Externe financieringsinstrumenten van de EU in praktijk brengen

Deze verordening voorziet in het algemene kader voor de invoering van de maatregelen die gefinancierd worden door de instrumenten voor buitenlands beleid van de EU. De belangrijkste procedures zijn bijeengebracht in één wetsdocument dat de regels specificeert die van toepassing zijn op actieprogramma’s en individuele projecten op dit gebied.

BESLUIT

Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden.

SAMENVATTING

De EU heeft een reeks financieringsinstrumenten aangenomen om haar externe actie voor de periode 2014-2020 te ondersteunen, te weten:

• het Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI);
• het Europees instrument voor democratie en mensenrechten (EIDHR);
• het Europees nabuurschapsinstrument (ENI);
• het Instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede (IcSP),
• het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), en
• het Partnerschapsinstrument voor samenwerking met derde landen.

In de financieringsbesluiten inzake deze instrumenten worden de te nemen acties, hun doelstellingen en de verwachte resultaten, samen met een begroting en een indicatief tijdschema vastgesteld.

Om deze instrumenten efficiënt te laten werken, zijn gemeenschappelijke en vereenvoudigde regels aangenomen middels deze algemene verordening inzake de tenuitvoerlegging.

INDICATIEVE FINANCIËLE PROGRAMMERING

Elk financieringsinstrument moet voldoen aan een indicatieve meerjarenprogrammering zodat acties over verschillende jaren ten uitvoer gelegd kunnen worden indien nodig. Financieringsbesluiten kunnen de vorm hebben van jaarlijkse actieprogramma’s en bijzondere maatregelen (indien zich situaties of onvoorziene behoeften voordoen).

Er kunnen ook technische ondersteuningsmaatregelen in overweging genomen worden (bijvoorbeeld administratieve ondersteuning, projectopzet en monitoringkosten).

TYPE FINANCIERING

Financiële ondersteuning van de EU kan diverse vormen hebben, waaronder:

• subsidies;
• verlening van diensten, leveringen of werken;
• bijdragen aan trustfondsen die door de Commissie ingesteld zijn;
• begrotingssteun;
• financiële instrumenten zoals leningen of financiële waarborgen waarin voorzien wordt door de Europese Investeringsbank.

Gefinancierde acties moeten tevens voldoen aan de regels zoals deze vastgelegd zijn in het Financieel Reglement van de EU en moeten waarborgen dat de financiële belangen van de EU gerespecteerd worden.

Beschikbare middelen moeten toegewezen worden om de doeltreffendheid en de algemene impact van acties te maximaliseren en om hun samenhang en complementariteit te versterken.

BETROKKENHEID VAN HET MAATSCHAPPELIJK MIDDENVELD EN LOKALE ACTOREN

Organisaties van het maatschappelijk middenveld moeten een belangrijke rol spelen in de uitvoering van maatregelen, met name in de voorbereiding, tenuitvoerlegging en monitoring daarvan. Internationale organisaties en ontwikkelingsagentschappen moeten samenwerken met ’ngo’s die ter plaatse actief zijn.

Alle voorgestelde acties moeten bovendien gebaseerd zijn op de principes van bevordering van democratie en de bescherming van mensenrechten in ontvangende landen.

ZICHTBAARHEID VAN EU-FONDSEN EN MONITORING

De verordening voorziet in middelen om te zorgen voor de zichtbaarheid van EU-steun. De Commissie dient ervoor te zorgen dat elk financieringsinstrument wordt gemonitord met duidelijke, transparante en meetbare indicatoren. Indien nodig kan het effect van acties geëvalueerd worden door middel van een externe beoordeling.

Laatste wijziging: 30.06.2014