This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019TN0866
Case T-866/19: Action brought on 19 December 2019 – Ryanair and Laudamotion v Commission
Zaak T-866/19: Beroep ingesteld op 19 december 2019 – Ryanair en Laudamotion/Commissie
Zaak T-866/19: Beroep ingesteld op 19 december 2019 – Ryanair en Laudamotion/Commissie
PB C 68 van 2.3.2020, p. 45–46
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
2.3.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 68/45 |
Beroep ingesteld op 19 december 2019 – Ryanair en Laudamotion/Commissie
(Zaak T-866/19)
(2020/C 68/54)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partijen: Ryanair DAC (Swords, Ierland), Laudamotion GmbH (Schwechat, Oostenrijk) (vertegenwoordigers: E. Vahida en I. Metaxas-Maranghidis, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
het besluit nietig verklaren; en |
— |
de Commissie verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Verzoeksters vorderen nietigverklaring van uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1585 van de Commissie (1).
Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters zes middelen aan.
Eerste middel: uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1585 van de Commissie schendt de motiveringsplicht en het beginsel van het vrij verrichten van diensten, omdat de Commissie niet heeft beoordeeld of er sprake was van een dwingend algemeen belang dat een rechtvaardiging zou vormen voor de beperking van het beginsel van het vrij verrichten van diensten waarin de regels voor de verdeling van luchtverkeer tussen de luchthavens van Schiphol en Lelystad voorzien.
Tweede middel: subsidiair schendt uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1585 van de Commissie het beginsel van het vrij verrichten van diensten en artikel 19, lid 2, van verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad (2), omdat de verzadiging van luchthaven Schiphol en het grotere gewin van transfervluchten dat de regels voor de verdeling van luchtverkeer beogen te bevorderen, niet zijn aangetoond.
Derde middel: uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1585 van de Commissie schendt het beginsel van het vrij verrichten van diensten en artikel 19, lid 2, van verordening (EG) nr. 1008/2008, omdat er geen objectieve rechtvaardigingen zijn voor de discriminatie die de regels voor de verdeling van luchtverkeer in het leven roepen.
Vierde middel: uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1585 van de Commissie schendt het beginsel van het vrij verrichten van diensten en artikel 19, lid 2, van verordening (EG) nr. 1008/2008, omdat de regels voor de verdeling van luchtverkeer onevenredig zijn en de Commissie niet heeft onderzocht of er minder belastende middelen beschikbaar zijn.
Vijfde middel: schending van verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad (3), omdat de Commissie niet heeft beoordeeld of de procedure voor het aanwijzen van Lelystad als een gecoördineerde luchthaven is nageleefd, en omdat slots en bestemmingen aan elkaar zijn gekoppeld en de algemene beginselen van verordening (EEG) nr. 95/93 zijn geschonden.
Zesde middel: schending van artikel 19, lid 2, van verordening (EG) nr. 1008/2008, omdat de Commissie niet heeft beoordeeld of is voldaan aan de voorwaarde dat luchthavens de luchtvaartmaatschappijen de nodige diensten bieden en niet onnodig afbreuk doen aan hun commerciële kansen.
(1) Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1585 van de Commissie van 24 september 2019 betreffende de vaststelling van regels voor de verdeling van luchtverkeer tussen de luchthavens Amsterdam Schiphol en Amsterdam Lelystad overeenkomstig artikel 19 van verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB 2019, L 246, blz. 24).
(2) Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PB 2008, L 293, blz. 3).
(3) Verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad van 18 januari 1993 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van „slots” op communautaire luchthavens (PB 1993, L 14, blz. 1).