Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52006AE1357

    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een beschikking van de Raad tot wijziging van Beschikking 90/424/EEG van de Raad betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied COM(2006) 273 final — 2006/0098 (CNS)

    PB C 324 van 30.12.2006, p. 22–24 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    30.12.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 324/22


    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een beschikking van de Raad tot wijziging van Beschikking 90/424/EEG van de Raad betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied

    COM(2006) 273 final — 2006/0098 (CNS)

    (2006/C 324/09)

    De Raad heeft op 22 juni 2006 besloten, overeenkomstig art. 37 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, het Europees Economisch en Sociaal Comité te raadplegen over het bovengenoemde voorstel.

    De gespecialiseerde afdeling Landbouw, plattelandsontwikkeling, milieu, die met de voorbereiding van de desbetreffende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 8 september 2006 goedgekeurd. Rapporteur was de heer Leif E. Nielsen.

    In verband met de verlenging van het mandaat van het Comité heeft de voltallige vergadering besloten tijdens de oktoberzitting over dit advies te stemmen en de heer Nielsen overeenkomstig artikel 20 r.v.o. aan te wijzen als algemeen rapporteur.

    Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn 430e zitting van 26 oktober 2006 het volgende advies uitgebracht, dat met algemene stemmen is goedgekeurd.

    1.   Conclusies en aanbevelingen

    1.1

    Het EU-mechanisme voor de medefinanciering van veterinaire preventie- en bestrijdingsmaatregelen heeft zich in de loop der tijd steeds verder ontwikkeld en is verschillende malen aangepast op basis van de ervaringen. Dit mechanisme zou nu een meer fundamentele wijziging moeten ondergaan om rekening te houden met toekomstige ontwikkelingen, niet in het minst de toegenomen handel. Het EESC zal de vorderingen op dit gebied volgen, en wenst op constructieve wijze te helpen dit proces vorm en inhoud te geven.

    1.2

    Het EESC stemt in met het voorstel van de Commissie, dat vooralsnog slechts beperkte veranderingen en aanpassingen beoogt. Deze sluiten aan op de voorstellen die naar voren zijn gebracht tijdens de eerste beleidsevaluatie op dit gebied. Vereenvoudigde administratieve bepalingen en meerjarenprogrammering zijn hoe dan ook wenselijk. Het EESC steunt tevens het voorstel om financiële steun te verlenen aan de automatisering van de procedures voor handel en invoer en geïntegreerde veterinaire computersystemen. De voorgestelde lijst van ziekten en zoönosen en de vereenvoudigde procedure om die lijst te wijzigen lijken eveneens geschikt.

    2.   Achtergrond

    2.1

    De Commissie heeft een begin gemaakt met de evaluatie van het volledige diergezondheidsbeleid van de EU. Daarbij wordt onder meer gekeken naar de kosteneffectiviteit van de bestaande financiële instrumenten die zijn ontworpen om de kosten van de bewaking, bestrijding en uitroeiing van dierziekten en zoönosen te dekken. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de meest doeltreffende wijzen om producenten aan te zetten tot de nodige preventieve maatregelen. Op basis van de resultaten van deze evaluatie kunnen alternatieven worden voorgesteld voor de wijze waarop de Gemeenschap momenteel financiële steun aan de lidstaten verleent (1). Vooralsnog heeft de Commissie ervoor gekozen om slechts een paar kleine aanpassingen voor te stellen, zonder het beleid inzake de uitroeiing, bestrijding en bewaking van dierziekten en zoönosen te wijzigen. Zij streeft er met dit voorstel naar om direct toepasbare en noodzakelijke veranderingen door te voeren die nuttig zijn gebleken in het kader van de voortdurende evaluatie.

    2.2

    Het Commissievoorstel vereenvoudigt de financierings- en goedkeuringsprocedures van de nationale programma's voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van dierziekten en zoönosen. Krachtens dit voorstel kunnen programma's voor maximaal zes jaar worden goedgekeurd en gefinancierd. In de huidige situatie mogen lidstaten weliswaar meerjarenprogramma's indienen, maar kan de Commissie de financiering van dergelijke programma's slechts voor hoogstens één jaar goedkeuren. Daarnaast wordt voorgesteld de werkingssfeer van de bestaande financiële maatregelen uit te breiden teneinde het voorlichtingsbeleid inzake diergezondheid en voedselveiligheid van producten van dierlijke oorsprong en het gebruik van geïntegreerde veterinaire computersystemen te verbeteren (2).

    2.3

    Onder de bestaande regelgeving kan de financiële steun worden gebruikt om de onkosten van de lidstaten te vergoeden voor de financiering van nationale programma's voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van 23 endemische ziekten en 8 zoönosen of epizoötieën (3). De Raad kan, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit nemen over toevoegingen aan of wijzigingen van deze lijst. Om een betere rangorde op te stellen van prioriteiten, stelt de Commissie een kortere lijst van dierziekten en zoönosen die voor medefinanciering in aanmerking komen voor. Zij legt uit dat de nieuwe lijst meer rekening houdt met de impact van de ziekten op de volksgezondheid en de internationale en intracommunautaire handel. Ook stelt zij voor de lijsten van ziekten en zoönosen samen te voegen en dezelfde procedure voor het verlenen van communautaire financiële steun te volgen (4). Zoals de Commissie uitlegt, is e.e.a. bedoeld om een beter gebruik te maken van de beschikbare middelen en ervoor te zorgen dat de prioriteiten van de lidstaten aansluiten op die van de EU, en overeenstemmen met andere nationale programma's. Ook wordt voorgesteld dat iedere toekomstige wijziging van de lijst moet worden goedgekeurd volgens de reglementeringsprocedure. De Commissie acht dit met name van belang wanneer er sprake is van nieuwe dierziekten die een risico voor de diergezondheid en indirect voor de volksgezondheid vormen.

    3.   Algemene opmerkingen

    3.1

    De communautaire medefinanciering van maatregelen ter uitroeiing, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen heeft altijd veel belangstelling genoten, gezien de complexe aard en de impact van de ziekten, en gezien ook de aanzienlijke kosten die hiervoor moeten worden gemaakt. Om ernstig besmettelijke dierziekten te bestrijden, zijn echter duidelijke financiële procedures nodig, en moeten van begin af aan in alle gevallen waarborgen worden gegeven dat de kosten volledig zullen worden vergoed indien dieren moeten worden afgemaakt of producten moeten worden vernietigd. Zo niet, bestaat het gevaar dat de maatregelen die worden genomen bij een uitbraak of vermoedelijke uitbraak van een ernstig besmettelijke dierziekte niet voldoende efficiënt zijn, zodat de gevolgen groter zullen zijn dan nodig is. Dit geldt met name voor het nationale beleidsvormingsproces. Iedere uitbraak van een ernstig besmettelijke dierziekte krijgt bovendien veel media-aandacht, wat heftige reacties bij de consumenten oproept, zelfs als er geen enkel rechtstreeks verband met de voedselveiligheid is.

    3.2

    De verbeterde markttoegang en de toegenomen handel, de langere transporttijden en het feit dat levende dieren vaak dicht opeengepakt staan vergroten het gevaar dat ziekten zich verspreiden, en verhogen de economische impact van preventie en controle. Mede daarom moet het volledige diergezondheidsbeleid van de Gemeenschap worden geëvalueerd, waarbij tevens goed moet worden gekeken naar de kosteneffectiviteit van de huidige financiële instrumenten die zijn ontworpen om de kosten van de bewaking, bestrijding en uitroeiing van dierziekten en zoönosen en van preventiemaatregelen ten aanzien van besmette kuddes te dekken. Het EESC wenst een actieve rol te spelen bij het uitstippelen van de vereiste medefinancieringsmodellen ten behoeve van de nationale programma's, niet in het minst om een coherenter en efficiënter kader voor voedselveiligheid dat meer transparantie waarborgt tot stand te brengen.

    3.3

    Het EESC betreurt in dit verband dat de bestaande regelgeving zo ondoorzichtig en ingewikkeld is, en het zal in het kader van de komende herziening aandringen op een gemakkelijker te begrijpen en samenhangender systeem alsmede een betere classificatie van de medefinancieringsvoorschriften. Het is derhalve zaak alle relevante wetgeving in de EU over het ruime gebied van diergezondheid en voedselveiligheid op te sporen en de toepassing ervan te vergemakkelijken. Ook de internationale activiteiten van de Commissie en de lidstaten zouden hiervan profiteren dankzij een beter begrip van de EU-wetgeving en meer transparantie in de relaties met handelspartners en buurlanden van de EU. Het verzamelen en verspreiden van informatie zal tevens bijdragen tot een doeltreffender uitvoering van de regelgeving.

    4.   Bijzondere opmerkingen

    4.1

    Het EESC is van mening dat het voorstel om de nationale programma's voor meerdere jaren tegelijk goed te keuren en te financieren duidelijk zal bijdragen tot een administratieve vereenvoudiging, en zal helpen de programmadoelstellingen beter te verwezenlijken. Het zal tevens bijdragen tot een doeltreffender en doorzichtiger administratie, zodat beter gebruik wordt gemaakt van het Gemeenschapsgeld.

    4.2

    Het verzamelen en verspreiden van informatie over diergezondheid en voedselveiligheid is van cruciaal belang voor een betere ontwikkeling en uitvoering van de wetgeving op dit gebied. In de toekomst zal het met name zaak zijn de communautaire wetgeving doorzichtiger te maken en deze onder de aandacht van de betrokken overheden, producenten en consumenten te brengen.

    4.3

    Het EESC steunt het voorstel om de EU een financiële bijdrage te laten leveren aan de ontwikkeling van een voorlichtingsbeleid met betrekking tot diergezondheid, dierenwelzijn en de voedselveiligheid van producten van dierlijke oorsprong, onder meer door het creëren en ontwikkelen van voorlichtingsinstrumenten, met inbegrip van een adequate database voor het verzamelen en opslaan van alle informatie over het relevante Gemeenschapsrecht.

    4.4

    Evenzo moet rekening worden gehouden met de technische ontwikkelingen bij de informatisering van veterinaire procedures. Bovendien moet in de nodige middelen worden voorzien voor de hosting, het beheer en het onderhoud van de geïntegreerde veterinaire computersystemen.

    4.5

    Het spreekt voor zich dat de lijst van dierziekten en zoönosen die voor medefinanciering in aanmerking kunnen komen, de prioriteiten van de Gemeenschap dient te weerspiegelen, en rekening dient te houden met de potentiële gevolgen van deze ziekten en zoönosen voor de volksgezondheid en de internationale en intracommunautaire handel in dieren en producten van dierlijke oorsprong. Het EESC stemt ermee in dat, zoals voorgesteld, de aandacht meer wordt toegespitst op zoönosen en volksgezondheid dan op met productie verband houdende ziekten. Het steunt het voorstel om de lijsten van ziekten en zoönosen samen te voegen en dezelfde procedure voor het verlenen van communautaire financiële steun te volgen.

    4.6

    De technische en informatie-eisen voor de uitroeiings-, bestrijdings- en bewakingsprogramma's waarvoor financiële middelen van de Gemeenschap worden gevraagd, moeten uiteraard regelmatig en tijdig worden geactualiseerd en aangepast in het licht van de technische en wetenschappelijke vooruitgang en de feedback naar aanleiding van de uitvoering van de programma's. Het is dan ook juist dat de Commissie deze technische criteria — zoals wordt voorgesteld — kan aanpassen en zo nodig actualiseren door middel van de reglementeringsprocedure.

    Brussel, 26 oktober 2006

    De voorzitter

    van het Europees Economisch en Sociaal Comité

    Dimitris DIMITRIADIS


    (1)  Als uitgangspunt voor deze evaluatie hebben externe deskundigen een uitgebreid rapport opgesteld (Evaluation of the Community Animal Health Policy (CAHP) 19952004 and alternatives for the future, 25 juli 2006,

    http://ec.europa.eu/food/animal/diseases/strategy/final_report_en.htm).

    (2)  Artikel 37 van Beschikking 90/424/EEG van de Raad voorziet in financiële steun van de Gemeenschap voor de informatisering van veterinaire invoerprocedures. Dit zogenaamde Shift-project en het computernetwerk voor gegevensuitwisseling tussen veterinaire autoriteiten (Animo) zijn vervangen door het geïntegreerde systeem Traces, waar alle lidstaten sinds 1 januari 2005 verplicht aan moeten meedoen.

    (3)  De bijdrage aan de nationale bestrijdingsmaatregelen en programma's bedraagt gewoonlijk 50 % van de uitgaven, of 60 % voor mond- en klauwzeer.

    (4)  De bestaande lijst heeft omvat de volgende, met productie verband houdende ziekten: IBR/IPV, enzoötische bovine leukose, ziekte van Aujeszky, salmonella pullorum, salmonella gallinarum, zwoegerziekte (Maeda Visna) en caprine arthritis-encefalitisvirus (CAEV), Johnes Disease (paratuberculose), mycoplasma gallisepticum en bepaalde ziekten die door insecten worden meegebracht vanuit de Franse overzeese departementen.


    Top