Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018AR3598

Advies van het Europees Comité van de Regio’s over de Connecting Europe Facility

COR 2018/03598

PB C 461 van 21.12.2018, p. 173–195 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

21.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 461/173


Advies van het Europees Comité van de Regio’s over de Connecting Europe Facility

(2018/C 461/15)

Algemeen rapporteur:

Isabelle BOUDINEAU (FR/PSE), vicevoorzitter van de regioraad Nouvelle-Aquitaine

Referentiedocument:

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de Connecting Europe Facility en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 283/2014

COM(2018) 438 final

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1316/2013 wat betreft de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie

COM(2018) 568 final

I.   AANBEVELINGEN VOOR WIJZIGINGEN

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de Connecting Europe Facility en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 283/2014

(COM(2018) 438 final) — deel 1

Wijzigingsvoorstel 1

Overweging 15

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

In haar mededeling „Een nieuw en sterker strategisch partnerschap met de ultraperifere gebieden van de EU” (1) heeft de Commissie gewezen op de specifieke vervoersbehoeften van de ultraperifere regio’s en gesteld dat EU-middelen moeten worden vrijgemaakt om daarop in te spelen, onder meer via dit programma.

In haar mededeling „Een nieuw en sterker strategisch partnerschap met de ultraperifere gebieden van de EU” (1) heeft de Commissie gewezen op de specifieke digitale, energie- en vervoersbehoeften van de ultraperifere regio’s. Zij stelt dat op het gebied van vervoer EU-middelen moeten worden vrijgemaakt om daarop in te spelen, onder meer via dit programma.

Motivering

De Commissie erkent in haar mededeling over de ultraperifere regio’s het potentieel van deze regio’s op digitaal en energieniveau, maar stelt vast dat zij te maken hebben met een aantal beperkingen en de nodige steun moeten krijgen om die te overwinnen.

Wijzigingsvoorstel 2

Overweging 22

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

In de mededeling „Connectiviteit voor een competitieve digitale eengemaakte markt — Naar een Europese gigabitmaatschappij” (1) (de strategie voor de gigabit-samenleving) zijn de strategische doelstellingen voor 2025 vastgesteld met het oog op een optimalisering van de investeringen in infrastructuur voor digitale connectiviteit. Richtlijn (EU) 2018/XXX (Europees wetboek voor elektronische communicatie) beoogt onder meer de totstandbrenging van een regelgevingskader dat particuliere investeringen in digitale netwerken stimuleert. Het is echter duidelijk dat de uitrol van netwerken in talrijke gebieden van de Unie commercieel niet levensvatbaar zal blijven, onder meer door de afgelegen ligging en specifieke territoriale of geografische kenmerken, de lage bevolkingsdichtheid en diverse sociaaleconomische factoren. Het programma moet daarom worden aangepast om bij te dragen aan de verwezenlijking van die in de strategie voor de gigabitmaatschappij vastgestelde strategische doelstellingen, in aanvulling op de steun voor de uitrol van netwerken met een zeer hoge capaciteit door andere programma’s en met name het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Cohesiefonds en de InvestEU-fonds.

In de mededeling „Connectiviteit voor een competitieve digitale eengemaakte markt — Naar een Europese gigabitmaatschappij” (1) (de strategie voor de gigabit-samenleving) zijn de strategische doelstellingen voor 2025 vastgesteld met het oog op een optimalisering van de investeringen in infrastructuur voor digitale connectiviteit. Richtlijn (EU) 2018/XXX (Europees wetboek voor elektronische communicatie) beoogt onder meer de totstandbrenging van een regelgevingskader dat particuliere investeringen in digitale netwerken stimuleert. Het is echter duidelijk dat de uitrol van netwerken in talrijke gebieden van de Unie commercieel niet levensvatbaar zal blijven, onder meer door de afgelegen ligging en specifieke territoriale of geografische kenmerken, zoals in het geval van de ultraperifere regio’s , de lage bevolkingsdichtheid en diverse sociaaleconomische factoren. Het programma moet daarom worden aangepast om bij te dragen aan de verwezenlijking van die in de strategie voor de gigabitmaatschappij vastgestelde strategische doelstellingen, in aanvulling op de steun voor de uitrol van netwerken met een zeer hoge capaciteit door andere programma’s en met name het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Cohesiefonds en de InvestEU-fonds.

Motivering

De ultraperifere regio’s zijn hiervan een goed voorbeeld: zoals wordt erkend in artikel 349 VWEU krijgen zij te maken met een reeks beperkingen, waaronder hun afgelegen ligging, insulaire karakter, kleine oppervlakte, reliëf en klimaat, die vanwege hun permanente en cumulatieve karakter de ontwikkeling van deze gebieden bemoeilijken.

Wijzigingsvoorstel 3

Overweging 28

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De uitrol van digitale backbonecommunicatienetwerken, met onder meer onderzeese kabels die Europese regio’s verbinden met derde landen op andere continenten of die Europese eilanden en ultraperifere regio’s verbinden met het vasteland, is nodig om voor alle vitale infrastructuur de nodige redundantie te creëren en de capaciteit en weerbaarheid van de digitale netwerken van de Unie te versterken. Dergelijke projecten zijn echter zonder overheidssteun vaak niet commercieel levensvatbaar.

De uitrol van digitale backbonecommunicatienetwerken, met onder meer onderzeese kabels die Europese regio’s verbinden met derde landen op andere continenten of die Europese eilanden en ultraperifere regio’s verbinden met het vasteland, is nodig om voor alle vitale infrastructuur de nodige redundantie te creëren en de capaciteit en weerbaarheid van de digitale netwerken van de Unie te versterken. Dergelijke projecten zijn echter zonder overheidssteun vaak niet commercieel levensvatbaar.

Motivering

De specifieke context van de ultraperifere regio’s, die geïsoleerd zijn van het Europese vasteland maar dicht bij andere continenten liggen, maakt het probleem nog prangender.

Wijzigingsvoorstel 4

Artikel 2, onder h)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

h)

„grensoverschrijdend project op het gebied van hernieuwbare energie”: een project dat is geselecteerd of in aanmerking komt om te worden geselecteerd in het kader van een samenwerkingsovereenkomst of andere regelingen tussen de lidstaten of tussen lidstaten en derde landen in de zin van de artikelen 6, 7, 9 of 11 van Richtlijn 2009/82/EG met betrekking tot de planning of ontwikkeling van hernieuwbare energie, overeenkomstig de criteria van deel IV van de bijlage bij deze verordening;

h)

„grensoverschrijdend project op het gebied van hernieuwbare energie”: een project dat is geselecteerd of in aanmerking komt om te worden geselecteerd in het kader van een EGTS , een samenwerkingsovereenkomst of andere regelingen tussen de lidstaten, lokale en regionale overheden of tussen lidstaten en derde landen in de zin van de artikelen 6, 7, 9 of 11 van Richtlijn 2009/82/EG met betrekking tot de planning of ontwikkeling van hernieuwbare energie, overeenkomstig de criteria van deel IV van de bijlage bij deze verordening;

Motivering

Het gebruik van een EGTS voor de ontwikkeling van grensoverschrijdende projecten moet worden aangemoedigd. Bovendien worden sommige projecten alleen gefinancierd door lokale en regionale overheden. Daarom moeten zij meebeslissen over de goedkeuring van aanvragen voor Europese financiering.

Wijzigingsvoorstel 5

Artikel 3, lid 2, onder a) i)

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

i)

bijdragen tot de ontwikkeling van projecten van gemeenschappelijk belang voor efficiënte en onderling verbonden netwerken en infrastructuur voor slimme, duurzame, inclusieve, veilige en beveiligde mobiliteit;

i)

bijdragen tot de ontwikkeling van projecten van gemeenschappelijk belang voor efficiënte en onderling verbonden netwerken en infrastructuur voor slimme, duurzame, inclusieve, veilige en beveiligde mobiliteit door versterking van de economische, sociale en territoriale samenhang van de EU ; Hierbij is het van prioritair belang om de projecten en werkzaamheden in de belangrijkste corridors en verbindingen die in de bijlage bij de verordening worden genoemd uit te voeren en af te ronden.

Wijzigingsvoorstel 6

Artikel 3, lid 2, onder a), b) en c)

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De specifieke doelstellingen van het programma zijn:

De specifieke doelstellingen van het programma zijn:

a)

In de vervoersector:

a)

In de vervoersector:

 

i)

bijdragen tot de ontwikkeling van projecten van gemeenschappelijk belang voor efficiënte en onderling verbonden netwerken en infrastructuur voor slimme, duurzame, inclusieve, veilige en beveiligde mobiliteit;

 

i)

bijdragen tot de ontwikkeling van projecten van gemeenschappelijk belang voor efficiënte en onderling verbonden netwerken en infrastructuur voor slimme, duurzame, inclusieve, veilige en beveiligde mobiliteit;

 

ii)

de aanpassing van de TEN-T-netwerken aan de behoeften op het gebied van militaire mobiliteit;

 

ii)

de aanpassing van de TEN-T-netwerken aan de behoeften op het gebied van militaire mobiliteit, zodat bepaalde strategische vervoersinfrastructuur voor zowel civiele als militaire doeleinden gebruikt kan worden, interoperabele grensverbindingen verbeteren, met oplossingen die de modal shift van goederen en reizigers vergemakkelijken en mogelijk maken en zo de interoperabiliteit van netwerken en corridors vergroten;

 

 

iii)

beter toegankelijk maken van de ultraperifere regio’s en verzekeren van de mobiliteit van de bevolking en het goederenvervoer;

b)

In de energiesector, bijdragen aan de ontwikkeling van projecten van gemeenschappelijk belang met het oog op de verdere integratie van de interne energiemarkt, de sector- en grensoverschrijdende interoperabiliteit van de netwerken, het faciliteren van de decarbonisatie en het waarborgen van de voorzieningszekerheid, en ter bevordering van grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van hernieuwbare energie;

b)

In de energiesector, bijdragen aan de ontwikkeling van projecten van gemeenschappelijk belang met het oog op de verdere integratie van de interne energiemarkt, de sector- en grensoverschrijdende interoperabiliteit van de netwerken, het faciliteren van de decarbonisatie en het waarborgen van de voorzieningszekerheid, en ter bevordering van grensoverschrijdende en interregionale samenwerking , met name tussen de ultraperifere regio’s, op het gebied van hernieuwbare energie;

c)

In de digitale sector, bijdragen aan de uitrol van 5G-systemen en digitale netwerken met een zeer hoge capaciteit, aan een grotere weerbaarheid en capaciteit van digitale backbonenetwerken op het grondgebied van de EU door die netwerken te verbinden met naburige regio’s, alsmede aan de digitalisering van de vervoers- en energienetwerken.

c)

In de digitale sector, bijdragen aan de uitrol van 5G-systemen en digitale netwerken met een zeer hoge capaciteit, aan een grotere weerbaarheid en capaciteit van digitale backbonenetwerken op het grondgebied van de EU door die netwerken te verbinden met naburige regio’s en met de ultraperifere regio’s, alsmede aan snelle connectiviteit in de ultraperifere regio’s en aan de digitalisering van de vervoers- en energienetwerken.

Motivering

In artikel 3, lid 2, moet worden verwezen naar het specifieke geval van de ultraperifere regio’s, zoals bepaald in artikel 10, Algemene prioriteiten, van de huidige Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het EP en de Raad van 11 december 2013 betreffende de TEN-T-richtsnoeren.

Wijzigingsvoorstel 7

Artikel 4, lid 8

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

8.   Van de bedragen die uit het Cohesiefonds zijn overgedragen wordt 30 % onmiddellijk ter beschikking gesteld van alle lidstaten die in aanmerking komen voor steun uit het Cohesiefonds voor de financiering van infrastructuurprojecten overeenkomstig van deze verordening, met prioriteit voor grensoverschrijdende verbindingen en missing links. Voor 70 % van de overgedragen middelen worden de voor financiering in aanmerking komende projecten tot en met 31 december 2023 geselecteerd met inachtneming van de nationale toewijzingen in het kader van het Cohesiefonds. Met ingang van 1 januari 2024 worden de middelen die naar het programma zijn overgedragen en niet voor een vervoersinfrastructuurproject zijn vastgelegd, beschikbaar gesteld van alle lidstaten die een beroep kunnen doen op het Cohesiefonds voor de financiering van infrastructuurprojecten overeenkomstig deze verordening.

8.   Van de bedragen die uit het Cohesiefonds zijn overgedragen, worden de voor financiering in aanmerking komende projecten tot en met 31 december 2023 geselecteerd met inachtneming van de nationale toewijzingen in het kader van het Cohesiefonds. Met ingang van 1 januari 2024 worden de middelen die naar het programma zijn overgedragen en niet voor een vervoersinfrastructuurproject zijn vastgelegd, beschikbaar gesteld van alle lidstaten die een beroep kunnen doen op het Cohesiefonds voor de financiering van infrastructuurprojecten overeenkomstig deze verordening , met prioriteit voor grensoverschrijdende verbindingen, missing links en projecten in de ultraperifere regio’s . Voor alle uit het Cohesiefonds overgedragen middelen worden de in de lidstaten gebruikte quota in aanmerking genomen.

Motivering

De uit het Cohesiefonds overgedragen middelen vormen een essentieel onderdeel van de CEF. Gezien de forse verlaging van de kredieten van het Cohesiefonds kunnen steden en regio’s van de begunstigde lidstaten het risico van opnieuw budgettaire verliezen niet aanvaarden. Aan het einde van de programmeringsperiode echter moet het gehele budget zijn verbruikt.

Wijzigingsvoorstel 8

Artikel 4, lid 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Op verzoek van de lidstaten kunnen de aan hen in gedeeld beheer toegewezen middelen worden overgeschreven naar het programma. De Commissie voert die middelen overeenkomstig [artikel 62, lid 1, onder a),] van het Financieel Reglement op directe wijze dan wel overeenkomstig artikel 62, lid 1, onder c), van het Financieel Reglement op indirecte wijze uit. Indien mogelijk worden die middelen gebruikt ten voordele van de betrokken lidstaat.

Op verzoek van de beheersautoriteit en in overleg met de bij het programma betrokken regionale/lokale overheden kunnen de aan de lidstaten in gedeeld beheer toegewezen middelen die overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EU) …/… (verordening gemeenschappelijke bepalingen) overdraagbaar zijn, worden overgeschreven naar het programma. De Commissie voert die middelen overeenkomstig artikel 62, lid 1, onder a), van het Financieel Reglement op directe wijze dan wel overeenkomstig artikel 62, lid 1, onder c), van het Financieel Reglement op indirecte wijze uit. Die middelen worden gebruikt ten voordele van het geografische gebied dat onder de betrokken beheersautoriteit valt.

Motivering

De naar het programma overgeschreven middelen moeten worden gebruikt door de beheersautoriteit die tot de middelenoverdracht heeft besloten. Dit uitgangspunt maakt het mogelijk de toegewezen middelen voor de betrokken gebieden te behouden en doelgerichter aan te wenden overeenkomstig de actuele behoeften van de regio’s en lidstaten.

Wijzigingsvoorstel 9

Nieuw artikel na artikel 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

 

Aanpassing van de TEN-T-netwerken aan de militaire mobiliteit

1.     De Connecting Europe Facility moet een prioritair netwerk van vervoersinfrastructuur tot stand helpen brengen dat zich leent voor tweeërlei — civiel en militair — gebruik.

2.     Projecten die in het kader van deze doelstelling worden gesteund zijn verspreid over het hele TEN-V.

3.     Infrastructuur voor tweeërlei — civiel en militair — gebruik moet voldoen aan de technische specificaties van het TEN-V en aan militaire specificaties en in een reële, bestaande of potentiële, behoefte voorzien.

4.     Behalve in uitzonderlijke omstandigheden, en dan slechts voor een beperkte periode, mag de in het kader van deze doelstelling gefinancierde infrastructuur niet uitsluitend voor militair gebruik bestemd zijn, en te allen tijde dient de veiligheid van mensen, diensten, goederen en de infrastructuur zelf te worden gewaarborgd.

5.     Maatregelen om infrastructuur geschikt te maken voor tweeërlei — civiel en militair — gebruik worden alleen in het kader van deze doelstelling ondersteund.

6.     Vóór 31 december 2019 stelt de Commissie gedelegeerde handelingen vast met daarin de door de Raad geformuleerde technische specificaties die nodig zijn voor tweeërlei — civiel en militair — gebruik, een lijst van prioritaire projecten die in het licht van deze doelstelling voor financiering in aanmerking komen, en subsidiabiliteits- en selectiecriteria. De Commissie draagt zorg voor een samenhangende en evenwichtige geografische spreiding van deze infrastructuur.

Motivering

Met het oog op de begrotingsmiddelen die voor deze doelstelling zijn uitgetrokken, moeten de regels in de verordening nader worden omschreven.

Wijzigingsvoorstel 10

Artikel 7, lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Grensoverschrijdende projecten op het gebied van hernieuwbare energie tellen ten minste twee deelnemende lidstaten en worden opgenomen in een overeenkomst of een andere soort regeling tussen lidstaten en/of tussen de lidstaten en derde landen als bedoeld in de artikelen 6, 7, 9 en 11 van Richtlijn 2009/28/EG. Deze projecten worden geselecteerd overeenkomstig de criteria en de procedure van deel IV van de bijlage bij de deze verordening.

Grensoverschrijdende projecten op het gebied van hernieuwbare energie tellen ten minste twee deelnemende lidstaten, een EGTS, of twee ultraperifere regio’s en worden opgenomen in een overeenkomst of een andere soort regeling tussen lidstaten, lokale en regionale overheden en ultraperifere regio’s en/of tussen de lidstaten en derde landen als bedoeld in de artikelen 6, 7, 9 en 11 van Richtlijn 2009/28/EG. Deze projecten worden geselecteerd overeenkomstig de criteria en de procedure van deel IV van de bijlage bij de deze verordening. Deze projecten worden geselecteerd overeenkomstig de criteria en de procedure van deel IV van de bijlage bij de deze verordening.

Wijzigingsvoorstel 11

Artikel 8, lid 3, onder d)

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

3.   Onverminderd de in artikel 13 vastgestelde selectiecriteria, wordt bij het bepalen van de prioriteiten voor financiering rekening gehouden met de volgende criteria:

3.   Onverminderd de in artikel 13 vastgestelde selectiecriteria, wordt bij het bepalen van de prioriteiten voor financiering rekening gehouden met de volgende criteria:

[…]

[…]

d)

projecten voor de ontwikkeling van grensoverschrijdende backbonenetwerken tussen de EU en derde landen en ter versterking van de verbindingen binnen de Unie, met inbegrip van onderzeese kabels, worden geprioriteerd op basis van hun bijdrage aan een grotere weerbaarheid en capaciteit van de elektronische communicatienetwerken op het grondgebied van de Unie;

d)

projecten voor de ontwikkeling van grensoverschrijdende backbonenetwerken tussen de EU en derde landen en ter versterking van de verbindingen binnen de Unie, in het bijzonder tussen het Europese vasteland en de ultraperifere regio’s , met inbegrip van onderzeese kabels, worden geprioriteerd op basis van hun bijdrage aan een grotere weerbaarheid en capaciteit van de elektronische communicatienetwerken op het grondgebied van de Unie;

[…]

[…]

Motivering

De ultraperifere regio’s liggen ver van het Europese vasteland maar dicht bij derde landen: de ontwikkeling van netwerken, met name via onderzeese kabels, is dan ook noodzakelijk om hun isolement te doorbreken.

Wijzigingsvoorstel 12

Artikel 9, lid 2, onder a) i)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

i)

acties voor de verwezenlijking van het kernnetwerk overeenkomstig hoofdstuk III van Verordening (EU) nr. 1315/2013, met inbegrip van stedelijke knooppunten, zeehavens, binnenhavens en overslagterminals voor weg- en spoorvervoer die deel uitmaken van het kernnetwerk als gedefinieerd in bijlage II van Verordening (EU) nr. 1315/2013. Acties voor de verwezenlijking van het kernnetwerk mogen aanvullende componenten op het uitgebreide netwerk omvatten indien die nodig zijn om de investering te optimaliseren en overeenkomstig de modaliteiten in de werkprogramma’s als bedoeld in artikel 19 van deze verordening;

i)

acties voor de verwezenlijking van het kernnetwerk overeenkomstig hoofdstuk III van Verordening (EU) nr. 1315/2013, met inbegrip van stedelijke knooppunten, zeehavens, binnenhavens, luchthavens en intermodale overslagterminals voor weg- en spoorvervoer die deel uitmaken van het kernnetwerk , en voor het verhelpen van knelpunten en de ontwikkeling van de ontbrekende schakels, als gedefinieerd in bijlage II van Verordening (EU) nr. 1315/2013. Acties voor de verwezenlijking van het kernnetwerk mogen aanvullende componenten op het uitgebreide netwerk omvatten indien die nodig zijn om de investering te optimaliseren en overeenkomstig de modaliteiten in de werkprogramma’s als bedoeld in artikel 19 van deze verordening , met een gunstig effect op de intermodaliteit;

Wijzigingsvoorstel 13

Artikel 9, lid 2, onder a), punt ii)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

ii)

acties voor de verwezenlijking van grensoverschrijdende verbindingen van het uitgebreide netwerk overeenkomstig hoofdstuk II van Verordening (EU) nr. 1315/2013, met name de in deel III van de bijlage bij deze verordening genoemde segmenten;

ii)

acties voor de ontwikkeling en verbetering van grensoverschrijdende verbindingen van het uitgebreide netwerk overeenkomstig hoofdstuk II van Verordening (EU) nr. 1315/2013, met name de in deel III van de bijlage bij deze verordening genoemde segmenten;

Wijzigingsvoorstel 14

Artikel 9, lid 2, onder a), punt ii)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

iii)

acties voor de verwezenlijking van delen van het uitgebreide netwerk in ultraperifere gebieden overeenkomstig hoofdstuk II van Verordening (EU) nr. 1315/2013, waaronder stedelijke knooppunten, zeehavens, binnenhavens en overslagterminals voor weg- en spoorvervoer die deel uitmaken van het uitgebreide netwerk als gedefinieerd in bijlage II van Verordening (EU) nr. 1315/2013.

iii)

acties voor de verwezenlijking van delen van het uitgebreide netwerk in afgelegen gebieden overeenkomstig hoofdstuk II van Verordening (EU) nr. 1315/2013, waaronder stedelijke knooppunten, zeehavens, binnenhavens, luchthavens en overslagterminals voor weg- en spoorvervoer die deel uitmaken van het uitgebreide netwerk als gedefinieerd in bijlage II van Verordening (EU) nr. 1315/2013.

Motivering

De specifieke problemen van eilanden vereisen een gedifferentieerde behandeling door de EU-instellingen die vergelijkbaar is met die van ultraperifere regio’s, aangezien het grootste probleem niet zozeer de afstand is als wel het feit dat eilanden geen verbinding met het vasteland hebben.

Luchthavens zijn essentieel voor de ontwikkeling van de ultraperifere regio’s en lenen zich er soms het best voor om deze regio’s in de vervoersnetwerken van de EU in te bedden.

Wijzigingsvoorstel 15

Artikel 9, leden 2 en 4

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

2.   In de sector vervoer komen de volgende acties in aanmerking voor financiële EU-bijstand in het kader van de onderhavige verordening:

2.   In de sector vervoer komen de volgende acties in aanmerking voor financiële EU-bijstand in het kader van de onderhavige verordening:

a)

Acties in verband met efficiënte en onderling verbonden netwerken:

a)

Acties in verband met efficiënte en onderling verbonden netwerken:

[…]

[…]

 

iii)

acties voor de verwezenlijking van delen van het uitgebreide netwerk in ultraperifere gebieden overeenkomstig hoofdstuk II van Verordening (EU) nr. 1315/2013, waaronder stedelijke knooppunten, zeehavens, binnenhavens en overslagterminals voor weg- en spoorvervoer die deel uitmaken van het uitgebreide netwerk als gedefinieerd in bijlage II van Verordening (EU) nr. 1315/2013.

 

iii)

acties voor de verwezenlijking van delen van het uitgebreide netwerk in ultraperifere gebieden overeenkomstig hoofdstuk II van Verordening (EU) nr. 1315/2013, waaronder stedelijke knooppunten, luchthavens, zeehavens, binnenhavens en overslagterminals voor spoorvervoer die deel uitmaken van het uitgebreide netwerk als gedefinieerd in bijlage II van Verordening (EU) nr. 1315/2013, en acties in ultraperifere regio’s .

[…]

[…]

b)

acties op het gebied van slimme, duurzame, inclusieve, veilige en beveiligde mobiliteit:

b)

acties op het gebied van slimme, duurzame, inclusieve, veilige en beveiligde mobiliteit:

[…]

[…]

 

ix)

acties met het oog op een betere beschikbaarheid en toegankelijkheid van de vervoersinfrastructuur voor civiele bescherming en beveiliging;

 

ix)

acties met het oog op een betere beschikbaarheid en toegankelijkheid van de vervoersinfrastructuur voor civiele bescherming en beveiliging;

 

 

x)

acties om de toegankelijkheid van de ultraperifere regio’s, de mobiliteit van de bevolking en het goederenvervoer te verbeteren.

[…]

[…]

4.   In de digitale sector komen de volgende acties in aanmerking voor financiële EU-bijstand in het kader van de onderhavige verordening:

4.   In de digitale sector komen de volgende acties in aanmerking voor financiële EU-bijstand in het kader van de onderhavige verordening:

[…]

[…]

d)

acties ter ondersteuning van de uitrol van backbonenetwerken, onder meer met onderzeese kabels, tussen lidstaten en tussen de Unie en derde landen;

d)

acties ter ondersteuning van de uitrol van backbonenetwerken, onder meer met onderzeese kabels tussen lidstaten, tussen lidstaten en ultraperifere regio’s en tussen de Unie en derde landen;

[…]

[…]

Wijzigingsvoorstel 16

Artikel 9, lid 4, onder b)

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

4.   In de digitale sector komen de volgende acties in aanmerking voor financiële EU-bijstand in het kader van de onderhavige verordening:

4.   In de digitale sector komen de volgende acties in aanmerking voor financiële EU-bijstand in het kader van de onderhavige verordening:

a)

acties om de gigabitconnectiviteit van sociaaleconomische actoren te ondersteunen;

a)

acties om de gigabitconnectiviteit van sociaaleconomische actoren te ondersteunen;

b)

acties ter ondersteuning van het gratis en onder niet-discriminerende voorwaarden aanbieden van hoogwaardige lokale draadloze connectiviteit in lokale gemeenschappen;

b)

acties ter ondersteuning van het gratis en onder niet-discriminerende voorwaarden aanbieden van hoogwaardige lokale draadloze connectiviteit in lokale gemeenschappen, vooral op het platteland (het idee van slimme dorpen) ;

c)

acties voor de uitrol van een ononderbroken dekking met 5G-systemen op alle belangrijke transportroutes, met inbegrip van het trans-Europese vervoersnetwerk;

c)

acties voor de uitrol van een ononderbroken dekking met 5G-systemen op alle belangrijke transportroutes, met inbegrip van het trans-Europese vervoersnetwerk;

d)

acties ter ondersteuning van de uitrol van backbonenetwerken, onder meer met onderzeese kabels, tussen lidstaten en tussen de Unie en derde landen;

d)

acties ter ondersteuning van de uitrol van backbonenetwerken, onder meer met onderzeese kabels, tussen lidstaten en tussen de Unie en derde landen;

e)

acties ter ondersteuning van de toegang voor Europese huishoudens tot netwerken met een zeer hoge capaciteit;

e)

acties ter ondersteuning van de toegang voor Europese huishoudens tot netwerken met een zeer hoge capaciteit;

f)

acties met het oog op de uitrol van infrastructuur voor digitale connectiviteit in verband met grensoverschrijdende vervoers- of energieprojecten en/of ter ondersteuning van operationele digitale platforms die een direct verband hebben met vervoers- of energie-infrastructuur.

f)

acties met het oog op de uitrol van infrastructuur voor digitale connectiviteit in verband met grensoverschrijdende vervoers- of energieprojecten en/of ter ondersteuning van operationele digitale platforms die een direct verband hebben met vervoers- of energie-infrastructuur.

Een indicatieve lijst van subsidiabele projecten in de digitale sector is opgenomen in deel V van de bijlage.

Een indicatieve lijst van subsidiabele projecten in de digitale sector is opgenomen in deel V van de bijlage.

Wijzigingsvoorstel 17

Artikel 10, lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Acties in de sectoren vervoer, energie of digitalisering mogen overeenkomstig artikel 9 aanvullende componenten omvatten die geen verband hebben met de subsidiabele acties overeenkomstig artikel 9, leden 2, 3 of 4, mits die aanvullende componenten voldoen aan alle volgende vereisten:

Acties in de sectoren vervoer, energie of digitalisering mogen overeenkomstig artikel 9 aanvullende componenten omvatten die al dan niet verband hebben met de subsidiabele acties overeenkomstig artikel 9, leden 2, 3 of 4, mits die aanvullende componenten voldoen aan alle volgende vereisten:

Motivering

Synergieën moeten worden bevorderd. Daarom moet het in lid 2 voorgestelde mechanisme het mogelijk maken dat acties die onder een andere sector van de CEF vallen in aanmerking worden genomen bij een oproep tot het indienen van voorstellen in een specifieke sector. Bij specifieke oproepen tot het indienen van voorstellen voor gemengde projecten zullen projecten met een sectorale mix van meer dan 20 %-80 % worden gesteund.

Wijzigingsvoorstel 18

Artikel 11, lid 2, onder b)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

b)

b) juridische entiteiten die zijn gevestigd in een met het programma geassocieerd derde land;

b)

b) juridische entiteiten die zijn gevestigd in een met het programma geassocieerd derde land voor acties voor een project dat op dit derde land betrekking heeft ;

Motivering

Niet-Europese ondernemingen mogen niet profiteren van de CEF voor activiteiten op het grondgebied van de EU.

Wijzigingsvoorstel 19

Artikel 11, lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

5.     In de in artikel 19 bedoelde werkprogramma’s kan worden bepaald dat alleen voorstellen die worden ingediend door een of meer lidstaten of, met instemming van de betrokken lidstaten, door internationale organisaties, gemeenschappelijke ondernemingen, dan wel publieke of private ondernemingen of organen, in aanmerking komen voor subsidie.

 

Motivering

Handhaving van de goedkeuring door de lidstaten zou niet stroken met het door het Europees Comité van de Regio’s gesteunde streven naar administratieve vereenvoudiging.

Wijzigingsvoorstel 20

Artikel 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Subsidies in het kader van het programma worden toegekend en beheerd in overeenstemming titel [VIII] van het Financieel Reglement.

Subsidies in het kader van het programma worden toegekend en beheerd in overeenstemming titel [VIII] van het Financieel Reglement.

 

1.     De selectie van projecten gebeurt in twee fasen:

a)

evaluatie van de subsidiabiliteit van de projecten op basis van een vereenvoudigd dossier;

b)

indiening, evaluatie en selectie van de projecten.

2.     De Commissie publiceert de oproepen tot het indienen van voorstellen ten minste één maand voor de opening ervan. Initiatiefnemers van projecten hebben minstens één maand de tijd om het eerste dossier in te dienen. De Europese Commissie beoordeelt de subsidiabiliteit van de aanvragen binnen een maand. Projectleiders hebben dan minstens drie maanden de tijd om een volledig dossier in te dienen.

Motivering

De uitvoering van de CEF moet worden vereenvoudigd: voorkomen moet worden dat initiatiefnemers van projecten een lang en kostbaar volledig dossier opstellen wanneer zij toch niet in aanmerking komen voor subsidie. Bovendien moeten initiatiefnemers van projecten de tijd hebben om zich in te lezen in een oproep tot het indienen van voorstellen en een volledig dossier op te stellen.

Wijzigingsvoorstel 21

Artikel 13, lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De selectiecriteria worden vastgesteld in de werkprogramma’s als bedoeld in artikel 19 en in de oproepen tot het indienen van voorstellen, rekening houdend met, voor zover van toepassing, de volgende elementen:

De selectiecriteria worden vastgesteld in de werkprogramma’s als bedoeld in artikel 19 en in de oproepen tot het indienen van voorstellen, rekening houdend met, voor zover van toepassing, de volgende elementen:

a)

economische, sociale en milieueffecten (kosten en baten);

a)

economische, sociale en milieueffecten (kosten en baten);

b)

innovatie, veiligheid, interoperabiliteit en toegankelijkheid;

b)

innovatie, veiligheid, interoperabiliteit, multimodaliteit en toegankelijkheid;

c)

grensoverschrijdende dimensie;

c)

grensoverschrijdende dimensie of de verbetering van de toegankelijkheid van de ultraperifere eilandregio’s ;

d)

synergieën tussen de sectoren vervoer, energie en digitalisering;

d)

Europese toegevoegde waarde;

e)

de maturiteit van de actie binnen de ontwikkeling van het project;

e)

bijdrage aan het verhelpen van knelpunten en de voltooiing van ontbrekende schakels;

f)

de deugdelijkheid van het voorgestelde uitvoeringsplan;

f)

synergieën tussen de sectoren vervoer, energie en digitalisering;

g)

de katalyserende werking van financiële EU-bijstand op de investering;

g)

de maturiteit van de actie binnen de ontwikkeling van het project en de mate waarin de lidstaat zich tot het voltooien ervan verplicht ;

h)

de noodzaak om financiële belemmeringen weg te werken, zoals een gebrek aan rendabiliteit of het gebrek aan marktfinanciering;

h)

de sociale impact;

i)

samenhang met de beleidsplannen van de Unie en de lidstaten op het gebied van energie en klimaat.

ii)

i) de deugdelijkheid van het voorgestelde uitvoeringsplan;

 

j)

de katalyserende werking van financiële EU-bijstand op de investering;

 

k)

de noodzaak om financiële belemmeringen weg te werken, zoals een gebrek aan rendabiliteit of het gebrek aan marktfinanciering;

 

l)

samenhang met de beleidsplannen van de Unie en de lidstaten op het gebied van energie en klimaat.

Wijzigingsvoorstel 22

Artikel 14, lid 2, onder a)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

voor werkzaamheden in verband met de specifieke doelstellingen als bedoeld in artikel 3, lid 2, onder a), bedraagt de financiële bijstand van de Unie ten hoogste 30 % van de totale subsidiabele kosten. Het medefinancieringspercentage kan worden verhoogd tot maximum 50 % voor acties in verband met grensoverschrijdende verbindingen overeenkomstig de in dit lid, onder c), gespecificeerde voorwaarden, voor acties ter ondersteuning van telematicasystemen, voor acties ter ondersteuning van nieuwe technologieën en innovatie, voor acties om de infrastructuur veiliger te maken overeenkomstig de relevante EU-wetgeving en voor acties in ultraperifere regio’s;

voor werkzaamheden in verband met de specifieke doelstellingen als bedoeld in artikel 3, lid 2, onder a), bedraagt de financiële bijstand van de Unie ten hoogste 30 % van de totale subsidiabele kosten. Het medefinancieringspercentage kan worden verhoogd tot maximum 50 % voor acties in verband met grensoverschrijdende verbindingen overeenkomstig de in dit lid, onder c), gespecificeerde voorwaarden, voor acties in verband met knelpunten en ontbrekende schakels in het kernnetwerk, voor acties ter ondersteuning van maritieme snelwegen, voor acties ter ondersteuning van zee- en rivierverbindingen binnen het uitgebreide en kernnetwerk, met inbegrip van acties in havens en verbindingen met het achterland, voor stedelijke knooppunten, platforms en multimodale en „laatste kilometer”-verbindingen, voor acties ter ondersteuning van telematicasystemen, voor acties ter ondersteuning van nieuwe technologieën en innovatie, voor acties om de infrastructuur veiliger te maken overeenkomstig de relevante EU-wetgeving en voor acties in eilandregio’s en ultraperifere regio’s;

Motivering

Dit wijzigingsvoorstel sluit aan bij het voorstel van de Commissie om ook maritieme verbindingen in de corridors van het kernnetwerk op te nemen. Om de milieu- en klimaatdoelstellingen van de EU te kunnen verwezenlijken moet het zeevervoer bovendien substantieel gesteund worden.

Wijzigingsvoorstel 23

Artikel 14, lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Het maximale medefinancieringspercentage voor acties die zijn geselecteerd in het kader van sectoroverschrijdende werkprogramma’s als bedoeld in artikel 10, is het hoogste maximale medefinancieringspercentage van de betrokken sectoren.

Het maximale medefinancieringspercentage voor acties die zijn geselecteerd in het kader van sectoroverschrijdende werkprogramma’s als bedoeld in artikel 10, is het hoogste maximale medefinancieringspercentage van de betrokken sectoren vermeerderd met 10 % . Voor acties die worden gesubsidieerd in het kader van het in artikel 10, lid 2, beschreven mechanisme wordt het voor de belangrijkste sector geldende medefinancieringspercentage gehanteerd, met inbegrip van aanvullende kosten.

Motivering

Synergieën moeten worden gestimuleerd, ook in financiële zin. Omwille van de eenvoud dient voor het in artikel 10, lid 2, beschreven mechanisme één medefinancieringspercentage te gelden.

Wijzigingsvoorstel 24

Artikel 15, letter a)

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Naast de in artikel [186] van het Financieel Reglement vermelde criteria zijn de volgende criteria voor subsidiabiliteit van kosten van toepassing:

Naast de in artikel [186] van het Financieel Reglement vermelde criteria zijn de volgende criteria voor subsidiabiliteit van kosten van toepassing:

a)

alleen uitgaven in de lidstaten worden in aanmerking genomen, tenzij het project van gemeenschappelijk belang of het grensoverschrijdende project op het gebied van hernieuwbare energie ook betrekking heeft op het grondgebied van derde landen als bedoeld in artikel 5 of artikel 11, lid 4, van deze verordening of op internationale wateren, en de actie onontbeerlijk is om de doelstellingen van het desbetreffende project te verwezenlijken;

a)

alleen uitgaven in de lidstaten worden in aanmerking genomen, tenzij het project van gemeenschappelijk belang of het grensoverschrijdende project op het gebied van hernieuwbare energie ook betrekking heeft op het grondgebied van derde landen als bedoeld in artikel 5 of artikel 11, lid 4, van deze verordening, op één of meer ultraperifere regio’s of op internationale wateren, en de actie onontbeerlijk is om de doelstellingen van het desbetreffende project te verwezenlijken;

Motivering

In artikel 15, onder a) moet worden verwezen naar de specifieke situatie van de ultraperifere regio’s.

Wijzigingsvoorstel 25

Artikel 16, lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

2.   De subsidies als bedoeld in lid 1 mogen ten uitvoer worden gelegd middels specifieke oproepen tot het indienen van voorstellen.

2.   De subsidies als bedoeld in lid 1 worden bij alle oproepen tot het indienen van voorstellen en middels specifieke oproepen tot het indienen van voorstellen ten uitvoer gelegd en beperkt tot 10 % van het algemene budget van de CEF.

Motivering

Blendingverrichtingen moeten worden gestimuleerd en dienen tot de mogelijkheden te behoren wanneer de initiatiefnemer van een project er gebruik van wenst te maken. Subsidies moeten echter als primaire financiering van de CEF blijven fungeren.

Wijzigingsvoorstel 26

Artikel 17, lid 2 en nieuw lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

 

3.     De krachtens dit artikel teruggevorderde middelen worden opnieuw gebruikt voor andere werkprogramma’s van de CEF. Bij de verdeling van deze middelen zal rekening worden gehouden met de overeengekomen nationale toewijzing.

Motivering

De uit het MFK aan de CEF toegewezen middelen moeten worden gehandhaafd. Een verdeling van deze middelen die rekening houdt met de overeengekomen nationale toewijzing vormt een stimulans voor de lidstaten en de uitvoerders van afzonderlijke projecten om de beslissing over de toekomst van het project niet onnodig te belemmeren uit angst de financiële steun te verliezen. Bovendien maakt deze maatregel een meer evenwichtige geografische verdeling van de middelen tussen de lidstaten van de EU mogelijk.

Wijzigingsvoorstel 27

Artikel 19

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

1.   Het programma wordt uitgevoerd door middel van werkprogramma’s als bedoeld in artikel 110 van het Financieel Reglement. In de werkprogramma’s wordt in voorkomend geval het voor blendingverrichtingen gereserveerde totaalbedrag opgenomen.

1.   Het programma wordt uitgevoerd door middel van werkprogramma’s als bedoeld in artikel 110 van het Financieel Reglement. In de werkprogramma’s wordt in voorkomend geval het voor blendingverrichtingen gereserveerde totaalbedrag opgenomen.

2.   De werkprogramma’s worden door de Commissie vastgesteld door middel van een uitvoeringshandeling. Die uitvoeringsbesluiten worden vastgesteld in overeenstemming met de in artikel 22 van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure.

2.    De Europese Commissie stelt een indicatief tijdschema voor de werkprogramma’s voor met daarin de toegewezen middelen en de prioriteiten van deze programma’s voor de algehele programmering.

 

3.    De werkprogramma’s worden door de Commissie vastgesteld door middel van een uitvoeringshandeling. Die uitvoeringsbesluiten worden vastgesteld in overeenstemming met de in artikel 22 van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure.

Motivering

De uit het MFK aan de CEF toegewezen middelen moeten worden gehandhaafd.

Wijzigingsvoorstel 28

Artikel 23

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De Commissie wordt gemachtigd om overeenkomstig artikel 24 van deze verordening gedelegeerde handelingen vast te stellen:

De Commissie wordt gemachtigd om overeenkomstig artikel 24 van deze verordening gedelegeerde handelingen vast te stellen:

a)

tot wijziging van deel I van de bijlage betreffende de indicatoren en tot vaststelling van een monitoring- en evaluatiekader;

a)

tot wijziging van deel I van de bijlage betreffende de indicatoren en tot vaststelling van een monitoring- en evaluatiekader;

b)

tot wijziging van deel II van de bijlage betreffende de indicatieve percentages van de begrotingsmiddelen die worden toegewezen aan de specifieke doelstelling van artikel 3, onder a), punt i);

b)

tot wijziging van deel II van de bijlage betreffende de indicatieve percentages van de begrotingsmiddelen die worden toegewezen aan de specifieke doelstelling van artikel 3, onder a), punt i);

c)

tot wijziging van deel III van de bijlage betreffende de afbakening van de kernnetwerkcorridors en de vooraf geselecteerde segmenten; en de vooraf geselecteerde segmenten van het uitgebreide netwerk;

c)

tot wijziging van deel III van de bijlage betreffende de afbakening van de kernnetwerkcorridors en de vooraf geselecteerde segmenten; en de vooraf geselecteerde segmenten van het uitgebreide netwerk;

d)

tot wijziging van deel IV van de bijlage betreffende de selectie van grensoverschrijdende projecten op het gebied van hernieuwbare energie;

d)

tot wijziging van deel IV van de bijlage betreffende de selectie van grensoverschrijdende projecten op het gebied van hernieuwbare energie;

e)

tot wijziging van deel V van de bijlage betreffende de selectie van de projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van digitale connectiviteit.

e)

tot wijziging van de door de Raad vastgestelde technische specificaties voor infrastructuur voor tweeërlei — civiel en militair — gebruik en tot vaststelling of wijziging van de lijst van prioritaire projecten ter aanpassing aan tweeërlei — civiel en militair — gebruik;

 

f)

tot wijziging van deel V van de bijlage betreffende de selectie van de projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van digitale connectiviteit.

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de Connecting Europe Facility en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 283/2014

(COM(2018) 438 final) — deel 2

Wijzigingsvoorstel 29

Bijlage, Deel III, Tabel 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

„Atlantische” kernnetwerkcorridor

Verloop

„Atlantische” kernnetwerkcorridor

Verloop

Gijón — León — Valladolid

Gijón — León — Palencia — Valladolid

A Coruña — Vigo — Orense — León

A Coruña — Vigo — Orense — Ponferrada — Astorga — León — Palencia-Venta de Baños

Zaragoza — Pamplona/Logroño — Bilbao

Zaragoza — Pamplona/Logroño — Bilbao (Baskische Y)

 

Bordeaux — Dax — Vitoria/Gasteiz

Bordeaux  — Toulouse

Tenerife/Gran Canaria — Huelva/Sanlúcar de Barrameda — Sevilla — Córdoba

Tenerife/Gran Canaria — Huelva/Sanlúcar de Barrameda — Sevilla — Córdoba

Algeciras — Bobadilla — Madrid

Algeciras — Bobadilla — Madrid

Sines/Lissabon — Madrid — Valladolid

Sines/Lissabon — Madrid — Valladolid

Lissabon — Aveiro — Leixões/Porto — Dourorivier

Lissabon — Aveiro — Leixões/Porto — Dourorivier

Aveiro — Valladolid — Vitoria-Gasteiz — Bergara — Bilbao/Bordeaux — Tours — Parijs — Le Havre/Metz — Mannheim/Straatsburg

Aveiro — Valladolid — Vitoria-Gasteiz — Bergara — Bilbao/Bordeaux — Tours — Parijs — Le Havre/Metz — Mannheim/Straatsburg

 

Shannon Foynes — Dublin — Cork — Le Havre — Rouen — Parijs”

Saint Nazaire — Nantes — Tours

Dublin — Cork — Saint Nazaire — Nantes — Tours

Motivering

De uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie zal tal van gevolgen hebben, onder meer voor de integratie van Ierland in het TEN-V-corridornetwerk, aangezien het land daarvoor geheel en al is aangewezen op verbindingen via het Verenigd Koninkrijk. Ook de zeeverbindingen met de havens van het centraal netwerk van de Atlantische corridor e n bepaalde havens van het uitgebreide netwerk zouden in de corridorkaart moeten worden opgenomen. Het opnemen van een verbinding tussen de mediterrane en Atlantische corridors in de prioritaire corridors van het centrale netwerk kan de ontwikkeling van de infrastructuur en het gebruik daarvan mogelijk maken en zo de sociaaleconomische prestaties hiervan verbeteren. Het zou ook de mogelijkheid bieden om de Middellandse Zee- en de Atlantische havens via de as Bordeaux-Toulouse-Narbonne met elkaar te verbinden. Bovendien maakt dit voorstel deel uit van het grote zuidwestelijke project voor de ontwikkeling van twee hogesnelheidslijnen met een gemeenschappelijk traject van Bordeaux naar Toulouse en van Bordeaux naar Spanje.

De lijn Zaragoza — Pamplona — Baskische Y zou ook de Atlantische en mediterrane corridors met elkaar verbinden en zo toegang bieden tot de haven van Bilbao. Frankrijk moet de verbinding Bordeaux — Dax — Vitoria nieuw leven inblazen, zowel voor reizigers als om knelpunten in het goederenvervoer (Irún — Hendaye, variant Bordeaux) op te heffen.

Tot slot moet er ook plaats worden ingeruimd voor mogelijke enclaves en logistieke platforms van groot strategisch belang of met veel potentieel, gelegen in perifere regio’s die nog steeds grote behoefte hebben aan basisinfrastructuur om toegankelijker te worden en beter verbonden te raken, vooral met havens.

Wijzigingsvoorstel 30

Bijlage, Deel III, Tabel 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

„Mediterrane” kernnetwerkcorridor

Verloop

„Mediterrane” kernnetwerkcorridor

Verloop

Algeciras — Bobadilla — Madrid — Zaragoza — Tarragona

Algeciras — Bobadilla — Madrid — Zaragoza — Sagunto/ Tarragona

 

Madrid — Albacete — Valencia

Sevilla — Bobadilla — Murcia

Sevilla — Bobadilla — Almería  — Murcia

Cartagena — Murcia — Valencia — Tarragona/Palma de Mallorca — Barcelona

Cartagena — Murcia — Valencia — Tarragona/Palma de Mallorca — Barcelona

Tarragona — Barcelona — Perpignan — Marseille — Genève/Lyon — Turijn — Novara — Milaan — Bologna/Verona — Padova — Venetië — Ravenna/Trieste/Koper — Ljubljana — Boedapest

Tarragona/ Palma de Mallorca  — Barcelona — Perpignan — Marseille — Genève/Lyon — Turijn — Novara — Milaan — Bologna/Verona — Padova — Venetië — Ravenna/Trieste/Koper — Ljubljana — Boedapest

 

Alcúdia — Ciudadela — Toulon — Ajacció — Bastia — Porto Torres — Cagliari — Palermo

Toulouse  — Narbonne

Ljubljana/Rijeka — Zagreb — Boedapest — Oekraïense grens

Ljubljana/Rijeka — Zagreb — Boedapest — Oekraïense grens

Motivering

Het opnemen van een verbinding tussen de mediterrane en Atlantische corridors in de prioritaire corridors van het centrale netwerk kan de ontwikkeling van de infrastructuur en het gebruik daarvan mogelijk maken en zo de sociaaleconomische prestaties hiervan verbeteren. Het zou ook de mogelijkheid bieden om de Middellandse Zee- en de Atlantische havens via de as Bordeaux-Toulouse-Narbonne met elkaar te verbinden.

Wijzigingsvoorstel 31

Bijlage, Deel III, Tabel 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Kernnetwerkcorridor „Noordzee — Middellandse Zee”

Kernnetwerkcorridor „Noordzee — Middellandse Zee”

Verloop

Verloop

Belfast — Dublin — Shannon Foynes/Cork

Belfast — Dublin — Shannon Foynes/Cork

 

Dublin — Cork — Calais — Zeebruge — Antwerpen — Rotterdam

Shannon Foynes — Dublin — Rosselare — Waterford — Cork — Brest — Roscoff — Cherbourg — Caen — Le Havre — Rouen — Parijs.

Glasgow/Edinburgh — Liverpool/Manchester — Birmingham

Glasgow/Edinburgh — Liverpool/Manchester — Birmingham

Birmingham — Felixstowe/Londen/Southampton

Birmingham — Felixstowe/Londen/Southampton

London — Rijsel — Brussel

London — Rijsel — Brussel

Amsterdam — Rotterdam — Antwerpen — Brussel — Luxemburg

Amsterdam — Rotterdam — Antwerpen — Brussel — Luxemburg

Luxemburg — Metz — Dijon — Macon — Lyon — Marseille

Luxemburg — Metz — Dijon — Macon — Lyon — Marseille

Luxemburg — Metz — Straatsburg — Bazel

Luxemburg — Metz — Straatsburg — Bazel

Antwerpen/Zeebrugge — Gent — Duinkerke/Rijsel — Parijs

Antwerpen/Zeebrugge — Gent — Duinkerke/Rijsel — Parijs

Motivering

Gebaseerd op het voorstel van de Europese Commissie om de CEF-verordening te wijzigen indien een akkoord over de brexit uitblijft en met inbegrip van havens van het uitgebreide en het kernnetwerk.

Wijzigingsvoorstel 32

Bijlage, Deel III, Tabel 9

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Mediterrane kernnetwerkcorridor „Scandinavië — Middellandse Zee”

Mediterrane kernnetwerkcorridor „Scandinavië — Middellandse Zee”

Verloop

Verloop

Russische grens — Hamina/Kotka — Helsinki — Turku/Naantali — Stockholm — Örebro — Malmö

Russische grens — Hamina/Kotka — Helsinki — Turku/Naantali — Stockholm — Örebro — Malmö

Narvik/Oulu — Luleå — Umeå — Stockholm

Narvik/Oulu — Luleå — Umeå — Gävle — Stockholm Örebro

 

Stockholm — Örebro — Oslo

Oslo — Göteborg — Malmö — Trelleborg

Oslo — Göteborg — Malmö — Trelleborg

Malmö — Kopenhagen — Fredericia — Aarhus — Aalborg — Hirtshals/Frederikshavn

Malmö — Kopenhagen — Fredericia — Aarhus — Aalborg — Hirtshals/Frederikshavn

Kopenhagen — Kolding/Lübeck — Hamburg — Hannover

Kopenhagen — Kolding/Lübeck — Hamburg — Hannover

Bremerhaven — Bremen — Hannover — Nürnberg

Bremerhaven — Bremen — Hannover — Nürnberg

Rostock — Berlijn — Leipzig — München

Rostock — Berlijn — Leipzig — München

Nürnberg — München — Innsbruck — Verona — Bologna — Ancona/Florence

Nürnberg — München — Innsbruck — Verona — Bologna — Ancona/Firenze

Livorno/La Spezia — Firenze — Rome — Napels — Bari — Taranto — Valletta

Livorno/La Spezia — Firenze — Rome — Napels — Bari — Taranto — Valletta

Wijzigingsvoorstel 33

Bijlage Deel III, 2 Vooraf geselecteerde segmenten op het uitgebreide netwerk

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De grensoverschrijdende segmenten van het uitgebreide netwerk als bedoeld in artikel 9, lid 2, onder a), punt ii), van deze verordening omvatten met name de volgende verbindingen:

De grensoverschrijdende segmenten van het uitgebreide netwerk als bedoeld in artikel 9, lid 2, onder a), punt ii), van deze verordening en de bestaande grensoverschrijdende spoorverbindingen en ontbrekende schakels aan de binnengrenzen van de EU omvatten met name de volgende verbindingen:

Motivering

Deze toevoeging maakt verbindingen tussen de TEN-corridors mogelijk, zij het vooralsnog formeel buiten het totale netwerk om (bijvoorbeeld „missing links”).

Wijzigingsvoorstel 34

Bijlage, Deel V

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

1.

Gigabitconnectiviteit voor sociaaleconomische actoren

1.

Gigabitconnectiviteit voor sociaaleconomische actoren

[…]

[…]

gigabitconnectiviteit voor onderwijs- en onderzoekscentra, in het kader van de inspanningen om de digitale kloof te dichten en te innoveren in de onderwijsstelsels, alsmede de leerresultaten, de kansengelijkheid en de efficiëntie te verbeteren.

gigabitconnectiviteit voor onderwijs- en onderzoekscentra, in het kader van de inspanningen om de digitale kloof te dichten en te innoveren in de onderwijsstelsels, alsmede de leerresultaten, de kansengelijkheid en de efficiëntie te verbeteren.

 

gigabitconnectiviteit om snelle connectiviteit te verzekeren binnen de ultraperifere regio’s en tussen deze regio’s en de respectieve lidstaten, met name via de installatie van onderzeese kabels waarbij redundantie wordt verzekerd.

Motivering

Maatregelen voor de ontwikkeling van infrastructuur voor digitale connectiviteit in de ultraperifere regio’s moeten prioriteit krijgen.

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1316/2013 wat betreft de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie

(COM(2018) 568 final) — deel 1

Wijzigingsvoorstel 35

Overweging 6

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Om te vermijden dat de kernnetwerkcorridor Noordzee — Middellandse Zee uiteenvalt in twee afzonderlijke en niet met elkaar verbonden delen en om te verzekeren dat Ierland verbonden blijft met het Europese vasteland, moet de kernnetwerkcorridor Noordzee — Middellandse Zee zeeverbindingen bevatten tussen de Ierse kernhavens en de kernhavens in België en Nederland.

 

Motivering

Diverse Franse havens (Le Havre, Duinkerke, Calais) zijn havens van het kernnetwerk en maken deel uit van de Atlantische corridor en de Noordzee-Middellandse Zeecorridor. Er is geen enkele reden om deze uit te sluiten.

Wijzigingsvoorstel 36

Bijlage:

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

In bijlage I, deel I, punt 2 („Corridors van het kernnetwerk”), onder „Noordzee — Middellandse Zee”, wordt na de regel „Belfast — Baile Átha Cliath/Dublin — Cork/Corcaigh” de volgende regel ingevoegd :

In bijlage I, deel I, punt 2 („Corridors van het kernnetwerk”), onder „Noordzee — Middellandse Zee”, worden na de regel „Belfast — Baile Átha Cliath/Dublin — Cork/Corcaigh” de volgende regels ingevoegd :

„Baile Átha Cliath/Dublin/Corcaigh/Cork — Zeebrugge/Antwerpen/Rotterdam”.

„Baile Átha Cliath/Dublin/Corcaigh/Cork — Calais/Duinkerke- Zeebrugge/Antwerpen/Rotterdam.

 

Shannon Foynes — Dublin — Rosselare — Waterford — Cork — Brest — Roscoff — Cherbourg — Caen — Le Havre — Rouen — Parijs”.

In deel I van bijlage I, punt 2 („Corridors van het kernnetwerk”), onder „Atlantisch”, wordt na de regel „Aveiro — Valladolid — Vitoria-Gasteiz — Bergara — Bilbao/Bordeaux — Tours — Parijs — Le Havre/Metz — Mannheim/Straatsburg” de volgende regel ingevoegd:

Shannon Foynes — Dublin — Cork — Le Havre — Rouen — Parijs”

In bijlage I, deel I, punt 2 („Corridors van het kernnetwerk”), onder „Atlantisch”, wordt de regel „Saint Nazaire — Nantes — Tours” als volgt gewijzigd:

„Dublin — Cork — Saint Nazaire — Nantes — Tours”

Motivering

De uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de EU zal tal van gevolgen hebben, onder meer voor de integratie van Ierland in het TEN-V-corridorkernnetwerk. In de corridorkaart zouden verbindingen met de havens van het kernnetwerk moeten worden opgenomen.

II.   BELEIDSAANBEVELINGEN

HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S

Algemene aanbevelingen

1.

herinnert eraan dat een op de trans-Europese netwerken (TEN’s) gebaseerd Europees beleid voor veilige, moderne, duurzame en efficiënte vervoers-, energie- en telecommunicatie-infrastructuur van essentieel belang is voor de versterking van de economische, sociale en territoriale samenhang in alle regio’s van de EU, waaronder ultraperifere, perifere en insulaire regio’s en regio’s die zich geconfronteerd zien met demografische uitdagingen, bijdraagt tot de goede werking van de interne markt en noodzakelijk is om de doelstellingen van veel andere beleidsterreinen van de EU, met name het klimaat- en milieubeleid, te verwezenlijken;

2.

Een aantal van de opmerkingen die het CvdR sinds de oprichting in 2013 van de Connecting Europe Facility (CEF) over dit instrument heeft gemaakt, met name in zijn op 10 oktober 2017 goedgekeurde advies 1531/2017 „De toekomst van de CEF — Vervoer”, zijn nog steeds relevant.

3.

Naar steden en regio’s, die verantwoordelijk zijn voor het beheer en de ontwikkeling van de mobiliteit en het openbaar vervoer op hun grondgebied, moet goed worden geluisterd.

4.

Het Commissievoorstel doet recht aan het evenredigheids- en het subsidiariteitsbeginsel. Het voorstel beoogt in de eerste plaats de aanleg van het trans-Europees vervoersnetwerk. Voor de uitvoering daarvan is de Europese Unie het beste niveau.

5.

In 2017 leefde 72 % van de Europeanen in stedelijke gebieden. Toegang tot veilig, efficiënt en duurzaam stadsvervoer is voor deze mensen van cruciaal belang. De CEF kan de overgang ondersteunen en congestie, vervuiling en ongevallen in verband met het wegverkeer terugdringen. Om het kernnetwerk in 2030 en het uitgebreide netwerk in 2050 tot stand te brengen, is het van essentieel belang dat de verschillende vervoerswijzen beter met elkaar worden verbonden en dat het reizen in deze stedelijke gebieden vlot verloopt. Voorrang moet worden gegeven aan initiatieven om de multimodaliteit van het stadsvervoer te bevorderen.

6.

De Europese Unie beschikt over tal van reeds lang bestaande maritieme en rivierinfrastructuren die gemoderniseerd en ontwikkeld moeten worden. Deze twee vervoerswijzen maken deel uit van de oplossing voor de congestie op de weg en voor het vereiste koolstofarm maken van de sector.

7.

Vervoer is verantwoordelijk voor bijna 50 % van de uitstoot van broeikasgassen in Europa. Het is de enige sector die er sinds 1990 niet in geslaagd is zijn emissies te verminderen. Steden en regio’s ondervinden de directe gevolgen van klimaatverandering, luchtverontreiniging en congestie. Daarom zijn er ambitieuze en onmiddellijke maatregelen nodig om de vervoerssector koolstofarm te maken.

8.

Wat de aanleg van vervoersinfrastructuur betreft moet de CEF worden afgestemd op de ambitieuze doelstellingen van de EU. Zo wordt in de TEN-V-verordening 2030 genoemd als het jaar waarin het centrale netwerk voltooid zou moeten zijn. De behoeften van alle regio’s moeten nauwlettend in het oog worden gehouden en er moet voor gezorgd worden dat zij de innovaties op het gebied van infrastructuur kunnen bijbenen

9.

Grensoverschrijdende projecten zouden gestimuleerd moeten worden, onder meer door ruim baan te maken voor EGTS’en of voor het door de Europese Commissie voor de periode 2021-2027 voorgestelde mechanisme om juridische en administratieve belemmeringen in een grensoverschrijdende context uit de weg te ruimen. Met name zouden EGTS’en in aanmerking moeten komen voor alle oproepen voor CEF-projecten, zonder dat daarbij afbreuk wordt gedaan aan de bevoegdheden die eraan zijn toegekend.

10.

Het CvdR is ingenomen met het voorstel van de Europese Commissie om de Connecting Europe Facility te vernieuwen en te wijzigen.

11.

Het is een goede zaak dat in het voorstel rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van ultraperifere regio’s en wordt onderkend dat het zaak is via de CEF financiële middelen voor het vervoer ter beschikking te stellen, en ook voor de energiesector en de digitale sector.

12.

Adequate financiering van de CEF kan leiden tot nieuwe arbeidsplaatsen en een sterkere groei en kan er daarnaast voor zorgen dat de EU wereldwijd een prominente rol gaat spelen in onderzoek en innovatie en in het koolstofarm maken van de economie.

13.

De pogingen om de regels en procedures te vereenvoudigen verdienen bijval. Geen enkele initiatiefnemer van een project zou moeten afzien van het indienen van een financieringsaanvraag.

14.

Het CvdR neemt nota van het — helaas te weinig gedetailleerde — voorstel van de Commissie om een doelstelling vast te stellen voor de aanpassing van de TEN-V-infrastructuur aan zowel civiel als militair gebruik en stelt voor om de regels voor deze doelstelling duidelijker te formuleren.

15.

In de CEF zou de sociale, economische en territoriale samenhang meer aandacht moeten krijgen.

Brussel, 10 oktober 2018.

De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

Karl-Heinz LAMBERTZ


(1)  COM(2017) 623

(1)  COM(2017) 623

(1)  COM(2016) 587

(1)  COM(2016) 587


Top