This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52018AR3598
Opinion of the European Committee of the Regions — Connecting Europe Facility
Advies van het Europees Comité van de Regio’s over de Connecting Europe Facility
Advies van het Europees Comité van de Regio’s over de Connecting Europe Facility
COR 2018/03598
PB C 461 van 21.12.2018, p. 173–195
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
21.12.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 461/173 |
Advies van het Europees Comité van de Regio’s over de Connecting Europe Facility
(2018/C 461/15)
|
I. AANBEVELINGEN VOOR WIJZIGINGEN
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de Connecting Europe Facility en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 283/2014
(COM(2018) 438 final) — deel 1
Wijzigingsvoorstel 1
Overweging 15
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
In haar mededeling „Een nieuw en sterker strategisch partnerschap met de ultraperifere gebieden van de EU” (1) heeft de Commissie gewezen op de specifieke vervoersbehoeften van de ultraperifere regio’s en gesteld dat EU-middelen moeten worden vrijgemaakt om daarop in te spelen, onder meer via dit programma. |
In haar mededeling „Een nieuw en sterker strategisch partnerschap met de ultraperifere gebieden van de EU” (1) heeft de Commissie gewezen op de specifieke digitale, energie- en vervoersbehoeften van de ultraperifere regio’s. Zij stelt dat op het gebied van vervoer EU-middelen moeten worden vrijgemaakt om daarop in te spelen, onder meer via dit programma. |
Motivering
De Commissie erkent in haar mededeling over de ultraperifere regio’s het potentieel van deze regio’s op digitaal en energieniveau, maar stelt vast dat zij te maken hebben met een aantal beperkingen en de nodige steun moeten krijgen om die te overwinnen.
Wijzigingsvoorstel 2
Overweging 22
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
In de mededeling „Connectiviteit voor een competitieve digitale eengemaakte markt — Naar een Europese gigabitmaatschappij” (1) (de strategie voor de gigabit-samenleving) zijn de strategische doelstellingen voor 2025 vastgesteld met het oog op een optimalisering van de investeringen in infrastructuur voor digitale connectiviteit. Richtlijn (EU) 2018/XXX (Europees wetboek voor elektronische communicatie) beoogt onder meer de totstandbrenging van een regelgevingskader dat particuliere investeringen in digitale netwerken stimuleert. Het is echter duidelijk dat de uitrol van netwerken in talrijke gebieden van de Unie commercieel niet levensvatbaar zal blijven, onder meer door de afgelegen ligging en specifieke territoriale of geografische kenmerken, de lage bevolkingsdichtheid en diverse sociaaleconomische factoren. Het programma moet daarom worden aangepast om bij te dragen aan de verwezenlijking van die in de strategie voor de gigabitmaatschappij vastgestelde strategische doelstellingen, in aanvulling op de steun voor de uitrol van netwerken met een zeer hoge capaciteit door andere programma’s en met name het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Cohesiefonds en de InvestEU-fonds. |
In de mededeling „Connectiviteit voor een competitieve digitale eengemaakte markt — Naar een Europese gigabitmaatschappij” (1) (de strategie voor de gigabit-samenleving) zijn de strategische doelstellingen voor 2025 vastgesteld met het oog op een optimalisering van de investeringen in infrastructuur voor digitale connectiviteit. Richtlijn (EU) 2018/XXX (Europees wetboek voor elektronische communicatie) beoogt onder meer de totstandbrenging van een regelgevingskader dat particuliere investeringen in digitale netwerken stimuleert. Het is echter duidelijk dat de uitrol van netwerken in talrijke gebieden van de Unie commercieel niet levensvatbaar zal blijven, onder meer door de afgelegen ligging en specifieke territoriale of geografische kenmerken, zoals in het geval van de ultraperifere regio’s , de lage bevolkingsdichtheid en diverse sociaaleconomische factoren. Het programma moet daarom worden aangepast om bij te dragen aan de verwezenlijking van die in de strategie voor de gigabitmaatschappij vastgestelde strategische doelstellingen, in aanvulling op de steun voor de uitrol van netwerken met een zeer hoge capaciteit door andere programma’s en met name het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Cohesiefonds en de InvestEU-fonds. |
Motivering
De ultraperifere regio’s zijn hiervan een goed voorbeeld: zoals wordt erkend in artikel 349 VWEU krijgen zij te maken met een reeks beperkingen, waaronder hun afgelegen ligging, insulaire karakter, kleine oppervlakte, reliëf en klimaat, die vanwege hun permanente en cumulatieve karakter de ontwikkeling van deze gebieden bemoeilijken.
Wijzigingsvoorstel 3
Overweging 28
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
De uitrol van digitale backbonecommunicatienetwerken, met onder meer onderzeese kabels die Europese regio’s verbinden met derde landen op andere continenten of die Europese eilanden en ultraperifere regio’s verbinden met het vasteland, is nodig om voor alle vitale infrastructuur de nodige redundantie te creëren en de capaciteit en weerbaarheid van de digitale netwerken van de Unie te versterken. Dergelijke projecten zijn echter zonder overheidssteun vaak niet commercieel levensvatbaar. |
De uitrol van digitale backbonecommunicatienetwerken, met onder meer onderzeese kabels die Europese regio’s verbinden met derde landen op andere continenten of die Europese eilanden en ultraperifere regio’s verbinden met het vasteland, is nodig om voor alle vitale infrastructuur de nodige redundantie te creëren en de capaciteit en weerbaarheid van de digitale netwerken van de Unie te versterken. Dergelijke projecten zijn echter zonder overheidssteun vaak niet commercieel levensvatbaar. |
Motivering
De specifieke context van de ultraperifere regio’s, die geïsoleerd zijn van het Europese vasteland maar dicht bij andere continenten liggen, maakt het probleem nog prangender.
Wijzigingsvoorstel 4
Artikel 2, onder h)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Motivering
Het gebruik van een EGTS voor de ontwikkeling van grensoverschrijdende projecten moet worden aangemoedigd. Bovendien worden sommige projecten alleen gefinancierd door lokale en regionale overheden. Daarom moeten zij meebeslissen over de goedkeuring van aanvragen voor Europese financiering.
Wijzigingsvoorstel 5
Artikel 3, lid 2, onder a) i)
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Wijzigingsvoorstel 6
Artikel 3, lid 2, onder a), b) en c)
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||||||
De specifieke doelstellingen van het programma zijn: |
De specifieke doelstellingen van het programma zijn: |
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
|
|
Motivering
In artikel 3, lid 2, moet worden verwezen naar het specifieke geval van de ultraperifere regio’s, zoals bepaald in artikel 10, Algemene prioriteiten, van de huidige Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het EP en de Raad van 11 december 2013 betreffende de TEN-T-richtsnoeren.
Wijzigingsvoorstel 7
Artikel 4, lid 8
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
8. Van de bedragen die uit het Cohesiefonds zijn overgedragen wordt 30 % onmiddellijk ter beschikking gesteld van alle lidstaten die in aanmerking komen voor steun uit het Cohesiefonds voor de financiering van infrastructuurprojecten overeenkomstig van deze verordening, met prioriteit voor grensoverschrijdende verbindingen en missing links. Voor 70 % van de overgedragen middelen worden de voor financiering in aanmerking komende projecten tot en met 31 december 2023 geselecteerd met inachtneming van de nationale toewijzingen in het kader van het Cohesiefonds. Met ingang van 1 januari 2024 worden de middelen die naar het programma zijn overgedragen en niet voor een vervoersinfrastructuurproject zijn vastgelegd, beschikbaar gesteld van alle lidstaten die een beroep kunnen doen op het Cohesiefonds voor de financiering van infrastructuurprojecten overeenkomstig deze verordening. |
8. Van de bedragen die uit het Cohesiefonds zijn overgedragen, worden de voor financiering in aanmerking komende projecten tot en met 31 december 2023 geselecteerd met inachtneming van de nationale toewijzingen in het kader van het Cohesiefonds. Met ingang van 1 januari 2024 worden de middelen die naar het programma zijn overgedragen en niet voor een vervoersinfrastructuurproject zijn vastgelegd, beschikbaar gesteld van alle lidstaten die een beroep kunnen doen op het Cohesiefonds voor de financiering van infrastructuurprojecten overeenkomstig deze verordening , met prioriteit voor grensoverschrijdende verbindingen, missing links en projecten in de ultraperifere regio’s . Voor alle uit het Cohesiefonds overgedragen middelen worden de in de lidstaten gebruikte quota in aanmerking genomen. |
Motivering
De uit het Cohesiefonds overgedragen middelen vormen een essentieel onderdeel van de CEF. Gezien de forse verlaging van de kredieten van het Cohesiefonds kunnen steden en regio’s van de begunstigde lidstaten het risico van opnieuw budgettaire verliezen niet aanvaarden. Aan het einde van de programmeringsperiode echter moet het gehele budget zijn verbruikt.
Wijzigingsvoorstel 8
Artikel 4, lid 9
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Op verzoek van de lidstaten kunnen de aan hen in gedeeld beheer toegewezen middelen worden overgeschreven naar het programma. De Commissie voert die middelen overeenkomstig [artikel 62, lid 1, onder a),] van het Financieel Reglement op directe wijze dan wel overeenkomstig artikel 62, lid 1, onder c), van het Financieel Reglement op indirecte wijze uit. Indien mogelijk worden die middelen gebruikt ten voordele van de betrokken lidstaat. |
Op verzoek van de beheersautoriteit en in overleg met de bij het programma betrokken regionale/lokale overheden kunnen de aan de lidstaten in gedeeld beheer toegewezen middelen die overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EU) …/… (verordening gemeenschappelijke bepalingen) overdraagbaar zijn, worden overgeschreven naar het programma. De Commissie voert die middelen overeenkomstig artikel 62, lid 1, onder a), van het Financieel Reglement op directe wijze dan wel overeenkomstig artikel 62, lid 1, onder c), van het Financieel Reglement op indirecte wijze uit. Die middelen worden gebruikt ten voordele van het geografische gebied dat onder de betrokken beheersautoriteit valt. |
Motivering
De naar het programma overgeschreven middelen moeten worden gebruikt door de beheersautoriteit die tot de middelenoverdracht heeft besloten. Dit uitgangspunt maakt het mogelijk de toegewezen middelen voor de betrokken gebieden te behouden en doelgerichter aan te wenden overeenkomstig de actuele behoeften van de regio’s en lidstaten.
Wijzigingsvoorstel 9
Nieuw artikel na artikel 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
Aanpassing van de TEN-T-netwerken aan de militaire mobiliteit 1. De Connecting Europe Facility moet een prioritair netwerk van vervoersinfrastructuur tot stand helpen brengen dat zich leent voor tweeërlei — civiel en militair — gebruik. 2. Projecten die in het kader van deze doelstelling worden gesteund zijn verspreid over het hele TEN-V. 3. Infrastructuur voor tweeërlei — civiel en militair — gebruik moet voldoen aan de technische specificaties van het TEN-V en aan militaire specificaties en in een reële, bestaande of potentiële, behoefte voorzien. 4. Behalve in uitzonderlijke omstandigheden, en dan slechts voor een beperkte periode, mag de in het kader van deze doelstelling gefinancierde infrastructuur niet uitsluitend voor militair gebruik bestemd zijn, en te allen tijde dient de veiligheid van mensen, diensten, goederen en de infrastructuur zelf te worden gewaarborgd. 5. Maatregelen om infrastructuur geschikt te maken voor tweeërlei — civiel en militair — gebruik worden alleen in het kader van deze doelstelling ondersteund. 6. Vóór 31 december 2019 stelt de Commissie gedelegeerde handelingen vast met daarin de door de Raad geformuleerde technische specificaties die nodig zijn voor tweeërlei — civiel en militair — gebruik, een lijst van prioritaire projecten die in het licht van deze doelstelling voor financiering in aanmerking komen, en subsidiabiliteits- en selectiecriteria. De Commissie draagt zorg voor een samenhangende en evenwichtige geografische spreiding van deze infrastructuur. |
Motivering
Met het oog op de begrotingsmiddelen die voor deze doelstelling zijn uitgetrokken, moeten de regels in de verordening nader worden omschreven.
Wijzigingsvoorstel 10
Artikel 7, lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Grensoverschrijdende projecten op het gebied van hernieuwbare energie tellen ten minste twee deelnemende lidstaten en worden opgenomen in een overeenkomst of een andere soort regeling tussen lidstaten en/of tussen de lidstaten en derde landen als bedoeld in de artikelen 6, 7, 9 en 11 van Richtlijn 2009/28/EG. Deze projecten worden geselecteerd overeenkomstig de criteria en de procedure van deel IV van de bijlage bij de deze verordening. |
Grensoverschrijdende projecten op het gebied van hernieuwbare energie tellen ten minste twee deelnemende lidstaten, een EGTS, of twee ultraperifere regio’s en worden opgenomen in een overeenkomst of een andere soort regeling tussen lidstaten, lokale en regionale overheden en ultraperifere regio’s en/of tussen de lidstaten en derde landen als bedoeld in de artikelen 6, 7, 9 en 11 van Richtlijn 2009/28/EG. Deze projecten worden geselecteerd overeenkomstig de criteria en de procedure van deel IV van de bijlage bij de deze verordening. Deze projecten worden geselecteerd overeenkomstig de criteria en de procedure van deel IV van de bijlage bij de deze verordening. |
Wijzigingsvoorstel 11
Artikel 8, lid 3, onder d)
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
3. Onverminderd de in artikel 13 vastgestelde selectiecriteria, wordt bij het bepalen van de prioriteiten voor financiering rekening gehouden met de volgende criteria: |
3. Onverminderd de in artikel 13 vastgestelde selectiecriteria, wordt bij het bepalen van de prioriteiten voor financiering rekening gehouden met de volgende criteria: |
||||
[…] |
[…] |
||||
|
|
||||
[…] |
[…] |
Motivering
De ultraperifere regio’s liggen ver van het Europese vasteland maar dicht bij derde landen: de ontwikkeling van netwerken, met name via onderzeese kabels, is dan ook noodzakelijk om hun isolement te doorbreken.
Wijzigingsvoorstel 12
Artikel 9, lid 2, onder a) i)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Wijzigingsvoorstel 13
Artikel 9, lid 2, onder a), punt ii)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Wijzigingsvoorstel 14
Artikel 9, lid 2, onder a), punt ii)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Motivering
De specifieke problemen van eilanden vereisen een gedifferentieerde behandeling door de EU-instellingen die vergelijkbaar is met die van ultraperifere regio’s, aangezien het grootste probleem niet zozeer de afstand is als wel het feit dat eilanden geen verbinding met het vasteland hebben.
Luchthavens zijn essentieel voor de ontwikkeling van de ultraperifere regio’s en lenen zich er soms het best voor om deze regio’s in de vervoersnetwerken van de EU in te bedden.
Wijzigingsvoorstel 15
Artikel 9, leden 2 en 4
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||||||
2. In de sector vervoer komen de volgende acties in aanmerking voor financiële EU-bijstand in het kader van de onderhavige verordening: |
2. In de sector vervoer komen de volgende acties in aanmerking voor financiële EU-bijstand in het kader van de onderhavige verordening: |
||||||||
|
|
||||||||
[…] |
[…] |
||||||||
|
|
||||||||
[…] |
[…] |
||||||||
|
|
||||||||
[…] |
[…] |
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
[…] |
[…] |
||||||||
4. In de digitale sector komen de volgende acties in aanmerking voor financiële EU-bijstand in het kader van de onderhavige verordening: |
4. In de digitale sector komen de volgende acties in aanmerking voor financiële EU-bijstand in het kader van de onderhavige verordening: |
||||||||
[…] |
[…] |
||||||||
|
|
||||||||
[…] |
[…] |
Wijzigingsvoorstel 16
Artikel 9, lid 4, onder b)
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
4. In de digitale sector komen de volgende acties in aanmerking voor financiële EU-bijstand in het kader van de onderhavige verordening: |
4. In de digitale sector komen de volgende acties in aanmerking voor financiële EU-bijstand in het kader van de onderhavige verordening: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
Een indicatieve lijst van subsidiabele projecten in de digitale sector is opgenomen in deel V van de bijlage. |
Een indicatieve lijst van subsidiabele projecten in de digitale sector is opgenomen in deel V van de bijlage. |
Wijzigingsvoorstel 17
Artikel 10, lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Acties in de sectoren vervoer, energie of digitalisering mogen overeenkomstig artikel 9 aanvullende componenten omvatten die geen verband hebben met de subsidiabele acties overeenkomstig artikel 9, leden 2, 3 of 4, mits die aanvullende componenten voldoen aan alle volgende vereisten: |
Acties in de sectoren vervoer, energie of digitalisering mogen overeenkomstig artikel 9 aanvullende componenten omvatten die al dan niet verband hebben met de subsidiabele acties overeenkomstig artikel 9, leden 2, 3 of 4, mits die aanvullende componenten voldoen aan alle volgende vereisten: |
Motivering
Synergieën moeten worden bevorderd. Daarom moet het in lid 2 voorgestelde mechanisme het mogelijk maken dat acties die onder een andere sector van de CEF vallen in aanmerking worden genomen bij een oproep tot het indienen van voorstellen in een specifieke sector. Bij specifieke oproepen tot het indienen van voorstellen voor gemengde projecten zullen projecten met een sectorale mix van meer dan 20 %-80 % worden gesteund.
Wijzigingsvoorstel 18
Artikel 11, lid 2, onder b)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Motivering
Niet-Europese ondernemingen mogen niet profiteren van de CEF voor activiteiten op het grondgebied van de EU.
Wijzigingsvoorstel 19
Artikel 11, lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
5. In de in artikel 19 bedoelde werkprogramma’s kan worden bepaald dat alleen voorstellen die worden ingediend door een of meer lidstaten of, met instemming van de betrokken lidstaten, door internationale organisaties, gemeenschappelijke ondernemingen, dan wel publieke of private ondernemingen of organen, in aanmerking komen voor subsidie. |
|
Motivering
Handhaving van de goedkeuring door de lidstaten zou niet stroken met het door het Europees Comité van de Regio’s gesteunde streven naar administratieve vereenvoudiging.
Wijzigingsvoorstel 20
Artikel 12
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
Subsidies in het kader van het programma worden toegekend en beheerd in overeenstemming titel [VIII] van het Financieel Reglement. |
Subsidies in het kader van het programma worden toegekend en beheerd in overeenstemming titel [VIII] van het Financieel Reglement. |
||||
|
1. De selectie van projecten gebeurt in twee fasen:
2. De Commissie publiceert de oproepen tot het indienen van voorstellen ten minste één maand voor de opening ervan. Initiatiefnemers van projecten hebben minstens één maand de tijd om het eerste dossier in te dienen. De Europese Commissie beoordeelt de subsidiabiliteit van de aanvragen binnen een maand. Projectleiders hebben dan minstens drie maanden de tijd om een volledig dossier in te dienen. |
Motivering
De uitvoering van de CEF moet worden vereenvoudigd: voorkomen moet worden dat initiatiefnemers van projecten een lang en kostbaar volledig dossier opstellen wanneer zij toch niet in aanmerking komen voor subsidie. Bovendien moeten initiatiefnemers van projecten de tijd hebben om zich in te lezen in een oproep tot het indienen van voorstellen en een volledig dossier op te stellen.
Wijzigingsvoorstel 21
Artikel 13, lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
De selectiecriteria worden vastgesteld in de werkprogramma’s als bedoeld in artikel 19 en in de oproepen tot het indienen van voorstellen, rekening houdend met, voor zover van toepassing, de volgende elementen: |
De selectiecriteria worden vastgesteld in de werkprogramma’s als bedoeld in artikel 19 en in de oproepen tot het indienen van voorstellen, rekening houdend met, voor zover van toepassing, de volgende elementen: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
Wijzigingsvoorstel 22
Artikel 14, lid 2, onder a)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
voor werkzaamheden in verband met de specifieke doelstellingen als bedoeld in artikel 3, lid 2, onder a), bedraagt de financiële bijstand van de Unie ten hoogste 30 % van de totale subsidiabele kosten. Het medefinancieringspercentage kan worden verhoogd tot maximum 50 % voor acties in verband met grensoverschrijdende verbindingen overeenkomstig de in dit lid, onder c), gespecificeerde voorwaarden, voor acties ter ondersteuning van telematicasystemen, voor acties ter ondersteuning van nieuwe technologieën en innovatie, voor acties om de infrastructuur veiliger te maken overeenkomstig de relevante EU-wetgeving en voor acties in ultraperifere regio’s; |
voor werkzaamheden in verband met de specifieke doelstellingen als bedoeld in artikel 3, lid 2, onder a), bedraagt de financiële bijstand van de Unie ten hoogste 30 % van de totale subsidiabele kosten. Het medefinancieringspercentage kan worden verhoogd tot maximum 50 % voor acties in verband met grensoverschrijdende verbindingen overeenkomstig de in dit lid, onder c), gespecificeerde voorwaarden, voor acties in verband met knelpunten en ontbrekende schakels in het kernnetwerk, voor acties ter ondersteuning van maritieme snelwegen, voor acties ter ondersteuning van zee- en rivierverbindingen binnen het uitgebreide en kernnetwerk, met inbegrip van acties in havens en verbindingen met het achterland, voor stedelijke knooppunten, platforms en multimodale en „laatste kilometer”-verbindingen, voor acties ter ondersteuning van telematicasystemen, voor acties ter ondersteuning van nieuwe technologieën en innovatie, voor acties om de infrastructuur veiliger te maken overeenkomstig de relevante EU-wetgeving en voor acties in eilandregio’s en ultraperifere regio’s; |
Motivering
Dit wijzigingsvoorstel sluit aan bij het voorstel van de Commissie om ook maritieme verbindingen in de corridors van het kernnetwerk op te nemen. Om de milieu- en klimaatdoelstellingen van de EU te kunnen verwezenlijken moet het zeevervoer bovendien substantieel gesteund worden.
Wijzigingsvoorstel 23
Artikel 14, lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Het maximale medefinancieringspercentage voor acties die zijn geselecteerd in het kader van sectoroverschrijdende werkprogramma’s als bedoeld in artikel 10, is het hoogste maximale medefinancieringspercentage van de betrokken sectoren. |
Het maximale medefinancieringspercentage voor acties die zijn geselecteerd in het kader van sectoroverschrijdende werkprogramma’s als bedoeld in artikel 10, is het hoogste maximale medefinancieringspercentage van de betrokken sectoren vermeerderd met 10 % . Voor acties die worden gesubsidieerd in het kader van het in artikel 10, lid 2, beschreven mechanisme wordt het voor de belangrijkste sector geldende medefinancieringspercentage gehanteerd, met inbegrip van aanvullende kosten. |
Motivering
Synergieën moeten worden gestimuleerd, ook in financiële zin. Omwille van de eenvoud dient voor het in artikel 10, lid 2, beschreven mechanisme één medefinancieringspercentage te gelden.
Wijzigingsvoorstel 24
Artikel 15, letter a)
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
Naast de in artikel [186] van het Financieel Reglement vermelde criteria zijn de volgende criteria voor subsidiabiliteit van kosten van toepassing: |
Naast de in artikel [186] van het Financieel Reglement vermelde criteria zijn de volgende criteria voor subsidiabiliteit van kosten van toepassing: |
||||
|
|
Motivering
In artikel 15, onder a) moet worden verwezen naar de specifieke situatie van de ultraperifere regio’s.
Wijzigingsvoorstel 25
Artikel 16, lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
2. De subsidies als bedoeld in lid 1 mogen ten uitvoer worden gelegd middels specifieke oproepen tot het indienen van voorstellen. |
2. De subsidies als bedoeld in lid 1 worden bij alle oproepen tot het indienen van voorstellen en middels specifieke oproepen tot het indienen van voorstellen ten uitvoer gelegd en beperkt tot 10 % van het algemene budget van de CEF. |
Motivering
Blendingverrichtingen moeten worden gestimuleerd en dienen tot de mogelijkheden te behoren wanneer de initiatiefnemer van een project er gebruik van wenst te maken. Subsidies moeten echter als primaire financiering van de CEF blijven fungeren.
Wijzigingsvoorstel 26
Artikel 17, lid 2 en nieuw lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
|
3. De krachtens dit artikel teruggevorderde middelen worden opnieuw gebruikt voor andere werkprogramma’s van de CEF. Bij de verdeling van deze middelen zal rekening worden gehouden met de overeengekomen nationale toewijzing. |
Motivering
De uit het MFK aan de CEF toegewezen middelen moeten worden gehandhaafd. Een verdeling van deze middelen die rekening houdt met de overeengekomen nationale toewijzing vormt een stimulans voor de lidstaten en de uitvoerders van afzonderlijke projecten om de beslissing over de toekomst van het project niet onnodig te belemmeren uit angst de financiële steun te verliezen. Bovendien maakt deze maatregel een meer evenwichtige geografische verdeling van de middelen tussen de lidstaten van de EU mogelijk.
Wijzigingsvoorstel 27
Artikel 19
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
1. Het programma wordt uitgevoerd door middel van werkprogramma’s als bedoeld in artikel 110 van het Financieel Reglement. In de werkprogramma’s wordt in voorkomend geval het voor blendingverrichtingen gereserveerde totaalbedrag opgenomen. |
1. Het programma wordt uitgevoerd door middel van werkprogramma’s als bedoeld in artikel 110 van het Financieel Reglement. In de werkprogramma’s wordt in voorkomend geval het voor blendingverrichtingen gereserveerde totaalbedrag opgenomen. |
2. De werkprogramma’s worden door de Commissie vastgesteld door middel van een uitvoeringshandeling. Die uitvoeringsbesluiten worden vastgesteld in overeenstemming met de in artikel 22 van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure. |
2. De Europese Commissie stelt een indicatief tijdschema voor de werkprogramma’s voor met daarin de toegewezen middelen en de prioriteiten van deze programma’s voor de algehele programmering. |
|
3. De werkprogramma’s worden door de Commissie vastgesteld door middel van een uitvoeringshandeling. Die uitvoeringsbesluiten worden vastgesteld in overeenstemming met de in artikel 22 van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure. |
Motivering
De uit het MFK aan de CEF toegewezen middelen moeten worden gehandhaafd.
Wijzigingsvoorstel 28
Artikel 23
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
De Commissie wordt gemachtigd om overeenkomstig artikel 24 van deze verordening gedelegeerde handelingen vast te stellen: |
De Commissie wordt gemachtigd om overeenkomstig artikel 24 van deze verordening gedelegeerde handelingen vast te stellen: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de Connecting Europe Facility en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 283/2014
(COM(2018) 438 final) — deel 2
Wijzigingsvoorstel 29
Bijlage, Deel III, Tabel 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
„Atlantische” kernnetwerkcorridor Verloop |
„Atlantische” kernnetwerkcorridor Verloop |
Gijón — León — Valladolid |
Gijón — León — Palencia — Valladolid |
A Coruña — Vigo — Orense — León |
A Coruña — Vigo — Orense — Ponferrada — Astorga — León — Palencia-Venta de Baños |
Zaragoza — Pamplona/Logroño — Bilbao |
Zaragoza — Pamplona/Logroño — Bilbao (Baskische Y) |
|
Bordeaux — Dax — Vitoria/Gasteiz Bordeaux — Toulouse |
Tenerife/Gran Canaria — Huelva/Sanlúcar de Barrameda — Sevilla — Córdoba |
Tenerife/Gran Canaria — Huelva/Sanlúcar de Barrameda — Sevilla — Córdoba |
Algeciras — Bobadilla — Madrid |
Algeciras — Bobadilla — Madrid |
Sines/Lissabon — Madrid — Valladolid |
Sines/Lissabon — Madrid — Valladolid |
Lissabon — Aveiro — Leixões/Porto — Dourorivier |
Lissabon — Aveiro — Leixões/Porto — Dourorivier |
Aveiro — Valladolid — Vitoria-Gasteiz — Bergara — Bilbao/Bordeaux — Tours — Parijs — Le Havre/Metz — Mannheim/Straatsburg |
Aveiro — Valladolid — Vitoria-Gasteiz — Bergara — Bilbao/Bordeaux — Tours — Parijs — Le Havre/Metz — Mannheim/Straatsburg |
|
Shannon Foynes — Dublin — Cork — Le Havre — Rouen — Parijs” |
Saint Nazaire — Nantes — Tours |
Dublin — Cork — Saint Nazaire — Nantes — Tours |
Motivering
De uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie zal tal van gevolgen hebben, onder meer voor de integratie van Ierland in het TEN-V-corridornetwerk, aangezien het land daarvoor geheel en al is aangewezen op verbindingen via het Verenigd Koninkrijk. Ook de zeeverbindingen met de havens van het centraal netwerk van de Atlantische corridor e n bepaalde havens van het uitgebreide netwerk zouden in de corridorkaart moeten worden opgenomen. Het opnemen van een verbinding tussen de mediterrane en Atlantische corridors in de prioritaire corridors van het centrale netwerk kan de ontwikkeling van de infrastructuur en het gebruik daarvan mogelijk maken en zo de sociaaleconomische prestaties hiervan verbeteren. Het zou ook de mogelijkheid bieden om de Middellandse Zee- en de Atlantische havens via de as Bordeaux-Toulouse-Narbonne met elkaar te verbinden. Bovendien maakt dit voorstel deel uit van het grote zuidwestelijke project voor de ontwikkeling van twee hogesnelheidslijnen met een gemeenschappelijk traject van Bordeaux naar Toulouse en van Bordeaux naar Spanje.
De lijn Zaragoza — Pamplona — Baskische Y zou ook de Atlantische en mediterrane corridors met elkaar verbinden en zo toegang bieden tot de haven van Bilbao. Frankrijk moet de verbinding Bordeaux — Dax — Vitoria nieuw leven inblazen, zowel voor reizigers als om knelpunten in het goederenvervoer (Irún — Hendaye, variant Bordeaux) op te heffen.
Tot slot moet er ook plaats worden ingeruimd voor mogelijke enclaves en logistieke platforms van groot strategisch belang of met veel potentieel, gelegen in perifere regio’s die nog steeds grote behoefte hebben aan basisinfrastructuur om toegankelijker te worden en beter verbonden te raken, vooral met havens.
Wijzigingsvoorstel 30
Bijlage, Deel III, Tabel 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
„Mediterrane” kernnetwerkcorridor Verloop |
„Mediterrane” kernnetwerkcorridor Verloop |
Algeciras — Bobadilla — Madrid — Zaragoza — Tarragona |
Algeciras — Bobadilla — Madrid — Zaragoza — Sagunto/ Tarragona |
|
Madrid — Albacete — Valencia |
Sevilla — Bobadilla — Murcia |
Sevilla — Bobadilla — Almería — Murcia |
Cartagena — Murcia — Valencia — Tarragona/Palma de Mallorca — Barcelona |
Cartagena — Murcia — Valencia — Tarragona/Palma de Mallorca — Barcelona |
Tarragona — Barcelona — Perpignan — Marseille — Genève/Lyon — Turijn — Novara — Milaan — Bologna/Verona — Padova — Venetië — Ravenna/Trieste/Koper — Ljubljana — Boedapest |
Tarragona/ Palma de Mallorca — Barcelona — Perpignan — Marseille — Genève/Lyon — Turijn — Novara — Milaan — Bologna/Verona — Padova — Venetië — Ravenna/Trieste/Koper — Ljubljana — Boedapest |
|
Alcúdia — Ciudadela — Toulon — Ajacció — Bastia — Porto Torres — Cagliari — Palermo Toulouse — Narbonne |
Ljubljana/Rijeka — Zagreb — Boedapest — Oekraïense grens |
Ljubljana/Rijeka — Zagreb — Boedapest — Oekraïense grens |
Motivering
Het opnemen van een verbinding tussen de mediterrane en Atlantische corridors in de prioritaire corridors van het centrale netwerk kan de ontwikkeling van de infrastructuur en het gebruik daarvan mogelijk maken en zo de sociaaleconomische prestaties hiervan verbeteren. Het zou ook de mogelijkheid bieden om de Middellandse Zee- en de Atlantische havens via de as Bordeaux-Toulouse-Narbonne met elkaar te verbinden.
Wijzigingsvoorstel 31
Bijlage, Deel III, Tabel 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Kernnetwerkcorridor „Noordzee — Middellandse Zee” |
Kernnetwerkcorridor „Noordzee — Middellandse Zee” |
Verloop |
Verloop |
Belfast — Dublin — Shannon Foynes/Cork |
Belfast — Dublin — Shannon Foynes/Cork |
|
Dublin — Cork — Calais — Zeebruge — Antwerpen — Rotterdam Shannon Foynes — Dublin — Rosselare — Waterford — Cork — Brest — Roscoff — Cherbourg — Caen — Le Havre — Rouen — Parijs. |
Glasgow/Edinburgh — Liverpool/Manchester — Birmingham |
Glasgow/Edinburgh — Liverpool/Manchester — Birmingham |
Birmingham — Felixstowe/Londen/Southampton |
Birmingham — Felixstowe/Londen/Southampton |
London — Rijsel — Brussel |
London — Rijsel — Brussel |
Amsterdam — Rotterdam — Antwerpen — Brussel — Luxemburg |
Amsterdam — Rotterdam — Antwerpen — Brussel — Luxemburg |
Luxemburg — Metz — Dijon — Macon — Lyon — Marseille |
Luxemburg — Metz — Dijon — Macon — Lyon — Marseille |
Luxemburg — Metz — Straatsburg — Bazel |
Luxemburg — Metz — Straatsburg — Bazel |
Antwerpen/Zeebrugge — Gent — Duinkerke/Rijsel — Parijs |
Antwerpen/Zeebrugge — Gent — Duinkerke/Rijsel — Parijs |
Motivering
Gebaseerd op het voorstel van de Europese Commissie om de CEF-verordening te wijzigen indien een akkoord over de brexit uitblijft en met inbegrip van havens van het uitgebreide en het kernnetwerk.
Wijzigingsvoorstel 32
Bijlage, Deel III, Tabel 9
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Mediterrane kernnetwerkcorridor „Scandinavië — Middellandse Zee” |
Mediterrane kernnetwerkcorridor „Scandinavië — Middellandse Zee” |
Verloop |
Verloop |
Russische grens — Hamina/Kotka — Helsinki — Turku/Naantali — Stockholm — Örebro — Malmö |
Russische grens — Hamina/Kotka — Helsinki — Turku/Naantali — Stockholm — Örebro — Malmö |
Narvik/Oulu — Luleå — Umeå — Stockholm |
Narvik/Oulu — Luleå — Umeå — Gävle — Stockholm — Örebro |
|
Stockholm — Örebro — Oslo |
Oslo — Göteborg — Malmö — Trelleborg |
Oslo — Göteborg — Malmö — Trelleborg |
Malmö — Kopenhagen — Fredericia — Aarhus — Aalborg — Hirtshals/Frederikshavn |
Malmö — Kopenhagen — Fredericia — Aarhus — Aalborg — Hirtshals/Frederikshavn |
Kopenhagen — Kolding/Lübeck — Hamburg — Hannover |
Kopenhagen — Kolding/Lübeck — Hamburg — Hannover |
Bremerhaven — Bremen — Hannover — Nürnberg |
Bremerhaven — Bremen — Hannover — Nürnberg |
Rostock — Berlijn — Leipzig — München |
Rostock — Berlijn — Leipzig — München |
Nürnberg — München — Innsbruck — Verona — Bologna — Ancona/Florence |
Nürnberg — München — Innsbruck — Verona — Bologna — Ancona/Firenze |
Livorno/La Spezia — Firenze — Rome — Napels — Bari — Taranto — Valletta |
Livorno/La Spezia — Firenze — Rome — Napels — Bari — Taranto — Valletta |
Wijzigingsvoorstel 33
Bijlage Deel III, 2 Vooraf geselecteerde segmenten op het uitgebreide netwerk
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
De grensoverschrijdende segmenten van het uitgebreide netwerk als bedoeld in artikel 9, lid 2, onder a), punt ii), van deze verordening omvatten met name de volgende verbindingen: |
De grensoverschrijdende segmenten van het uitgebreide netwerk als bedoeld in artikel 9, lid 2, onder a), punt ii), van deze verordening en de bestaande grensoverschrijdende spoorverbindingen en ontbrekende schakels aan de binnengrenzen van de EU omvatten met name de volgende verbindingen: |
Motivering
Deze toevoeging maakt verbindingen tussen de TEN-corridors mogelijk, zij het vooralsnog formeel buiten het totale netwerk om (bijvoorbeeld „missing links”).
Wijzigingsvoorstel 34
Bijlage, Deel V
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
||||
[…] |
[…] |
||||
|
|
||||
|
|
Motivering
Maatregelen voor de ontwikkeling van infrastructuur voor digitale connectiviteit in de ultraperifere regio’s moeten prioriteit krijgen.
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1316/2013 wat betreft de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie
(COM(2018) 568 final) — deel 1
Wijzigingsvoorstel 35
Overweging 6
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Om te vermijden dat de kernnetwerkcorridor Noordzee — Middellandse Zee uiteenvalt in twee afzonderlijke en niet met elkaar verbonden delen en om te verzekeren dat Ierland verbonden blijft met het Europese vasteland, moet de kernnetwerkcorridor Noordzee — Middellandse Zee zeeverbindingen bevatten tussen de Ierse kernhavens en de kernhavens in België en Nederland. |
|
Motivering
Diverse Franse havens (Le Havre, Duinkerke, Calais) zijn havens van het kernnetwerk en maken deel uit van de Atlantische corridor en de Noordzee-Middellandse Zeecorridor. Er is geen enkele reden om deze uit te sluiten.
Wijzigingsvoorstel 36
Bijlage:
Door de Europese Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
In bijlage I, deel I, punt 2 („Corridors van het kernnetwerk”), onder „Noordzee — Middellandse Zee”, wordt na de regel „Belfast — Baile Átha Cliath/Dublin — Cork/Corcaigh” de volgende regel ingevoegd : |
In bijlage I, deel I, punt 2 („Corridors van het kernnetwerk”), onder „Noordzee — Middellandse Zee”, worden na de regel „Belfast — Baile Átha Cliath/Dublin — Cork/Corcaigh” de volgende regels ingevoegd : |
„Baile Átha Cliath/Dublin/Corcaigh/Cork — Zeebrugge/Antwerpen/Rotterdam”. |
„Baile Átha Cliath/Dublin/Corcaigh/Cork — Calais/Duinkerke- Zeebrugge/Antwerpen/Rotterdam. |
|
Shannon Foynes — Dublin — Rosselare — Waterford — Cork — Brest — Roscoff — Cherbourg — Caen — Le Havre — Rouen — Parijs”. In deel I van bijlage I, punt 2 („Corridors van het kernnetwerk”), onder „Atlantisch”, wordt na de regel „Aveiro — Valladolid — Vitoria-Gasteiz — Bergara — Bilbao/Bordeaux — Tours — Parijs — Le Havre/Metz — Mannheim/Straatsburg” de volgende regel ingevoegd: Shannon Foynes — Dublin — Cork — Le Havre — Rouen — Parijs” In bijlage I, deel I, punt 2 („Corridors van het kernnetwerk”), onder „Atlantisch”, wordt de regel „Saint Nazaire — Nantes — Tours” als volgt gewijzigd: „Dublin — Cork — Saint Nazaire — Nantes — Tours” |
Motivering
De uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de EU zal tal van gevolgen hebben, onder meer voor de integratie van Ierland in het TEN-V-corridorkernnetwerk. In de corridorkaart zouden verbindingen met de havens van het kernnetwerk moeten worden opgenomen.
II. BELEIDSAANBEVELINGEN
HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S
Algemene aanbevelingen
1. |
herinnert eraan dat een op de trans-Europese netwerken (TEN’s) gebaseerd Europees beleid voor veilige, moderne, duurzame en efficiënte vervoers-, energie- en telecommunicatie-infrastructuur van essentieel belang is voor de versterking van de economische, sociale en territoriale samenhang in alle regio’s van de EU, waaronder ultraperifere, perifere en insulaire regio’s en regio’s die zich geconfronteerd zien met demografische uitdagingen, bijdraagt tot de goede werking van de interne markt en noodzakelijk is om de doelstellingen van veel andere beleidsterreinen van de EU, met name het klimaat- en milieubeleid, te verwezenlijken; |
2. |
Een aantal van de opmerkingen die het CvdR sinds de oprichting in 2013 van de Connecting Europe Facility (CEF) over dit instrument heeft gemaakt, met name in zijn op 10 oktober 2017 goedgekeurde advies 1531/2017 „De toekomst van de CEF — Vervoer”, zijn nog steeds relevant. |
3. |
Naar steden en regio’s, die verantwoordelijk zijn voor het beheer en de ontwikkeling van de mobiliteit en het openbaar vervoer op hun grondgebied, moet goed worden geluisterd. |
4. |
Het Commissievoorstel doet recht aan het evenredigheids- en het subsidiariteitsbeginsel. Het voorstel beoogt in de eerste plaats de aanleg van het trans-Europees vervoersnetwerk. Voor de uitvoering daarvan is de Europese Unie het beste niveau. |
5. |
In 2017 leefde 72 % van de Europeanen in stedelijke gebieden. Toegang tot veilig, efficiënt en duurzaam stadsvervoer is voor deze mensen van cruciaal belang. De CEF kan de overgang ondersteunen en congestie, vervuiling en ongevallen in verband met het wegverkeer terugdringen. Om het kernnetwerk in 2030 en het uitgebreide netwerk in 2050 tot stand te brengen, is het van essentieel belang dat de verschillende vervoerswijzen beter met elkaar worden verbonden en dat het reizen in deze stedelijke gebieden vlot verloopt. Voorrang moet worden gegeven aan initiatieven om de multimodaliteit van het stadsvervoer te bevorderen. |
6. |
De Europese Unie beschikt over tal van reeds lang bestaande maritieme en rivierinfrastructuren die gemoderniseerd en ontwikkeld moeten worden. Deze twee vervoerswijzen maken deel uit van de oplossing voor de congestie op de weg en voor het vereiste koolstofarm maken van de sector. |
7. |
Vervoer is verantwoordelijk voor bijna 50 % van de uitstoot van broeikasgassen in Europa. Het is de enige sector die er sinds 1990 niet in geslaagd is zijn emissies te verminderen. Steden en regio’s ondervinden de directe gevolgen van klimaatverandering, luchtverontreiniging en congestie. Daarom zijn er ambitieuze en onmiddellijke maatregelen nodig om de vervoerssector koolstofarm te maken. |
8. |
Wat de aanleg van vervoersinfrastructuur betreft moet de CEF worden afgestemd op de ambitieuze doelstellingen van de EU. Zo wordt in de TEN-V-verordening 2030 genoemd als het jaar waarin het centrale netwerk voltooid zou moeten zijn. De behoeften van alle regio’s moeten nauwlettend in het oog worden gehouden en er moet voor gezorgd worden dat zij de innovaties op het gebied van infrastructuur kunnen bijbenen |
9. |
Grensoverschrijdende projecten zouden gestimuleerd moeten worden, onder meer door ruim baan te maken voor EGTS’en of voor het door de Europese Commissie voor de periode 2021-2027 voorgestelde mechanisme om juridische en administratieve belemmeringen in een grensoverschrijdende context uit de weg te ruimen. Met name zouden EGTS’en in aanmerking moeten komen voor alle oproepen voor CEF-projecten, zonder dat daarbij afbreuk wordt gedaan aan de bevoegdheden die eraan zijn toegekend. |
10. |
Het CvdR is ingenomen met het voorstel van de Europese Commissie om de Connecting Europe Facility te vernieuwen en te wijzigen. |
11. |
Het is een goede zaak dat in het voorstel rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van ultraperifere regio’s en wordt onderkend dat het zaak is via de CEF financiële middelen voor het vervoer ter beschikking te stellen, en ook voor de energiesector en de digitale sector. |
12. |
Adequate financiering van de CEF kan leiden tot nieuwe arbeidsplaatsen en een sterkere groei en kan er daarnaast voor zorgen dat de EU wereldwijd een prominente rol gaat spelen in onderzoek en innovatie en in het koolstofarm maken van de economie. |
13. |
De pogingen om de regels en procedures te vereenvoudigen verdienen bijval. Geen enkele initiatiefnemer van een project zou moeten afzien van het indienen van een financieringsaanvraag. |
14. |
Het CvdR neemt nota van het — helaas te weinig gedetailleerde — voorstel van de Commissie om een doelstelling vast te stellen voor de aanpassing van de TEN-V-infrastructuur aan zowel civiel als militair gebruik en stelt voor om de regels voor deze doelstelling duidelijker te formuleren. |
15. |
In de CEF zou de sociale, economische en territoriale samenhang meer aandacht moeten krijgen. |
Brussel, 10 oktober 2018.
De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's
Karl-Heinz LAMBERTZ
(1) COM(2017) 623
(1) COM(2017) 623
(1) COM(2016) 587
(1) COM(2016) 587