This document is an excerpt from the EUR-Lex website
European Union Recovery and Resilience Facility
De herstel- en veerkrachtfaciliteit voor de Europese Unie
De herstel- en veerkrachtfaciliteit voor de Europese Unie
Verordening (EU) 2021/241 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit
De verordening strekt tot instelling van een herstel- en veerkrachtfaciliteit voor de Europese Unie (EU) en bevat de doelen van de faciliteit en de criteria om in aanmerking te komen voor financiering.
In mei 2022, na de inval van Rusland in Oekraïne, onthulde de Europese Commissie haar REPowerEU-plan om de EU onafhankelijk te maken van Russische fossiele brandstoffen. Wijzigingsverordening (EU) 2023/435 biedt EU-lidstaten de mogelijkheid om REPowerEU-hoofdstukken op te nemen in hun herstel- en veerkrachtplannen om de transitie naar schone energie van de EU te versnellen.
Een verdere wijzigingsverordening, Verordening (EU) 2024/795, die het initiatief platform voor strategische technologieën voor Europa (STEP vastlegt, stelt lidstaten in staat om maatregelen in te voeren ter ondersteuning van investeringsverrichtingen die bijdragen aan de doelstellingen van STEP in hun herstel- en veerkrachtplannen.
De herstel- en veerkrachtfaciliteit heeft ten doel de economische, sociale en territoriale cohesie van de EU te verbeteren door:
De financiering uit de faciliteit is beschikbaar voor maatregelen die “geen ernstige afbreuk doen”, met andere woorden, die geen afbreuk doen aan het milieu en die niet leiden tot terugkerende uitgaven op het gebied van de volgende zes beleidsterreinen:
Er kunnen enkele tijdelijke uitzonderingen worden toegestaan met betrekking tot de REPowerEU-hoofdstukken voor maatregelen die een antwoord bieden op onmiddellijke zorgen van de EU over de energiezekerheid, mogelijke milieuschade beperken en de klimaatdoelstellingen van de EU niet in gevaar brengen.
Het budget van 648 miljard euro van het herstel- en veerkrachtfaciliteit (in prijzen van 2022):
Met de wijziging van de SRF-verordening om REPowerEU erin op te nemen, zijn extra subsidies in het kader van het emissiehandelssysteem (ETS) en de reserve voor aanpassing aan de Brexit (BAR) beschikbaar gesteld aan de lidstaten. Daarom is de 357 miljard euro aan subsidies nu opgesplitst in 338 miljard euro aan oorspronkelijke SRF-subsidies, 17,3 miljard euro aan ETS-subsidies en 1,6 miljard euro aan BAR-subsidies. Bovendien konden de lidstaten tot augustus 2023 steun voor leningen aanvragen. Van het totale beschikbare budget van 385 miljard euro was tegen eind 2023 bijna 291 miljard euro vastgelegd. Deze twee veranderingen (meer subsidies beschikbaar via het ETS en BAR en minder aangevraagde leningen dan het totale beschikbare budget) resulteerden in een totaal SRF budget van 648 miljard euro tegen eind 2023. Het eerder genoemde bedrag van 723 miljard euro vertegenwoordigde het maximale bedrag aan subsidies (338 miljard euro) en leningen (385 miljard euro) van de SRF in overeenstemming met de SRF-verordening.
Wijzigingsverordening (EU) 2024/795 stelt het STEP-initiatief vast, dat de soevereiniteit en veiligheid van de EU moet versterken, haar groene en digitale transitie moet versnellen, haar concurrentievermogen moet vergroten en haar strategische afhankelijkheid op drie strategische industriële gebieden moet verminderen: digitale en diepgaande technologische innovatie, schone en hulpbronnenefficiënte technologieën, en biotechnologieën. De wijzigingsverordening maakt het mogelijk om middelen van bestaande EU-programma’s, zoals de SRF, als hefboom te gebruiken zonder nieuwe fondsen te hoeven creëren. De nieuwe regels staan de lidstaten toe om in hun herstel- en veerkrachtplan, als geraamde kosten, het bedrag van de contante bijdrage voor het compartiment van de lidstaat op te nemen. Dit is uitsluitend het geval voor maatregelen ter ondersteuning van investeringsactiviteiten die bijdragen aan de doelstellingen van STEP. De lidstaten kunnen ervoor kiezen om tot 10 % van hun nationale toewijzing toe te wijzen aan STEP-relevante instrumenten in het kader van InvestEU (zie samenvatting).
Om in aanmerking te komen voor steun in het kader van de faciliteit hebben de lidstaten nationale herstel- en veerkrachtplannen opgesteld en ingediend, waarin zij de hervormingen en investeringen beschrijven die zij vanaf het begin van de pandemie in februari 2020 tot 31 december 2026 zouden uitvoeren, met duidelijke mijlpalen en doelstellingen. Lidstaten kunnen financiering ontvangen tot een vooraf overeengekomen maximumbedrag. De plannen moesten minstens 37 % van hun budget toewijzen aan groene maatregelen en 20 % aan digitale maatregelen. De plannen moesten ook consistent zijn met:
De lidstaten kunnen hun plannen ook herzien op basis van de beschikbare rechtsgronden die in de SRF-verordening zijn opgenomen, waaronder hun vermogen om aan te tonen dat objectieve omstandigheden de uitvoering van bepaalde mijlpalen en streefdoelen onhaalbaar maken.
De RRF is gebaseerd op prestaties. Dit betekent dat de Commissie de bedragen pas aan elke lidstaat uitbetaalt wanneer zij de overeengekomen mijlpalen en doelen hebben bereikt om de hervormingen en investeringen in hun plan te voltooien. Wanneer zij dergelijke overeengekomen mijlpalen en doelen hebben bereikt, vragen overheden op deze basis om betaling (maximaal twee keer per jaar).
De Commissie:
Lidstaten:
Elke twee maanden kan het betreffende comité van het Parlement de Commissie uitnodigen om de voortgang in het kader van de faciliteit te bespreken.
De Commissie heeft de volgende verslagen ingediend bij het Parlement en de Raad:
Scorebord voor herstel en veerkracht
In december 2021 lanceerde de Commissie het scorebord voor herstel en veerkracht, een openbaar onlineplatform dat bedoeld is om de vooruitgang te laten zien die is geboekt bij de uitvoering van de SRF als geheel en van de afzonderlijke nationale herstel- en veerkrachtplannen.
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2021/2105 vult Verordening (EU) nr. 2021/241 aan door een methode voor het rapporteren van sociale uitgaven vast te stellen. Deze methodologie, die sociale uitgaven met betrekking tot kinderen en jongeren en gendergelijkheid in het kader van de faciliteit omvat, is gebaseerd op de geraamde uitgaven in de goedgekeurde herstel- en herstelplannen.
Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2106 vult Verordening (EU) 2021/241 aan door de gemeenschappelijke indicatoren en de gedetailleerde elementen van het scorebord voor herstel en veerkracht vast te leggen.
Zie voor meer informatie:
Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17-75).
Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) 2021/241 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
Verordening (EU) 2021/523 van het Europees Parlement en de Raad van 24 maart 2021 tot vaststelling van het InvestEU-programma en tot wijziging van Verordening (EU) 2015/1017 (PB L 107 van 26.3.2021, blz. 30-89).
Zie de geconsolideerde versie.
Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2105 van de Commissie van 28 september 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit door de vaststelling van een methode voor verslaglegging over sociale uitgaven (PB L 429 van 1.12.2021, blz. 79-82).
Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad van 14 december 2020 tot vaststelling van een herstelinstrument van de Europese Unie ter ondersteuning van het herstel na de COVID-19-crisis (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 23-27).
Verordening (EU, Euratom) 2020/2092 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een algemeen conditionaliteitsregime ter bescherming van de Uniebegroting (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 1-10).
Zie de geconsolideerde versie.
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — De Europese Green Deal (COM(2019) 640 final van 11.12.2019).
Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1-222).
Zie de geconsolideerde versie.
Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie, tot wijziging van Richtlijn 94/22/EG, Richtlijn 98/70/EG, Richtlijn 2009/31/EG, Verordening (EG) nr. 663/2009, Verordening (EG) nr. 715/2009, Richtlijn 2009/73/EG, Richtlijn 2009/119/EG van de Raad, Richtlijn 2010/31/EU, Richtlijn 2012/27/EU, Richtlijn 2013/30/EU en Richtlijn (EU) 2015/652 van de Raad, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 525/2013 (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 1-77).
Zie de geconsolideerde versie.
Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32-46).
Zie de geconsolideerde versie.
Laatste bijwerking 30.04.2024