(1)

Overeenkomstig artikel 76, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1139 geeft het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart certificeringsspecificaties (“CS”) af en werkt het deze regelmatig bij om ervoor te zorgen dat CS geschikt blijven voor het beoogde doel. Een luchtvaartuig waarvan het ontwerp reeds is gecertificeerd, moet echter niet voldoen aan de bijgewerkte versie van een CS als het al in productie of gebruik is. Om de blijvende luchtwaardigheid en de verbetering van de veiligheid te ondersteunen, moet derhalve worden geëist dat dergelijke luchtvaartuigen voldoen aan aanvullende luchtwaardigheidseisen die niet in de oorspronkelijke CS waren opgenomen ten tijde van de certificering van het ontwerp. In Verordening (EU) 2015/640 van de Commissie (2) zijn dergelijke aanvullende luchtwaardigheidseisen uiteengezet.

(2)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/133 van de Commissie (3) zijn in punt 26.60 van bijlage I bij Verordening (EU) 2015/640 aanvullende luchtwaardigheidseisen ingevoerd voor de dynamische eigenschappen van stoelen voor passagiers en cabinepersoneel in nieuwe grote vliegtuigen die worden gebouwd op basis van een reeds door het Agentschap gecertificeerd ontwerp. Grote vliegtuigen waarvoor het individuele luchtwaardigheidscertificaat voor het eerst is afgegeven op of na 18 februari 2021, moeten voldoen aan punt 26.60. Omdat de vliegtuigproductie vertraging heeft opgelopen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, zullen vliegtuigen die volgens de planning vóór 18 februari 2021 een luchtwaardigheidscertificaat moesten krijgen, dit pas na die datum krijgen. Om te vermijden dat de vliegtuigindustrie met extra lasten wordt geconfronteerd omdat de stoelen van vliegtuigen waarvan de productie vertraagd is ten gevolge van de COVID-19-pandemie, zouden moeten voldoen aan de eisen inzake dynamische eigenschappen, moeten die vliegtuigen worden vrijgesteld van naleving van punt 26.60.

(3)

Daarom moet de datum van afgifte van het eerste individuele luchtwaardigheidscertificaat als bedoeld in punt 26.60 van bijlage I bij Verordening (EU) 2015/640, die momenteel is vastgesteld op 18 februari 2021, worden gelijkgetrokken met de toepassingsdatum van de in aanhangsel I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1159 van de Commissie (4) uiteengezette lijst van vliegtuigmodellen die niet onder sommige bepalingen van bijlage I van Verordening (EU) 2015/640 vallen, namelijk 26 februari 2021. Gezien het kleine tijdsverschil zal dit geen significante gevolgen hebben voor de luchtvaartveiligheid. Verordening (EU) 2015/640 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1159 zijn nieuwe eisen voor verouderende luchtvaartuigen ingevoerd. Met name punt 26.334 van bijlage I bij Verordening (EU) 2015/640 houdt in dat alle houders van een vóór 1 september 2003 afgegeven aanvullend typecertificaat de gegevens over schadetolerantie moeten opstellen, ongeacht of deze gegevens al dan niet door exploitanten worden verlangd. Om te garanderen dat de lasten voor de industrie evenredig zijn, was het altijd de bedoeling dat deze gegevens alleen moeten worden opgesteld als de exploitanten dit eisen en alleen op hun verzoek. Verordening (EU) 2015/640 moet derhalve dienovereenkomstig worden gerectificeerd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen hebben betrekking op de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1159 ingevoerde wijzigingen die van toepassing zijn met ingang van 26 februari 2021. Omwille van de consistentie moet de onderhavige verordening derhalve ook van toepassing zijn met ingang van 26 februari.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 127 van Verordening (EU) 2018/1139 opgerichte comité,