Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010TN0316

    Zaak T-316/10: Beroep ingesteld op 23 juli 2010 — HIM/Commissie

    PB C 274 van 9.10.2010, p. 25–26 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    9.10.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 274/25


    Beroep ingesteld op 23 juli 2010 — HIM/Commissie

    (Zaak T-316/10)

    ()

    2010/C 274/40

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Verzoekende partij: Health Information Management (HIM) (Brussel, België) (vertegenwoordiger: P. Zeegers, advocaat)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    de vordering ontvankelijk en gegrond verklaren, en bijgevolg

    de Europese Commissie veroordelen tot betaling van een bedrag van 11 821,35 EUR, te vermeerderen met vertragingsrente sinds 16 juni 2010 tegen de in België van toepassing zijnde wettelijke rentevoet;

    de Europese Commissie verwijzen in alle kosten, daaronder begrepen een bedrag dat voorlopig geraamd is op 5 000 EUR.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Met het onderhavige beroep, dat gebaseerd is op een arbitragebeding, vraagt verzoekster het Gerecht in wezen vast te stellen dat voor de berekening van verzoeksters algemene kosten die voor rekening van de Commissie komen (in het kader van overeenkomsten die zijn gesloten als deel van het specifieke programma eTen), namelijk het deel van de algemene kosten dat verband houdt met de werkzaamheden van het personeel dat voor het project is ingezet, de onderaannemers niet moeten worden beschouwd als personeelsleden van verzoekster, aangezien deze onderaannemers voor verzoekster geen algemene kosten met zich brengen. Derhalve moeten de kosten voor de onderaannemers niet worden begrepen in het totaalbedrag van de personeelskosten waardoor het totaalbedrag van de algemene kosten wordt gedeeld voor de berekening van de noemer die moet worden gebruikt om het percentage te bepalen van de algemene kosten die voor terugbetaling in aanmerking komen.

    Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster aan dat aangezien de kosten voor de onderaannemers geen deel uitmaken van de voor terugbetaling in aanmerking komende personeelskosten, een incoherentie ontstaat doordat de onderaannemers als personeelsleden van verzoekster worden beschouwd bij de berekening van het totaalbedrag van de personeelskosten dat wordt gebruikt om het percentage van de voor terugbetaling in aanmerking komende algemene kosten te bepalen.

    Het feit dat de onderaannemers als personeelsleden van verzoekster worden beschouwd, berokkent verzoekster bovendien schade, voor zover deze methode tot gevolg heeft dat het bedrag van de noemer verhoogt en het percentage van de voor terugbetaling in aanmerking komende algemene kosten dus evenredig vermindert.


    Top