This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62012CN0298
Case C-298/12: Reference for a preliminary ruling from the Conseil d’État (France), lodged on 18 June 2012 — Confédération paysanne v Ministre de l’alimentation, de l’agriculture et de la pêche
Zaak C-298/12: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d’État (Frankrijk) op 18 juni 2012 — Confédération paysanne/Ministre de l’alimentation, de l’agriculture et de la pêche
Zaak C-298/12: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d’État (Frankrijk) op 18 juni 2012 — Confédération paysanne/Ministre de l’alimentation, de l’agriculture et de la pêche
PB C 273 van 8.9.2012, p. 5–6
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
8.9.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 273/5 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d’État (Frankrijk) op 18 juni 2012 — Confédération paysanne/Ministre de l’alimentation, de l’agriculture et de la pêche
(Zaak C-298/12)
2012/C 273/08
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Conseil d’État
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Confédération paysanne
Verwerende partij: Ministre de l’alimentation, de l’agriculture et de la pêche
Prejudiciële vragen
1) |
Staat artikel 40, leden 1 en 5, van verordening nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 (1), gelet op de bewoordingen en het doel ervan, de lidstaten toe, het recht op aanpassing van het referentiebedrag van de landbouwers van wie de productie gedurende de referentieperiode nadelig werd beïnvloed door landbouwmilieuverbintenissen die zij tijdens de referentieperiode of een gedeelte ervan moesten nakomen, te baseren op de vergelijking tussen de bedragen aan rechtstreekse betalingen die zij hebben ontvangen in de jaren waarin zij dergelijke verbintenissen moesten nakomen en de bedragen die tijdens de overige jaren zijn ontvangen? |
2) |
Staat artikel 40, leden 2 en 5, van verordening nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 de lidstaten toe, het recht op aanpassing van het referentiebedrag van de landbouwers van wie de productie nadelig werd beïnvloed door landbouwmilieuverbintenissen die zij tijdens de gehele referentieperiode moesten nakomen, te baseren op de vergelijking tussen het bedrag aan rechtstreekse betalingen dat zij hebben ontvangen in het laatste jaar waarin zij geen landbouwverbintenis moesten nakomen, welk jaar kan teruggaan tot acht jaar vóór de referentieperiode, en het gemiddelde jaarbedrag aan rechtstreekse betalingen dat tijdens de referentieperiode is ontvangen? |
(1) Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (PB L 270, blz. 1).