EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022D1968

Besluit (GBVB) 2022/1968 van de Raad van 17 oktober 2022 betreffende een militaire bijstandsmissie van de Europese Unie ter ondersteuning van Oekraïne (EUMAM Ukraine)

ST/12684/2022/INIT

PB L 270 van 18.10.2022, p. 85–91 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2022/1968/oj

18.10.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 270/85


BESLUIT (GBVB) 2022/1968 VAN DE RAAD

van 17 oktober 2022

betreffende een militaire bijstandsmissie van de Europese Unie ter ondersteuning van Oekraïne (EUMAM Ukraine)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 42, lid 4, en artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In zijn conclusies van 24 februari 2022 veroordeelde de Europese Raad in de krachtigste bewoordingen de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde militaire agressie van de Russische Federatie tegen Oekraïne. Hij herhaalde zijn onwrikbare steun voor de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne binnen zijn internationaal erkende grenzen.

(2)

De Europese Raad eiste in zijn conclusies van 24 februari, 24-25 maart en 30-31 mei 2022 dat Rusland zijn militaire agressie op het grondgebied van Oekraïne onmiddellijk staakt, alle strijdkrachten en militaire uitrusting onmiddellijk en onvoorwaardelijk terugtrekt uit het gehele grondgebied van Oekraïne, en de territoriale integriteit, de soevereiniteit en de onafhankelijkheid van Oekraïne binnen zijn internationaal erkende grenzen volledig eerbiedigt.

(3)

De Europese Raad verklaarde in zijn conclusies van 23-24 juni 2022 voorts dat de Unie vastbesloten blijft verdere militaire steun te verlenen om Oekraïne te helpen zijn inherente recht op zelfverdediging tegen de Russische agressie uit te oefenen en zijn territoriale integriteit en soevereiniteit te verdedigen. Daartoe riep de Europese Raad de Raad ertoe op snel werk te maken van het verder opvoeren van de militaire steun.

(4)

Bij brief van 30 september 2022 verzochten de minister van buitenlandse zaken en de minister van defensie van Oekraïne de Unie gezamenlijk om militaire steun aan Oekraïne, bevestigden zij dat de huidige behoeften van Oekraïne basis- en collectieve militaire opleiding omvatten, alsmede gespecialiseerde militaire opleiding van personeel op het gebied van geneeskunde, logistiek, chemische, biologische en radiologische bescherming, engineering-ondersteuning, cyberbeveiliging en cyberdefensie, en opleiding van instructeurs inzake verbonden wapens, onverminderd andere gebieden die in de toekomst van belang kunnen zijn, en toonden zij zich ingenomen met de dringende instelling daartoe van een militaire bijstandsmissie van de Unie ter ondersteuning van Oekraïne.

(5)

Op 10 oktober 2022 hechtte de Raad zijn goedkeuring aan een crisisbeheersingsconcept voor een mogelijke niet-uitvoerende missie van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) voor militaire bijstand ter ondersteuning van Oekraïne (EUMAM Ukraine), met een aanvankelijke looptijd van twee jaar vanaf het ogenblik waarop zij van start gaat.

(6)

Het strategische doel van EUMAM Ukraine moet erin bestaan bij te dragen aan de versterking van het militaire vermogen van de Oekraïense strijdkrachten (Ukraine’s Armed Forces — UAF) om operaties met het oog op de verdediging van de Oekraïense territoriale integriteit binnen de internationaal erkende grenzen van het land, de effectieve uitoefening van zijn soevereiniteit en de bescherming van de burgers in Oekraïne, kracht bij te zetten en doeltreffend uit te voeren.

(7)

EUMAM Ukraine komt onder de geïntegreerde EU-aanpak ter ondersteuning van Oekraïne te vallen, die voorziet in militaire steunmaatregelen in het kader van de Europese Vredesfaciliteit (European Peace Facility — EPF) opgericht bij Besluit (GBVB) 2021/509 van de Raad (1) om de UAF militair materieel te leveren. EUMAM Ukraine zal samenwerken met de delegatie van de Unie in Kyiv en met de civiele GVDB-missie EUAM Ukraine opgericht bij Besluit 2014/486/GVDB van de Raad (2).

(8)

In antwoord op het verzoek van Oekraïne om militaire steun moet EUMAM Ukraine de UAF individuele, collectieve en gespecialiseerde opleiding aanbieden, de Territorial Defence Forces van de UAF opleiden, en de activiteiten van de lidstaten coördineren en synchroniseren ter ondersteuning van de verstrekking van opleiding aan de UAF.

(9)

De opzet van EUMAM Ukraine moet schaalbaar, modulair en flexibel zijn, zodat haar activiteiten snel kunnen worden aangepast aan de situatie in Oekraïne en aan de veranderende en langetermijnbehoeften van de UAF.

(10)

Gezien de uitzonderlijke omstandigheden als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne en zolang die omstandigheden voortduren, moet EUMAM Ukraine actief zijn op het grondgebied van de lidstaten, als tijdelijke maatregel, in overeenstemming met artikel 42, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), tot de Raad anders besluit.

(11)

Het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) moet onder de verantwoordelijkheid van de Raad en van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV) de politieke controle over EUMAM Ukraine uitoefenen, er strategische leiding aan geven en de passende besluiten nemen overeenkomstig artikel 38, derde alinea, VEU.

(12)

De Overeenkomst van de Unie inzake de status van de strijdkrachten (EU-SOFA) (3) moet van toepassing zijn op door de Unie geleide eenheden en personeelsleden van EUMAM Ukraine die op het grondgebied van de lidstaten worden ingezet. De status van het UAF-personeel dat deelneemt aan de organisatie van, of dat gebruikmaakt van, door EUMAM Ukraine verstrekte opleiding, moet worden vastgesteld in regelingen tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten die de opleiding organiseren en de bevoegde autoriteiten van Oekraïne. EUMAM Ukraine kan ook regelingen treffen met de bevoegde autoriteiten van Oekraïne over de voorwaarden waaronder het UAF-personeel bij EUMAM Ukraine zal worden ondergebracht.

(13)

EUMAM Ukraine moet op uitnodiging openstaan voor deelname van gelijkgestemde derde staten, indien de Unie en die derde staten overeenstemming bereiken over de deelname en deze wordt aanvaard door het PVC.

(14)

Krachtens artikel 41, lid 2, VEU en overeenkomstig Besluit (GBVB) 2021/509, komen de operationele uitgaven die voortvloeien uit dit besluit, dat gevolgen heeft op militair of defensiegebied, ten laste van de lidstaten.

(15)

Gezien de unieke behoeften van EUMAM Ukraine en de specifieke voorwaarden om haar tot stand te brengen, die te maken hebben met de omvang van de opleiding en de snelheid waarmee deze aan Oekraïne moet worden verstrekt, moet worden bepaald dat bepaalde bijkomende kosten, naast de kosten die overeenkomstig Besluit (GBVB) 2021/509 als gemeenschappelijke kosten worden aangemerkt, als gemeenschappelijke kosten voor EUMAM Ukraine zullen worden beschouwd. Rekening houdend met de buitengewone omstandigheden zal voor EUMAM Ukraine de uitzonderlijke gemeenschappelijke financiering van goederen die nodig zijn om de UAF-deelnemers aan de opleiding en de opleidingsactiviteiten te ondersteunen, de Unie in staat stellen de nodige middelen vrij te maken om Oekraïne het vereiste niveau van steun te bieden.

(16)

Gezien de urgentie moeten munitie en uitrusting of platforms die zijn ontworpen om te doden zo snel mogelijk worden gefinancierd uit een specifieke EPF-steunmaatregel ter aanvulling van EUMAM Ukraine. Alle andere uitrusting, met inbegrip van persoonlijke opleidingspakketten, moet in het kader van een andere steunmaatregel worden verstrekt. Steunmaatregelen in het kader van de Europese Vredesfaciliteit zouden ook kunnen voorzien in gespecialiseerde uitrusting en, indien Oekraïne daarom verzoekt, onderhoud en reparatie van militaire uitrusting die in het kader van de Europese Vredesfaciliteit aan Oekraïne is gedoneerd.

(17)

Om zo efficiënt mogelijk tegemoet te komen aan de behoeften van Oekraïne, moet EUMAM Ukraine haar activiteiten coördineren met gelijkgestemde internationale partners die militaire steun, met name militaire opleiding, verlenen aan de UAF,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Missie

1.   De Unie voert een militaire bijstandsmissie uit ter ondersteuning van Oekraïne (EUMAM Ukraine).

2.   Het strategische doel van EUMAM Ukraine bestaat erin bij te dragen aan de versterking van het militaire vermogen van de Oekraïense strijdkrachten (Ukraine’s Armed Forces — UAF) om operaties kracht bij te zetten en doeltreffend uit te voeren, om Oekraïne in staat te stellen zijn territoriale integriteit te verdedigen binnen de internationaal erkende grenzen van het land, zijn soevereiniteit effectief uit te oefenen en de burgers in Oekraïne te beschermen.

3.   Om de in lid 2 bedoelde doelstelling te verwezenlijken, verstrekt EUMAM Ukraine:

a)

individuele en collectieve opleiding aan UAF-personeel op basis-, hoger en gespecialiseerd niveau: in het bijzonder voor lagere leidinggevenden van sectie-/groeps- en pelotonniveau tot op compagnie, bataljon- en brigadeniveau, met inbegrip van operationele opleiding; en voorbereiding van compagnieën, bataljons en brigades in collectieve manoeuvres en tactieken tot op brigadeniveau, met inbegrip van advies over de planning, voorbereiding en uitvoering van schietoefeningen met scherpe munitie;

b)

gespecialiseerde opleiding aan UAF-personeel;

c)

opleiding aan de Territorial Defence Forces van de UAF;

d)

coördinatie en synchronisatie van de activiteiten van de lidstaten ter ondersteuning van de verstrekking van opleiding aan de UAF.

4.   Het internationaal humanitair recht, de mensenrechten, de bescherming van burgers — ook tegen gendergeweld —, evenals de agenda’s voor “Vrouwen, vrede en veiligheid”, “Jongeren, vrede en veiligheid” en “Kinderen in gewapende conflicten” worden volledig geïntegreerd in de operationele planning, opleiding en rapportage van EUMAM Ukraine.

5.   Totdat de Raad anders besluit en dit besluit dienovereenkomstig wijzigt, opereert EUMAM Ukraine met de toestemming van de EU-lidstaten op hun grondgebied.

6.   De door EUMAM Ukraine verstrekte opleiding kan op verschillende plaatsen in de hele Unie plaatsvinden, afhankelijk van de uitdrukkelijke instemming van de gastlidstaat. De opleiding wordt aangepast aan de veranderende en langeretermijnbehoeften van de UAF.

7.   Het mandaat van EUMAM Ukraine is niet-uitvoerend van aard.

Artikel 2

Aanwijzing van het hoofdkwartier

1.   Wat het commando en de controle van EUMAM Ukraine betreft, is het militair plannings- en uitvoeringsvermogen (Military Planning and Conduct Capability — MPCC) het operationele hoofdkwartier dat tevens zorgt voor de algemene coördinatie en synchronisatie op strategisch niveau binnen het kader van EUMAM Ukraine.

2.   In dit kader wordt op operationeel niveau een multinationaal opleidingscommando voor verbonden wapens (Combined Arms Training Command — CAT-C) opgericht op basis van een bestaande en reeds volledig operationele nationale commando- en controlestructuur in een aangrenzende lidstaat waar de integratie van de opleidingscomponenten zal plaatsvinden teneinde samengestelde eenheden te creëren.

3.   Een andere lidstaat stelt een multinationaal bijzonder opleidingscommando ter beschikking, dat het commando voert over opleidingsactiviteiten op zijn grondgebied. Dat multinationale bijzonder opleidingscommando wordt opgericht op basis van een bestaande nationale commando- en controlestructuur, om het opleidingsaanbod verder te verbeteren in volledige coördinatie met het CAT-C.

4.   De taken van het CAT-C en het multinationale bijzonder opleidingscommando, alsook andere opleidingscommando’s die in de lidstaten van de Unie zijn opgericht, worden nader omschreven in de relevante planningsdocumenten overeenkomstig de vastgestelde voorschriften voor militaire commandovoering en militaire controle in de Unie.

Artikel 3

Benoeming van de EU-missiecommandant

De directeur van het MPCC is missiecommandant van EUMAM Ukraine.

Artikel 4

Planning en aanvang van EUMAM Ukraine

Het besluit over de aanvang van EUMAM Ukraine wordt door de Raad vastgesteld na goedkeuring van het missieplan voor EUMAM Ukraine, waaronder de inzetregels.

Artikel 5

Politieke controle en strategische leiding

1.   Het PVC oefent, onder de verantwoordelijkheid van de Raad en de HV, de politieke controle en de strategische leiding over EUMAM Ukraine uit. De Raad machtigt het PVC om de passende besluiten te nemen overeenkomstig artikel 38 VEU. Onder deze machtiging vallen de bevoegdheden om de planningsdocumenten van EUMAM Ukraine, waaronder het missieplan, en de commandostructuur te wijzigen. Die machtiging omvat voorts de bevoegdheden om besluiten te nemen over de benoeming van de commandanten van de EU, namelijk de commandant voor de opleiding inzake verbonden wapens, de commandant voor bijzondere opleiding en alle andere EU-opleidingscommandanten. De beslissingsbevoegdheid met betrekking tot de doelstellingen en de beëindiging van EUMAM Ukraine blijft berusten bij de Raad.

2.   Het PVC brengt op gezette tijden verslag uit aan de Raad.

3.   Het PVC ontvangt van de voorzitter van het Militair Comité van de EU (EU Military Committee — EUMC) op gezette tijden verslagen over het verloop van EUMAM Ukraine. Het PVC kan, naargelang het geval, de EU-commandanten op zijn vergaderingen uitnodigen.

Artikel 6

Militaire leiding

1.   Het EUMC controleert of EUMAM Ukraine, onder verantwoordelijkheid van de EU-missiecommandant, correct wordt uitgevoerd.

2.   Het EUMC ontvangt op gezette tijden verslagen van de EU-missiecommandant. Het kan, naargelang het geval, de EU-commandanten op zijn vergaderingen uitnodigen.

3.   De voorzitter van het EUMC treedt op als eerste contactpunt met de EU-missiecommandant.

Artikel 7

Samenhang van het optreden van de Unie en coördinatie

1.   De HV draagt zorg voor de uitvoering van dit besluit en zorgt er tevens voor dat het consistent is met het externe optreden van de Unie als geheel, met inbegrip van de militaire steunmaatregelen ter ondersteuning van Oekraïne die uit de Europese Vredesfaciliteit worden gefinancierd.

2.   Onverminderd de bevelslijn zorgt de EU-missiecommandant voor nauwe samenwerking en coördinatie met het hoofd van de delegatie van de Unie in Oekraïne en met de commandant van de EU-missie EUAM Ukraine. De EU-missiecommandant zorgt, ondersteund door de in artikel 2, lid 2, bedoelde EU-bevel- en controlestructuur, voor nauwe samenwerking en coördinatie met de Oekraïense autoriteiten op de passende niveaus.

3.   EUMAM Ukraine coördineert haar activiteiten met de bilaterale activiteiten van de lidstaten ter ondersteuning van Oekraïne, alsook met andere gelijkgestemde internationale partners, met name de Verenigde Staten van Amerika (VS), het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (VK), Canada, de internationale donorcoördinatiecel (International Donor Coordination Cell — IDCC) en het EUCOM-controlecentrum voor Oekraïne.

Artikel 8

Deelname van derde staten

1.   Onverminderd de beslissingsautonomie van de Unie en haar ene institutionele kader, en overeenkomstig de desbetreffende richtsnoeren van de Europese Raad, kunnen derde staten worden uitgenodigd aan EUMAM Ukraine deel te nemen.

2.   De Raad machtigt het PVC om derde staten uit te nodigen bijdragen te leveren en om, op aanbeveling van de EU-missiecommandant en van het EUMC, de passende besluiten betreffende aanvaarding van de voorgestelde bijdragen te nemen.

3.   De nadere regelingen voor de deelname van derde staten worden vastgelegd in overeenkomsten die op grond van artikel 37 VEU en overeenkomstig de procedure van artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie worden gesloten. Indien de Unie en een derde staat een overeenkomst tot vaststelling van een kader voor de deelname van die derde staat aan crisisbeheersingsmissies van de Unie hebben gesloten, zijn de bepalingen van die overeenkomst van toepassing in het kader van EUMAM Ukraine.

4.   Derde staten die belangrijke militaire bijdragen aan EUMAM Ukraine leveren, hebben bij de dagelijkse aansturing van EUMAM Ukraine dezelfde rechten en verplichtingen als de deelnemende lidstaten.

5.   De Raad machtigt hierbij het PVC de passende besluiten te nemen betreffende de instelling van een Comité van contribuanten, indien derde staten aanzienlijke militaire bijdragen leveren.

Artikel 9

Status van door de Unie geleide eenheden en personeel

De overeenkomst inzake de status van de strijdkrachten (EU-SOFA) is van toepassing op door de Unie geleide eenheden en personeelsleden die op het grondgebied van de lidstaten worden ingezet.

Artikel 10

Status van het personeel van Oekraïne

De status van het UAF-personeel dat deelneemt aan de organisatie van, of dat gebruikmaakt van, een door EUMAM Ukraine verstrekte opleiding, wordt vastgesteld in regelingen tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten die de opleiding organiseren en de bevoegde autoriteiten van Oekraïne. EUMAM Ukraine en de bevoegde autoriteiten van Oekraïne kunnen regelingen treffen over de voorwaarden waaronder het UAF-personeel bij EUMAM Ukraine zal worden ondergebracht.

Artikel 11

Financiële regelingen

1.   De gemeenschappelijke kosten van EUMAM Ukraine worden beheerd overeenkomstig Besluit (GBVB) 2021/509.

2.   Overeenkomstig artikel 44, lid 6, van Besluit (GBVB) 2021/509 zijn de volgende specifieke regels van toepassing op EUMAM Ukraine:

a)

de in artikel 2, leden 2 en 3, bedoelde EU-bevel- en controlestructuur wordt gefinancierd overeenkomstig de regels die van toepassing zijn op een hoofdkwartier van de missiestrijdkrachten, ongeacht de locatie;

b)

de volgende bijkomende kosten worden gezamenlijk gefinancierd door de Europese Vredesfaciliteit:

i)

operationele kosten voor de ondersteuning van de UAF-deelnemers aan de opleiding (vervoer van de Oekraïense grens naar de opleidingsfaciliteiten en terug, en op, rond en tussen de opleidingsfaciliteiten; vitale ondersteuning (“real life support”); en medische ondersteuning en evacuaties);

ii)

operationele kosten die noodzakelijk zijn voor de opleidingsactiviteiten (aardolie, olie en smeermiddelen, onderhoud van voertuigen die worden gebruikt voor opleiding; tolken; en persoonlijke opleidingspakketten, indien niet geleverd door Oekraïne).

3.   De in lid 2 bedoelde persoonlijke opleidingspakketten worden niet langer als gemeenschappelijke kosten beschouwd zodra zij in het kader van een EPF-steunmaatregel zijn verstrekt.

4.   De in lid 2 genoemde elementen kunnen door een lidstaat worden geleverd; in dat geval betaalt EUMAM Ukraine die lidstaat voor die leveringen overeenkomstig de regels die van toepassing zijn op betalingen aan de leveranciers van EUMAM Ukraine. Als alternatief kunnen dergelijke elementen door EUMAM Ukraine worden aangeschaft.

5.   Het financiële referentiebedrag voor de gemeenschappelijke kosten van EUMAM Ukraine voor de periode van twee jaar na de aanvang ervan bedraagt 106 700 000 EUR. Het in artikel 51, lid 2, van Besluit (GBVB) 2021/509 bedoelde percentage van het referentiebedrag bedraagt 30 % voor vastleggingen en 30 % voor betalingen.

Artikel 12

Projectcel

1.   EUMAM Ukraine kan beschikken over een projectcel om projecten vast te stellen en uit te voeren. Waar passend coördineert en faciliteert EUMAM Ukraine projecten die door de lidstaten en derde staten onder hun verantwoordelijkheid worden uitgevoerd op gebieden die verband houden met het mandaat van EUMAM Ukraine en ter ondersteuning van de doelstellingen ervan, en waar passend verstrekt EUMAM Ukraine advies bij die projecten.

2.   Onder voorbehoud van lid 3 is de EU-missiecommandant gemachtigd financiële bijdragen van de lidstaten of van derde staten aan te wenden voor de uitvoering van projecten die als consistente aanvulling op andere acties van EUMAM Ukraine zijn aangemerkt. In dat geval treft de EU-missiecommandant met de betrokken staten een regeling voor met name de specifieke procedures voor de behandeling van klachten van derden over schade die is opgelopen als gevolg van handelingen of nalatigheden van de EU-missiecommandant bij de besteding van de middelen die door deze staten ter beschikking zijn gesteld.

3.   In geen geval wordt de Unie of de HV door de bijdragende staten aansprakelijk gesteld voor handelingen of nalatigheden van de EU-missiecommandant in verband met de besteding van de middelen van die staten.

4.   Het PVC fiatteert de aanvaarding van een financiële bijdrage van derde staten voor de projectcel.

Artikel 13

Vrijgeven van informatie

1.   De HV is gemachtigd de bij dit besluit betrokken derde staten, waar passend en in overeenstemming met de behoeften van EUMAM Ukraine, gerubriceerde EU-informatie te verstrekken die ten behoeve van EUMAM Ukraine is gegenereerd, overeenkomstig Besluit 2013/488/EU van de Raad (4):

a)

tot het niveau waarin is voorzien in de toepasselijke tussen de Unie en de betrokken derde staat gesloten overeenkomst voor de beveiliging van informatie, of

b)

in andere gevallen, tot het niveau “CONFIDENTIEL UE/EU CONFIDENTIAL”.

2.   De HV is tevens gemachtigd om, naargelang de operationele behoeften van EUMAM Ukraine, gerubriceerde EU-informatie tot op het niveau “RESTREINT UE/EU RESTRICTED” die ten behoeve van EUMAM Ukraine is gegenereerd, overeenkomstig Besluit 2013/488/EU vrij te geven aan Oekraïne, de VS, het VK, Canada en de IDCC. Daartoe worden de nodige regelingen tussen de HV en de bevoegde autoriteiten van Oekraïne en de IDCC opgesteld.

3.   De HV is bevoegd niet-gerubriceerde documenten van de EU betreffende de beraadslagingen van de Raad over EUMAM Ukraine die onder de geheimhoudingsplicht op grond van artikel 6, lid 1, van het reglement van orde van de Raad (5) vallen, vrij te geven aan de derde landen die bij dit besluit zijn betrokken.

4.   De HV kan de in de leden 1 tot en met 3 bedoelde bevoegdheden, alsmede de bevoegdheid om de in lid 2 bedoelde regelingen te sluiten, delegeren aan personeel van de Europese Dienst voor extern optreden of aan EU-commandanten.

Artikel 14

Inwerkingtreding en beëindiging

1.   Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan. Het is van toepassing tot twee jaar na de opstart van EUMAM Ukraine.

2.   Zes maanden na de opstart van EUMAM Ukraine voert het PVC een strategische beoordeling uit van EUMAM Ukraine en het mandaat ervan. Tijdig vóór het verstrijken van dit besluit wordt een strategische evaluatie van EUMAM Ukraine uitgevoerd.

3.   Dit besluit wordt ingetrokken met ingang van de datum van sluiting van de in artikel 2, leden 2 en 3, bedoelde EU-bevel- en controlestructuur overeenkomstig de plannen die zijn goedgekeurd voor de beëindiging van EUMAM Ukraine, en onverminderd de in Besluit (GBVB) 2021/509 vastgestelde procedures voor de controle en het afleggen van rekening en verantwoording over EUMAM Ukraine.

Gedaan te Luxemburg, 17 oktober 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

J. BORRELL FONTELLES


(1)  Besluit (GBVB) 2021/509 van de Raad van 22 maart 2021 tot oprichting van een Europese Vredesfaciliteit, en tot intrekking van Besluit (GBVB) 2015/528 (PB L 102 van 24.3.2021, blz. 14).

(2)  Besluit 2014/486/GVDB van de Raad van 22 juli 2014 betreffende de adviesmissie van de Europese Unie voor de hervorming van de civiele veiligheidssector in Oekraïne (EUAM Ukraine) (PB L 217 van 23.7.2014, blz. 42).

(3)  Akkoord tussen de lidstaten van de Europese Unie betreffende de status van de militairen en leden van het burgerpersoneel die bij de instellingen van de Europese Unie gedetacheerd zijn, van de hoofdkwartieren van de strijdkrachten die ter beschikking van de Europese Unie kunnen worden gesteld in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 17, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, en van der militairen en leden van het burgerpersoneel van de lidstaten die aan de Europese Unie beschikbaar zijn gesteld om in dit kader op te treden (EU-SOFA) (PB C 321 van 31.12.2003, blz. 6).

(4)  Besluit 2013/488/EU van de Raad van 23 september 2013 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 274 van 15.10.2013, blz. 1).

(5)  Besluit 2009/937/EU van de Raad van 1 december 2009 houdende vaststelling van zijn reglement van orde (PB L 325 van 11.12.2009, blz. 35).


Top