EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52021AR0051

Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Europese media in het digitale decennium: Een actieplan

COR 2021/00051

PB C 300 van 27.7.2021, p. 69–75 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

27.7.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 300/69


Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Europese media in het digitale decennium: Een actieplan

(2021/C 300/13)

Rapporteur:

Jan TREI (EE/EVP), lid van een lokale vergadering: gemeenteraadslid van Viimsi

Referentiedocument:

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Europese media in het digitale decennium: Een actieplan ter ondersteuning van het herstel en de transformatie

COM(2020) 784 final

BELEIDSAANBEVELINGEN

HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S

Algemene opmerkingen

1.

is ingenomen met het plan van de Europese Commissie om de steun aan de audiovisuele en mediasector te stroomlijnen en de behoeften van de lokale en regionale media in de hele EU in het kader van economisch herstel, vergroening en digitalisering onder de aandacht te brengen.

2.

Het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) streeft naar een dialoog met DG CNECT van de Commissie over de uitvoeringsmaatregelen die worden overwogen voor de praktische follow-up van het actieplan en wijst daarbij op de noodzakelijke synergie tussen fondsen en regelgeving op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau.

3.

Het CvdR zal zich tegenover andere EU instellingen, branchespecifieke en lokale/regionale belanghebbenden alsook tegenover het grote publiek zichtbaarder proberen op te stellen als politieke speler op dit gebied, teneinde de beschikbare informatie en expertise verder te verspreiden en ervoor te zorgen dat zijn beleidsaanbevelingen de verschillende besluitvormingsniveaus bereiken.

4.

In veel lidstaten ligt de verantwoordelijkheid voor regulering en ondersteuning van de media- en culturele sector bij de regio’s. In andere lidstaten is het mediabeleid een taak van de nationale overheid, terwijl de verantwoordelijkheid voor het cultuurbeleid verdeeld is over het lokale, regionale en nationale niveau.

5.

Het is dan ook van essentieel belang dat nauw wordt samengewerkt met de lokale en regionale overheden om de steun aan de mediasector op alle bestuursniveaus te coördineren.

6.

Het CvdR is verheugd over het “NEWS”-initiatief voor ondersteuning van de nieuwsmediasector, dat met behulp van de InvestEU-garantie is gelanceerd en waarin speciale aandacht wordt besteed aan de lokale en regionale media.

7.

Het CvdR is ervan overtuigd dat het actieplan een grote lokale en regionale impact zal hebben, want de economische, technische en creatieve levensvatbaarheid van pluralisme in de media hangt af van de veelheid aan lokale en regionale media, alsook van de instanties die betrokken zijn bij de waardeketen, het regelgevend toezicht en de sectoroverschrijdende samenwerking in de productie-, media- en audiovisuele sector.

8.

Het CvdR erkent de bijzondere waarde van regionale en zelfs lokale innovatiestrategieën en slimme specialisatie in de audiovisuele en mediasector: zij resulteren in innovatieve oplossingen en spillovereffecten op andere belangrijke gebieden van het overheidsbeleid en de economische activiteit (onderwijs, vaardigheden en gezondheid).

9.

Het CvdR verzoekt de Europese Commissie om bij het uitwerken van concrete instrumenten en maatregelen in het kader van het actieplan de bevoegde autoriteiten in de EU-lidstaten aan te moedigen tot het verschaffen van zo veel mogelijk duidelijkheid over de financiële steun die in het kader van de relevante EU-programma’s en met name via de herstelinstrumenten specifiek ter beschikking wordt gesteld aan de lokale en regionale media, en tot het coördineren van deze steun. Het CvdR zelf zal meehelpen deze informatie onder lokale en regionale belanghebbenden te verspreiden.

10.

Het CvdR verzoekt de Europese Commissie ook om er bij toekomstige Europese nieuwsmediafora en initiatieven met betrekking tot de vooruitzichten van de Europese mediasector in het bijzonder op te letten dat lokale en regionale media zo breed mogelijk zijn vertegenwoordigd en daar zo veel mogelijk bij worden betrokken.

11.

Het CvdR benadrukt met name het belang van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen in de audiovisuele en mediasector en dringt erop aan dat zij worden geraadpleegd en worden betrokken bij de verdere ontwikkeling van initiatieven als de MEDIA-marktgateway en de creatieve innovatielabs voor start-ups en scale-ups.

12.

Het CvdR wijst op het bijzondere belang, althans gedurende een overgangsperiode, van kranten en advertentiebladen in niet-elektronische vorm, die met name ouderen niet door elektronische publicaties willen vervangen; het zou met name in plattelandsgebieden voor uitgevers financieel haalbaar moeten worden gemaakt om kranten te blijven bezorgen.

13.

Er zou speciale aandacht moeten worden besteed aan burgermedia als “derde omroepsector” (meestal zelfgeorganiseerde, participatieve media zonder winstoogmerk die gericht zijn op lokale, geografisch afgebakende gemeenschappen en/of belangengroepen). Het zou een goede zaak zijn als alle bestuursniveaus de burgermedia de nodige erkenning zouden geven.

14.

Helaas wordt er geen rekening gehouden met de bijzondere situatie van kleine landen (markten) die het gevolg is van hun specifieke omstandigheden, vooral wanneer er Europese minderheidstalen in het spel zijn of niet-Europese talen die worden gesproken door migranten.

15.

Het CvdR verzoekt de Europese Commissie bijzondere aandacht te besteden en specifieke steun te verlenen aan zowel de publieke als private media en aan de audiovisuele sector die inhoud en producties leveren en hun diensten aanbieden in de mede-officiële en minderheidstalen die in de Europese regio’s worden gebruikt, en aldus bijdragen aan de standaardisering van deze talen en de eerbiediging van de culturele diversiteit van de regio’s door de taalrechten van hun inwoners veilig te stellen. Deze steun, die in de vorm van gerichte financiering voor deze media zou moeten worden verstrekt, is met name noodzakelijk om hen in staat te stellen hun digitalisering voort te zetten en zo hun blijvende aanwezigheid in de digitale omgeving te waarborgen.

16.

Het CvdR is blij met de maatregelen die worden genomen om de belangrijke rol die de activiteiten van publieke omroepen op lokaal en regionaal niveau spelen, te ondersteunen en voor het voetlicht te brengen.

17.

De Europese Commissie zou specifieke steunmaatregelen moeten uitwerken om de regionale en lokale media in de periode 2021-2027 met EU-middelen te ondersteunen.

Algemene beoordeling van het actieplan

18.

Het belang van investeringen in digitale geletterdheid, een voorwaarde voor het gebruik van digitale media, mag niet uit het oog worden verloren.

19.

Het CvdR betreurt het dat de beleidsmaatregelen ten gunste van de lokale nieuwsmedia bedrijven over de hele linie tot dusver onvoldoende in staat hebben gesteld om veranderingen door te voeren, nieuwe wegen in te slaan en levensvatbare bedrijfs- en inkomstenmodellen voor de digitale transitie te ontwikkelen en in te voeren.

20.

De tien acties in het actieplan komen inhoudelijk tegemoet aan een reeks bestaande behoeften in deze sector en kunnen ook dienen om de ontwikkeling van lokale en regionale media te bevorderen. De bevoegdheden van regionale overheden in diverse EU-lidstaten op het gebied van (al dan niet audiovisuele) media worden echter niet expliciet erkend in het actieplan.

21.

De lokale en regionale bevoegdheden zouden volledig moeten worden erkend en de deelname van lokale en regionale overheden aan een gestructureerde dialoog over de specifieke acties van het actieplan, met name actie 1 en actie 7, zou moeten worden vergemakkelijkt.

22.

Het CvdR is van mening dat een goed doordachte regelgeving en strategie, in combinatie met op maat gesneden steunmaatregelen, een klimaat kunnen scheppen waarin lokale en regionale media de uitdagingen van economisch herstel, groener ondernemerschap en digitalisering met succes kunnen aangaan.

23.

Feit is dat de sector niet alleen in staat moet worden gesteld om de productie en distributie van inhoud te financieren, maar dat in het EU-beleid ook moet worden erkend dat de audiovisuele en de mediasector niet op dezelfde manier kunnen worden gereguleerd als andere sectoren. Er is behoefte aan EU-beleid dat de Europese mediasector in staat stelt om concurrerende inhoud te blijven produceren in een eerlijke digitale omgeving.

24.

Het actieplan zou een blijvend effect moeten hebben en er zou een alomvattend EU-beleid voor de mediasector moeten komen, waarin regelgeving en mededingings- en fiscaal beleid worden gecombineerd met EU-fondsen en -programma’s, teneinde innovatie te bevorderen en een gelijk speelveld te creëren voor de Europese media, met inachtneming van de Europese fundamentele waarden, nl. eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Volledige eerbiediging van deze waarden zou een voorwaarde moeten zijn voor de toegang van Europese media tot EU-fondsen.

25.

Het is van belang te zorgen voor een sterk pluralistisch, economisch levensvatbaar, innovatief, onafhankelijk en betrouwbaar Europees medialandschap dat de hele samenleving kan bereiken. Dit is van groot belang voor de Europese Unie en haar democratieën, alsook voor de burgers, consumenten en bedrijven. Het is ook een kwestie van sociale cohesie.

26.

Lokale en regionale media zijn vaak in het nadeel, vergeleken met internationale onlineplatforms. Het CvdR is ervan overtuigd dat uitgebreidere aandacht van de EU nodig is om een aantal problemen op te lossen (waaronder informatieasymmetrie en toegang tot gegevens), aangezien de verticale integratie van onlineplatforms, samen met hun controlerende rol, een ernstige belemmering vormt voor de effectieve toegang tot en de keuze van diensten en inhoud. Daarom acht het CvdR het noodzakelijk om in toekomstige EU-richtlijnen te voorzien in mechanismen die ervoor zorgen dat de platforms in hun aanbod ook lokale en regionale media opnemen die door de nationale of regionale overheid zijn erkend. Bevoordeling van de eigen diensten (self-preferencing) vormt een ernstige bedreiging voor pluralisme en eerlijke concurrentie.

27.

Het CvdR onderstreept dat vrijheid, pluralisme en onafhankelijkheid van de media, evenals de veiligheid van journalisten, essentiële elementen zijn van het recht op vrijheid van meningsuiting en informatie en essentieel zijn voor het democratisch functioneren van de EU en haar lidstaten, en spreekt in dit verband zijn waardering uit voor het werk van onafhankelijke “waakhonden”, zoals het Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid in Leipzig.

Economische aspecten

28.

Het CvdR herinnert eraan dat onafhankelijke lokale en regionale media, ongeacht hun bedrijfsmodel, geconfronteerd blijven worden met financiële problemen op de markt en dat hun situatie als gevolg van de COVID-19-pandemie verder verslechtert.

29.

Het CvdR stelt met bezorgdheid vast dat het door de versnipperde audiovisuele markt van de EU-lidstaten moeilijk zal blijven om de marktvoordelen te benutten die technologie en schaalvergroting kunnen bieden.

30.

Het is verheugend nieuws dat een paar EU-lidstaten onlangs hebben besloten om aanzienlijke bedragen te investeren in de ondersteuning van lokale en regionale journalistiek.

31.

Het CvdR wijst nogmaals op het strategisch belang van de audiovisuele en mediasector voor de Europese economie en het herstel na de crisis, en juicht het toe dat de Europese Commissie voornemens is om deze sector te ontwikkelen in het kader van het industriebeleid, op basis van een innovatiedialoog met de sector en een speciaal investeringsplatform.

32.

Het is ook nuttig de territoriale impact (waaronder het potentieel voor plattelandsontwikkeling) van de steun aan de audiovisuele en mediasector te meten en te evalueren, met name wat betreft het effect van deze maatregelen op het scheppen van banen in de mediawereld. Er kan eveneens een impact zijn op de plattelandsontwikkeling, als daarvoor tegelijkertijd in het kader van de herstelplannen meer gerichte mogelijkheden worden gecreëerd.

33.

Het CvdR onderstreept het bijzondere belang van bioscopen als laagdrempelige en, met name in plattelandsgebieden, vaak enige culturele aanbieders en wijst op de extreme gevolgen voor bioscopen van de maandenlange sluiting vanwege de coronapandemie. Om het Europese bioscooplandschap in stand te houden, zou er een passende periode moeten gelden voor de exclusieve vertoning van films in bioscopen voordat zij worden aangeboden op internationale video-on-demandplatforms.

34.

Het CvdR roept op tot het bevorderen van samenwerking en netwerkactiviteiten op Europees niveau tussen de lokale en regionale actoren in de audiovisuele sector en de media, alsook tussen overheidsinstanties, met het oog op de uitvoering van gezamenlijke projecten, de ontwikkeling van synergieën en de uitwisseling van goede praktijkvoorbeelden.

35.

Het CvdR is ingenomen met de recente beleidsinitiatieven van de EU die erop gericht zijn de kloof te overbruggen tussen de middelen die worden uitgetrokken voor technologische innovatie, en de culturele en creatieve aspecten van de audiovisuele en mediasector.

36.

Het CvdR is met name verheugd dat de Europese Commissie heeft voorgesteld om meer te investeren in de ondersteuning van het medialandschap door 61 miljoen EUR van het programma Creatief Europa 2021-2027 te besteden aan kwaliteitsjournalistiek, mediavrijheid, mediageletterdheid en diversiteit van de media.

37.

Positief is ook het nieuwe interactieve hulpinstrument in het actieplan, dat mediabedrijven wegwijs maakt in de verschillende steuninstrumenten. Het zou goed zijn als de lokale en regionale overheden bekendheid zouden geven aan de steuninstrumenten die specifiek voor lokale en regionale media zijn bedoeld.

38.

Het CvdR vestigt de aandacht op het belang van het aantrekken van geschoold personeel op het gebied van audiovisuele mediaproducties en op het reeds bestaande tekort aan vakmensen in met name de filmindustrie, en dringt in dit verband ook aan op financieringsmogelijkheden in het kader van het onderdeel Media van het programma Creatief Europa.

39.

Het CvdR pleit er in verband met de herziening van de steun voor festivals in het kader van het onderdeel Media van het programma Creatief Europa 2021-2027 voor om festivals permanent en op individuele basis, dus niet alleen als ze deel uitmaken van Europese netwerken, te blijven steunen zodat ze hun eigenheid en kwaliteit behouden.

40.

Wat actie 1 van het actieplan betreft, pleit het CvdR voor een sterke plaatsgebonden aanpak en nauwe samenwerking met de lokale en regionale overheden. Ook stelt het voor om voorbeelden van goede praktijken te melden bij de Europese Commissie, zodat daaraan soortgelijke maatregelen kunnen worden gekoppeld die kunnen worden opgenomen in de herstelprogramma’s en actieplannen van de EU-lidstaten.

Lokale en regionale media

41.

Het CvdR benadrukt dat lokale nieuwsmedia een belangrijke rol spelen in het openbare leven en het politieke debat, omdat ze politieke kennis en participatie bevorderen. Onafhankelijke lokale nieuwsmedia zijn de pijler onder de democratie in de samenleving.

42.

Het CvdR deelt de mening dat bescherming van de diversiteit en onafhankelijkheid van de media een centrale beleidsdoelstelling moet zijn, die ook in dit actieplan voorop moet staan.

43.

Het is onder meer de rol van de lokale media om de bevolking door middel van kwalitatief hoogstaande, neutrale en kritische berichtgeving op een objectieve en nauwkeurige manier te informeren over bestuurszaken en publieke aangelegenheden, zodat zij zich hierover een mening kan vormen. Lokale media vertegenwoordigen hun regio en helpen mensen begrijpen dat zij deel uitmaken van een gemeenschap, dat zij verbonden zijn via hun gezamenlijke lokale nieuwszender, en dat het meer is dan alleen geografische nabijheid dat hen verbindt.

44.

Het CvdR betreurt dat er in dunbevolkte gebieden, in tegenstelling tot dichtbevolkte stedelijke gebieden met hun traditionele lokale media en digitale platforms, vaak traditionele noch digitale lokale media voorhanden zijn. Dit heeft tot gevolg dat sommige gebieden nu weinig tot geen journalistieke aandacht krijgen.

45.

Het CvdR herhaalt dat nieuws- en culturele programma’s op lokaal en regionaal niveau een belangrijk aandachtspunt zijn voor regionale publieke mediaorganisaties in heel Europa. De regionale publieke media dragen bij tot de mediadiversiteit in de regio’s. Zij bevorderen ook de betrokkenheid van het publiek bij de activiteiten van lokale en regionale overheden en van culturele en maatschappelijke organisaties.

46.

Het CvdR is er stellig van overtuigd dat de regionale publieke media via alle communicatiekanalen — radio, televisie en internet, alsook platforms die radio- en televisiediensten in de regio’s aanbieden — toegankelijk moeten zijn voor het publiek, zodat zij niet irrelevant worden en hun primaire functie kunnen blijven vervullen. Afhankelijk van de specifieke nationale omstandigheden is het ook van belang te zorgen voor de doorgifte van regionale media via alle mogelijke distributiekanalen, waaronder kabel, digitale terrestrische televisie, satelliet en internet.

47.

Het CvdR zou graag zien dat een aantal acties van het actieplan, met name actie 1, op lokaal en regionaal niveau kan worden versterkt. Voorwaarde daarvoor is wel dat er wordt geïnvesteerd in capaciteitsopbouw voor lokale actoren.

Innovatie en technologie

48.

Het CvdR bevestigt dat digitalisering kan helpen om een nieuw publiek aan te trekken, gebruik te maken van onconventionele inhoud, lokale en regionale media nieuwe diensten aan te bieden en interregionale culturele samenwerking te bevorderen, en is van mening dat alleen sectoroverschrijdende digitalisering totaal nieuwe mogelijkheden biedt voor disruptieve bedrijfsmodellen en innovatieve digitale diensten en producten, maar vreest dat de kosten van deze transformatie voor lokale en regionale overheden te hoog zouden kunnen oplopen.

49.

Het CvdR wijst erop dat de digitale kloof tussen stad en platteland moet worden verkleind, hetgeen een voorwaarde is om de inwoners van plattelandsgebieden gebruik te kunnen laten maken van digitale media en hun toegang te geven tot alle beschikbare informatie.

50.

De mediasector staat centraal in de huidige grensoverschrijdende revolutie op het gebied van data, kunstmatige intelligentie en blockchain. De media zouden een sleutelrol kunnen spelen bij het testen en uitvoeren van de ethische richtsnoeren die zijn ontwikkeld door de deskundigengroep inzake kunstmatige intelligentie van de Commissie en bij het aanpassen ervan aan de mediasector.

51.

De Europese cultuur en film zijn onlosmakelijk verbonden met de Europese identiteit. Een goed functionerend en pluralistisch medialandschap in de gehele EU is van cruciaal belang voor de instandhouding en bevordering van de Europese waarden en de Europese manier van leven. Alle medialandschappen zijn afhankelijk van de vaststelling van evenwichtige prioriteiten bij de uitvoering van de herstelplannen van de EU. Zo moet bijvoorbeeld worden gezorgd voor een grotere koppeling tussen het audiovisuele en mediabeleid van de EU enerzijds en onderzoek en innovatie anderzijds.

52.

Het CvdR benadrukt de rol die de audiovisuele sector kan spelen bij het bevorderen van regionaal en lokaal toerisme, met name in plattelandsgebieden, door de troeven van die gebieden op een creatieve manier voor het voetlicht te brengen en duurzaam toerisme en economische ontwikkeling te stimuleren.

53.

Het is een goede zaak dat, wat de data-infrastructuur betreft, de belangrijkste maatregel van het actieplan zal zorgen voor synergie met de programma’s Horizon Europa en Digitaal Europa. Dit moet innovatie en creativiteit bevorderen en alle soorten media — publieke en commerciële, grote en kleine — zonder onderscheid toegankelijk maken. Ook lokale en regionale media moeten, ongeacht hun eigendomsverhoudingen en hun bestuursstructuur, kunnen profiteren van deze synergie. Investeringen in technologie voor o.a. meertalige ondertiteling, toevoeging van gebarentaal of audiodescriptie moeten dan ook systematisch vereist worden in Europese informatieve en audiovisuele producties.

54.

Het programma Horizon Europe speelt onder meer een rol in de ondersteuning van de mediacomponenten van opensource-infrastructuur. Zulke infrastructuur is een eerste vereiste voor succesvolle innovatie, niet alleen in technologisch opzicht, maar ook wat betreft nieuwe bedrijfsmodellen en de toepassing daarvan in allerlei media.

55.

Het CvdR is van mening dat in alle relevante financieringsprogramma’s van de EU (Creatief Europa, Erasmus+, Horizon 2020 enz.) passende prioriteit moet worden gegeven aan de behoefte aan ontwikkeling van digitale vaardigheden in de audiovisuele en mediasector op lokaal en regionaal niveau. Digitale geletterdheid moet verder gaan dan ICT-basisvaardigheden en moet ook mediageletterdheid en informatievaardigheden omvatten.

56.

Het CvdR dringt aan op het verlenen van gerichte steun op lokaal en regionaal niveau om naast Europese technologiecentra ook Europese centra voor mediatechnologie op te richten. Deze zouden zich moeten richten op de scholing van media-actoren, onder meer over de benutting van beschikbare financiering (waaronder herstelfondsen) en de onafhankelijkheid van de media. Zo kunnen proefprojecten worden uitgevoerd en innovatieve Europese oplossingen worden verspreid.

Onafhankelijkheid van de media, geloofwaardigheid en een krachtiger stem voor de burgers

57.

In een gezondheidscrisis als de COVID-19-pandemie is de toegang tot betrouwbare informatie van groot belang. Tegen de achtergrond van de pandemie bieden zowel de publieke als de particuliere media met hun kwalitatief en kwantitatief brede aanbod op lokaal, regionaal en nationaal niveau een schat aan informatie, documentatie, amusement, educatie en cultuur, waarmee ze een belangrijke bijdrage leveren aan het aanpakken van de uitdagingen van de crisis. Daarbij draait het om de volgende fundamentele kwesties: toegang tot informatie van overheidsinstanties, toegang tot internet, bescherming en bevordering van onafhankelijke media, desinformatie over de volksgezondheid en monitoring van de volksgezondheid.

58.

Het CvdR herhaalt dat er, gezien het gevaar van desinformatie, op alle bestuurlijke niveaus maatregelen moeten worden genomen om factcheckers te ondersteunen in hun werk en de mediageletterdheid van de bevolking te bevorderen.

59.

In dit verband zij gewezen op het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, waarin onder meer uitdrukkelijk wordt opgeroepen tot vrijheid en pluralisme van de media en eerbiediging van de grondrechten. De mediavrijheid wordt echter ernstig bedreigd door financiële druk, die het bestaansrecht van professionele journalistiek op het internet ondermijnt. Het CvdR gaat ervan uit dat de Europese Commissie, rekening houdend met de regelgevende bevoegdheid van de lidstaten om het pluralisme van de media te waarborgen, de wet inzake digitale diensten en de wet inzake digitale markten zal gebruiken om marktfalen aan te pakken en de scheve verhouding tussen technologiereuzen en nieuwsbedrijven recht te trekken.

60.

De geloofwaardigheid van de media staat of valt met hun onafhankelijkheid en de vrijheid van meningsuiting. Dit staat in contrast met situaties waarin een gouvernementeel of niet-gouvernementeel orgaan op eigen houtje kan beslissen welke inhoud betrouwbaar is, hoe de toegang tot platforms wordt gecontroleerd en welke inhoud terzijde wordt geschoven.

61.

Wat de relevante acties van het actieplan betreft, benadrukt het CvdR met name de betrokkenheid van de burgers en de voordelen voor de burgers, die de belangrijkste criteria zijn voor de ondersteuning van projecten, alsook de verbetering van de mediageletterdheid van het publiek, met name van jongeren.

62.

Het CvdR is van oordeel dat mediageletterdheid en informatievaardigheden moeten worden bevorderd om tegenwicht te bieden tegen desinformatie en de burgers te helpen hun weg te vinden in een digitale mediaomgeving, en dat een mediaecosysteem met kwalitatief hoogwaardige inhoud en ethische zelfregulering moet worden gestimuleerd om desinformatie en nepnieuws tegen te gaan.

63.

Het is een goede zaak dat de burger centraal staat in het actieplan, met name waar het gaat om het recht op toegang tot een pluralistisch, divers en onafhankelijk medialandschap, ook op regionaal en lokaal niveau.

64.

Het CvdR benadrukt, in het belang van de onafhankelijkheid van de media, dat financiële steun aan de media bij voorkeur van tijdelijke aard en werkelijk universeel moet zijn. Selectieve subsidies moeten worden beperkt om de vrije, door de markt gefinancierde journalistiek in stand te houden. Als er toch uitzonderlijke maatregelen worden genomen, moet verstoring van de markt zorgvuldig worden vermeden en moet de onafhankelijkheid van de media worden gewaarborgd.

65.

Het CvdR is van mening dat de Europese Groep van regulerende instanties voor audiovisuele mediadiensten (ERGA) bij de ontwikkeling van mediabewustzijn de uitwisseling van ervaringen en goede praktijken moet bevorderen, met name wat betreft de activiteiten van de onafhankelijke nationale regelgevende instanties op het gebied van ondersteuning, onderzoek, bewustmaking, samenwerking en evaluatie, alsook met betrekking tot vormen van samenwerking tussen nationale regelgevende instanties, aanbieders van mediadiensten en onderwijsinstellingen.

Regelgevingskader

66.

Het CvdR dringt erop aan dat de Europese Commissie zich inzet voor een goed functionerende Europese mediamarkt en is van mening dat voor een succesvolle oplossing van de huidige problemen wellicht meer nodig is dan wetgeving op het gebied van gegevensbescherming; er moet immers ook actief gebruik worden gemaakt van nationale en Europese instrumenten voor mededingingsbeleid om bijvoorbeeld te voorkomen dat belangrijke infrastructuur slechts beperkt beschikbaar is voor nieuwkomers op de markt in Europa.

67.

Het CvdR herhaalt dat het audiovisuele mediabeleid van de EU gestoeld moet zijn op een totaalaanpak van wat er op alle mediagerelateerde gebieden, waaronder mededinging, auteursrecht, data enz., nog kan worden verricht. In de EU-beleidsvorming moet een meer horizontale benadering van de audiovisuele en mediasector worden gevolgd. Ook is er behoefte aan een meer gedetailleerde langetermijnvisie voor de audiovisuele sector en de hele Europese mediasector.

68.

Daarnaast is er een specifieke regelgevingsaanpak nodig voor het databeleid voor de Europese digitale eengemaakte markt, zodat de expansie van grote internationale on-demandplatforms kan worden benut ten voordele van alle Europeanen.

69.

Het CvdR dringt aan op een meer gedetailleerd EU-beleid dat feitelijk een gelijk speelveld voor alle aanbieders van audiovisuele mediadiensten creëert. Daarbij horen ook regels voor gegevensuitwisseling, toezicht op mededinging en belastingvoordelen. Voor kleinere marktdeelnemers in deze sector moeten uitzonderingen mogelijk zijn, om diversiteit van de inhoud en de lokale productie te vergroten.

70.

Het CvdR is overtuigd van de voordelen van nauwere beleidscoördinatie op EU-niveau tussen de wet inzake digitale diensten, het actieplan voor Europese democratie en het actieplan voor de media: daarmee moet hetzelfde doel worden nagestreefd, nl. een technologisch geavanceerd, ethisch en financieel gezond Europees ecosysteem dat internationaal kan concurreren.

71.

Het CvdR is het met de Europese Commissie eens dat een betere toegang tot en verspreiding van audiovisuele inhoud tegemoet zal komen aan de toenemende grensoverschrijdende vraag (ook in grensregio’s) en ten goede zal komen aan taalkundige minderheden en derhalve door EU-beleid moet worden geschraagd. Geoblocking moet verder worden beperkt en teruggedrongen, zodat de sector zich in de hele EU vrijer kan ontwikkelen.

Governance

72.

Het CvdR is, met name wat actie 1 van het actieplan betreft, van mening dat een krachtige plaatsgebonden aanpak en een hecht partnerschap met lokale en regionale overheden een doeltreffend middel zijn om de doelstellingen te verwezenlijken.

73.

Het CvdR is bereid om dit actieplan samen met de Europese Commissie verder in te vullen, teneinde uitvoeringsmaatregelen te ontwikkelen en daarmee de lokale en regionale media in de hele EU optimale kansen te bieden.

Brussel, 7 mei 2021.

De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

Apostolos TZITZIKOSTAS


Top