EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52002PC0449

Voorstel voor een Verordening van de Raad betreffende het afsnijden van haaienvinnen aan boord van vaartuigen

/* COM/2002/0449 def. - CNS 2002/0198 */

PB C 331E van 31.12.2002, p. 121–123 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52002PC0449

Voorstel voor een Verordening van de Raad betreffende het afsnijden van haaienvinnen aan boord van vaartuigen /* COM/2002/0449 def. - CNS 2002/0198 */

Publicatieblad Nr. 331 E van 31/12/2002 blz. 0121 - 0123


Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende het afsnijden van haaienvinnen aan boord van vaartuigen

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

Haaien en verwante soorten, zoals diverse soorten roggen, (vissen van de taxon Elasmobranchii of kraakbeenvissen) zijn wegens de kenmerken van hun levenscyclus zeer kwetsbaar voor exploitatie. Vele haaiensoorten worden vaak als bijvangst gevangen door communautaire vissersvaartuigen die op andere, qua waarde interessantere soorten vissen en zijn dan ook moeilijk te beheren via uitsluitend de traditionele middelen, gebaseerd op vangst- en visserijinspanningsbeperkingen.

Het vlees van haaien moet op een speciale manier worden behandeld om te kunnen worden bewaard; wegens zijn hoge ammoniakgehalte is het anders ongeschikt voor menselijke consumptie. Daarom brengt haaienvlees gewoonlijk weinig op, hoewel hierin verandering komt door de verbeterde visbehandelingsmethoden aan boord. Haaienvinnen daarentegen, zijn zeer in trek op bepaalde markten van het Verre Oosten, als hoofdbestanddeel van verdikkingsmiddelen voor voedingsmiddelen, in het bijzonder voor haaienvinnensoep. Vinnen kunnen gemakkelijk worden bewaard door drogen of diepvriezen en kunnen zeer hoge prijzen halen.

Daar er weinig regelingen zijn om de haaienvisserij te beperken, vooral omdat er weinig bekend is over de visserijpatronen en de biologie van de vissen, is de praktijk ontstaan de vinnen van een door een vissersvaartuig gevangen haai af te snijden en alleen deze vinnen aan boord te houden en de rest van de haai overboord te gooien (waarbij een deel van de vis soms opnieuw wordt gebruikt als aas om meer haaien te vangen). Als gevolg van deze praktijk, die bekend staat als "het vinnen" van haaien, sterven grote aantallen haaien. De vinnen alleen nemen minder opslagruimte van een vaartuig in beslag dan de haaien in hun geheel; dit leidt tot een buitensporige sterfte van haaien, met rampzalige gevolgen voor de haaienpopulaties. Door de trage voortplanting van haaien herstellen de bestanden slechts moeizaam.

De thans beschikbare wetenschappelijke gegevens, die meestal gebaseerd zijn op het onderzoek van vangstgegevens, wijzen erop dat vele haaienbestanden ernstig bedreigd zijn [1]. Totdat meer gegevens bekend zijn over de populatiedynamiek van de haaienbestanden en hun reactie op exploitatie, die het mogelijk zouden maken om aangepaste beheersplannen op te stellen, zullen alle maatregelen die de beoefening van niet-duurzame visserijpraktijken voorkomen of tot een minder intensieve exploitatie leiden een positief effect hebben op de visstand. Daarom dienen dringend regels te worden vastgesteld om de praktijk van "het vinnen" van haaien streng te beperken of om te voorkomen dat deze praktijk uitbreiding neemt.

[1] Zie inzonderheid het FAO-verslag: A preliminary evaluation of the status of shark species - FAO Fisheries Technical Paper. No. 380. Rome, FAO. 1999.

Er zijn methoden ontwikkeld om het bewaren van haaienvlees te verbeteren en om meer afzetmogelijkheden te vinden voor haaienvlees voor menselijke consumptie; er is ook vraag naar andere delen van haaien (lever, huid) en deze kunnen ook worden verkocht. Aangenomen wordt dat vissers zo een hogere economische opbrengst voor hun aanvoer zullen kunnen krijgen en dat, voor eenzelfde economisch resultaat, de visserijdruk kan worden verminderd door de vangst volledig te benutten.

Om al deze redenen is het dienstig het vinnen van haaien te verbieden. Om doeltreffend te zijn, zou dit verbod moeten gelden voor alle vormen van visserij in de communautaire wateren. In niet-communautaire wateren kan het verbod alleen worden toegepast ten aanzien van communautaire vaartuigen en het zal voor de bescherming van haaien dan ook niet 100 % effectief zijn. Het is echter een principe van de Gemeenschap dat ze zich op dezelfde wijze inzet voor de instandhouding van de visbestanden in alle wateren waar haar vaartuigen vissen. Deze proactieve houding zal het ook gemakkelijker maken om de invoering van de maatregel op internationaal niveau, vooral in de regionale visserijorganisaties, te verdedigen en zal de Gemeenschap op één lijn brengen met de andere landen die soortgelijke maatregelen hebben vastgesteld.

De meest doeltreffende en praktische manier om een verbod op het vinnen van haaien toe te passen en de bijvangst van haaien minder aantrekkelijk te maken, is het afsnijden van de vinnen aan boord en het aan boord houden, overladen of aanlanden van afgesneden haaienvinnen te verbieden. Gezien de praktische moeilijkheden wat betreft de controle en de soortidentificatie op basis van aan boord gehouden of aangelande afgesneden vinnen, zou dit verbod voor alle kraakbeenvissen moeten gelden. Dit verbod zou evenwel niet mogen slaan op het afsnijden van roggenvleugels, in het bijzonder omdat dit tot doel heeft het belangrijkste deel van het visvlees te benutten. Bovendien zijn roggenvleugels gemakkelijk te onderscheiden zijn van alle andere van kraakbeenvissen afgesneden vinnen.

In bepaalde visserijtakken zou er echter een praktische reden kunnen zijn om haaienvinnen aan boord af te snijden en vinnen en lichamen aan boord afzonderlijk te behandelen, zelfs indien het de bedoeling is het karkas aan boord te houden en te benutten. Het wordt dienstig geacht om in dergelijke gevallen een speciaal visdocument af te geven waarbij deze praktijk wordt toegestaan maar waarbij er tevens voor wordt gezorgd dat het bezit aan boord, het aanlanden of het overladen van vinnen slechts is toegestaan voorzover het overeenkomende gewicht van het karkas aan boord is, wordt aangeland of wordt overgeladen. Om de toepassing van de regeling te vergemakkelijken en misbruik te voorkomen is het dienstig één enkele, voor alle haaiensoorten geldende, restrictieve omrekeningsfactor vast te stellen.

Deze verordening is een maatregel voor de instandhouding van haaien, zoals door de Commissie is aangekondigd in haar recente Mededeling tot vaststelling van een actieplan van de Gemeenschap om milieubeschermingseisen in het gemeenschappelijk visserijbeleid te integreren (COM(2002)186 def.). De verordening maakt ook deel uit van de ontwikkeling en uitvoering, door de Gemeenschap, van een ruimer beheersplan voor de instandhouding en de duurzame exploitatie van haaien, overeenkomstig de gedragscode van de FAO voor een verantwoorde visserij en het internationaal actieplan van de FAO voor haaien.

2002/0198 (CNS)

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende het afsnijden van haaienvinnen aan boord van vaartuigen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie [2],

[2] PB C [...] van [...], blz. [...].

Gezien het advies van het Europees Parlement [3],

[3] PB C [...] van [...], blz. [...].

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur [4] bepaalt dat de Raad, teneinde de rationele en verantwoorde exploitatie van de bestanden op duurzame basis te garanderen, communautaire bepalingen vaststelt betreffende de voorwaarden voor de toegang tot de wateren en de bestanden en de uitoefening van exploitatieactiviteiten.

[4] PB L 389 van 31.12.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1181/98 (PB L 164 van 9.6.1998, blz. 1).

(2) Vissen van de taxon Elasmobranchii, die haaien, vleten, roggen en verwante soorten omvat, zijn gewoonlijk erg kwetsbaar voor exploitatie wegens de kenmerken van hun levenscyclus. De meeste van deze soorten worden door communautaire vaartuigen vaak gevangen als bijvangst bij de gerichte visserij op soorten met een hogere waarde.

(3) De thans beschikbare wetenschappelijke gegevens, die meestal gebaseerd zijn op het onderzoek van vangstgegevens, wijzen erop dat vele haaienbestanden ernstig bedreigd zijn.

(4) In afwachting dat over de populatiedynamica van de haaienbestanden en hun reactie op exploitatie meer gegevens bekend zijn, die het mogelijk zouden maken om goed aangepaste en gedetailleerde beheersplannen op te stellen, zullen alle maatregelen die de uitbreiding van niet-duurzame visserijpraktijken voorkomen of leiden tot een minder intensieve exploitatie van haaien een gunstig effect hebben op hun instandhouding.

(5) De praktijk van "het vinnen" van haaien, waarbij de vinnen van de haaien worden afgesneden, terwijl de rest van het haaienlichaam overboord wordt gezet, kan leiden tot een buitensporige sterfte van haaien, in zodanige mate dat vele haaienbestanden sterk uitgedund zijn en dat hun voortbestaan wellicht bedreigd is.

(6) Er dienen dringend maatregelen te worden genomen om de uitbreiding van de praktijk van het vinnen van haaien te beperken of te voorkomen en het afsnijden van haaienvinnen aan boord van vaartuigen zou derhalve moeten worden verboden. Gezien de praktische moeilijkheden wat betreft het identificeren van de soorten aan de hand van afgesneden vinnen, zou dit verbod moeten gelden voor alle Elasmobranchii, behalve ten aanzien van het afsnijden van roggenvleugels.

(7) Het afsnijden van haaienvinnen aan boord kan evenwel worden toegestaan indien dit gebeurt om alle delen van de haai beter te benutten, door de vinnen en de andere delen van de haai aan boord afzonderlijk te verwerken. Daartoe zou de vlaggenlidstaat, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1627/94 van 27 juni 1994 tot vaststelling van algemene bepalingen inzake speciale visdocumenten [5], een speciaal visdocument, met bijbehorende voorwaarden, moeten afgeven en beheren.

[5] PB L 171 van 6.7.1994, blz. 7.

(8) Om te garanderen dat alle delen van haaien aan boord worden gehouden na het afsnijden van de vinnen, moeten de kapiteins van vaartuigen die in het bezit zijn van een geldig speciaal visdocument, het gewicht van de haaienvinnen en van de overige delen van haaien na het verwijderen van de ingewanden registreren. Deze gegevens moeten in het logboek, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 2847/93 van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid [6], of, in voorkomend geval, in een speciaal register worden bijgehouden.

[6] PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1965/2001 (PB L 268 van 9.10.2001, blz. 2).

(9) De problemen waartoe de praktijk van het vinnen van haaien aanleiding geeft, doen zich ook buiten de communautaire wateren voor. Het is gepast dat de Gemeenschap zich in dezelfde mate inzet voor de instandhouding van de bestanden in alle wateren. Deze verordening zou derhalve moeten gelden voor alle communautaire vaartuigen.

(10) Overeenkomstig het beginsel van de proportionaliteit is het voor het bereiken van het hoofddoel, namelijk de instandhouding van de haaienbestanden, noodzakelijk en wenselijk regels vast te stellen voor het afsnijden van haaienvinnen aan boord van vaartuigen. Deze verordening gaat niet verder dan noodzakelijk is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken, overeenkomstig het bepaalde in artikel 5, lid 3, van het Verdrag,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op afsnijden van haaienvinnen, het aan boord houden, overladen en het aanlanden van haaien:

(1) door vaartuigen in maritieme wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van de lidstaten vallen;

(2) door vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren of geregistreerd zijn in een lidstaat, in andere maritieme wateren.

Artikel 2 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

(1) "haaienvinnen": vinnen van haaien, met inbegrip van staartvinnen, maar met uitzondering van de borstvinnen van roggen, die deel uitmaken van de roggenvleugels;

(2) "haai": alle vissen van de taxon Elasmobranchii;

(3) "speciaal visdocument": een voorafgaande machtiging tot vissen, die is afgegeven en wordt beheerd overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1627/94.

Artikel 3 Verboden activiteiten

1. Het is verboden haaienvinnen aan boord van vaartuigen af te snijden of haaienvinnen aan boord te houden, over te laden of aan te landen.

2. Het is verboden haaienvinnen die in strijd met de bepalingen van deze verordening zijn afgesneden, aan boord zijn gehouden, zijn overgeladen of aangeland, aan te kopen, te koop aan te bieden of te verkopen.

Artikel 4 Afwijking en speciaal visdocument

1. In afwijking van het bepaalde in artikel 3, lid 1 en, met inachtneming van het bepaalde in de leden 2, 3 en 4, kan worden toegestaan dat op vaartuigen die in het bezit zijn van een speciaal visdocument haaienvinnen aan boord worden afgesneden en dat dergelijke vaartuigen haaienvinnen aan boord houden, overladen of aanlanden.

2. Een dergelijk speciaal visdocument wordt slechts afgegeven aan vissersvaartuigen die hebben aangetoond dat zij in staat zijn alle delen van haaien te benutten en die de noodzaak hebben aangetoond om haaienvinnen en de andere delen van haaien aan boord afzonderlijk te verwerken.

3. Vaartuigen met een geldig speciaal visdocument mogen de andere delen van haaien dan vinnen, na het verwijderen van de ingewanden en het afsnijden van de vinnen, niet terug in zee gooien. De afgesneden haaienvinnen moeten aan boord worden gehouden, aangeland of overgeladen, samen met het overeenkomende gewicht van de andere delen van de haaien.

4. Alle haaienvinnen en alle andere delen van haaien aan boord van een vaartuig moeten tegelijkertijd worden overgeladen of aangeland.

Artikel 5 Verhouding tussen het gewicht van de haaienvinnen en dat van de andere delen van de haaien en registers

1. Voor de toepassing van artikel 4, lid 3, mag het gewicht van de haaienvinnen niet groter zijn dan 5 % van het totaalgewicht van de andere delen van de haaien, na verwijdering van de ingewanden.

2. De kapiteins van vaartuigen die in het bezit zijn van een geldig speciaal visdocument houden gegevens bij van het gewicht van de haaienvinnen en van dat van de andere delen van de haaien, na verwijdering van de ingewanden, die aan boord van hun vaartuig worden gehouden, worden overgeladen of worden aangeland.

Deze gegevens worden bijgehouden in het logboek dat is ingesteld bij artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2847/93. Voor vaartuigen waarvoor artikel 6, lid 1, van voornoemde verordening niet van toepassing is, moeten deze gegevens worden bijgehouden in een speciaal register dat wordt afgeleverd door de bevoegde instantie die het speciaal visdocument afgeeft.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing vanaf [60 dagen na de bekendmaking].

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

Top