Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010TN0454

    Zaak T-454/10: Beroep ingesteld op 30 september 2010 — Anicav/Commissie

    PB C 328 van 4.12.2010, p. 39–39 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    4.12.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 328/39


    Beroep ingesteld op 30 september 2010 — Anicav/Commissie

    (Zaak T-454/10)

    ()

    2010/C 328/66

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: Associazione Nazionale degli Industriali delle Conserve Alimentari Vegetali (Anicav) (Napels, Italië) (vertegenwoordigers: J. da Cruz Vilaça, S. Estima Martins en S. Carvalho de Sousa, advocaten)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    nietigverklaring van artikel 52 van en bijlage VIII bij verordening nr. 1580/2007 (1) van de Commissie, zoals gewijzigd bij verordening nr. 687/2010 (2) van de Commissie; en

    de verwerende partij verwijzen in de kosten van de procedure.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Met haar beroep vordert verzoekster overeenkomstig artikel 263 VWEU de gedeeltelijke nietigverklaring van verordening nr. 1580/2007 van de Commissie, zoals gewijzigd bij verordening nr. 687/2010 van de Commissie.

    Tot staving van haar vordering voert verzoekster volgende middelen aan.

    Ten eerste betoogt zij dat de bestreden maatregel in strijd is met verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (PB 2007, L 299, blz. 1).

    Door na te laten (i) verwerkingsactiviteiten op te nemen in bijlage VIII bij verordening nr. 1580/2007 van de Commissie, en (ii) activiteiten van voorbereiding, verpakking en nabehandeling uit te sluiten van de waarde van de verhandelde voor verwerking bestemde producten, is de bestreden maatregel in strijd met de Integrale-GMO-verordening, voor zover deze bepaalt dat de voorschriften inzake producentenorganisaties, met name het toekennen van steun, enkel van toepassing zijn op producten die vallen onder de gemeenschappelijke marktordening voor fruit en groenten.

    Ten tweede betoogt verzoekster dat de bestreden maatregel in strijd is met het non-discriminatiebeginsel. Door producentenorganisaties steun toe te kennen voor industriële werkzaamheden die ook worden uitgevoerd door particuliere ondernemingen, is de bestreden maatregel in strijd met het non-discriminatiebeginsel, dat verbiedt om vergelijkbare situaties verschillend te behandelen, tenzij daarvoor een objectieve rechtvaardigingsgrond bestaat.

    Tot slot betoogt verzoekster dat de bestreden maatregel in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. Door producentenorganisaties steun toe te kennen voor industriële werkzaamheden die ook worden uitgevoerd door particuliere ondernemingen is de bestreden maatregel in strijd met het evenredigheidsbeginsel, aangezien hij verder gaat dan hetgeen noodzakelijk is voor het bereiken van een door het gemeenschappelijk landbouwbeleid nagestreefde hypothetische doelstelling inzake verticale integratie van producentenorganisaties.


    (1)  Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (PB 2007, L 350, blz. 1).

    (2)  Verordening (EU) nr. 687/2010 van de Commissie van 30 juli 2010 houdende wijziging van verordening (EG) nr. 1580/2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (PB 2010, L 199, blz. 12).


    Top