Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021R2225

    Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2225 van de Commissie van 16 november 2021 tot vaststelling van nadere bepalingen inzake de automatische mechanismen en procedures voor de controle van gegevenskwaliteit, de gemeenschappelijke indicatoren voor gegevenskwaliteit en de minimumkwaliteitsnormen voor de opslag van gegevens, overeenkomstig artikel 37, lid 4, van Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad

    C/2021/6719

    PB L 448 van 15.12.2021, p. 23–31 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2021/2225/oj

    15.12.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 448/23


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/2225 VAN DE COMMISSIE

    van 16 november 2021

    tot vaststelling van nadere bepalingen inzake de automatische mechanismen en procedures voor de controle van gegevenskwaliteit, de gemeenschappelijke indicatoren voor gegevenskwaliteit en de minimumkwaliteitsnormen voor de opslag van gegevens, overeenkomstig artikel 37, lid 4, van Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van grenzen en visa en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1726 en (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad, Beschikking 2004/512/EG van de Raad en Besluit 2008/633/JBZ van de Raad (1), en met name artikel 37, lid 4,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Verordening (EU) 2019/817 stelt, samen met Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad (2), een kader vast dat de interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van grenzen, visa, politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie moet waarborgen.

    (2)

    Om de gegevenskwaliteit te verbeteren en de kwaliteitsvereisten te harmoniseren, moeten er nadere bepalingen worden vastgesteld voor de automatische mechanismen en procedures voor de controle van gegevenskwaliteit, de gemeenschappelijke indicatoren voor gegevenskwaliteit en de minimumkwaliteitsnormen voor de gegevens die worden ingevoerd en opgeslagen in de onderliggende Unie-informatiesystemen, de gezamenlijke dienst voor biometrische matching en het gemeenschappelijke identiteitsregister.

    (3)

    Deze maatregelen moeten worden uitgevoerd en beoordeeld door het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA), rekening houdend met de specifieke bepalingen die voor elk Unie-informatiesysteem en elke interoperabiliteitscomponent zijn vastgesteld. Voor de uitvoering van deze taken moet eu-LISA worden geadviseerd door deskundigen van de Commissie, de lidstaten en de agentschappen van de Unie die de Unie-informatiesystemen en de interoperabiliteitscomponenten gebruiken.

    (4)

    Aan de hand van de mechanismen en procedures voor de controle van gegevenskwaliteit moet worden bepaald of de inputgegevens voldoen aan de blokkeringsregels en zachte regels die van toepassing zijn op de onderliggende Unie-informatiesystemen, de gezamenlijke dienst voor biometrische matching en het gemeenschappelijke identiteitsregister. eu-LISA moet ervoor zorgen dat de regels voor gegevenskwaliteit geschikt blijven om de doelstellingen van de Unie-informatiesystemen en de interoperabiliteitscomponenten te verwezenlijken.

    (5)

    Voor elke indicator voor kwaliteitscontrole moet eu-LISA bepalen en beoordelen of de minimumkwaliteitsnorm die onontbeerlijk is voor de opslag van gegevens in de Unie-informatiesystemen en de interoperabiliteitscomponenten geschikt is. Normen voor gegevenskwaliteit moeten het mogelijk maken kennelijk onjuiste of inconsistente gegevensinvoer automatisch te herkennen, zodat de lidstaat die de gegevens heeft ingevoerd deze kan verifiëren en zo nodig corrigerende maatregelen kan nemen.

    (6)

    Er moeten mechanismen voor het opschonen van gegevens en het detecteren van problemen worden vastgesteld teneinde regelmatig te controleren of de gegevens die zijn opgeslagen in de onderliggende Unie-informatiesystemen en de interoperabiliteitscomponenten geldig zijn en voldoen aan de normen voor gegevenskwaliteit.

    (7)

    eu-LISA moet een centrale capaciteit ontwikkelen voor toezicht op de gegevenskwaliteit en voor het ten behoeve van de lidstaten regelmatig opstellen van verslagen over gegevenskwaliteit. Deze verslagen moeten worden opgesteld door het centrale register voor rapportage en statistieken conform artikel 39, lid 1, van Verordening (EU) 2019/817 en de regels van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2223- van de Commissie (3).

    (8)

    Aangezien Verordening (EU) 2019/817 voortbouwt op het Schengenacquis, heeft Denemarken overeenkomstig artikel 4 van het Protocol (nr. 22) betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, kennisgegeven van de omzetting van Verordening (EU) 2019/817 in zijn nationale wetgeving. Denemarken is derhalve door deze verordening gebonden.

    (9)

    Deze verordening houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt (4). Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van deze verordening en deze is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

    (10)

    Wat IJsland en Noorwegen betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (5), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (6).

    (11)

    Wat Zwitserland betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (7), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad (8).

    (12)

    Wat Liechtenstein betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (9), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad (10).

    (13)

    Wat Cyprus, Bulgarije, Roemenië en Kroatië betreft, vormt deze verordening een handeling die op het Schengenacquis voortbouwt of anderszins daaraan is gerelateerd in de zin van respectievelijk artikel 3, lid 1, van de Toetredingsakte van 2003, artikel 4, lid 1, van de Toetredingsakte van 2005 en artikel 4, lid 1, van de Toetredingsakte van 2011.

    (14)

    De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (11) en heeft op 30 april 2021 een advies uitgebracht.

    (15)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het interoperabiliteitscomité,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Toepassingsgebied en onderwerp

    1.   Bij deze verordening worden nadere bepalingen inzake de automatische mechanismen en procedures voor de controle van gegevenskwaliteit vastgesteld met betrekking tot de gegevens die worden opgeslagen in de in artikel 37, lid 1, van Verordening (EU) 2019/817 bedoelde Unie-informatiesystemen en interoperabiliteitscomponenten.

    2.   Bij deze verordening worden ook nadere bepalingen vastgesteld betreffende de gemeenschappelijke indicatoren voor gegevenskwaliteit en de minimumkwaliteitsnormen voor de opslag van gegevens, met name biometrische gegevens, in de in artikel 37, lid 1, van Verordening (EU) 2019/817 bedoelde Unie-informatiesystemen en interoperabiliteitscomponenten.

    3.   De in de leden 2 en 3 bedoelde maatregelen doen geen afbreuk aan in het Unierecht vastgestelde specifieke bepalingen betreffende gegevenskwaliteit in verband met de Unie-informatiesystemen.

    4.   Deze verordening is van toepassing op de in artikel 37, lid 1, van Verordening (EU) 2019/817 bedoelde Unie-informatiesystemen en interoperabiliteitscomponenten.

    Artikel 2

    Definities

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    a)

    “inputgegevens”: gegevens die aan kwaliteitscontroles worden onderworpen met het oog op opslag in een Unie-informatiesysteem of interoperabiliteitscomponent als bedoeld in artikel 37, lid 1, van Verordening (EU) 2019/817;

    b)

    “mechanisme voor het opschonen van gegevens”: een mechanisme dat controles uitvoert om de geplande wissing van gegevens die in een Unie-informatiesysteem of interoperabiliteitscomponent zijn opgeslagen conform het Unierecht te waarborgen;

    c)

    “mechanisme voor het detecteren van problemen”: een mechanisme dat controles uitvoert om na te gaan welke gegevens niet voldoen aan de regels of normen inzake gegevenskwaliteit;

    d)

    “blokkeringsregels”: regels of een reeks regels aan de hand waarvan wordt gemeten in welke mate inputgegevens voldoen aan vastgestelde voorwaarden voor gegevensopslag of gegevensgebruik, of allebei. Zij omvatten ook regels voor gegevenskwaliteit die gelden voor elk Unie-informatiesysteem en waaraan moet worden voldaan voordat de gegevens in het systeem kunnen worden ingevoerd. Invoer en opslag in het Unie-informatiesysteem en de interoperabiliteitscomponent van inputgegevens die niet voldoen aan een blokkeringsregel, worden afgewezen;

    e)

    “zachte regels”: regels of een reeks regels aan de hand waarvan wordt gemeten in welke mate inputgegevens voldoen aan vastgestelde voorwaarden inzake de relevantie of het optimale gebruik ervan, of allebei. Zachte regels beletten niet dat niet-conforme inputgegevens worden ingevoerd en opgeslagen. Zij omvatten ook regels voor gegevenskwaliteit die gelden voor elk Unie-informatiesysteem en waaraan moet worden voldaan voordat de gegevens in het systeem kunnen worden ingevoerd. Inputgegevens die niet aan een zachte regel voldoen, worden ingevoerd in het Unie-informatiesysteem of de interoperabiliteitscomponent met de markering, kennisgeving of waarschuwing dat er een probleem is met de gegevenskwaliteit.

    Artikel 3

    Automatische mechanismen en procedures voor de controle van gegevenskwaliteit

    1.   Er worden automatische kwaliteitscontroles uitgevoerd op de gegevens die zijn ingevoerd en opgeslagen in de gezamenlijke dienst voor biometrische matching en het gemeenschappelijke identiteitsregister, conform de regels van artikel 4.

    2.   Er worden automatische kwaliteitscontroles uitgevoerd op de gegevens die zijn ingevoerd en opgeslagen in de in artikel 37, lid 1, van Verordening (EU) 2019/817 bedoelde Unie-informatiesystemen, conform de regels inzake mechanismen voor de controle van de gegevenskwaliteit in die systemen.

    3.   Mechanismen voor de controle van gegevenskwaliteit worden in werking gesteld overeenkomstig de regels inzake gegevenskwaliteit in die Unie-informatiesystemen en interoperabiliteitscomponenten.

    4.   Teneinde vast te stellen of de inputgegevens voldoen aan de daarop van toepassing zijnde blokkeringsregels of zachte regels, voldoen de in lid 3 bedoelde mechanismen voor de controle van gegevenskwaliteit aan deel 1 van de bijlage bij deze verordening.

    5.   Indien de inputgegevens moeten worden ingevoerd in de in artikel 37, lid 1, van Verordening (EU) 2019/817 bedoelde Unie-informatiesystemen of interoperabiliteitscomponenten, wordt in het kader van de mechanismen voor de controle van gegevenskwaliteit beoordeeld in welke mate de gegevens voldoen aan elke indicator voor gegevenskwaliteit door de gegevenskwaliteitsnorm van elke indicator toe te passen. Op grond van die beoordeling worden aan de hand van de mechanismen voor de controle van gegevenskwaliteit de inputgegevens in een kwaliteitsklasse ingedeeld volgens de in de delen 2 en 3 van de bijlage bij deze verordening vastgestelde procedure.

    6.   De gemeenschappelijke indicatoren voor gegevenskwaliteit zijn: volledigheid, nauwkeurigheid, actualiteit, uniciteit en consistentie.

    7.   eu-LISA past de normen voor gegevenskwaliteit voor elke indicator toe overeenkomstig de procedures van artikel 5.

    8.   Conform deel 4 van de bijlage bij deze verordening wordt met behulp van de mechanismen voor het opschonen van gegevens en het detecteren van problemen regelmatig gecontroleerd of de gegevens die zijn opgeslagen in de in artikel 37, lid 1, van Verordening (EU) 2019/817 bedoelde Unie-informatiesystemen en interoperabiliteitscomponenten geldig zijn en voldoen aan de kwaliteitsvereisten.

    Artikel 4

    Automatische mechanismen voor de controle van de kwaliteit van ingevoerde en opgeslagen gegevens

    1.   Ter verbetering van de gegevenskwaliteit worden automatische mechanismen voor de controle van gegevenskwaliteit opgezet ter ondersteuning van de invoer en opslag van gegevens die voldoen aan de vereisten inzake gegevenskwaliteit in de in artikel 37, lid 1, van Verordening (EU) 2019/817 bedoelde Unie-informatiesystemen en interoperabiliteitscomponenten. De gegevens worden ingevoerd en opgeslagen overeenkomstig de regels inzake gegevenskwaliteit in die Unie-informatiesystemen of interoperabiliteitscomponenten.

    2.   Met het oog op de gegevensinvoer door naar behoren gemachtigde personeelsleden in de in artikel 37, lid 1, van Verordening (EU) 2019/817 bedoelde Unie-informatiesystemen en interoperabiliteitscomponenten, worden de in deel 2 van de bijlage bij deze verordening bedoelde gemeenschappelijke kwaliteitsindicatoren beoordeeld met behulp van de automatische mechanismen voor kwaliteitscontrole.

    3.   De mechanismen voor de controle van gegevenskwaliteit maken de toepassing mogelijk van blokkeringsregels en zachte regels overeenkomstig artikel 3, lid 4, betreffende de gegevenskwaliteit in de in artikel 37, lid 1, van Verordening (EU) 2019/817 bedoelde Unie-informatiesystemen en interoperabiliteitscomponenten.

    Artikel 5

    Procedures voor de indicatoren, normen en mechanismen voor de controle van gegevenskwaliteit

    1.   eu-LISA zorgt ervoor dat de regels voor gegevenskwaliteit geschikt zijn om de doelstellingen van de in artikel 37, lid 1, van Verordening (EU) 2019/817 bedoelde Unie-informatiesystemen en interoperabiliteitscomponenten te verwezenlijken.

    2.   eu-LISA is ook belast met de toepassing van de minimumkwaliteitsnormen voor de opslag van biometrische gegevens in de in artikel 37, lid 1, van Verordening (EU) 2019/817 bedoelde Unie-informatiesystemen en interoperabiliteitscomponenten.

    3.   Voor de toepassing van de leden 1 en 2 houdt eu-LISA rekening met de specifieke behoeften van elk Unie-informatiesysteem en elke interoperabiliteitscomponent als bedoeld in artikel 37, lid 1, van Verordening (EU) 2019/817 en wordt eu-LISA bijgestaan en geadviseerd door deskundigen van de Commissie, de lidstaten en de agentschappen van de Unie die deze Unie-informatiesystemen en interoperabiliteitscomponenten gebruiken.

    4.   De volgende procedures voor de controle van gegevenskwaliteit zijn van toepassing:

    a)

    eu-LISA past de normen voor gegevenskwaliteit voor elke indicator voor gegevenskwaliteit toe overeenkomstig deel 2 van de bijlage bij deze verordening;

    b)

    aan de normen worden afzonderlijk waarden toegekend voor elk van de in artikel 3, lid 6, bedoelde indicatoren voor gegevenskwaliteit. Afhankelijk van de categorie van gegevens, kunnen aan elke indicator verschillende waarden worden toegekend conform de desbetreffende norm;

    c)

    indien nodig en nadat de in artikel 6 bedoelde periodieke verslagen over gegevenskwaliteit zijn opgesteld, beoordeelt eu-LISA de geschiktheid van de waarden en normen en wijzigt eu-LISA deze voor zover nodig;

    d)

    indien nodig en nadat de in artikel 6 bedoelde periodieke verslagen over gegevenskwaliteit zijn opgesteld, beoordeelt eu-LISA de geschiktheid van de mechanismen voor de controle van gegevenskwaliteit die de toepassing van blokkeringsregels en zachte regels mogelijk maken, en wijzigt eu-LISA deze voor zover nodig;

    e)

    met het oog op de wijziging van de normen voor gegevenskwaliteit en de bijbehorende waarden en met het oog op het nemen van besluiten over de mechanismen voor de controle van gegevenskwaliteit overeenkomstig de punten c) en d) van dit lid, raadpleegt eu-LISA de adviesgroepen voor elk van de in artikel 37, lid 1, van Verordening (EU) 2019/817 bedoelde Unie-informatiesystemen en interoperabiliteitscomponenten.

    5.   eu-LISA baseert zich op de beoordeling van de werking van de mechanismen voor de controle van gegevenskwaliteit om de waarden van de normen voor gegevenskwaliteit te wijzigen en besluiten over de mechanismen voor de controle van gegevenskwaliteit te nemen.

    Artikel 6

    Verslagen over de automatische mechanismen en procedures voor de controle van gegevenskwaliteit en de gemeenschappelijke indicatoren voor gegevenskwaliteit, conform artikel 37, lid 3, van Verordening (EU) 2019/817

    1.   De in artikel 37, lid 3, van Verordening (EU) 2019/817 bedoelde verslagen worden opgesteld door het centrale register voor rapportage en statistieken conform artikel 39, lid 1, van Verordening (EU) 2019/817 en de regels van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2223.

    2.   De verslagen bevatten geen persoonsgegevens en bevatten ten minste de volgende gegevens over de maatstaven voor gegevenskwaliteit, die zijn geëxtraheerd met behulp van een of meer voor dat doel ontwikkelde instrumenten:

    a)

    voor alfanumerieke en biometrische gegevens die worden beoordeeld in het licht van blokkeringsregels en zachte regels, naleving van indicatoren voor gegevenskwaliteit:

    1)

    volledigheid (%),

    2)

    nauwkeurigheid (%),

    3)

    uniciteit (%),

    4)

    actualiteit (%),

    5)

    consistentie van gegevens (%);

    b)

    volledigheid van aanvraagdossiers (%);

    c)

    overeenstemming van gegevens met de classificatie “goede kwaliteit” (%);

    d)

    overeenstemming van gegevens met de classificatie “lage kwaliteit” (%);

    e)

    resultaten van het mechanisme voor het opschonen van gegevens;

    f)

    resultaten van het mechanisme voor het detecteren van problemen;

    g)

    gegevensvelden die vaak kwaliteitsproblemen veroorzaken;

    h)

    top 10-lijst van problemen voor elk van de in de punten a) tot en met g) genoemde categorieën;

    i)

    de lidstaten die betrokken zijn bij de top 10 van kwaliteitsproblemen.

    3.   eu-LISA ontwikkelt een centrale capaciteit voor toezicht op de gegevenskwaliteit en voor het wekelijks opstellen van de in dit artikel bedoelde verslagen.

    Artikel 7

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

    Gedaan te Brussel, 16 november 2021.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 135 van 22.5.2019, blz. 27.

    (2)  Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 85).

    (3)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2223 van de Commissie van 30 september 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad met nadere bepalingen inzake de werking van het centraal register voor rapportage en statistieken (zie bladzijde 7 van dit Publicatieblad).

    (4)  Deze verordening valt niet onder de werkingssfeer van de maatregelen waarin is voorzien bij Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).

    (5)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

    (6)  Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

    (7)  PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.

    (8)  Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

    (9)  PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.

    (10)  Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

    (11)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).


    BIJLAGE

    DEEL 1

    Automatisch mechanisme voor de controle van de kwaliteit van in te voeren gegevens

    Gegevens die in de Unie-informatiesystemen en interoperabiliteitscomponenten worden ingevoerd, worden onderworpen aan automatische mechanismen voor de controle van gegevenskwaliteit op basis van blokkeringsregels en zachte regels, zoals omschreven in artikel 2. Het gaat om de in de Unie-informatiesystemen en interoperabiliteitscomponenten vastgestelde regels aan de hand waarvan wordt bepaald of de invoer en opslag van inputgegevens wordt toegestaan of wordt afgewezen. De blokkeringsregels en zachte regels worden vastgesteld op basis van de volgende parameters: lengte, formaat, type, overeenstemming met kwaliteitsnormen, semantiek, herhaling en syntaxis.

    DEEL 2

    Algemene overwegingen over de gemeenschappelijke indicatoren voor gegevenskwaliteit en de minimumkwaliteitsnormen voor in te voeren gegevens

    De inputgegevens waarop het kwaliteitscontroleproces betrekking heeft, worden beoordeeld aan de hand van de regels inzake gegevenskwaliteit die in elk Unie-informatiesysteem en elke interoperabiliteitscomponent zijn vastgesteld, zoals uiteengezet in deel 1. Indien de op de inputgegevens toepasselijke regels geen beletsel vormen voor de invoer en opslag van de inputgegevens, wordt met behulp van de mechanismen voor de controle van gegevenskwaliteit de kwaliteit van de inputgegevens gemeten in het licht van de daarop van toepassing zijnde indicatoren voor gegevenskwaliteit.

    Aan de hand van de mechanismen voor de controle van gegevenskwaliteit wordt de kwaliteit van de inputgegevens gemeten conform elke relevante indicator. Bij de mechanismen voor de controle van gegevenskwaliteit wordt rekening gehouden met een wegingscoëfficiënt om het relatieve gewicht van elke indicator in de totale kwaliteit van de inputgegevens te berekenen.

    Daartoe worden de mechanismen voor de controle van gegevenskwaliteit zodanig aangepast dat zij van toepassing zijn op een enkele verzameling gegevens in een bestand of op een databank.

    Na toepassing van de wegingscoëfficiënt op de inputgegevens produceren de mechanismen voor de controle van gegevenskwaliteit een profiel van de inputgegevens dat de resultaten van de toepassing van de indicatornormen weerspiegelt, bijvoorbeeld numerieke waarden ter beoordeling van de kwaliteit van de inputgegevens voor elke indicator.

    Tabel 1 bevat een minimale reeks indicatoren voor gegevenskwaliteit, bijvoorbeeld indicatoren die altijd van toepassing zijn op inputgegevens, conform de regels die door elk Unie-informatiesysteem en elke interoperabiliteitscomponent worden toegepast. Het gaat om de volgende indicatoren: volledigheid, nauwkeurigheid, consistentie, actualiteit en uniciteit.

    Tabel 1

    Minimale reeks indicatoren voor gegevenskwaliteit

    Indicator

    Beschrijving

    Belangrijkste toepassingsgebied

    Meeteenheid

    Volledigheid

    Mate waarin de inputgegevens waarden hebben voor alle verwachte kenmerken en daarmee verband houdende vereisten in een specifieke gebruikscontext. Meet of alle verplichte gegevens zijn verstrekt en of de databank- (of sectorale) lijsten aan de gestelde vereisten voldoen

    Verplichte gegevensvelden (alfanumeriek en biometrisch)

    Percentage van volledigheid van gegevens: verhouding tussen het aantal verstrekte gegevenscellen en het aantal vereiste gegevenscellen

    Nauwkeurigheid

    Mate waarin de ramingen bij de inputgegevens de onbekende werkelijke waarden benaderen. Dit kan gelden tussen gegevens betreffende een entiteit of tussen soortgelijke gegevens voor vergelijkbare entiteiten, of tussen beide categorieën gegevens

    Alfanumerieke en biometrische gegevens

    Steekproeffouten, unit-non-responspercentage, item-non-responspercentage, foutenpercentages bij de gegevensvastlegging enz.

    Consistentie

    Mate waarin de inputgegevens kenmerken hebben die vrij zijn van tegenstrijdigheden en coherent zijn met andere gegevens in een specifieke gebruikscontext. Meet de mate waarin een reeks gegevens voldoet aan vastgestelde bedrijfsvoorschriften die gelden tussen deze gegevens, d.w.z. dat er geen sprake is van een conflict in de inhoud van de gegevens. Dit kan gelden tussen gegevens betreffende een entiteit of tussen soortgelijke gegevens voor vergelijkbare entiteiten, of tussen beide categorieën gegevens

    Alfanumerieke gegevens

    Percentage

    Tijdigheid

    Mate waarin de inputgegevens worden verstrekt binnen vooraf bepaalde termijnen of tijdschema’s die bepalend zijn voor de geldigheid van de gegevens of de context waarin deze worden gebruikt. Meet hoe actueel de gegevens zijn en of de vereiste gegevens binnen het voorgeschreven tijdschema kunnen worden verstrekt

    Alfanumerieke en biometrische gegevens

    Tijdsverloop — einde: aantal dagen vanaf de laatste referentiedatum tot de datum waarop de inputgegevens worden verstrekt

    Uniciteit

    Mate waarin de inputgegevens niet worden gedupliceerd in hetzelfde Unie-informatiesysteem of dezelfde interoperabiliteitscomponent

    Verplichte gegevensvelden (alfanumeriek en biometrisch)

    Percentage niet-gedupliceerde gegevenseenheden

    De nauwkeurigheidsindicator voor biometrische gegevens omvat ook de resolutie. Daarbij wordt gemeten in welke mate de inputgegevens de vereiste hoeveelheid punten of pixels per lengte-eenheid bevatten. De eenheid voor de weergave van pixels op het scherm: “pi” voor afdrukken; “dot pit” voor outputsystemen. Aantal bits per pixel (kleurengamma, vb. 16 kleuren — 4-bits; 256 — 8-bits; 65K — 16-bits en 16,5 miljoen — 24-bits).

    DEEL 3

    Kwaliteitsklassen voor gegevens

    Na de ontwikkeling van het in deel 2 bedoelde profiel van de inputgegevens worden de inputgegevens in een kwaliteitsklasse voor gegevens ingedeeld. De volgende kwaliteitsklassen voor gegevens zijn van toepassing:

    a)

    “goede kwaliteit”: het profiel van de inputgegevens vertoont de vereiste conformiteit met de toepasselijke indicator voor gegevenskwaliteit;

    b)

    “lage kwaliteit”: het profiel van de inputgegevens vertoont, in het geval van een zachte regel, niet de vereiste conformiteit met de toepasselijke indicatoren voor gegevenskwaliteit;

    c)

    “afgewezen”: het profiel van de inputgegevens vertoont, in het geval van een blokkeringsregel, niet de vereiste conformiteit met de toepasselijke indicatoren voor gegevenskwaliteit.

    Wanneer de inputgegevens in de klasse “goede kwaliteit” worden ingedeeld, worden de gegevens in het systeem of de component opgeslagen zonder enige waarschuwing inzake gegevenskwaliteit.

    Wanneer de inputgegevens in de klasse “lage kwaliteit” worden ingedeeld, worden de gegevens in het systeem of de component opgeslagen met een waarschuwing inzake gegevenskwaliteit. Een waarschuwing geeft aan dat de inputgegevens moeten worden gecorrigeerd en waarom uit de inputgegevens niet blijkt dat zij voldoen aan de toepasselijke indicatoren voor gegevenskwaliteit. Indien mogelijk wordt in de waarschuwing aangegeven in welk(e) gegevensveld(en) en/of met welke gegevensinhoud(en) de geconstateerde problemen met de gegevenskwaliteit zich voordoen, en worden er wijzigingen voorgesteld die vereist zijn om de inputgegevens in de klasse “goede kwaliteit” te kunnen indelen.

    DEEL 4

    Toezicht op de gegevenskwaliteit

    Voor de toepassing van artikel 3, lid 8, worden er twee soorten mechanismen gebruikt:

    a)

    mechanismen voor het opschonen van gegevens. Met behulp van deze mechanismen worden er controles uitgevoerd om na te gaan voor welke gegevens de resterende bewaringstermijn korter is dan de termijn die is vastgesteld in de wetgeving betreffende het betrokken Unie-informatiesysteem of de betrokken interoperabiliteitscomponent. Via de mechanismen voor het opschonen van gegevens wordt de lidstaat in kennis gesteld van de geplande wissing van gegevens en wordt hem de mogelijkheid geboden om, indien nodig, passende maatregelen te nemen;

    b)

    mechanismen voor het detecteren van problemen. Met behulp van deze mechanismen worden er controles uitgevoerd om na te gaan welke gegevens niet langer voldoen aan een of meer regels of normen inzake gegevenskwaliteit in het licht van indicatoren voor gegevenskwaliteit. In het kader van deze controles kan een waarschuwing of kennisgeving naar de bevoegde autoriteit van de lidstaat worden verzonden, met vermelding van de reden waarom de gegevens niet langer voldoen aan een of meer regels of normen inzake gegevenskwaliteit. Indien mogelijk worden in de waarschuwing de wijzigingen voorgesteld die nodig zijn om de inputgegevens in overeenstemming te brengen met nieuwe regels of normen. Deze controles mogen in geen geval leiden tot de automatische verwijdering van gegevens die zijn opgeslagen in de Unie-informatiesystemen of interoperabiliteitscomponenten. Wanneer nieuwe gegevens worden ingevoerd in een Unie-informatiesysteem of interoperabiliteitscomponent terwijl de mechanismen voor het detecteren van problemen in werking zijn, zijn die mechanismen niet van toepassing op die gegevens.

    eu-LISA kan besluiten dat er bij de herziening van de regels of normen voor gegevenskwaliteit ad-hocmechanismen voor het detecteren van problemen in het Unie-informatiesysteem en in de interoperabiliteitscomponenten worden toegepast.

    eu-LISA kan de adviesgroep voor een van de Unie-informatiesystemen of interoperabiliteitscomponenten raadplegen over de vraag of er ad-hocmechanismen voor het detecteren van problemen in het betrokken Unie-informatiesysteem of de betrokken interoperabiliteitscomponent moeten worden toegepast, voor zover dat nodig is voor de doeleinden van dat Unie-informatiesysteem of die interoperabiliteitscomponent.


    Top