Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CA0025

Zaak C-25/19: Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 27 februari 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Okręgowy w Poznaniu — Polen) — Corporis sp. z o.o. / Gefion Insurance A/S [Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 2009/138/EG – Vertegenwoordiging van een schadeverzekeringsonderneming – Vertegenwoordiger die woonachtig is op het nationale grondgebied – Betekening en kennisgeving van stukken – Inontvangstneming van het stuk dat het geding inleidt – Verordening (EG) nr. 1393/2007 – Niet-toepasselijkheid]

PB C 137 van 27.4.2020, p. 22–23 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

27.4.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 137/22


Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 27 februari 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Okręgowy w Poznaniu — Polen) — Corporis sp. z o.o. / Gefion Insurance A/S

(Zaak C-25/19) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Richtlijn 2009/138/EG - Vertegenwoordiging van een schadeverzekeringsonderneming - Vertegenwoordiger die woonachtig is op het nationale grondgebied - Betekening en kennisgeving van stukken - Inontvangstneming van het stuk dat het geding inleidt - Verordening (EG) nr. 1393/2007 - Niet-toepasselijkheid)

(2020/C 137/29)

Procestaal: Pools

Verwijzende rechter

Sąd Okręgowy w Poznaniu

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Corporis sp. z o.o.

Verwerende partij: Gefion Insurance A/S

Dictum

Artikel 152, lid 1, van richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II), gelezen in samenhang met artikel 151 ervan en met overweging 8 van verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken), en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad, moet aldus worden uitgelegd dat de aanstelling, door een schadeverzekeringsonderneming, van een vertegenwoordiger in de lidstaat van ontvangst inhoudt dat deze vertegenwoordiger tevens bevoegd is om een stuk waarmee een geding betreffende een uit een verkeersongeval ontstane vordering wordt ingeleid, in ontvangst te nemen.


(1)  PB C 164 van 13.5.2019.


Top