(1)

De Overeenkomst ter instandhouding van Afrikaans-Euraziatische trekkende watervogels (“de overeenkomst”) is op 1 november 1999 in werking getreden en is namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd bij Besluit 2006/871/EG van de Raad (1).

(2)

Op grond van artikel X, lid 5, van de overeenkomst kan de vergadering van de partijen wijzigingen van de bijlagen bij de overeenkomst vaststellen.

(3)

De achtste vergadering van de partijen, die van 26 tot en met 30 september 2022 plaatsvindt, zal naar verwachting een resolutie aannemen over de vaststelling van wijzigingen van bijlage 3 bij de overeenkomst.

(4)

Het is passend het standpunt vast te stellen dat namens de Unie moet worden ingenomen op de achtste vergadering van de partijen met betrekking tot de voorgestelde wijzigingen, aangezien de resolutie bindend zal zijn voor de Unie en een beslissende invloed kan hebben op de inhoud van het Unierecht, namelijk Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad (2).

(5)

De voorgestelde wijzigingen van bijlage 3 bij de overeenkomst, zoals ingediend door het Verenigd Koninkrijk en opgenomen in het ontwerp van Resolutie 8.2, met betrekking tot de volgende vijf soorten: grauwe gans — Anser anser, krooneend — Netta rufina, zilverplevier — Pluvialis squatarola squatarola, scholekster — Haematopus ostralegus longipes en de (taiga)rietgans — Anser fabalis fabalis, dragen tot een hogere mate van bescherming van die soortenpopulaties die achteruitgang vertonen en dienen derhalve door de Unie te worden goedgekeurd. Overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Besluit 2006/871/EG moet de Commissie echter een voorbehoud maken met betrekking tot de voorgestelde wijzigingen die die vijf soorten betreffen, aangezien zij een wijziging van Richtlijn 2009/147/EG zouden vereisen, hetgeen niet mogelijk is binnen 90 dagen na de datum van vaststelling van die wijzigingen door de vergadering van de partijen zijn goedgekeurd,