EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022D2070

Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/2070 van de Commissie van 26 oktober 2022 tot niet-schorsing van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1688 ingestelde definitieve antidumpingrechten op mengsels van ureum en ammoniumnitraat van oorsprong uit Rusland, Trinidad en Tobago en de Verenigde Staten van Amerika

C/2022/7826

PB L 277 van 27.10.2022, p. 208–214 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2022/2070/oj

27.10.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 277/208


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/2070 VAN DE COMMISSIE

van 26 oktober 2022

tot niet-schorsing van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1688 ingestelde definitieve antidumpingrechten op mengsels van ureum en ammoniumnitraat van oorsprong uit Rusland, Trinidad en Tobago en de Verenigde Staten van Amerika

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) (“de basisverordening”), en met name artikel 14, lid 4,

Na raadpleging van het bij artikel 15, lid 2, daarvan ingestelde comité,

Overwegende hetgeen volgt:

1.   PROCEDURE

(1)

Op 8 oktober 2019 heeft de Commissie bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1688 (2) (“de oorspronkelijke verordening”) definitieve antidumpingrechten ingesteld op mengsels van ureum en ammoniumnitraat (“UAN” of “het betrokken product”) van oorsprong uit Rusland, Trinidad en Tobago en de Verenigde Staten van Amerika (“de betrokken landen”).

(2)

In mei 2021 legde Copa-Cogeca (“de indiener van het verzoek”), een vereniging van gebruikers van het betrokken product, informatie voor met betrekking tot een beweerdelijke tijdelijke wijziging van de marktverhoudingen die zich voordeed na de instelling van de definitieve maatregelen. Het oorspronkelijke onderzoektijdvak (“het oorspronkelijke OT”) besloeg de periode van 1 juli 2017 tot en met 30 juni 2018. De indiener van het verzoek stelde dat een dergelijke tijdelijke wijziging de schorsing van de momenteel geldende antidumpingmaatregelen zou rechtvaardigen, overeenkomstig artikel 14, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1036. Andere verenigingen, te weten AGBP (Association Générale des Producteurs de Blé) en Interore (International Ore & Fertilizer Belgium SA), hebben eveneens bewijsmateriaal verstrekt ter ondersteuning van de schorsing van de antidumpingrechten. Deze ingediende stukken bevatten niet alle noodzakelijke elementen en bewijzen die relevant waren voor de Commissie om de analyse voort te zetten. De Commissie heeft met de indiener van het verzoek contact gehad in het kader van het aanleveren van aanvullend bewijsmateriaal ter onderbouwing van diens bewering dat de marktverhoudingen tijdelijk zijn gewijzigd.

(3)

Op 16 november 2021 heeft de Commissie in het licht van het beschikbare bewijsmateriaal besloten AGBP, Copa-Cogeca en Fertilizers Europe te verzoeken om aanvullende informatie te verstrekken met betrekking tot een periode na het oorspronkelijke OT, en meer in het bijzonder informatie over de prijzen, de vraag in de Unie en de prestaties van de bedrijfstak van de Unie in het derde kwartaal van 2021, teneinde de eventuele gevolgen van de vermeende gewijzigde omstandigheden op de markt van de Unie te onderzoeken en te beoordelen alsmede om na te gaan of het onwaarschijnlijk is dat door de schorsing opnieuw schade zou ontstaan.

(4)

Daarna kregen Copa-Cogeca (dat enkele van de argumenten van AGPB integreerde) en de bedrijfstak van de Unie de mogelijkheid om opmerkingen in te dienen.

(5)

Op basis van bovenstaande informatie heeft de Commissie onderzocht of een dergelijke schorsing gerechtvaardigd was. De in aanmerking genomen elementen worden hieronder samengevat.

(6)

Op 20 juli 2022 heeft de Commissie haar bevindingen meegedeeld aan AGBP, Interore, Copa-Cogeca en Fertilizers Europe. Alle partijen konden binnen een bepaalde termijn na deze mededeling opmerkingen maken. Er werden opmerkingen ontvangen van Interore, Copa-Cogeca en Fertilizers Europe.

2.   ONDERZOEK NAAR WIJZIGINGEN VAN DE MARKTVERHOUDINGEN

(7)

In artikel 14, lid 4, van de basisverordening is bepaald dat antidumpingmaatregelen in het belang van de Unie mogen worden geschorst als de marktverhoudingen tijdelijk zodanig zijn gewijzigd dat het onwaarschijnlijk is dat door de schorsing opnieuw schade zal ontstaan. De Commissie zal deze elementen hieronder onderzoeken.

2.1.   Analyse van wijzigingen van de marktverhoudingen

(8)

De beweerdelijke tijdelijke wijzigingen van de marktverhoudingen bestonden in een schaars aanbod op de markt van de Unie sinds het volume van de invoer was gedaald en de bedrijfstak van de Unie zijn productie had verlaagd. Het tijdelijke onevenwicht tussen aanbod en vraag heeft tot een scherpe stijging van de prijzen geleid. De analyse had betrekking op twee onderdelen: ten eerste een vergelijking tussen de marktverhoudingen in het oorspronkelijke OT en in 2021, en ten tweede een overzicht van de meest recente ontwikkelingen in 2022 waarvoor gegevens beschikbaar waren.

(9)

Sinds de instelling van de maatregelen bleek uit de statistieken van Eurostat over de periode tot eind 2021 dat de invoer van UAN sterk was gedaald. De invoer uit de betrokken landen daalde met 69 % ten opzichte van het oorspronkelijke OT, en werd slechts gedeeltelijk door invoer uit andere landen vervangen. Dit leidde tot een daling van de invoer van alle oorsprong met bijna 60 % in vergelijking met het invoervolume in het oorspronkelijke OT. Het marktaandeel van de invoer daalde eveneens van 43 % tot 19 %, ervan uitgaande dat de vraag in de Unie stabiel bleef, zoals aangegeven door Copa-Cogeca. Dit zorgde voor een tekort in het aanbod van 1,14 miljoen ton bij vergelijking van het oorspronkelijke OT met 2021.

(10)

Copa-Cogeca wees er in haar opmerkingen naar aanleiding van de mededeling van feiten en overwegingen op dat de invoer in de eerste helft van 2022, in vergelijking met de eerste helft van 2021, was gestegen met meer dan 250 %. De belanghebbende merkte op dat deze stijging gepaard ging met een dramatische daling van de productie in de Unie door de hieronder besproken factoren. Wat de invoer betreft, bevestigen de gegevens waarover de Commissie beschikt deze stijging.

Tabel 1

Invoervolume

(× 1000 ton)

 

OT (1 juli 2017 t/m 30 juni 2018)

2018

2019

2020

2021 H1

2021 H2

2022 H1

Alle invoer

1 927

1 998

1 322

1 027

294

499

753

Invoer uit Trinidad en Tobago

368

361

401

418

172

217

332

Invoer uit Rusland

613

688

314

90

15

130

320

Invoer uit de Verenigde Staten

742

890

222

-

-

-

37

Andere invoer

204

59

385

519

107

152

64

Bron: Oorspronkelijke verordening, Eurostat.

(11)

Met betrekking tot de mogelijke toekomstige ontwikkelingen van de invoer merkte de Commissie op dat de Verenigde Staten van Amerika (“VS”) hun verkopen van UAN sinds 2020 op de binnenlandse markt lijken te hebben geconcentreerd. De invoer uit Trinidad en Tobago lijkt niet te worden beïnvloed door de instelling van de definitieve antidumpingmaatregelen in oktober 2019. Deze invoer bleef in aanzienlijke hoeveelheden de Unie binnenkomen. In 2021 was deze invoer goed voor 50 % (389 000 ton) van alle invoer in de Unie. In de eerste vier maanden van 2022 voerde Trinidad en Tobago meer dan 234 000 ton naar de Unie uit, wat 54 % meer is dan in dezelfde periode van vorig jaar (ongeveer 152 000 ton). UAN uit Trinidad en Tobago blijkt dus nog steeds in aanzienlijke hoeveelheden de Unie binnen te komen.

(12)

Wat de invoer uit Rusland betreft, waren er, gelet op aankondigingen en sancties, redenen om aan te nemen dat een stijging van de invoer van UAN uit Rusland, hoogst onwaarschijnlijk was. Op 4 maart 2022 kondigde het Russische Ministerie van Handel en Industrie aan dat het Russische producenten aanbeveelt de uitvoer van Russische meststoffen tijdelijk op te schorten totdat de vervoerders hun (normale) werkzaamheden hervatten en garanties bieden dat de Russische meststoffenuitvoer volledig zal worden doorgevoerd (3).

(13)

Voorts staan de belangrijkste aandeelhouders van grote Russische UAN-producenten, zoals de heer Melnichenko van EuroChem en de CEO van EuroChem, Vladimir Rashevsky, alsmede de heer Mazepin van Uralchem en de heer Moshe Kantor van ACRON, op de sanctielijst van de EU. De individuele sancties hebben deze Russische ondernemingen weliswaar niet rechtstreeks getroffen, maar zij kunnen voor de invoer uit Rusland gevolgen hebben. Er zij echter opgemerkt dat de invoer uit Rusland zeer aanzienlijk (nagenoeg zonder daling) bleef in 2022. In de eerste helft van 2022 steeg de invoer namelijk tot de invoerniveaus van 2019. In juni 2022 alleen al was het volume van de invoer uit Rusland groter dan gedurende het gehele eerste halfjaar van 2021.

(14)

Belarus was een andere bron van invoer in de Unie, maar deze werd ook stilgelegd doordat de belangrijkste Belarussische producent, Grodno Azot, sinds 2 december 2021 op de sanctielijst van de EU staat.

(15)

Op 12 maart 2022 kondigde de Oekraïense minister van Landbouwbeleid, Roman Leschenko, ook een verbod aan op de uitvoer van meststoffen, waaronder UAN.

(16)

Op basis van het bovenstaande heeft de Commissie geconcludeerd dat redelijkerwijs kon worden verwacht dat Trinidad en Tobago de belangrijkste bron van invoer van UAN in de Unie zal blijven.

(17)

Afgaande op de gegevens voor 2021 zou de bedrijfstak van de Unie, gelet op de daling van de invoer en de in overweging 9 als stabiel ingeschatte vraag, zijn verkopen in vergelijking met het oorspronkelijke OT hebben moeten verhogen met ongeveer 31 %, wat zou overeenkomen met een extra 821 000 ton. Uit de met betrekking tot de belevering door de bedrijfstak van de Unie verzamelde informatie blijkt echter dat weliswaar de productie na de instelling van maatregelen substantieel steeg, maar dat die stijging niet voldoende was om de daling van de invoer ten volle te compenseren. De verkopen van de bedrijfstak van de Unie op de markt van de Unie stegen gemiddeld met ongeveer 17 %, wat overeenkomt met ongeveer 450 000 ton. Aangezien, zoals vermeld in overweging 9, de vraag naar UAN in de Unie sinds het oorspronkelijke OT relatief stabiel is gebleven, wordt de kloof tussen aanbod en vraag als gevolg van het lagere invoervolume niet volledig tenietgedaan door de stijging van de verkopen van de bedrijfstak van de Unie, wat heeft geleid tot een geraamd onevenwicht tussen aanbod en vraag van ongeveer 371 000 ton in 2021.

(18)

Wat de gegevens voor 2022 betreft, zoals deze zijn verstrekt door Copa-Cogeca in haar opmerkingen naar aanleiding van de mededeling van feiten en overwegingen, blijkt de bedrijfstak van de Unie zijn productie dramatisch te hebben teruggeschroefd. De daardoor ontstane kloof tussen aanbod en vraag was te groot om door de toename van de invoer in het eerste halfjaar van 2022, zoals vermeld in overweging 10, te worden gecompenseerd.

(19)

Derhalve kan de conclusie worden getrokken dat er na het oorspronkelijke onderzoek een tijdelijk onevenwicht tussen aanbod en vraag op de markt van de Unie bestond.

(20)

De marktprijs voor UAN in de Unie (“de UAN-prijs”) werd vastgesteld aan de hand van de gemiddelde prijs van UAN 30 af tank Rouen, de meest algemeen erkende representatieve marktprijs in Europa, waarbij Frankrijk het grootste UAN-verbruikende land in de Europese Unie is. De UAN-prijs in de Unie is in de tweede helft van 2021 sterk gestegen. De prijzen zijn in deze zes maanden meer dan verdubbeld en waren in december 2021 bijna vier keer hoger dan in het oorspronkelijke OT. De gemiddelde UAN-prijs, die in het oorspronkelijke OT 154 EUR/ton bedroeg, bedroeg in december 2021 598 EUR/ton.

(21)

De belangrijkste reden voor deze prijsstijging lijkt de stijging van de aardgasprijzen te zijn, die volgens de onder de producenten in de Unie verzamelde informatie een aanzienlijk deel van de productiekosten van UAN vertegenwoordigden. Sinds het oorspronkelijke OT stegen de gemiddelde aardgasprijzen in de Unie met bijna 400 % van 6,53 USD/MMBtu (4) tot 32,23 USD/MMBtu in het laatste kwartaal van 2021.

(22)

Ook de invoerprijzen van UAN stegen, maar in mindere mate dan de prijzen van de bedrijfstak van de Unie. Gedurende 2021 zijn de prijzen van Trinidad en Tobago en Rusland steeds lager geweest dan de gepubliceerde UAN-marktprijzen. In de eerste twee kwartalen van 2022 is dit nog steeds het geval, behalve voor Trinidad en Tobago dat in het tweede kwartaal van 2022 licht boven de UAN-marktprijzen uitkwam.

Tabel 2

Invoer en gepubliceerde prijzen Rouen UAN 30 af tank

(in EUR)

 

OT (1 juli 2017 t/m 30 juni 2018)

2021 Q1

2021 Q2

2021 Q3

2021 Q4

2022 Q1

2022 Q2

Invoer uit Trinidad en Tobago

140

166

229

222

323

569

700

Invoer uit Rusland

126

147

N.v.t.

269

302

483

451

Invoer uit de Verenigde Staten

124

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t.

653

Andere invoer

129

164

220

253

303

577

547

Rouen (Frankrijk) UAN 30 af tank

154

255

237

318

591

695

689

Bron: Oorspronkelijke verordening, Eurostat en Fertecon.

(23)

Zoals opgemerkt in de overwegingen 17 en 18, heeft het aanbod op de EU-markt niet gelijke tred kunnen houden met de vraag, die als relatief stabiel is ingeschat. Dit heeft, in combinatie met een sterke stijging van de grondstofkosten, waarschijnlijk geleid tot een stijging van de prijzen.

(24)

Deze stijging van de UAN-prijs vormt een financiële last voor de gebruikers, aangezien UAN niet gemakkelijk door andere stikstofmeststoffen kan worden vervangen. UAN is vloeibaar en landbouwers die UAN kopen, zijn vanwege de voor het verdelen van deze vloeistof noodzakelijke apparatuur aan de desbetreffende techniek gebonden (lock-in-effect). Landbouwers die andere stikstofmeststoffen gebruiken, hebben andere apparatuur nodig. Bovendien is de hoeveelheid UAN die de landbouwers nodig hebben ook inelastisch. Landbouwers beschikken gedurende de plantencyclus over een zekere flexibiliteit ten aanzien van het tijdstip waarop zij UAN gebruiken, maar zij kunnen de totale UAN-hoeveelheid niet te veel verminderen zonder risico op oogst- en kwaliteitsdalingen te lopen.

(25)

Op basis van de hierboven uiteengezette redenen is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er sprake is van een tijdelijke wijziging van de marktverhoudingen sinds het oorspronkelijke OT, in die zin dat het aanbod niet aan de vraag voldoet en dat de prijzen hoger zijn.

(26)

Na de mededeling van feiten en overwegingen herhaalden Interore en Copa-Cogeca hun argument dat de reden dat de bedrijfstak van de Unie zijn productie niet heeft verhoogd om de invoer te vervangen, is gelegen in de hoge gasprijzen in de Unie, en dat de gebruikers van UAN derhalve de invoer uit de VS en Trinidad en Tobago nodig hadden. Voorts voerde Copa-Cogeca aan dat er op de markt van de Unie sprake is van een gebrek aan mededinging.

(27)

Zoals uiteengezet in overweging 25, erkende de Commissie dat het aanbod niet aan de vraag kon voldoen en dat de prijzen van UAN waren gestegen. Aangezien Copa-Cogeca geen bewijsmateriaal ter staving van het gebrek aan mededinging aanvoerde, werd dit argument afgewezen.

3.   WAARSCHIJNLIJKHEID DAT OPNIEUW SCHADE ZAL ONTSTAAN

(28)

Uit de analyse van de aanvullende informatie die de Commissie aan Fertilizers Europe, de klager in het oorspronkelijke onderzoek, heeft gevraagd om te onderzoeken of het onwaarschijnlijk is dat als gevolg van de schorsing opnieuw schade zou ontstaan in de zin van artikel 14, lid 4, van de basisverordening, is gebleken dat de bedrijfstak van de Unie momenteel nog steeds schade lijdt.

(29)

Ondanks de stijging van de UAN-prijzen had de gelijktijdige stijging van de aardgasprijzen een groot negatief effect op de winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie. Fertilizers Europe heeft voor de eerste drie kwartalen van 2021 gegevens verstrekt over de verkoopkosten van UAN, de prijzen af fabriek en de winstgevendheid van producenten in de Unie die 65 % van de bedrijfstak van de Unie vertegenwoordigen. Deze gegevens lieten een duidelijke neerwaartse trend in de winstgevendheid zien, wat resulteerde in een verlieslijdende situatie van gemiddeld -9 % in het derde kwartaal van 2021.

(30)

Teneinde haar bevindingen te actualiseren, heeft de Commissie tevens simulaties gemaakt over de ontwikkeling van de winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie ingeval de huidige maatregelen zouden worden geschorst. Bij deze actualisering werd gebruik gemaakt van de trends van de aardgasprijzen (veruit de grootste kostenfactor) en van de UAN-prijs tussen het eerste kwartaal van 2021 en het tweede kwartaal van 2022. Deze trends werden gebruikt om de werkelijke productiekosten en de overeenkomstige omzet van de bedrijfstak van de Unie te actualiseren teneinde een beeld van de situatie tot en met het tweede kwartaal van 2022 te geven. Uit deze actualisering bleek dat de verlieslijdende situatie van de bedrijfstak van de Unie in het derde kwartaal van 2021 zich in de eerste helft van 2022 heeft voortgezet.

(31)

Voorts is het, afgaande op de opmerkingen naar aanleiding van de mededeling van feiten en overwegingen, duidelijk dat de werkelijke situatie van de bedrijfstak van de Unie slechter is dan op basis van de simulatie was voorspeld. Hoewel de simulatie een stabiele productie en stabiele verkopen van de bedrijfstak van de Unie vooronderstelde, zou een ineenstorting van de productie en de verkopen van de bedrijfstak van de Unie in 2022, zoals voorgesteld door Copa-Cogeca, de situatie van de bedrijfstak van de Unie alleen maar verslechteren. De reden hiervoor is de ontwikkeling van de aardgasprijzen en de UAN-prijzen. De UAN-prijs ontwikkelde zich gedurende een bepaalde tijd positief en bereikte zijn hoogtepunt in maart 2022 (875 EUR/ton). De UAN-prijs begon vervolgens te dalen tot 595 EUR/ton in juni 2022. De Commissie heeft geen aanwijzingen dat de UAN-prijzen de komende maanden zullen stijgen. De aardgasprijzen zijn daarentegen in het laatste kwartaal van 2021 en de eerste twee kwartalen van 2022 op een hoog niveau gebleven (gemiddeld 32,34 USD/MMBtu). Terwijl de aardgasprijzen in mei daalden (29,8 USD/MMBtu), stegen ze daarna. In juni bedroegen zij opnieuw 34,4 USD/MMBtu en de vooruitzichten zijn een nog sterkere stijging met prijzen van meer dan 50 USD/MMBtu (5).

(32)

De producenten in de Unie waren in deze omstandigheden niet alleen niet in staat om de productie te verhogen teneinde de verloren invoer in 2021 ten volle te compenseren, maar zij moesten ook de productie verder beperken, zoals blijkt uit een aantal gedeeltelijke sluitingen van productielijnen. In haar opmerkingen met betrekking tot de mededeling van feiten en overwegingen heeft Copa-Cogeca zelf opgemerkt dat de prijzen van UAN in september 2022 niet de kosten van het voor de productie van UAN benodigde gas konden dekken. Daar voor een deel de variabele kosten reeds hoger waren dan de verkoopprijzen van UAN op de markt van de Unie, en de vaste kosten per productie-eenheid wegens de daling van de productie aanzienlijk waren toegenomen, staat het buiten kijf dat de bedrijfstak van de Unie nog steeds aanzienlijke schade leed.

(33)

Na de mededeling van feiten en overwegingen herhaalde Fertilizers Europe dat de gasprijs in de Unie naar verwachting hoog zou blijven in het vierde kwartaal van 2022 en dat de bedrijfstak van de Unie verwachtte schade te lijden door invoer.

(34)

Naar aanleiding van de mededeling van feiten en overwegingen merkte Copa-Cogeca tijdens een hoorzitting op dat de Commissie voor haar beoordeling van de waarschijnlijkheid van het opnieuw ontstaan van schade de verkopen en winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie na de eerste door Copa-Cogeca ingediende informatie opmerkingen zou moeten analyseren, dat wil zeggen vanaf juli 2021.

(35)

De Commissie heeft in dit verband opgemerkt dat een besluit tot schorsing van antidumpingmaatregelen geen statische oefening kan zijn. De markt van de Unie voor UAN is zeer volatiel gebleken in de periode na de eerste indiening van informatie door Copa-Cogeca, wat van invloed was op de beoordeling van de gewijzigde marktverhoudingen en de waarschijnlijkheid van het opnieuw ontstaan van schade. De oorspronkelijk door Copa-Cogeca verstrekte informatie werd daarom als achterhaald beschouwd en aanvullende informatie werd noodzakelijk geacht. Uit de van de bedrijfstak van de Unie verkregen aanvullende informatie bleek dat de producenten in de Unie financiële verliezen leden. Copa-Cogeca erkende dat de bedrijfstak van de Unie in 2022 schade lijdt. In haar opmerkingen over de mededeling van feiten en overwegingen merkt Copa-Cogeca zelf op: “wat de bedrijfstak van de Unie betreft [...], zijn verkopen in 2022 dramatisch zouden moeten zijn gedaald” en dat “het in de huidige marktverhoudingen derhalve niet winstgevend is om aardgas tot UAN te verwerken. Het is derhalve logisch dat vrijwel alle UAN-faciliteiten in de EU zijn stilgelegd.”.

(36)

Voorts heeft Copa-Cogeca tijdens een hoorzitting betoogd dat er sprake is van een gebrek aan transparantie en representativiteit van de door de bedrijfstak van de Unie verstrekte winstgevendheidgegevens. Zoals vermeld in overweging 29, heeft de Commissie gegevens verkregen waaruit blijkt dat de medewerkende producenten in de Unie, die het grootste deel van de productie in de Unie vertegenwoordigen, verliesgevend waren. Dit winstgevendheidscijfer was gebaseerd op de omzet en de kosten van UAN van de producenten in de Unie. Aangezien deze informatie vertrouwelijk was, kon slechts een geaggregeerd cijfer voor alle medewerkende producenten in de Unie worden bekendgemaakt. Voorts lijkt Copa-Cogeca, zoals opgemerkt in de overwegingen 32 en 35, zelf niet te betwisten dat de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt.

(37)

Na de mededeling van feiten en overwegingen voerde Copa-Cogeca aan dat de voortzetting van maatregelen in strijd zou zijn met het belang van de Unie en een negatief effect op de voedselproductie in de Unie zou hebben. De Commissie herinnerde eraan dat maatregelen op grond van artikel 14, lid 4, van de basisverordening alleen in het belang van de Unie mogen worden geschorst indien het onwaarschijnlijk is dat door de schorsing opnieuw schade zal ontstaan. Gelet op de situatie van de bedrijfstak van de Unie in september 2022, zoals erkend door Copa-Cogeca in haar opmerkingen over de mededeling van feiten en overwegingen zoals samengevat in de overwegingen 32 en 35, bleef de bedrijfstak van de Unie financieel verlies lijden en zou de schade derhalve waarschijnlijk verergeren ingeval de maatregelen zouden worden geschorst, zodat er niet was voldaan aan de voorwaarden voor schorsing en de Commissie het niet nodig achtte om het belang van de Unie te beoordelen in het kader van artikel 14, lid 4, van de basisverordening.

(38)

Copa-Cogeca voerde aan dat beschermende maatregelen overbodig zijn, aangezien de bedrijfstak van de Unie momenteel niet in staat is om UAN te produceren omdat de gasprijs veel hoger is dan de UAN-prijs en de UAN-productie in de Unie bijgevolg aanzienlijk is gedaald.

(39)

De Commissie merkte echter op dat Copa-Cogeca gegevens had verstrekt waaruit blijkt dat er nog steeds UAN in de Unie wordt geproduceerd en dat de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt. Dit argument werd derhalve afgewezen.

4.   CONCLUSIE

(40)

De marktverhoudingen zijn tijdelijk gewijzigd in die zin dat er momenteel onvoldoende aanbod van UAN op de markt van de Unie tegen betaalbare prijzen beschikbaar is om aan de gestage vraag te voldoen. Dit komt voornamelijk doordat de invoer van UAN aanzienlijk is gedaald en de producenten in de Unie de verloren ingevoerde volumes niet volledig kunnen compenseren vanwege een grote stijging van de productiekosten.

(41)

De drijvende kracht achter de hoge huidige recordprijzen voor UAN zijn namelijk de huidige recordprijzen voor aardgas. Gas is de voornaamste grondstof voor de productie van UAN. Door deze extreme gasprijzen leed de bedrijfstak van de Unie in het derde kwartaal van 2021 verliezen. Deze stijging van de kosten kon om twee redenen niet worden doorberekend aan afnemers. Ten eerste besloten landbouwers vanwege de in overweging 24 genoemde flexibiliteit hun aankoop van UAN uit te stellen tot het (lente)seizoen waarin wordt bemest. Ten tweede vanwege de voortdurende prijsdruk van de invoer, zoals blijkt uit tabel 2. Voorts en zoals de partijen hebben erkend, is de bedrijfstak van de Unie onder de huidige marktverhoudingen niet in staat UAN winstgevend te produceren en te verkopen, zodat een aanzienlijk deel van zijn productiecapaciteit onbenut is. Er zijn ook aanwijzingen dat schorsing de situatie van de bedrijfstak van de Unie verder zou verslechteren. De invoer met dumping tegen lage prijzen uit de betrokken landen, met name Trinidad en Tobago, zou leiden tot verdere druk op de prijzen van de bedrijfstak van de Unie en het daaruit voortvloeiende risico van prijserosie op de markt van de Unie.

(42)

Aangezien uit het onderzoek van de ontwikkelingen van na het OT is gebleken dat de bedrijfstak van de Unie nog steeds schade leed, kon de Commissie niet concluderen dat de marktverhoudingen tijdelijk zodanig waren gewijzigd dat het onwaarschijnlijk was dat door een schorsing in de zin van artikel 14, lid 4, van de basisverordening opnieuw schade zou ontstaan. Dit besluit laat het recht van de Commissie onverlet om op grond van artikel 14, lid 4, van de basisverordening een besluit te nemen indien de situatie in de toekomst wijzigt.

(43)

Derhalve heeft de Commissie besloten tot niet-schorsing van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1688 ingestelde antidumpingrechten op mengsels van ureum en ammoniumnitraat van oorsprong uit Rusland, Trinidad en Tobago en de Verenigde Staten van Amerika,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan de voorwaarden voor schorsing van het bij artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1688 ingestelde definitieve antidumpingrecht op mengsels van ureum en ammoniumnitraat van oorsprong uit Rusland, Trinidad en Tobago en de Verenigde Staten van Amerika overeenkomstig artikel 14, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1036 is niet voldaan.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 26 oktober 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1688 van de Commissie van 8 oktober 2019 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op mengsels van ureum en ammoniumnitraat van oorsprong uit Rusland, Trinidad en Tobago en de Verenigde Staten van Amerika (PB L 258 van 9.10.2019, blz. 21).

(3)  https://www.reuters.com/article/ukraine-crisis-russia-fertilizers-idINL2N2V71JG

(4)  MMBtu: Metric Million British Thermal Unit (metrisch miljoen Britse energie-eenheid).

(5)  Gebaseerd op de prijs van de Nederlandse TTF Gas futures, de leverprijs bij de Title Transfer Facility in Nederland. De Nederlandse TTF is tevens de marktindex die de Wereldbank gebruikt om de historische gasprijs te berekenen.


Top