This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62010CN0324
Case C-324/10: Reference for a preliminary ruling from the Finanzgericht Hamburg (Germany) lodged on 5 July 2010 — Gebr. Stolle GmbH & Co. KG v Hauptzollamt Hamburg-Jonas
Zaak C-324/10: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Hamburg (Duitsland) op 5 juli 2010 — Gebr. Stolle GmbH & Co. KG/Hauptzollamt Hamburg-Jonas
Zaak C-324/10: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Hamburg (Duitsland) op 5 juli 2010 — Gebr. Stolle GmbH & Co. KG/Hauptzollamt Hamburg-Jonas
PB C 274 van 9.10.2010, p. 6–6
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
9.10.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 274/6 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Hamburg (Duitsland) op 5 juli 2010 — Gebr. Stolle GmbH & Co. KG/Hauptzollamt Hamburg-Jonas
(Zaak C-324/10)
()
2010/C 274/07
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Finanzgericht Hamburg
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Gebr. Stolle GmbH & Co. KG
Verwerende partij: Hauptzollamt Hamburg-Jonas
Prejudiciële vragen
1) |
Wordt een „onregelmatige samenstelling” in de zin van productcode 0207 12 90 9990 gekenmerkt door de omstandigheid dat aan het hele geslachte dier in totaal maximaal 4 van de aldaar genoemde organen — in een of meer exemplaren — mogen worden toegevoegd? |
2) |
Voor het geval dat vraag 1 bevestigend wordt beantwoord: Vallen ook hele geslachte dieren waaraan meerdere exemplaren van een van de aldaar genoemde organen zijn toegevoegd, onder postonderverdeling 0207 12 10 (1)? |
(1) PB L 322 van 1.12.1998, blz. 31.