p. 1–6
(DA, DE, EN, FR, IT, NL) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(EL, ES, PT, FI, SV)
In force
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Modifies | 31968R0259(01) | aanvulling | artikel 40.3 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | toevoeging | artikel 73.4 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | aanvulling | artikel 86.2 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | aanvulling | bijlage 8 artikel 37 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | wijziging | bijlage 7 artikel 1 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | aanvulling | bijlage 7 artikel 7 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | aanvulling | bijlage 7 artikel 8 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | wijziging | artikel 58 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | aanvulling | bijlage 5 artikel 7 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | aanvulling | bijlage 5 artikel 6 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | wijziging | bijlage 8 artikel 28 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | wijziging | artikel 79.2 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | wijziging | bijlage 6 artikel 1 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | aanvulling | artikel 21 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | aanvulling | bijlage 8 artikel 3 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | aanvulling | bijlage 2 artikel 7 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | aanvulling | bijlage 4 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | wijziging | bijlage 7 artikel 12 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | wijziging | bijlage 7 artikel 3 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | wijziging | bijlage 8 artikel 27 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | toevoeging | artikel 33.2 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | aanvulling | artikel 34.1 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | wijziging | artikel 67.1 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | toevoeging | artikel 70BIS | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | vervanging | artikel 74.1 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | vervanging | artikel 74.3 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | aanvulling | bijlage 7 artikel 4 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | aanvulling | artikel 23 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | toevoeging | bijlage 7 artikel 4TER | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(01) | wijziging | bijlage 1 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(02) | vervanging | artikel 65 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(02) | toevoeging | artikel 14.2 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(02) | vervanging | artikel 20.2 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(02) | toevoeging | artikel 37.4 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(02) | aanvulling | artikel 4.1 | 04/05/1978 | |
Modifies | 31968R0259(02) | vervanging | artikel 4.2 | 04/05/1978 | |
51974PC0860(01) |
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Corrected by | 31978R0912R(01) | ||||
Corrected by | 31978R0912R(02) | ||||
Corrected by | 31978R0912R(03) |
Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 912/78 van de Raad van 2 mei 1978 tot wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen
Publicatieblad Nr. L 119 van 03/05/1978 blz. 0001 - 0006
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 1 Deel 1 blz. 0138
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 01 Deel 4 blz. 000P
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 1 Deel 1 blz. 0138
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 01 Deel 2 blz. 0123
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 01 Deel 2 blz. 0123
++++ VERORDENING ( EURATOM , EGKS , EEG ) Nr . 912/78 VAN DE RAAD van 2 mei 1978 tot wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , Gelet op het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben , inzonderheid op artikel 24 , Gezien het voorstel van de Commissie , ingediend na advies van het Comité voor het Statuut , Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) , Gezien het advies van het Hof van Justitie , Overwegende dat in artikel 2 van Verordening ( EEG , Euratom , EGKS ) nr . 259/68 ( 2 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG , Euratom , EGKS ) nr . 2859/77 ( 3 ) , het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en in artikel 3 van die verordening de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen werden vastgesteld ; dat het tot de bevoegdheden van de Raad behoort om met gekwalificeerde meerderheid van stemmen , op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de andere betrokken Instellingen , dit Statuut en deze regeling te wijzigen ; Overwegende dat het , in het licht van de ervaring die is opgedaan bij de toepassing van genoemd Statuut en genoemde regeling , alsmede van de ontwikkeling die zich op deze gebieden in de Lid-Staten heeft voorgedaan , wenselijk is enige daarin vervatte bepalingen te wijzigen ; Overwegende dat een beslissing over het Commissievoorstel betreffende het weduwnaarspensioen eerst zal worden genomen aan de hand van een studie van de recente ontwikkelingen ter zake in de Lid-Staten , waarmee de Commissie wordt belast ; Overwegende dat het voorstel van de Commissie inzake de tijdelijke vaste vergoeding bedoeld in artikel 4 bis van bijlage VII van het Statuut afzonderlijk zal worden behandeld , HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD : HOOFDSTUK I WIJZIGINGEN IN HET STATUUT VAN DE AMBTENAREN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Artikel 1 Aan artikel 21 , laatste alinea , worden de volgende woorden toegevoegd : " of de van toepassing zijnde veiligheidsvoorschriften . " . Artikel 2 Aan artikel 23 , derde alinea , wordt de volgende zin toegevoegd : " Bij bijzonder besluit van het tot aanstelling bevoegde gezag en wanneer het belang van de dienst het vereist , kan deze laissez-passer worden verstrekt aan ambtenaren van andere rangen , wier standplaats buiten het grondgebied van de Lid-Staten is gelegen . " . Artikel 3 Aan artikel 33 wordt een tweede alinea toegevoegd die als volgt luidt : " Indien het in de eerste alinea bedoelde medisch onderzoek heeft geleid tot een negatief medisch advies , kan de kandidaat , binnen 20 dagen nadat de Instelling hem daarvan in kennis heeft gesteld , verzoeken om zijn geval te onderwerpen aan het oordeel van een medische commissie , samengesteld uit drie door het tot aanstelling bevoegde gezag uit de raadgevende artsen van de Instellingen gekozen artsen . De raadgevende arts die het eerste negatieve advies heeft uitgebracht , wordt door de medische commissie gehoord . De kandidaat kan aan de medische commissie het advies van een door hem zelf gekozen arts voorleggen . Wanneer het advies van de medische commissie de conclusies van het in de eerste alinea bedoelde medisch onderzoek bevestigt , komen de honoraria en bijkomende kosten voor de helft ten laste van de kandidaat . " . Artikel 4 Aan artikel 34 , lid 1 , wordt een tweede alinea toegevoegd die als volgt luidt : " Wanneer de ambtenaar tijdens zijn proeftijd wegens ziekte of ongeval gedurende ten minste één maand verhinderd is zijn werkzaamheden te verrichten , kan het tot aanstelling bevoegde gezag de proeftijd met een overeenkomstige periode verlengen . " . Artikel 5 Aan artikel 40 , lid 3 , wordt een tweede alinea toegevoegd die als volgt luidt : " De ambtenaar die aantoont dat hij zich niet bij een andere openbare verzekering tegen de in de artikelen 72 en 73 bedoelde risico's kan verzekeren , kan echter , wanneer hij uiterlijk in de maand volgende op het begin van het verlof om redenen van persoonlijke aard hierom verzoekt , in aanmerking blijven komen voor de in die artikelen bedoelde dekking , mits hij de in artikel 72 , lid 1 , respectievelijk artikel 73 , lid 1 , bedoelde bijdragen te zijnen laste neemt en wel voor de helft tijdens het eerste jaar van het verlof om redenen van persoonlijke aard en in haar geheel tijdens de resterende duur van dit verlof ; de bijdragen worden berekend op de grondslag van het laatste basissalaris van de ambtenaar . Bovendien kan de ambtenaar die aantoont dat hij geen pensioenrechten kan verwerven bij een ander pensioenstelsel , wanneer hij hierom verzoekt , nieuwe pensioenrechten blijven verwerven gedurende ten hoogste een jaar , mits hij een bijdrage te zijnen laste neemt die gelijk is aan het driedubbele van het in artikel 83 , lid 2 , bedoelde percentage en die berekend wordt op de grondslag van het laatste basissalaris van de ambtenaar . " . Artikel 6 In artikel 58 worden de woorden " acht weken " en " veertien weken " respectievelijk vervangen door de woorden " tien weken " en " zestien weken " . Artikel 7 In artikel 67 , lid 1 , sub a ) , wordt " 2 228 Bfr . " vervangen door " 2 688 Bfr . " . Artikel 8 In titel V wordt het volgende artikel ingelast . " Artikel 70 bis De ambtenaar die door het tot aanstelling bevoegde gezag belast is met het geven van lessen in het kader van de in artikel 24 , derde alinea , bedoelde bij - en nascholing , kan in aanmerking komen voor een vergoeding onder de in artikel 4 ter van bijlage VII vastgestelde voorwaarden . " . Artikel 9 Aan artikel 73 wordt het volgende lid toegevoegd : " 4 . De Gemeenschappen treden , binnen de grenzen van de voor hen uit de artikelen 72 , 73 en 75 voortvloeiende verplichtingen , van rechtswege in de plaats van de ambtenaar of van zijn rechtverkrijgenden , wat betreft hun recht van verhaal tegen de derde die aansprakelijk is voor het ongeval dat het overlijden of de verwondingen van de ambtenaar of de uit zijnen hoofde verzekerde personen tot gevolg heeft gehad . " . Artikel 10 1 . Artikel 74 , lid 1 , wordt als volgt gelezen : " 1 . Bij geboorte van een kind van een ambtenaar wordt een toelage ten bedrage van 8 000 Bfr . uitgekeerd aan de persoon die daadwerkelijk voor dit kind zorg draagt . Dezelfde toelage wordt uitgekeerd aan de ambtenaar die een kind adopteert dat ten hoogste vijf jaar oud is en te zijnen laste komt in de zin van artikel 2 , lid 2 , van bijlage VII . " . 2 . Artikel 74 , lid 3 , wordt als volgt gelezen : " 3 . Degene die een geboortetoelage ontvangt , is verplicht opgave te doen van uit andere bron voor hetzelfde kind ontvangen soortgelijke toelagen ; deze komen in mindering op de hierboven vermelde toelage . Zijn zowel de vader als de moeder ambtenaren van de Gemeenschappen , dan wordt de toelage slechts éénmaal uitbetaald . " . Artikel 11 In artikel 79 , tweede alinea , worden de woorden " met uitzondering van die van verlof om redenen van persoonlijke aard " vervangen door de woorden " met uitzondering van het verlof om redenen van persoonlijke aard voor de periode waarin geen pensioenrechten zijn verworven krachtens artikel 40 , lid 3 " . Artikel 12 Artikel 86 , lid 2 , sub f ) , wordt aangevuld met de volgende zinsnede : " deze maatregel kan echter geen gevolgen hebben voor de rechtverkrijgenden van de ambtenaar ; " . Artikel 13 In bijlage I , deel A , wordt de rubriek " Groep voor de talendienst " als volgt gelezen : " Groep voor de talendienst L/A3 * Afdelingshoofd van een vertaalafdeling of een tolkenafdeling * L/A4 * Hoofd van een groep vertalers of tolken * * Reviseur , hoofdvertaler , hoofdtolk * L/A5 * Hoofd van een groep vertalers of tolken * * Reviseur , hoofdvertaler , hoofdtolk * L/A6 * Vertaler * * Tolk * L/A7 * Vertaler * * Tolk * L/A8 * Adjunct-vertaler * * Adjunct-tolk " . * Artikel 14 In bijlage II wordt aan artikel 7 een derde alinea toegevoegd , die als volgt luidt : " Indien geen overeenstemming aangaande de aanwijzing van de derde arts wordt bereikt binnen een termijn van twee maanden na de aanwijzing van de tweede arts , wordt de derde arts ambtshalve door de President van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen benoemd op initiatief van een der partijen . " . Artikel 15 In bijlage IV , enig artikel , wordt het volgende lid ingevoegd : " 1 bis . Tijdens de periode waarin de ambtenaar recht heeft op de vergoeding , alsmede tijdens de eerste zes maanden volgend op deze periode , heeft hij voor zichzelf en de uit zijn hoofde verzekerde personen recht op de uitkeringen die door de in artikel 72 van het Statuut bedoelde regeling inzake ziektekostenverzekering zijn gewaarborgd , mits hij de bijdrage stort die naar gelang van het geval op de grondslag van het basissalaris of op de grondslag van het in lid 1 van het onderhavige artikel bedoelde percentage daarvan berekend wordt en hij niet tegen dezelfde risico's verzekerd kan worden bij een andere openbare verzekering . Na het in de eerste alinea bedoelde tijdvak en onder de daarin genoemde voorwaarden kan de betrokkene , op zijn verzoek , het recht op de bij bovengenoemde regeling inzake ziektekostenverzekering gewaarborgde uitkeringen behouden , mits hij de gehele in artikel 72 , lid 1 , van het Statuut bedoelde bijdrage betaalt . Na de periode gedurende welke de betrokkene recht heeft op de vergoeding , wordt de bijdrage berekend op de grondslag van de laatste ontvangen maandelijkse vergoeding . Wanneer de ambtenaar in het genot is gesteld van het pensioen ten laste van de in het Statuut bedoelde pensioenregeling , wordt hij voor de toepassing van het bepaalde in artikel 72 van het Statuut gelijkgesteld met de ambtenaar die tot de leeftijd van 60 jaar in dienst is gebleven . " . Artikel 16 In bijlage V wordt aan artikel 6 een tweede alinea toegevoegd , die als volgt luidt : " Bovendien kan de Instelling buitengewoon verlof verlenen in het geval van bij - en nascholing , binnen de grenzen van het door de Instelling krachtens artikel 24 , derde alinea , van het Statuut vastgestelde bij - en nascholingsprogramma . " . Artikel 17 In bijlage V , artikel 7 , wordt een tweede alinea ingelast , die als volgt luidt : " Indien op de ambtenaar het bepaalde in artikel 8 , lid 2 , tweede alinea , van bijlage VII van toepassing is , wordt het aantal reisdagen , berekend naar gelang van de afstand per spoorweg tussen de plaats van bestemming en de standplaats , als volgt vastgesteld : - tot en met 900 km : één dag voor de reis heen en terug , - boven de 900 km : twee dagen voor de reis heen en terug . " . Artikel 18 1 . In bijlage VI , artikel 1 , sub a ) , worden de woorden " een uur vrij " vervangen door " anderhalf uur vrij " en de woorden " anderhalf uur vrij " door de woorden " twee uur vrij " . 2 . In bijlage VI , artikel 1 , sub b ) , wordt " 0,72 % " vervangen door " 0,56 % " . Artikel 19 1 . In bijlage VII , artikel 1 , lid 1 , wordt " 2 228 Bfr . " vervangen door " 2 688 Bfr . " . 2 . In bijlage VII , artikel 1 , lid 3 , worden de woorden " 250 000 Bfr . per jaar " vervangen door : " het jaarlijkse basissalaris van een ambtenaar van de rang C 3 in de derde salaristrap , op welk salaris de aanpassingscoëfficiënt is toegepast van het land waar de echtgenoot zijn beroep uitoefent " . Artikel 20 In bijlage VII , artikel 3 , derde alinea , wordt het eerste streepje als volgt gelezen : " - de ambtenaar wiens standplaats ten minste 50 km verwijderd is : hetzij van een Europese school , hetzij van een onderwijsinstelling waar onderricht in zijn taal wordt gegeven en waar het kind om deugdelijk gemotiveerde dwingende pedagogische redenen onderwijs volgt ; " . Artikel 21 1 . In bijlage VII , artikel 4 , sub a ) , eerste streepje , komen de woorden " in Europa " te vervallen . 2 . In bijlage VII worden aan artikel 4 de volgende leden toegevoegd : " 2 . De ambtenaar die niet de nationaliteit bezit van de Staat op welks grondgebied zijn standplaats is gelegen en deze nationaliteit ook nooit bezeten heeft , doch niet voldoet aan de in lid 1 genoemde voorwaarden , heeft recht op een toelage voor verblijf in het buitenland gelijk aan een vierde van de ontheemdingstoelage . 3 . Voor de toepassing van de leden 1 en 2 wordt de ambtenaar die door huwelijk automatisch en zonder mogelijkheid tot verwerping de nationaliteit heeft verkregen van de Staat op welks grondgebied zijn standplaats is gelegen , gelijkgesteld met de ambtenaar als bedoeld in lid 1 , sub a ) , eerste streepje . " . De huidige tekst van artikel 4 wordt lid 1 . Artikel 22 In bijlage VII wordt de volgende afdeling ingelast : " Afdeling 2 ter ONDERWIJSVERGOEDING Artikel 4 ter Het tot aanstelling bevoegde gezag kan aan de ambtenaar als bedoeld in artikel 70 bis van het Statuut een vergoeding toekennen van 0,45 % van het maandelijks basissalaris voor elk lesuur dat buiten de normale werkuren wordt gegeven . De vergoeding wordt uitbetaald met de bezoldiging welke betrekking heeft op een van de maanden die volgen op die waarin de lessen zijn gegeven . " . Artikel 23 1 . In bijlage VII wordt aan artikel 7 , lid 2 , eerste alinea , tweede streepje , de volgende zin toegevoegd : " voor een reis over een afstand heen en terug van 800 km of meer is echter ook voor ambtenaren van de categorieën C en D het tarief eerste klasse van toepassing ; " . 2 . In bijlage VII wordt in artikel 7 , lid 2 , na de eerste alinea de volgende alinea ingelast : " Wanneer de in de eerste alinea , eerste streepje , bedoelde reisroute langer is dan 500 km en in de gevallen waarin de gebruikelijke reisroute een traject over zee omvat , heeft de betrokkene na overlegging van de plaatsbewijzen recht op vergoeding van de reiskosten per vliegtuig in die klasse welke zich onmiddellijk bevindt onder de luxe of eerste klasse . " . 3 . In bijlage VII , artikel 7 , lid 2 , laatste alinea , worden de woorden " dan hierboven vermeld " vervangen door " dan de hierboven vermelde " . Artikel 24 1 . In bijlage VII wordt artikel 8 , lid 2 , tweede zin , als volgt gelezen : " Voor een reis over een afstand heen en terug van 800 km of meer geschiedt de uitkering echter ook voor ambtenaren van de categorieën C en D op de grondslag van het tarief eerste klasse . Indien de berekening niet op deze grondslagen kan geschieden , wordt de uitkering bij bijzonder besluit van het tot aanstelling bevoegde gezag vastgesteld . " . 2 . In bijlage VII wordt aan lid 2 van artikel 8 een tweede alinea toegevoegd , die als volgt luidt : " Wanneer de afstand per spoorweg tussen de standplaats en de plaats van herkomst meer bedraagt dan 500 km en in de gevallen waarin de gebruikelijke reisroute een traject over zee omvat , heeft de betrokkene na overlegging van de plaatsbewijzen recht op vergoeding van de reiskosten per vliegtuig in die klasse welke zich onmiddellijk bevindt onder de luxe of eerste klasse . " . Artikel 25 1 . In bijlage VII , artikel 12 , lid 2 , eerste alinea , wordt de tweede zin als volgt gelezen : " In dat geval vindt de vergoeding plaats , na overlegging van de plaatsbewijzen , in de klasse die onmiddellijk volgt op de luxe of eerste klasse . " . 2 . In bijlage VII , artikel 12 , lid 2 , wordt de tweede alinea als volgt gelezen : " Krachtens besluit van het tot aanstelling bevoegde gezag kunnen aan ambtenaren die een lid van de Instelling op een bepaalde dienstreis vergezellen , voor deze dienstreis en na overlegging van de plaatsbewijzen , de reiskosten worden vergoed in de klasse waarin door het lid is gereisd . " . 3 . In bijlage VII , artikel 12 , lid 2 , derde alinea , worden de woorden : " van de categorie A in een rang beneden rang A 3 en van de groep voor de talendienst in een rang beneden L/A 3 " geschrapt . Artikel 26 In bijlage VIII wordt aan artikel 3 , sub a ) , de volgende zinsnede toegevoegd : " en onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 40 , lid 3 , tweede alinea , laatste zin , van het Statuut , de in artikel 35 , sub c ) , van het Statuut bedoelde stand . " . Artikel 27 In bijlage VIII , artikel 27 , wordt de eerste zin als volgt gelezen : " De van echt gescheiden vrouw van een ambtenaar heeft bij diens overlijden recht op het overlevingspensioen overeenkomstig dit hoofdstuk , mits het echtscheidingsvonnis niet alleen de vrouw als schuldige partij aanmerkt . " . Artikel 28 In bijlage VIII , artikel 28 , eerste zin , worden de woorden : " indien het echtscheidingsvonnis alleen de ambtenaar als schuldige partij aanmerkt " vervangen door : " indien het echtscheidingsvonnis niet alleen de gescheiden vrouw als schuldige partij aanmerkt " . Artikel 29 In bijlage VIII , artikel 37 , wordt de tweede zin van de eerste alinea als volgt aangevuld : " alsmede voor de ambtenaar met verlof om redenen van persoonlijke aard , die nieuwe pensioenrechten blijft verwerven onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 40 , lid 3 , van het Statuut . " . HOOFDSTUK II WIJZIGINGEN IN DE REGELING WELKE VAN TOEPASSING IS OP DE ANDERE PERSONEELSLEDEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Artikel 30 In artikel 4 wordt de eerste alinea aangevuld met de volgende zin : " Bij wijze van uitzondering kan eveneens als plaatselijk functionaris worden aangemerkt het personeelslid dat is aangesteld om uitvoerend werk te verrichten bij de kantoren van de pers - en voorlichtingsdienst van de Commissie der Europese Gemeenschappen . " . Artikel 4 , tweede alinea , wordt als volgt gelezen : " In standplaatsen die buiten de landen van de Gemeenschappen zijn gelegen , kan als plaatselijk functionaris worden aangemerkt het personeelslid dat is aangesteld voor het verrichten van ander werk dan in de eerste alinea is bedoeld en waarvan de uitvoering in het belang van de dienst niet aan een ambtenaar of aan een personeelslid dat een andere hoedanigheid heeft in de zin van artikel 1 , mag worden opgedragen . " . Artikel 31 In artikel 14 wordt na de eerste alinea de volgende alinea ingelast : " Wanneer de functionaris tijdens zijn proeftijd wegens ziekte of ongeval gedurende ten minste één maand verhinderd is zijn werkzaamheden te verrichten , kan het gezagsorgaan dat bevoegd is de overeenkomst te sluiten de proeftijd met een overeenkomstige periode verlengen . " . Artikel 32 Artikel 20 , tweede alinea , wordt als volgt gelezen : " De artikelen 66 , 67 , 69 , 70 en 70 bis van het Statuut betreffende de basissalarissen , de gezinstoelagen , de ontheemdingstoelage , de uitkering bij overlijden en de onderwijsvergoeding zijn van overeenkomstige toepassing . " . Artikel 33 In artikel 37 wordt na de derde alinea de volgende alinea ingelast : " Indien de echtgenoot , die geen ambtenaar noch tijdelijk functionaris is , van een tijdelijke functionaris is overleden , hebben de kinderen , van wie erkend is dat zij ten laste van deze laatste komen in de zin van artikel 2 van bijlage VII van het Statuut , recht op een wezenpensioen vastgesteld overeenkomstig artikel 80 , laatste alinea , van het Statuut . " . Artikel 34 Artikel 65 wordt als volgt gelezen : " Artikel 65 Artikel 67 van het Statuut , met uitzondering van lid 1 , sub c ) , en artikel 69 van het Statuut , alsmede de artikelen 1 , 2 , 4 en 4 bis van bijlage VII van het Statuut betreffende de gezinstoelagen , de ontheemdingstoelage en de vaste vergoeding zijn van overeenkomstige toepassing . " . HOOFDSTUK III SLOTBEPALINGEN Artikel 35 Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen . Artikel 4 , lid 3 , van bijlage VII van het Statuut genoemd in artikel 21 , lid 2 , van de onderhavige verordening is evenwel van toepassing vanaf 1 juli 1972 . Artikel 5 is voor het nog resterende deel van het verlof van toepassing op de ambtenaar die bij de inwerkingtreding van de onderhavige verordening verlof om redenen van persoonlijke aard geniet . Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat . Gedaan te Brussel , 2 mei 1978 . Voor de Raad De Voorzitter K . B . ANDERSEN ( 1 ) PB nr . C 140 van 13 . 11 . 1974 , blz . 20 . ( 2 ) PB nr . L 56 van 4 . 3 . 1968 , blz . 1 . ( 3 ) PB nr . L 330 van 23 . 12 . 1977 , blz . 1 .