This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62020TN0451
Case T-451/20: Action brought on 15 July 2020 — Facebook Ireland v Commission
Zaak T-451/20: Beroep ingesteld op 15 juli 2020 — Facebook Ireland/Commissie
Zaak T-451/20: Beroep ingesteld op 15 juli 2020 — Facebook Ireland/Commissie
PB C 287 van 31.8.2020, p. 39–40
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
31.8.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 287/39 |
Beroep ingesteld op 15 juli 2020 — Facebook Ireland/Commissie
(Zaak T-451/20)
(2020/C 287/59)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Facebook Ireland Ltd (Dublin, Ierland) (vertegenwoordigers: D. Jowell, QC, D. Bailey, Barrister, J. Aitken, D. Das, S. Malhi, R. Haria, M. Quayle, Solicitors, en T. Oeyen, lawyer)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
nietigverklaring van besluit C(2020) 3011 final van de Commissie van 4 mei 2020 (hierna: “bestreden besluit”), dat op 5 mei 2020 ter kennis is gebracht van de verzoekende partij en uit hoofde van artikel 18, lid 3, van verordening nr. 1/2003 van de Raad is vastgesteld in het kader van een onderzoek in zaak AT.40628 — praktijken van Facebook die betrekking hebben op data; |
— |
subsidiair: (i) gedeeltelijke nietigverklaring van artikel 1 van het bestreden besluit, voor zover ten onrechte wordt verzocht om interne documenten over te leggen die irrelevant zijn voor het onderzoek; en/of (ii) gedeeltelijke nietigverklaring van artikel 1 van het bestreden besluit, om ervoor te zorgen dat onafhankelijke juristen van de Europese Economische Ruimte (hierna: “EER”), de in het bestreden besluit bedoelde documenten handmatig kunnen beoordelen teneinde de documenten die kennelijk irrelevant zijn voor het onderzoek en/of persoonlijke documenten van overlegging uit te sluiten; en/of (iii) gedeeltelijke nietigverklaring van artikel 1 van het bestreden besluit, voor zover ten onrechte vereist wordt dat irrelevante documenten worden overgelegd die persoonlijk en/of privé van aard zijn; |
— |
verwijzing van de Commissie in de kosten van de verzoekende partij. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij vier middelen aan.
1. |
Eerste middel: uit het bestreden besluit blijkt niet in voldoende duidelijke en consistente bewoordingen wat het voorwerp is van het onderzoek van de Commissie, hetgeen in strijd is met de vereisten van artikel 18, lid 3, van verordening nr. 1/2003, artikel 296 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het beginsel van rechtszekerheid, alsook met de rechten van verdediging van Facebook en het recht op behoorlijk bestuur. |
2. |
Tweede middel: het bestreden besluit schendt het noodzakelijkheidsbeginsel zoals dat in artikel 18, lid 3, van verordening nr. 1/2003 tot uitdrukking wordt gebracht en/of maakt inbreuk op de rechten van verdediging van Facebook en/of levert misbruik van bevoegdheid op, door te eisen dat documenten worden overgelegd die voor het merendeel volstrekt irrelevant en/of persoonlijk van aard zijn. |
3. |
Derde middel: het bestreden besluit maakt inbreuk op het grondrecht betreffende de persoonlijke levenssfeer, het beginsel van evenredigheid en het grondrecht op behoorlijk bestuur, door te eisen dat zoveel irrelevante en persoonlijke documenten worden overgelegd (zoals correspondentie inzake medische zaken met betrekking tot werknemers en hun familie; correspondentie inzake overlijden; documenten met betrekking tot testamenten, voogdij, kinderopvang en persoonlijke financiële beleggingen; sollicitaties en referenties; interne beoordelingen, en documenten die de veiligheidsrisico’s voor de campus en het personeel van Facebook beoordelen). Het bestreden besluit maakt bijgevolg inbreuk op de grondrechten betreffende de persoonlijke levenssfeer, zoals die worden beschermd in artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Het bestreden besluit schendt ook het evenredigheidsbeginsel aangezien de reikwijdte ervan uitermate ruim en onvoldoende op het voorwerp van het onderzoek van de Commissie gericht is. |
4. |
Vierde middel: in het bestreden besluit wordt niet uiteengezet waarom de zoektermen enkel documenten opleveren die noodzakelijk en relevant zijn voor het onderzoek van de Commissie of waarom een beoordeling van relevantie niet mag worden uitgevoerd door externe EER-juristen, en worden geen redenen gegeven voor of wordt niet voorzien in een wettelijk bindende data room voor persoonlijke en/of volstrekt irrelevante documenten, zodat dit besluit in strijd met artikel 18, lid 3, van verordening nr. 1/2003 en artikel 296 VWEU ontoereikend is gemotiveerd. |