Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018CN0404

    Zaak C-404/18: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Arbeidsrechtbank Antwerpen (België) op 19 juni 2018 — Jamina Hakelbracht, Tine Vandenbon, Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen tegen WTG Retail BVBA

    PB C 311 van 3.9.2018, p. 8–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    3.9.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 311/8


    Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Arbeidsrechtbank Antwerpen (België) op 19 juni 2018 — Jamina Hakelbracht, Tine Vandenbon, Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen tegen WTG Retail BVBA

    (Zaak C-404/18)

    (2018/C 311/07)

    Procestaal: Nederlands

    Verwijzende rechter

    Arbeidsrechtbank Antwerpen

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekers: Jamina Hakelbracht, Tine Vandenbon, Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen

    Verweerster: WTG Retail BVBA

    Prejudiciële vraag

    Moet het Unierecht en meer bepaalde artikel 24 van de richtlijn 2006/54/EG (1) van 5 juli 2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep, in die zin worden uitgelegd dat zij zich verzet tegen een nationale regeling die de bescherming tegen represailles van personen die optreden als getuigen, uitsluitend verleent aan deze persoon die, in het kader van het onderzoek van een klacht, in een ondertekend en gedateerd document de feiten die ze zelf hebben gezien of gehoord en die betrekking hebben op de toestand die het voorwerp is van de klacht, ter kennis brengen van de persoon bij wie de klacht wordt ingediend of doordat zij optreden als een getuige in rechte?


    (1)  PB 2006, L 204, blz. 23.


    Top