EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CA0229

Zaak C-229/15: Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 16 juni 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny — Polen) — Minister Finansów/Jan Mateusiak [Prejudiciële verwijzing — Fiscale bepalingen — Belasting over de toegevoegde waarde — Richtlijn 2006/112/EG — Artikelen 18, onder c), 184 en 187 — Belastbare handelingen — Beëindiging van de belastbare economische activiteit — Onder zich hebben van goederen waarvoor recht op aftrek van de btw is ontstaan — Herziening van de aftrek — Herzieningsperiode — Belastingheffing op grond van artikel 18, onder c), van richtlijn 2006/112 na het verstrijken van de herzieningsperiode]

PB C 305 van 22.8.2016, p. 10–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.8.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 305/10


Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 16 juni 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny — Polen) — Minister Finansów/Jan Mateusiak

(Zaak C-229/15) (1)

([Prejudiciële verwijzing - Fiscale bepalingen - Belasting over de toegevoegde waarde - Richtlijn 2006/112/EG - Artikelen 18, onder c), 184 en 187 - Belastbare handelingen - Beëindiging van de belastbare economische activiteit - Onder zich hebben van goederen waarvoor recht op aftrek van de btw is ontstaan - Herziening van de aftrek - Herzieningsperiode - Belastingheffing op grond van artikel 18, onder c), van richtlijn 2006/112 na het verstrijken van de herzieningsperiode])

(2016/C 305/15)

Procestaal: Pools

Verwijzende rechter

Naczelny Sąd Administracyjny

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Minister Finansów

Verwerende partij: Jan Mateusiak

Dictum

Artikel 18, onder c), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, zoals gewijzigd bij richtlijn 2009/162/EU van de Raad van 22 december 2009, moet aldus worden uitgelegd dat wanneer een belastingplichtige zijn belastbare economische activiteit beëindigt, het onder zich hebben van goederen door deze belastingplichtige, ingeval bij de verwerving van die goederen recht op aftrek van de belasting over de toegevoegde waarde is ontstaan, kan worden gelijkgesteld met een levering van goederen onder bezwarende titel en worden onderworpen aan de belasting over de toegevoegde waarde, indien de in artikel 187 van richtlijn 2006/112, zoals gewijzigd bij richtlijn 2009/162, bedoelde herzieningsperiode is verstreken.


(1)  PB C 294 van 7.9.2015.


Top